maandag 14 maart 2011

social media

Als je 30 jaar oud bent (god wat klinkt dat blasé zeg, schiet me af) heb je inmiddels een heel netwerk opgebouwd van mensen in alle lagen van de maatschappij. En als je geluk hebt, zoals ik, dan is dat redelijk breed te noemen. In mijn netwerk zitten militairen, burgers, musici, artsen (in wording), aperte nichten, kakkers, sjofele sjonnies, over het paard getilde windbuilen, beschaafde meneren en mevrouwen, jongelui, ouwe lui, enzovoorts enzovoorts. De meesten van voorgenoemde mensen zijn allemaal even lief, ondanks hun wellicht dubieuze omschrijving. (Dit kan ik makkelijk zeggen, want niet iedereen in je netwerk is even close).

Zo kon het dus gebeuren dat een vriendinnetje van mij via een kunstopleiding uiteindelijk bij de luchtmacht is beland als AMV'er (algemeen militair verpleegkundige). En omdat wij nooit echt contact verloren hebben, bleven wij op de hoogte van onze vorderingen in het leven, en bij onze gezamelijke baas, het leger. Zij heeft het met haar opleiding heel erg naar haar zin, en ik heb het met mijn baantje naar mijn zin. Alleen de eerder genoemde dcp (de conditietest) blijft maar een blok aan mijn snel vermoeide been. Dat vond zij onzin. Iedereen zou die moeten kunnen halen volgens haar, ik dus ook. Nou moet je voorstellen: deze contacten lopen dus voornamelijk via social media. Zoals feesboek. En MSN. En al heel rap kreeg ik van haar te horen dat haar kamergenootje ook vond dat ik als militair gewoon mijn dcp diende te halen. Jamaaaar, ik ben militair muzikant, sputterde ik nog tegen. Enfin het draait er dus op uit, dat ik een afspraak met 2 meiden heb. Zij gaan mij trainen en voorbereiden op de volgende dcp. Ik heb gezegd dat als dat lukt, dat ik ze dan mee uit eten neem, bij de lekkerste tapas-bar die ik ken.
Als tegenprestatie gaat het kamergenootje van mijn vriendin trompetles van me krijgen. Om de een of andere reden heb ik toegezegd dat als dat mij niet lukt, zij een pakje sigaretten van me krijgt. Ik heb zo het gevoel, dat ik aan twee kanten gefuckt wordt. Maar hey, gezellig wordt t wel.
Gisteren kreeg ik echter van iemand anders te horen dat ik feesboek ook als contactmethode kan gebruiken om mensen te benaderen om mee te spelen met MOR. Ik snap de tip, maar mentaal moet ik me daar nog heel even op voorbereiden. Ik snap namelijk van dat hele feesboek erg weinig. En om nu een dergelijke vraag, met veel relevante dingen via een voor mij onduidelijke manier aan mensen voor te leggen, heb ik wat moeite mee.

Ik ben denk ik te oud voor deze dingen. Mocht facebook ooit weer uit de gratie raken, ben ik er net helemaal in gegroeid. Het kan verkeren.

woensdag 9 maart 2011

Facebook, en andere onverkwikkelijke dingen.

facebook. Ooit eens een paginaatje erop gemaakt. Maar nadat ik dat deed, het meteen laten doodbloeden. Ik zag er werkelijk waar de meerwaarde niet van in. Maar goed. Toch, na al die tijd weer eens een kijkje genomen. 31 spelletjes verzoeken. 31!!! En ik begrijp uberhaupt al niks van de hele opzet van faceboek. Het schijnt zoiets als hyves te zijn. Maar dan internationaal.
Maar dan zie ik een melding dat pietje iets heel leuk vind dat klaasje gezegd heeft. En pietje en klaasje ken ik allebei niet. Dus wat er precies de bedoeling van is, is voor mij althans, in nevelen gehuld. Alsof het mij wat kan schelen wat een onbekende pietje vind van een onbekende klaas.

En dat schijnt dus heel hip te zijn. Ik denk dat ik het maar heel rap weer terug de kist in douw. Mocht faceboek ooit uit de globale gratie raken, dan ben ik al jarenlang heel hip, want retro.

Een van mijn leerlingen is een meisje van 9. En vandaag kwam ze aanlopen met een klein jongetje. Of hij mocht luisteren. Tuurlijk, waarom niet. "Is dat je broertje?" "Neehee, das mijn vriendje". "Ow een klasgenootje van je", mompelde ik wat opgelucht. "Neeeeeheeeee, dat is mijn vriendje".
Het 'vriendje' in kwestie durfde mij niet zo goed aan te kijken, bloosde wat, en wist zich met zijn figuur niet zo goed raad. Op een gegeven moment bleek dat het meisje toch niet zo veel geoefend had, waarop ik het kereltje weer aansprak. Waarom hij geen trompet speelt.  Dat wist hij niet. Ik zei tegen hem dat hij ook maar trompet moest spelen, dan kon hij zijn vriendinnetje af en toe aan de trompet schoppen. Haar een beetje uitlachen als ze te weinig oefende. Volgens mij kwam er een dodelijk blik uit de ogen van het meisje, want hij kromp wat ineen, en grijnsde wat onbeholpen.
Normaal zouden dit soort situaties koren op mijn molen zijn, maar aangezien het om twee kinderen gaat, liet ik het bij een grinnik, en daarmee was de les afgelopen.

De terugreis was de hel op aarde. File. Nu vind ik file op zich niet echt heel erg naar. Ik bedoel, ik vind file's wel echt heel naar, maar ik zal niet uitstappen om mensen te vermoorden. Dan duurt het nog langer. Maar de huisvrouw voor me haalde toch wel gruwelijk het bloed onder mijn nagels vandaan. Telkens als we wat konden oprijden, bleef zij staan. Kwekken tegen haar kroost, of met haar haren spelen, of weet ik veel waar ze mee bezig was. In elk geval niet met het verkeer. Na vier keer, vond ik het toch wat te gortig worden. Ik geef grif toe dat je soms even wat trager weg bent, maar nu liet ik mijn claxon toch maar even schallen. Een verwilderde blik in haar spiegel was mijn deel. En niet dat ze daarna gewoon oplette en doorreed als dat kon. Neenee, want alles was belangrijker dan het fileleed voor iedereen te minimaliseren. En dan zeggen dat vrouwen kunnen multi-tasken. Jaja. Uiteindelijk vond ik een gaatje, en ben er op niet al te subtiele manier maar langs, en voor gegaan. Ik sta bekend om mijn engelengeduld, maar ook dat komt ooit ten einde.

maandag 7 maart 2011

30

Ik ben weer een jaartje ouder geworden. Dat gebeurt elk jaar weer, dus echt een punt ervan maken, vind ik eerlijk gezegd nonsens. Zo eens in de 5 jaar krijg ik het op mijn heupen, en dan nodig ik allemaal mensen uit, en dan maken we er een groot feest van. Maar over het algemeen niet.
Het begon gisteren mooi: Mattie zou op bezoek komen. Hij nam mee een DVD speler, een paar flessen bier, en wat chips. We hadden al vroeg besloten om bij een pannekoeken restaurant te gaan eten. Persoonlijk hou ik niet zo van pannekoeken, maar omdat het makkelijker is dan op mijn 2-pitter een compleet diner te klussen vond ik het geen probleem. Als ik al pannekoeken maak, dan is dat meteen zo'n meelpak, en daar maak je toch al snel een 20 pannekoeken mee. Dus ik had het idee bij een pannekoekenrestaurant dat je voor een bepaalde prijs onbeperkt pannekoeken kon eten. Het zelfde als bij spare ribs.
Dat klopte niet. We kozen beide voor de jagerspannekoek. Die was soort van dubbelgevouwen, met als inhoud haas en ree. (Die waarschijnlijk die ochtend nog vrolijk fluitend over de veluwe dartelden). En bedekt met een klein beetje cranberry-jam.
Briljante pannekoek was dat. Echt heel erg lekker. Ik vreesde dat we na afloop de MCdrek aan moesten doen, want mijn vooringenomen idee dat 1 pannekoek niet vullend genoeg is, is hardnekkig, maar dat bleek niet zo. Met moeite kreeg ik dat gevaarte van mijn bord naar mijn maag. Aan één stuk door. Dat dan weer wel. Die pannekoek kostte 12 euro. Prima prijs. Het bolletje ijs met toef slagroom kostte maar liefst 3,50. Dat is dus 3,50 voor 1 bolletje ijs en een kwakje slagroom. Een klein bolletje ijs. Goed, je wordt maar 1 keer in je leven 30 jaar, dus verder mekkeren zal ik niet, maar ik moest er stiekem om lachen, dat een haas en een ree, omgerekend goedkoper zijn dan een paar centiliter melk, om één bolletje ijs te maken.

12 biertjes en een goeie nachtrust verder vond ik mezelf starend in de spiegel terug. Het was inmiddels even over negen, en ik was wakker. Eindelijk 30. 30 is op zich best wel kut. Want je bent definitief geen 20-er meer. Dan ben je echt volwassen. Dan moet je dus echt wat van je leven maken. 30. Het klinkt al zo alsof je op de helft van je leven bent.
Dus ik pakte de tondeuze (die ik nieuw heb) er maar bij om mijn baard een beetje bij te trimmen. En alsof de duvel ermee speelt, greep ik met mijn slaperige kop dus de verkeerde opzet kam, waardoor ik niet langer meer kon hard maken dat ik een baardje draag. Van pure ellende mijn stukje eigen kweek maar helemaal afgeschoren. Dus nu ga ik voorlopig maar weer eens baardeloos door het leven. Met uitzondering van het toefje onder mijn onderlip. Daarvan weet ik uit ervaring dat ik niet zonder kan. Dan kan ik niet meer spelen.
Vanmorgen een wandeling over de kazerne gemaakt. En dan is het ineens best koud aan mijn kin. Zo zonder struikgewasje aan mijn smoel. En het schuurt weer zo. Maar goed, daar heb IK dan weer geen last van.

Zou er meer veranderen nu ik inmiddels de respectabele leeftijd heb bereikt dat mensen mij met u aan moeten spreken?

dinsdag 1 maart 2011

Ik woon in Ede

Om de een of andere reden, schijn ik telkens weer uit te moeten leggen dat ik in Ede woon.
Ho, stop. Dit is niet helemaal waar, er schijnen zoveel mensen in Ede te wonen dat ik dat feit op zich niet hoef uit te leggen. Wel dat ik op een kazerne woon. Een voormalige kazerne wel te verstaan.
De naam van het ding is Prins Maurits Kazerne, door Jef vakkundig vernoemd tot Prins Marnix Kazerne. Dat heeft wel wat.
Maar mensen schijnen niet helemaal te snappen dat dat kan. Wonen op een kazerne. Dus om iedereen (die dit leest) meteen maar te informeren: ja ik heb een douche (een stuk of 6) ja, ik heb ook een toilet (een stuk of 9, plus nog wat urinoirs). Ik het zelfs een keukentje. (Die helaas geen gasaansluiting heeft, dus ik kook op een 2-pitter elektrisch. Dit leidde in het begin tot verkoold vlees, en daarna tot half-rauw vlees. Daar ben ik inmiddels aan gewend). Ik heb een stuk of 9 ruimten ( waarvan 4 ruimten samen zijn gevoegd tot 2) van ongeveer 4 bij 4. Dat is 144 m2. En dan reken ik de sanitaire voorzieningen maar even niet mee. En dan reken ik de verdiepingen erboven ook maar niet mee. Want daar doe ik niks mee. Dat is een luxe probleem, want ik heb simpelweg niet genoeg meubels om dat allemaal te kunnen bezetten. Sterker nog: voor de hele begane grond heb ik niet genoeg meubels. Dus uit armoe heb ik maar 2 kamers gevuld met dozen, en gereedschappen. En twee kamers doen dienst als droogkamers om de was te laten drogen.
De volgende vraag is natuurlijk hoe ik er bij kwam om op een kazerne te wonen.
1) het is anti-kraak, dus de kosten liggen beduidend lager dan reguliere huur.
2) ik woon nu niet meer in een studentenhuisje, maar heb echt een heel 'huis' voor mezelf.
3) Het is de kazerne waar de kapel vroeger repeteerde. Dus ik dacht slim te zijn, en mezelf elke donderdag en vrijdag lange ritten te besparen. Letterlijk op de dag dat ik mijn huurovereenkomst tekende, kregen we te horen dat we de kazerne zouden verlaten. Ik voelde me een klein beetje lullig maar. Want van Ede naar Harderwijk is hoe dan ook toch weer 40 minuten zonder file. Tja.

Even los van dit alles. Als je me een jaar geleden gevraagd zou hebben of ik de randstad ooit zou verlaten, had ik je grinnikend verteld dat dat niet zou gebeuren. Inmiddels ben ik in Ede wel redelijk gewend. Ik ken hier niemand, met uitzondering van mijn buren (2 meisjes en 1 jongen) die best aardig zijn. We hebben niet veel contact, maar het contact dat er is, is vriendelijk. En ik ben lid geworden van een fanfare. KNA in Lunteren ( kna heeft voor mij na het dirigeren van 2 leerlingen fanfares die ook kna heten, toch iets magisch blijkbaar). Dat is een leuke frisse club die op hoog niveau presteert. En onder leiding van Wouter Iseger uitdagende originele muziek speelt. En ik werd er opgenomen met een vanzelfsprekendheid waar ik wel vrolijk van word.
De locatie van de kazerne is super. Ik zit op een paar passen afstand van de Veluwe, van het Kruller Muller museum, en ik heb de ruimte voor mezelf. Er is zelfs een stormbaan om aan mijn conditie te werken. (hahahahahahahahaha, dusssss).
Hoelang ik hier kan zitten is niet helemaal duidelijk (want anti-kraak) maar voorlopig zit ik hier goed. Van Zaandam en Amsterdam heb ik inmiddels afscheid genomen. Ik mis het niet. De vrienden die er zaten, waren of al weg, of blijven toch wel vrienden. Echt veel om te missen is er dus niet.
Het blijft natuurlijk jammer dat ik nu voor een aantal dingen verder moet reizen, en dat ook de kapel inmiddels niet meer op loopafstand is. Maar ach. Morgen met Willy mijn C trompet verklussen tot iets dat op een c trompet lijkt. Daarna kijken of ik het ding kan gaan verkopen. Of zo.

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...