zondag 27 december 2015

Jente... Lekker kind.


Een paar dagen voor kerst, togen we naar Baambrugge. Of zo'n soort gekke plaats ergens onder in Zeeland.
Zeeland. Vast een hele mooie provincie. Maar altijd als ik er moet zijn, lijkt het wel alsof ik naar Frankrijk moet of zo. Pokke-end weg. De eerste keer vanuit Zaandam nog, overwoog ik heel even om er te blijven slapen. Vanuit Tiel was het niet veel beter, maar ook vanuit Rotterdam ligt Zeeland gewoon belachelijk ver weg.
Daar in het Zeeuwse landschap, (op een bungalowparkje dat niet als zodanig herkenbaar was, zodat we in de middle of no-where (haha, Zeeland IS the middle of no-where) uitkwamen. Maar goed, uiteindelijk vonden we het parkje) hadden twee bevriende componisten/musici zichzelf verstopt/opgesloten om wat werk te kunnen verzetten. Of wij voor de gezelligheid eens even langs wilden komen. Ilse zei ja, en omdat ik het ook wel gezellig vond, gingen we. Naar dat verrekt ver afgelegen Zeeland.
Jente met bedje en benodigdheden ingeladen, en karren maar.
Heerlijk gegeten. Koe, en aardappels in ganzenvet gebakken, met wat groenten. Leon kan veel, en nog goed koken ook.
Maar Jente, die had het niet zo naar haar zin. Het handig inklapbare campingbedje, afgevuld met knuffels, speeltjes, speentjes en knuffels ten spijt, slapen wilde ze niet. Te veel indrukken. Te veel vreemde geluiden, geuren, mensen, omgevingen.
En dus was het voor ons toch een beetje ongemakkelijk. Zie namelijk maar eens gezellig te eten met een krijsende baby op de niet zo heel erg veraf gelegen achtergrond.
Af en toe even oppakken, kietelen, gooien, knuffelen, weer in bed stoppen, een lekkertje erin. Nee, nee en nogmaals nee. Het hielp niks. Madam bleef onrustig. Zelfs toen ze op het toppunt van moe was, wenste ze niet te slapen.

Eerste kerstdag bij de schoonouders. Heerlijke kalkoen gesmikkeld. Onder het genot van (voor de vleeseters LEKKERE, en voor de viseters MINDER LEKKERE) wijn heerlijk gezellig getafeld. Een amuse van slak. Met look en spinazie of zo.
Ik heb filmpjes van ene Geerhard, die al kokhalzend een oestertje wegslobbert. Mijn reactie was (zij het iets ingetogener) bijna dezelfde. Slak. Dat hinderlijke ding, dat zo kraakt als je er per ongeluk op gaat staan, en die je dan nog kilometers onder je schoenzool voelt glibberen. Blijkt dus gebakken met knoflook en wat groens, nog best appetijtelijk. Niet voor elke dag, maar voortaan als ik escargot zie staan zal ik dus niet meteen griezelend nee zeggen.
En onze Jente? Die vermaakte zich uitstekend met haar opa en oma (die ook nog zo lief waren om de nacht van ons over te nemen, zodat wij lekker konden uitslapen. Waar overigens niet zo gek veel van kwam, omdat ik zo stom was om mijn masker te vergeten, en dus waarschijnlijk onbeschoft heb liggen snurken).

Tweede kerstdag. Bij Cindy en Ben op bezoek. Gezellig eten en kletsen. Heerlijke malse varkenshaas met groenten aardappels en een lekkere saus.
Jente in Almere ingeladen, met bedje en toebehoren, en gas erop. Naar Arnhem. Hartje centrum, dus dichtbij parkeren is een illusie. Dat betekende sjouwen met Jente, bed, tas, matras.
Alle meegenomen knuffels, speeltjes, spenen, naar zichzelf geurende kleedjes ten spijt: Jente had het niet naar haar zin. Teveel nieuwe indrukken, teveel mensen, teveel... Noem het maar op. En zie dan maar eens gezellig bij te kletsen, als er heel de tijd een klein mensje aan het krijsen is. En ook hier, tot ver over haar vermoeidheid heen, bleef ze maar aangeven dat er iets niet goed was.

We hadden dus plannen om oud en nieuw bij vriendjes te vieren. Maar we hebben besloten dat dat niet handig is, met een kleine meid die blijkbaar makkelijk overprikkeld is, en niet zo goed slaapt op andere plekken. Dus met lood in onze schoenen dit toch maar afgebeld. Want hoe gezellig is het voor ons, als we ons heel de tijd moeten bekommeren om een huilend kind? Hoe prettig is het voor Jente, om blijkbaar zich niet op haar gemak te voelen op andere plaatsen? En hoe prettig is het voor andere gasten om heel de tijd lastig gevallen te worden met een krijsende Jente? Ik weet nog hoe ik het vroeger vond. Lastig gevallen worden met andermans krijsende baby staat nu eenmaal niet op ieders bucket-list. Neem ik aan.

Dit klinkt heel sneu, maar ik zou Jente niet meer willen missen. Blijkbaar gaan we in dit opzicht wat te snel voor haar, en dan kunnen we ons maar beter een beetje aan haar tempo aanpassen. Als dit soort bezoeken voor haar nu nog wat teveel zijn, is het een kleine moeite om haar dit te besparen, als het kan. Want als het niet kan, dan heeft ze gewoon eventjes pech. Maar nu hebben wij dus eventjes "pech".
Plus daarbij komt, dat we gewoon niet weten hoe ons kleine wurmpje gaat reageren op al het verplichte (en zinloze, en lompe, en economisch en milieutechnisch, maar vooral dier- en mensonvriendelijke) vuurwerk. Dik kans dat ze totaal in paniek raakt. Maar evenzeer is de kans groot dat het haar totaal niet boeit, en ze lekker verder knort.

Inmiddels ben ik ook het grootste deel van 2015 vader geweest. Er zijn meer dan eens momenten geweest dat ik het toch wel ff zwaar had. En degene die ooit verzonnen heeft "dat je er zoveel voor terugkrijgt" die moeten ze verzuipen in een bad van volgebaggerde babyluiers. Want zoveel krijg je er niet voor terug. Ja, ondergekotste truien. Een kind dat doorheeft hoe ze haar drinken uit moet spuwen op een manier dat er een leuk fonteintje ontstaat. Een kind dat een voorliefde lijkt te hebben voor papa's schoenveters, waardoor papa bij elke stap bijna zijn nek breekt. Een kind dat ineens, uiteraard na 1700 uur op vrijdag middag ineens zo ziek lijkt dat we niet naar de huisarts, maar naar de huisartsenpost moeten. Een kind dat mijn hart doet smelten als ik 's ochtends haar kamertje opkom, en ze naar me glimlacht. Een kind dat haar eerste boterhammetje met smeerworst met veel smaak opeet. Een kind dat zo heerlijk kan kraaien als ik haar "op de grond laat vallen". Een kind dat, als ze in bed ligt, nog zo heerlijk kan liggen pruttelen tegen haar knuffels, en de wereld in het algemeen. Een kind dat samen met mij zo heerlijk kan genieten van een lekkere warme douche. Een kind dat zo heerlijk verwonderd en nieuwsgierig rondkruipt.

Ilse gaat volgend jaar een post HBO opleiding doen tot muziekjuf. En afgelopen jaar is ze dus moeder geworden. En heeft ze telkens maar weer gesolliciteerd. En een paar keer haar gouden keeltje gestrekt.
Als echtgenoot ben ik een beetje bevooroordeeld, maar ik ben toch wel apetrots op dat gekke mens. Die al die balletjes toch maar mooi in de lucht houdt.

En zelf heb ik ook een mooi jaar gehad, en komen er mooie nieuwe projecten aan. Een albumopname met een gave band, een nieuw etude boek (voor piccolotrompet) een paar leuke buitenlandreisjes (die hopelijk niet langs een ziekenhuis gaan).

Ik wens iedereen een mooi uiteinde, een prachtig 2016. Laten we er allemaal maar een prachtig jaar van maken.




zondag 20 december 2015

Kerstzaken.

Het is weer de tijd voor allemaal kerstgerelateerde zaken.
Zaken zoals kerstconcerten, kerstmaaltijden, kerstbomen, kerstpakketten en andersoortige kerstaangelegenheden.
Heel erg veel met kerst heb ik niet, en had ik niet. Ik genoot altijd het meest van de lekkernijen.

Een paar dagen (noem het een week) na het inmiddels verguisde sinterklaasfeest (kom op zeurpieten, laat Zwarte Piet met rust) kocht ik bij 's lands grootste grutter een kerstboom. Het ding is echt maar een centimeter of 25 hoog. Jawel: centimeter. De witgekwastte rieten mand eronder is ook nog een goeie 20 centimeter hoog, en dat is alleen maar om het petieterig boompje nog wat sjeu mee te geven.
Lekker makkelijk, dacht ik. Want heel veel plaats voor een boom hebben we niet (want erg bereid om die in de box van Jente te zetten, waren we niet, om praktische en theoretische redenen), maar dit exemplaartje kan zo op de kast.
Versierd met een strookje ledlampjes waaraan heel kunstig wat pluizige witte balletjes zijn geknoopt. En een ster naast de piek.
Hoe jammer is het dat de batterij die de ledlampjes aanstuurt, het met 2 dagen al begaf. Er komt nog wel een heeeeeel klein beetje licht vanaf, maar dat is te weinig om echt van sfeer te spreken.
Hoe dan ook: Ilse was er toch wel blij mee, en dat stemde mij blij. Dus vol trots staat ons kleine, dappere boompje hier heel erg kerstig te wezen. Een minuscuul klein stalletje staat eronder, die komt nog uit de kerstrequisiten van Ilse.

Kerstpakketten.
Een paar maanden terug kregen we van een blije organisatie een cadeaubon. Als extraatje voor ons mooie spelen. En van de baas kregen we een VVV-bon, als kerstpakket.
Verder geef ik geen les bij verenigingen die heel veel zien in een kerstpakket. Aan de andere kant: mijn leerlingen pakten dit jaar over het algemeen groots uit toen ik verkondigde dat Jente geboren was, dus mijn leerlingen hebben dat meer dan goed gemaakt. Mijn cadeaubonnen heb ik vandaag verzilverd voor een Dremel. Wereld: sidder en beef. Marnix met zijn 2 linkerhanden gaat kleine klussen klaren. Wat precies weet ik nog niet, de mogelijkheden van die dingen zijn nagenoeg eindeloos, dus daar kan ik echt wel een paar jaar mee voort.
Wat ik overigens nogal zot vind: het garantiebewijs van zo'n ding is het bonnetje. Maar de kluswinkel in kwestie print het bonnetje standaard uit op zo'n vetvrij dun vodje, en in mijn geval met te weinig inkt. Dus toog ik opgewekt naar de klantenservice, of ze even voor mij een nieuwe en betere bon konden uitprinten voor het geval ik garantie nodig zou hebben. (Dit in de veronderstelling dat ik daarvoor bij de klantenservice moest wezen).
Nou..... Dat was te makkelijk gedacht. Het probleem dat ik noemde, was bekend. (DOE ER DAN WAT AAN!) Maar er wat aan doen, nee, ik moest toch niet denken dat ik een andere bon meekreeg. (Klantenservice? Huh? Waar? Hier? Nee hoor!) Ik moest thuis maar een kopietje maken, en het originele bonnetje erbij doen.
Juist. Nou...
Maar toch: zo blij als een kind ging ik met mijn nieuwe gereedschap naar huis. Dank lieve luitenant-generaal!

Kerstconcerten. Daarvan heb ik er dit jaar maar 3. Vind ik op zich niet zo heel erg, want al met al was het behoorlijk druk.
Het eerste kerstconcert was een samenraapsel van de Weihnachts en Magnificat van Bach. Mooi op piccolo hompen. Omdat het zo is dat je bij dergelijke concerten ongeveer 4/5 deel van je tijd rust hebt en dus 1/5 deel speelt, maar niet achter elkaar, maar verdeeld over de hele avond. Dus tussen het spelen door, zit je nogal eens wat te niksen.
En van dat niksen, wordt je trompet koud. En van koud worden, wordt het laag.
Gelukkig: de concertmeester laat voor onze inzet nog even afstemmen. Hobo speelt, ik speel en hoor dat ik meters te laag ben. Om mij heen begonnen nogal wat mensen te lachen. Want blijkbaar was ik niet de enige die door had dat ik meters te laag was. Waarom dat nu zo komisch was, ontgaat me ten ene malen, maar ik ben blij dat ik de avond een extra vleugje vrolijkheid kon geven. Uiteindelijk werd het zoals gebruikelijk met deze sectie weer een bijzonder prettige en goed geslaagde aangelegenheid.
Het tweede kerstconcert was gisteren, in mooi Buren. Elk jaar weer een terugkerend feestje van mensen die in en uit wandelen, gluhwein wegslempen en weer verder gaan, en tijdens dat slempen luisteren ze dan naar ons. Als nieuwigheidje hebben we dit jaar een drumstel aan ons kwintet toegevoegd. Maarten die met allemaal potten en deksels ons optreden toch wat dynamischer en aantrekkelijker maakt. En dat met wat nieuwe stukjes hadden we een leuke show. De directeur van het museum waar we spelen, is nieuw en weet nog niet zo goed hoe hij het allemaal moet inschatten. Wij ook niet, trouwens, want telkens als wij even een pauze nodig hadden, kwamen er verse luisteraars in groten getale binnen. Maar ja, een setje koperblaas-lippen, moet af en toe gewoon even wat water/koffie/fris weghaggelen, want anders loop je vast. Voor volgend jaar maar weer wat nieuwe arrangementen voor de kerst zoeken/laten maken.

Nog 2 dagen lesgeven, 1 kerstconcertje en dan is het vakantie. Dan ga ik hele dagen van Jente en Ilse genieten.


vrijdag 11 december 2015

Over Radiomannetjes, etudes, dikke koppen en Jente

Toen ik 1,5 jaar geleden vol trots verkondigde dat ik met een heusch etudeboek bezig was, kon ik me niet voorstellen dat er uberhaupt enige interesse was. Waarom zouden mensen mijn liedjes kopen, als er al zoveel op de markt is?
Maar goed, ruim een jaar geleden had ik er 18 klaar (in mijn geheugen staat 19, wellicht heb ik die zelf ooit erbij gefantaseerd, of ben ik ergens vergeten en nummertje boven te kalken), en wist ik niet zo goed hoe nu verder.
Want ja, als je die dingen wil verkopen, kun je niet aankomen met een stapeltje kopietjes van een handgeschreven blaadje en bovendien: met mijn handschrift is niet zozeer de etude de uitdaging, alswel het lezen ervan.
Michiel wist raad, en die nam mijn pakketje geklieder mee. Het zou wel goedkomen.
Inmiddels ben ik verhuisd, heb ik 2 of 3 auto's versleten (laat het er 2 geweest zijn) een paar Weihnachtsoratoria gespeeld, ben ik naar Wenen op en neer gereden, en zijn er ettelijke liters water langs de haven van Rotterdam gestroomd.
Tot er ineens out of the blue een boekje voor mijn neus lag. 18 etudes van Marnix Coster. Met een foto van mij, en mijn naam erboven. Bijna klaar om verzonden te worden naar 2 (dat kan beter!) geinteresseerde collegae/trompettisten.

Tja.

Ik moet bekennen: er zijn ook heel wat liters water langs de Rotterdamse haven gestroomd zonder dat ik ook maar 1 seconde dacht aan dat stapeltje geklieder met een vulpen.
Tot ik dus dat telefoontje kreeg over de prijs van papier, van dikte van papier, van glanzend papier of juist niet. En hoe en wat en geniet of gebonden of gelijmd.
Waarom ik het zelf niet allemaal uitgeef en doe? Dat is heel simpel: ik kan totaal niet omgaan met muzieknotatieprogramma's en heb ook totaal niet de interesse om dat te leren. Ik schrijf sneller mijn stukjes met de hand en een vulpen dan dat ik moet leren om te gaan met weerbarstige, onduidelijke software. Die ook nog eens duur is -nee-want-gekraakt-dus-gratis-maar-je-kunt-dan-wel-niet-alles-opslaan-of-doen-maar-dan-moet-je-met-dit.... ja daaaaahaaaag, ik doe het wel handmatig. Los daarvan heb ik totaal geen interesse in het hele uitgeefproces. Dus als iemand anders dat wil doen: prima. En als die iemand anders daar dan voor zijn werk (want mijn handschrift ontcijferen is werken) ook een paar stuivers verdient, best.

Maar nu het er is: ben ik best wel een beetje trots. De lessen aan het conservatorium blijken toch niet voor niks. En niet alleen trots, ik ontdek dat ik het schrijven van deze dingen ook gewoon ontzettend leuk vind. Uitdagingen verzinnen en uitschrijven. Dat is gewoon tof. Zó tof, dat ik begonnen ben aan deeltje twee.


Uit het nieuws: Giel Beelen onderbreekt een live optreden van een jongensband, want het zou vals zijn.
Deze jongensband is ontstaan bij een van de vele """"talenten"""shows, en daarna door media (waaronder Giel Beelen) gehyped. Natuurlijk weten bijna alle beroepsmusici dat muziekmaken meer is dan op het juiste moment je keeltje openzetten en ongeveer de juiste toon kraaien. Maar Giel Beelen vond het vals, en slecht.
Giel Beelen, die ooit riep:"Fuck het cynisme". Die valt nu wel even hard door de mand. Want wat voor treurige, grafcynicus ben je als je een band die je eerst hyped en in de picture zet, uitnodigt, om ze vervolgens tot zwijgen te brengen, omdat ze niet aan het professionele level zullen kunnen voldoen? Dus voortaan is het: Fuck het cynisme, fuck Giel Beelen.
Ik vind dit alles hoogst komisch. De ironie ervan is om van te smullen.

De laatste tijd heb ik een beetje uitgevonden hoe ik mijn telefoon kan gebruiken voor wat gekkigheidjes. Zo heb ik ontdekt dat als ik de videocamera gebruik, dat ik best bruikbare opnames kan maken. Bruikbaar als in: snel, of geinig. Want echt goeie kwaliteit biedt mijnheer Apple niet. Ook niet voor een toestel dat nieuw 600 euro of meer moet kosten, en waarvan ik als argeloze consument verwacht dat het dan super is. Maar een paar geintjes met de door mij zo geliefde piccolotrompet, dat kan wel. Vooral omdat de overspraak op het microfoontje zo groot is, dat het bij hele hoge passages klinkt alsof er in de juiste toonsoort een telefoon rinkelt. En op een van de locaties waar ik regelmatig opneem, staat een oude grote trom, van een zwarte pietenband. En die dan vol in beeld hebben als ik wat kerstmuziek sta te hompen. Prachtig toch. Wat wel jammer is, is dat die camera wel redelijk natuurgetrouw weergeeft wat er in de lens verschijnt. En daar wordt opa niet vrolijk van. God, wat ben ik lelijk als ik speel. Mijn nek lijkt te verdwijnen, mijn hoofd zwelt op en wordt rood, en.... Naja. Het is een wonder dat Ilse uberhaupt wat in me zag ooit... Maar goed, het gaat om het geluid, en niet om het beeld. Denk ik. Hoop ik... Wat ik serieuzer wil opnemen, daarvoor maak ik gebruik van de door Ilse op mijn verjaardag gegeven Zoom recorder, die ik op de Iphone kan aansluiten. Dan is de opnamekwaliteit ineens een stuk beter. Maar dan neem ik wat serieuzere etudes op, waarvan ik vind dat ze door meer mensen gespeeld zouden moeten worden. Of gewoon omdat etudes een ondergewaardeerde manier van muziekmaken zijn geworden.
Ik ga dit weekend in met kerstmuziek, met weihnachtsen, harmoniemeuk en magnificats. Lekker de piccolo uitlaten. Dat vindt ze leuk.

Jente is een karaktertje, en begint al serieus boos te worden als ze haar zinnetje niet krijgt. Dan trekt ze haar lippen naar binnen, haar schoudertjes komen omhoog, haar hoofdje wordt rood en vervolgens begint ze te bleren. Maar ons Jente meisje is ook zo gruwelijk lekker. Met die bolle wangetjes, en die kromme beentjes (had ik ook als kind, en dat had ik zelfs vrij lang als kind. Toen de dokter dit kwam bekijken werd ik uit bed gehaald, en razend van woede, stampte ik al plassend in mijn blote kont door de kamer, achterna gezeten door en op handen en knieen voortkruipende dokter, die toch echt naar mijn malle waggeltje moest kijken.) en haar waanzinnig lieve lachje. Eten doet ze als geen ander. Alles schuift dat gekke kind naar binnen. Van kabeljauw, tot spinazie met ei en voor een hele mandarijn draait ze haar hand niet om. (Dat doe ik). Het enige waar ze echt minder mee lijkt te hebben, is banaan. Ik kan wel juichen. Nu al delen we dezelfde aversies. Dus straks is het alleen nog moeders die in haar eentje een tros bananen weg moet werken, want Jente en haar vader zitten bij de visboer aan een verse haring te knagen.

Met dit prachtige beeld wens ik u allen een prettig weekend.





zondag 29 november 2015

Update :)

Lezerswaarschuwing: een hoop gejeremieër over van alles wat...

Zo, nu ik dat gezegd heb, kan ik even lekker gaan ranten over het stoppen met roken bijvoorbeeld.
Ik heb heuse vreetbuien. En vaak heb ik het niet eens in de gaten. Dan is er ineens een heel doosje smints op. "Sorry lief, had je ook nog gewild?" Tijdens het autorijden is er ineens een heel doosje autosnoepjes op.
Als ontbijt een zak pepernoten wegknagen, en vervolgens een zak geschrapte wortelen. Ik lijk verdorie wel een zwangere vrouw. Toen Ilse er wat van zei, keek ik lichtelijk schaamtevol en betrapt op. Of ze wat voor me kon doen, want volgens haar had ik het er wat moeilijk mee, gezien mijn vreetbui. "Vreetbui? IK?? Welnee", zei ik terwijl ik heimelijk de laatste pepernoten min of meer charmant trachtte door te slikken.

Koffie... Mijn kopje koffie, het begin van een "goeie"dag. Omdat de smaak van koffie erg doet lonken naar die broodnodige eerste ochtendpeuk, heb ik er om mezelf te beschermen maar een slok melk en 2 (soms 3 of meer) klonten suiker bij geflikkerd. Koude koffie is niet te haggelen, maar stel je eens voor: koude koffie met melk en suiker. Dat is echt alsof de duivel over je tong pist.
Goed, de meeste barista's zijn tegenwoordig best in staat om een goede capucchino te maken. Maar toch, de laffe smaak van melk en suiker in iets dat een lekker sterk bakkie troost moet zijn, is voor mij toch een gotspe.

Iets heel anders.
De zijstraten aan onze straat worden van nieuwe rioleringen voorzien. Happy-Happy-Joy-Joy. Ik ben oprecht blij voor ze. De mensen in die wijkjes kunnen nu met gerust hart gaan kakken, zonder bang te zijn dat hun excrementen bij de buren omhoog spuiten.
Maar nadelen levert dat ook op. Want in onze straat, waar al sinds de jaren 50 niks meer aan modernisering gedaan is, heeft een parkeerplaatsen tekort. Dat wil zeggen: als iedereen zijn auto voor de deur kan zetten, gaat t net. Maar als er straten afgezet zijn, gaat het niet. Gewoon niet.
Dus wordt men gedwongen om de auto een ietwat.... creatief  neer te zetten. So far, so good.
Ik ben de lulligste niet, en vind het juist wel een uitdaging om die grote auto van mij toch kwijt te kunnen op plekken waar het eigenlijk, normaliter niet mag (Of kan). (En waar ik het normaliter ook niet zou doen, want ik ben nu eenmaal een brave, gezagsgetrouwe burger).
Tot ik op een gegeven moment op dinsdagavond mijn auto had weggezet (zeer creatief, en ook best knap gedaan, al zeg ik het zelf) en op woensdagochtend er een roedel parkeerwachten rond mijn auto stonden, in opperste concentratie aan het vergaderen. Ze hadden nog net de koffie niet op het dak van mijn auto gezet. Ik liep naar buiten om een vrolijke noot aan deze vergadering toe te voegen. Hun commentaar luidde: jij mag daar niet parkeren. En omdat ik ze zonder blikken of blozen gelijk gaf, bleef de preek verder in de keel van de aanvoerder steken. Ik vervolgde met dat ik er niks aan kan doen dat de gemeente geen investering doet voor de 21e eeuw en dat met het afsluiten van zijstraten het parkeerprobleem alleen maar groter wordt.
Daaraan voegde ik toe, dat ik het iets te toevallig vind dat er normaal gesproken nooit stadswachten in onze wijk lopen, maar nu toevallig dat het bekend is dat er een veel groter parkeerprobleem ontstaan is, wel.
Daarop volgde een gestamel en geschutter tot en met van de lieve (ja, echt, het waren heus lieve mensen) stadsredders, en ze lieten mij mijn auto op een inmiddels leeggekomen plek zetten.
Uiteraard heb ik een klacht aan de gemeente gestuurd. Met alle punten dor en zakelijk (de ene ambtenaar naar de andere) genoemd. Daarop kreeg ik 3 weken (niet de beloofde 24 uur) later een antwoord, dat werkelijk nergens op sloeg. Tja. Parkeren en gemeenten. Dat gaat in huize Coster toch niet altijd goed.

Weer iets anders.
Echt klassieke muziek. Na mijn eindexamen, heeft dat met uitzondering van wat koorbegeleidingen niet echt een heel grote rol in mijn leven gespeeld.
De afgelopen week was het dus raak. Of ik maar eens even een paar Beethoven symfonieen wilde meespelen. Nou, ik bekeek de speellijst, zag allemaal oude bekenden en nieuwe bekenden staan, en dacht:"Ja! laat ik dat eens doen".
De aanvoerster van de trompetten wilde graag op duitse trompet spelen, want Beethoven was Duits. Gelukkig heb ik diverse collega's die zo'n platliggende zijspanner hebben, dus dat was makkelijk geregeld. En verhip: dat klonk nog best bekoorlijk ook. Maar ik ben blijkbaar te klein geschapen. (Mijn handen that is) want na elke repetitie was mijn linkerpink uit zichzelf niet meer in staat om zich enigszins naast de bijbehorende ringvinger te positioneren. Pure zelfkastijding dus. Maar het was een feestje om weer eens écht klassieke muziek te spelen, met jonge (en in een enkel geval iets minder jonge) musici. Die er echt voor willen gaan, en echt iets gaafs neerzetten. Twee niet heel erg eenvoudige symfonieen van meneer Ludwig, en dat zonder dirigent.
Ik vond het geniaal leuk en hoop vaker mee te kunnen doen.
De naam van dit orkest: De Klankkast. Kijk maar eens op hun site (facebook, www, wikipedia, of in de papieren krant).

Direct na dit concert moest ik naar een heel andere locatie. Urk. Want daar moest een cd van het Urker Christelijk Mannen Visserskoor worden gepresenteerd.
Uiteraard kwam ik in de file (op zaterdagavond? Mensen toch, ga naar huis. Naar je potten en pannen, maar laat fatsoenlijk werkende musici er toch gewoon door!), en was ik maar nét op tijd om nog mee te kunnen spelen.
Dat koor, bestond tot mijn grote voldoening uit stoere, knoestige Urker vissers(zonen) waarvan de helft toch echt jonger dan 40 was.  En galmen, die gasten. Fortissimo was gewoon loeihard, en nog zuiver ook. Mijn korte stoppelhaar werd door dat geweld gewoon naar voren geblazen. Maar ook heel intiem konden ze zingen. Gelukkig, anders had ik nu een blijvende tuut in mijn oren.

Op de terugweg kwam ik erachter wat code oranje van het knmi betekent. Veel regen, hele heeeele harde windstoten (en dus slingeren, zelfs met de sportstand van mijn auto) en slecht zichtbaar wegdek. Hoewel dat aan de overheid ligt, die te laat, te weinig en te goedkoop onderhoud pleegt aan 's lands wegen, en uit verkeerde bezuinigingen de verlichting uit laat.

Maar hey: het was een mooi muzikaal weekend.





zaterdag 21 november 2015

Beste Bas, Beste meneer de Boer...

Hoi Bas, beste Meneer de Boer,

Tjongejonge, wat hebben jullie er een potje van gemaakt. Ja, jullie lezen het goed: wat hebben jullie er een puinzooi van gemaakt.
Ik zeg jullie, want ik vind de uitkomst van dit gesprek bizar. Sterker nog: ik vind het uberhaupt bizar dat jullie aan deze sollicitatie zijn begonnen, met elkaar.
Jullie hebben beiden in het beste geval je huiswerk niet gedaan.

Ik begin met meneer de Boer, aangezien die inmiddels overal een kopje kleiner gemaakt wordt.
Meneer de Boer, dat u een overtuigd Christen bent, kan ik accepteren. Hoewel uw invulling ervan niet helemaal 21e eeuws genoemd kan worden, is het denk ik goed dat er mensen zijn die principes hebben, al dan niet compleet overgenomen van de bijbel. Ik zeg uitdrukkelijk "al dan niet compleet", want in de bijbel staan ook een aantal dingen over naastenliefde, accepteren en (ver)oordelen. Ik ben stiekem altijd een beetje jaloers op mensen die in het geloof (welk dan ook) troost en kracht vinden. Het kan iets heel moois zijn. U laat hier echter de toch wat bekrompen kant zien.
Maar uw capaciteiten als leidinggevende, als baas, vind ik niet veel soeps. Hoe kan het in vredesnaam zo zijn dat u een sollicitant uitnodigt, zonder een goede achtergrond controle? En hoe kan het u ontgaan zijn dat de jongen homo is? (De term praktizerend vind ik in dezen totaal irrelevant. Elk mens heeft lusten, hetero's en homo's evenveel). Dat vind ik toch getuigen van gebrek aan mensenkennis.
Bovendien zet u het geloof helaas weer in een kwaad daglicht, en geeft u de wat minder vriendelijke ongelovigen een forse knuppel in handen. Niet zo slim.
Dat u als overtuigd christen geen homo's wil aannemen, vind ik uw goed recht, maar dat u dat in een dergelijk, minzaam en zelfs neerbuigend mailtje doet, vind ik laf. Kom dan op voor uw overtuiging, en doe dat soort mededelingen recht in iemands gezicht. Dat was ook slimmer geweest, want met deze mail heeft Bas een stok om u mee te slaan: inderdaad, artikel 1 van onze grondwet. En dan is er bij de rechter of de commissie gelijke behandeling geen ontkennen meer aan.
Ik denk dat het goed is, als u eens een cursus "leidinggeven in de 21e eeuw" volgt. Niet opdat u dan wél ineens homo's moet aannemen, maar om dit soort akkefietjes te voorkomen. Dit had veel netter en fatsoenlijker afgehandeld kunnen worden.

Bas.
Kerel... Jammer joh. Voortaan toch even wat beter onderzoeken hoe het bedrijf in elkaar steekt. Dan weet je wat beter wat je verwachten kan. En of dat bij je past. Een bedrijf vol stugge, Friese potenrammers, daar moet je toch helemaal niet willen werken. Een bedrijf dat zo in elkaar steekt, is niet helemaal bij de tijd, en ik vraag me af of je er een erg fijne stage had gelopen, tussen allemaal volk dat je met de nek aankijkt, omdat je een "dribbe" bent.
Je kunt inderdaad met een advocaat van het juridisch loket naar de dichtstbijzijnde rechtbank hobbelen. Maar dik kans dat meneer de Boer een veel duurdere advocaat kan betalen, die jou om de oren gaat slaan met artikel 6 uit diezelfde grondwet. Plus dat hij je verwijten gaat maken dat je niet voldoende onderzocht hebt of dit wel bij je past.
 Ik ben het met je eens dat dit zeer droevig is, maar net als bij homo's die met alle geweld per se in een kerk willen trouwen, terwijl die kerk hun liefde niet accepteert, toestaat of als ziekte betitelt, ik vind dat een beetje dom. Waarom zou je dat in Godsnaam (ja, deze woordspeling gebruik ik bewust) willen?

Stellen jullie je samen eens voor: Bas wint de rechtszaak, en meneer de Boer; u moet Bas dus een stageplaats geven. Dat zou tot ongewenste situatie nummer 3 leiden: (Ongewenste situatie 1 is natuurlijk allang gebeurd: de twee (ik blijf het verbazend van jullie vinden dat jullie in twee gesprekken niet van elkaar merkten dat er een kleine kink in de kabel zat) sollicitatiegesprekken, ongewenste situatie 2 is de huidige) Een totaal verziekte werksfeer, en omdat we mensen zijn, ga ik er niet vanuit dat dat ooit nog goedkomt.
Het bedrijf van, en meneer de Boer zijn inmiddels enorm door de (sociale) mangel getrokken. Dus wat dat betreft, een zwaardere straf kan de man niet krijgen. Het aannemen van Bas was eigenlijk een veel mindere straf voor een oprecht gelovige, dan dit.
Sociaal gezien zou het echter wél een mooi experiment zijn als Bas toch (verplicht) in dienst genomen moet worden. Ik hoop dat Bas en meneer de Boer dan een mooie en eerlijke blog gaan bijhouden.

Ondanks alles, wens ik jullie beiden een fijn weekend en veel verstand toe.





woensdag 11 november 2015

Nummer 12....

12 x is scheepsrecht...
Na 11 x te hebben verkondigd dat, gelooft niemand me nog.

Vanmorgen zat ik dus om 0800 bij een huisarts die zich afvroeg waarom ik in vredesnaam een stoppoging ondernam, op een moment dat dat totaal niet aan de orde had moeten zijn. Achteraf (kijk je een koe in haar kont) vroeg iedereen zich dat af, behalve de gespecialiseerde verpleegkundige...
Diezelfde huisarts heeft mij medicatie voorgeschreven... Een antidepressivum, dus voor mijn geestesoog kreeg ik visioenen van een Marnix die krijsend van jolijt zijn 12e stoppoging gaat ondernemen. Brullend van het lachen, ben ik de minst aangename persoon ter wereld. (En ik ben, volgens ingewijden, al legendarisch onbeschoft dus tel uit de winst die de wereld om me heen gratis en voor niks, krijgt).

Die medicatie, bestaat uit hoofdzakelijk chemicaliën. En omdat ik die medicijnen slik, terwijl ik nog een weekje lekker door mag paffen, vul ik mijn lijf dus af met een dosis chemische troep waar je u tegen zegt.
Ik ben ook eigenlijk gek dat ik het nog eens doe. Al die chemische troep in je lijf, dat kan niet goed voor je zijn...

Op de zoveelste "stoppen met roken brochure" staat de mededeling dat ik een gunstige stop-datum moet kiezen.
Als inmiddels veteraan wat stoppogingen betreft, kan ik melden dat dat volstrekt nutteloze informatie is. Er is namelijk geen gunstige datum om te stoppen. Want er is altijd wel iets dat een peuk noodzakelijk maakt:
-Een leerling die je tot wanhoop drijft.
-Post van instanties die iets van je willen.
-Een midden in de nacht wakker brullende baby, die naar de ehbo moet.
-Een vrouw die naar de huisartsenpost moet.
-Een mede-weggebruiker die besluit om een ogenschijnlijk vredig wegbeeld ineens te veranderen in een pandemie van remmerij, bizarre uitwijkmanoeuvres, niet-meer-zo-binnensmonds-gevloek, wapperende middelvingers, en zweterige handen.
-Een zenuwslopend concert.
-Een bloedafname (je weet wel: dat ze een naald in je lijf rossen).
-Ruzie met je vrouw.
-Een gezellige repetitie.
-Een glas wijn met vrienden of collegae.
-Opstaan, koffie zetten, peuk.
-Avondeten, koffie, peuk.

Kortom: roken is voor een verslaafde gewoon een noodzaak, en dus is er geen gunstige stopdatum.
Dan komt het neer op pillen vreten, stoppen met roken, pillen blijven vreten, en als vervanger van het rokende staafje een geraspt worteltje in mijn giechel douwen.

Deze medicatie is natuurlijk niet zo direct voorhanden. Dus maandag mag ik ze halen. Dat wil niet zeggen dat ik maandag gelijk stop met roken, want eerst moeten die pillen hun werking krijgen, en dat duurt een week, tot 8 dagen. Dus de maandag daar weer op (dat zal 1 of 2 december zijn) stop ik met roken. Waarschijnlijk na de ochtend peuk, of daaromtrent.

Ik zie er verschrikkelijk tegenop.
Want ik ben ook niet blind voor het feit dat ik dus al 11 keer er niet in ben geslaagd om blijvend te stoppen. En waarom zou het deze keer wel lukken? Heb ik betere redenen om te stoppen? Nee, want na het longkanker epistel in mijn leven, ben ik ook niet gestopt. Dus een baby is, met alle gevoelens erbij, ook geen reden om te stoppen.
Geld? Nee, dat heb ik structureel tekort, en toch rook ik. En in de periode dat ik niet rookte, hield ik dat geld niet echt over. Hoe dan ook niet. 
Het enige voordeel dat ik nu wel heb: mijn vrouw. Die me actief zal steunen, en mijn (extra) bijkomende lompheid en onvriendelijkheid kan opvangen.
Ik zie ook op tegen het feit dat mijn metabolisme zich aan zal passen. Ergo: dat ik dikker word. En ik ben al op het randje. (Gisteren zei de dieetist: dat ik in 5 weken tijd wel 2 ons was afgevallen, en in buikomtrek 2 centimeter slanker ben geworden. Dus sinds ik bij de dieetist ben, ben ik een heel klein beetje afgevallen, en 4 centimeter slanker geworden, tijd om de broekriem aan te halen!).
Telkens als ik stopte, was ik in principe vrijgezel, en dus had ik niemand om me heen die ik kon lastig vallen met moeilijke momenten. Op zich wel prettig voor die afwezige mensen. Nu ben ik dus getrouwd, en zal Ilse de volle laag krijgen. Ook sneu...
Wat moet ik in vredesnaam doen met die nutteloos bungelende arm, als er geen sigaret inzit? Wat doen niet-rokers met hun handen? Wapperen die dan zomaar een beetje in het luchtledige? Nooit op gelet eigenlijk.
En niet onbelangrijk. 11 x heb ik me lullig gevoeld, omdat ik toch weer begon.

Vrees niet: ik zal me niet aansluiten bij allemaal huisvrouwenclubs als clean-air en dat soort griezelige stichtingen die geen ander oogmerk hebben dan rokers te benadelen, te schofferen, als tuig te benaderen en behandelen. Met dat soort schorem wil ik niet geassocieerd worden. Voor het schofferen van mensen heb ik geen sigaretten nodig, dat lukt me zonder ook wel.

Het stoppen met roken is altijd een worsteling geweest. Voor mij, voor velen met mij. Ik hoop dat ik deze keer als winnaar uit de strijd kom. Ben wel wijzer geworden, ik ga niet op voorhand zeggen dat ik win. Wel kan ik op diezelfde voorhand zeggen dat ik mijn uiterste best ga doen. En nee, dat is geen kwestie van de knop omzetten. Er zijn een paar mensen die dat wellicht kunnen, de rest die dat zegt, heeft geen flauw benul waar ze het over hebben (en meestal zijn dat die griezelige etterbakjes van voorgenoemde stichting).
Maar omdat ik als bon vivant toch mijn tong weer beter wil kunnen gebruiken om smaken te proeven, meer geld wil overhouden, en later toch iets van conditie wil hebben om met mijn dochter te kunnen spelen, en omdat ik nu eindelijk eens van die rottige verslaving af wil komen, ga ik maar weer mijn best doen.

Als je me succes of sterkte wil wensen, mag dat.
Ongeloof uitdrukken, of gebrek aan vertrouwen, mag ook.
Tips: mag ook, als je denkt dat je een nuttige hebt. Minder nuttige tips, liever niet.
Ilse sterkte wensen mag zeker...
Medelijden met Jente is volstrekt overbodig.



zaterdag 7 november 2015

Slapen...

Slapen...
Even los van mijn apnoe, is dat in een gezin met een baby nog geen sinecure. Dat kleine hoopje mens weet, ondanks haar gebrek aan jaren, het hele huishouden naar haar handje te zetten. Want uiteraard is het in de nacht vaak dat ze ineens wakker wordt, en denkt:"Heh ja, laten we lekker gaan kakelen, spelen, huilen, luiers overvol kakken, kletsen, ergo: vaders en moeders wakker maken én houden". Blijkbaar moeten haar stembanden getraind worden, en is de vroege ochtend (uiteraard na net ff te weinig slaapuren van pa en ma) daar het tijdstip bij uitstek voor.
Heeeeel soms is het een kwestie van een verloren speen terug die waffel indouwen, maar vaak heeft het meer om het lijf. Dan moet er even ge-sujaaahd worden. Er moet een klein warm flesje troost in (geen alcohol, maar het effect is hetzelfde), en soms gaat het zelfs zover dat moeders maar een matras pakt en bij Jente op de kamer gaat slapen, omdat ze daar rustig bij blijft.
Ik hoor het niet. Dit is geen onzin, of een poging om me er met een jantje van leien af te maken. Ik hoor het niet. Zelfs als de babyfoon op standje burengerucht naast mijn oor staat, hoor ik het niet.
Toen Ilse in het ziekenhuis opgenomen was, was ik dus ook als de dood dat ik Jente in mijn slaap zou laten brullen. Raar genoeg gebeurde dat dus niet. Maar als Ilse thuis is, ben ik in coma, en kan men een bom afschieten naast mijn oor, ik slaap lekker door.

De afgelopen week waren er twee nachten dat ik zonder mijn CPAP sliep. Ik ben wat vermoeid, ik denk doordat ik een verkoudheidje onder de leden heb, en op het moment dat ik in bed stapte, was ik weg. Ilse schijnt mijn boek uit mijn handen getrokken te hebben, mijn lichtje uitgedaan. En daar heb ik dus niks van meegekregen.
De twee dagen die erop volgden, waren de hel op aarde. Moe, last van mijn neus, last van mijn strot, katterige hoofdpijn.
Maar Ilse kreeg het terecht, niet voor elkaar om mij in mijn slaap mijn masker op te zetten. Heeft ze ook niet geprobeerd.
Vannacht was ik iets minder gaar, en voor ik in slaap viel, zette ik dus wel mijn masker op. Wat een verschil. Het is serieus verbluffend. Ik heb minder last van neus en strot, geen hoofdpijn en ik ben weer lekker fris. Voor mij dus het bewijs dat mijn CPAP wel goed werkt.
Ik heb Ilse dan ook geinstrueerd dat ze me wakker moest maken als ik in slaap viel zonder masker.

Er zit wel een heel erg groot nadeel aan dat masker.
Stel je voor: je hebt een avondje lekker aan de palm gezeten, en ter besluit eet je een broodje shoarma met een lading verse knoflooksaus, waar je U tegen zegt. Dan heb je de volgende ochtend toch best wel een dooie rat in je mond.
Als ik mijn masker gedragen heb, is mijn mond de volgende ochtend zo droog als een woestijn, en dan overdrijf ik niet. Ik kan met mijn tong de pannen schoon schuren, en dan hou ik nog over ter verkoop aan een professioneel schilders bedrijf.
Op zich is dat hele erge droge niet zo erg. Het smaakt wat muf, maar met een paar slokken water is dat over. Met die slokken moet ik overigens oppassen, want door de droogte werkt mijn tong niet helemaal mee, dus evenveel kans dat ik het water op alle mogelijke plekken krijg, zelfs tot in mijn luchtpijp, maar alléz. Het is overleefbaar.
Maar als het wat minder droog is, en er nog een laagje slijmerig vocht in mijn mond achter gebleven is, dan ga ik dood van mijn eigen ochtend meur. Ochtend meur met een niet droge mond, is al hoogst kwalijk, maar ochtend meur met een bijna volledig uitgedroogde mond, is abject. Ranzig. Walg-opwekkend. En dan heb ik nog niet eens een palm gedronken of knoflook gegeten. Mijn maag komt in opstand tegen mijn mond. Mijn neus krijgt spontaan wegloop-neigingen. Wat een hel. De open rioleringen van de middeleeuwen zijn er niks bij.
Vanmorgen ook weer. Ik had eigenlijk voor gisteravond een heerlijke beenham gemaakt. De poes dacht daar helaas net zo over en toen ik thuiskwam, was mijn rechtmatige eigendom, waar ik me zo op verheugd had, verdwenen in de maag van een boosaardig kattenbeest. Zonde.
Ik stond op, zag dat Ilse verdwenen was naar de kamer van Jente, en ging naar buiten om een peuk te roken. Vooraleer ik dat deed, spuugde ik de ranzige zut van een nachtje CPAP in de gootsteen, en ik zweer het: ik zag hoe dat spul gaten begon te branden in het glazuur. Snel de kraan erop om erger te voorkomen. De chemische reactie die ik vreesde, bleef gelukkig uit.

Nu ben ik niet zo van de ochtend-affectie. Ik blijf in de vroege ochtend gewoon een stuk sjaggerijn, en daar heb ik vrede mee. Dus Ilse krijgt pas een kus van me, nadat ik koffie/peuk/tandpasta op heb,
Maar in sommige gevallen moet ik Jente even uit bed halen. En in sommige van die sommige gevallen moet dat voor ik ben toegekomen aan de tandpasta. Met angst en beven, en in de zekerheid dat Jente dood neervalt als mijn adem langs haar huid strijkt, til ik haar op.
Niks is minder waar. Gelukkig! Met een grote en gulle lach kijkt ze naar me op, en strekt haar handjes naar me uit.
De enige die echt last heeft van die CPAP meur, ben ik zelf. Om vervolgens, een uurtje later geconfronteerd te worden met een volle luier, waarin uiteraard door Jente met haar hielen getrapt moet worden. Het zat tot in mijn haar...

Zo kan de zaterdag beginnen. Ik moet naar Middelharnis. Daar ben ik nog nooit geweest. Dus ik ben heel benieuwd of dat een leuk dorpje is.



maandag 2 november 2015

Ik ben toch enigszins vrouwelijk....

Ik steek raar in elkaar.

Als ik een mondstuk moet kopen, ben ik in de regel in een half uurtje klaar. Het bevalt? Fijn zo! De poeplap trekken en wegwezen.
Schoenen kopen: Past het? Zit het lekker? Ziet het eruit en voelt het alsof het kwaliteit is? Ja? Prima, poeplap trekken en wegwezen! (Mijn record staat op 3 minuten en 36 seconden, en dat was inclusief passen en afrekenen).
Truien koop ik al helemaal zonder te passen: record: 1 minuut 32 seconden.
Broeken pas ik alleen als Ilse erbij is, en dan alleen omdat het moet. Anders niet. Dat levert op zich wel broeken op die beter passen, maar dat terzijde.

Maar als ik een agenda moet hebben, dan sta ik soms wel 3 kwartier in een winkel. Alle agenda's gaan door mijn handen. Er wordt raad gevraagd aan de agenda-verkoop-meneer, en nog meer exemplaren worden uit het magazijn gezeuld. Blaadjes worden omgeslagen.
In dit exemplaar zit geen scheurhoekje.
In dit exemplaar zit een lelijk draadje.
In dit exemplaar kan ik met mijn grove, linkse hanenpoot mijn aantekeningen en afspraken net niet kwijt.
Dit exemplaar is veel te groot.
Dit exemplaar is veel te dik.
Dit exemplaar raak ik kwijt, want veeeeeel te klein. 
Dit exemplaar is niet handig, want die moet ik kantelen.
Dit exemplaar is niet handig, want ik mis een weekoverzicht.
Dit exemplaar is niet handig, want...
Dit exemplaar is niet...
Dit exemplaar is...
Dit exemplaar....

En uiteindelijk verlaat ik de winkel, een totale wanorde aan half opengeslagen agenda's achterlatend.
Omdat ik mezelf ken, begin ik meestal in oktober al met zoeken naar een agenda, want als ik dat pas in december doe, kan ik er gif op innemen dat ik niet voor half januari eindelijk eens een agenda heb, en dan ook nog een die niet helemaal mijn keuze is, want die zijn dan allemaal al weg. Vooropgesteld dat ik eindelijk eens weet wat ik wil.

Zo ook mijn agenda voor 2016. Ik wilde eigenlijk weer een Ryam.
[Ryam is een oud en degelijk, goed merk agenda's. Die moest en zou ik hebben, opgedrongen door mijn moeder, toen ik nog op de middelbare school zat. Want het was saai, er zat geen afleiding in, en dus was het goed als schoolagenda. Exact dat wat je als tiener NIET wil. Gelukkig waren die er toen ook al niet in overvloed, dus meestal had ik wel enige keus.
Maar sinds ik volwassen ben, en niet meer zo zit te springen om al die afleiding, vond ik die altijd wel prettig.]
Maar ja. Ook Ryam kent verschillende versies, uitvoeringen en edities. En ja.... Elk jaar verandert dat, dus elk jaar sta ik volslagen uit het lood geslagen te schutteren in de betreffende agenda-verkoop-winkel. Ik begin te morren, te aarzelen, te knotteren en te twijfelen; kortom: ik ben even een shoppende vrouw, die haar man tot wanhoop brengt. 
Inmiddels was Ilse naar de Kruitvat voor Jente's voer, luiers en had ze de uitverkoop-hoek van de Hema wel 4 keer minutieus doorgespit op zoek naar god mag weten wat.
Ik was nog niet klaar. Want het was niet goed, of het deugde niet. Het was niet handig, of gewoon niet handig. Het was mijn smaak niet of ik vond het gewoon ondingen.
FOR CRYING OUT LOUD, COSTER!!!! HET IS EEN FAKKING AGENDA!!!! MAAK TOCH GEWOON EEN KEUZE!!!!!!
Nee. Zo kan dat niet.
Maar juist toen ik al ontmoedigd de winkel wilde verlaten, keek ik toch maar weer even bij de organizers. Een klappertje waarin ik zelf een agenda kan doen. En dan blijft die klapper (van leer) dus mijn leven lang bij me. Ik kan er mijn lesroosters in doen, ik kan er paperassen in kwijt, wat pasjes die mijn portemonnee onnodig dikmaken, enzovoort.

Eindelijk een agenda die me kon bekoren. Zoiets had ik nog nooit eerder. Wat een uitvinding! Waarom heb ik daar nog nooit eerder naar gekeken. Apetrots was ik, dat ik mijn keuze in minder dan 3 uur had kunnen maken.
Euforisch liep ik met Jente en de kinderwagen naast Ilse naar huis.
Alwaar ik me ineens herinnerde dat ik al eens eerder zulks had.

Waar ik ook moeite mee heb: tassen kopen. Ik koop nooit tassen, want de meeste zut die ik nodig heb, gaan in mijn trompetkoffer, en voor de rest had ik een kerstpakket-sporttas van Arriva. Tot ik ontdekte dat mijn dempers daar wel erg beschadigd uitkomen. Toen ging ik over naar een kerstpakket-aktentas van de KMar. Die bleek de jaren niet helemaal doorstaan te hebben. Vastzittende ritsen, scheurende binnenkanten en een handvat dat tot mijn ongenoegen niet bestand was tegen het gewicht van:
1 map,
3 klappers,
4 dempers,
2 trommelstokken,
5 etudeboeken,
1 flesje olie,
6,5 pennen,
1 a 2 agenda's,
een leesboek,
een microfoontje,
een lessenaarlampje.
diverse kleine zut.

Dus ook daar moest iets nieuws voor komen. Ik heb alle online tassenwinkels wel zo'n beetje bekeken. Maar alles wat ik zag was te slap, te groot, te klein, had te weinig vakken, te weinig bergruimte, of was simpelweg gewoon te duur.
Ik wilde eigenlijk de moed al opgeven, tot iemand via facebook me benaderde met een mooie aanbieding. Hij had nog een chauffeurstas liggen, die qua maat groot zat was. En van leer. Omdat hij net als ik muzikant is, en buschauffeur was, wist hij ongeveer wat ik bedoelde, en hij had het.
Ik ben bij hem gaan kijken, en als een kind zo blij, verliet ik zijn huis na een paar koppen koffie met een prachtige, degelijke tas, waarin mijn dempers veilig opgeborgen kunnen worden, waar ik al mijn bladmuziek en parafernalia kwijt kan.



Hiernaast een prachtige afbeelding van de facebookpagina van PVV-rukkers.
Het geeft een beschrijving van Henk, een timmerman, die na 34 jaar niet verder is gekomen dan een oude FIAT Panda. Eronder wordt een beschrijving gedaan van Ali, een Nigeriaan, die na 3 weken in Nederland te zijn al een dikke BMW kan kopen. En dat wordt dan als #Feit gepresenteerd.
Veelal vind ik dit soort "feiten" hooguit getuigen van een rare fantasie, maar bij deze schoot ik in de lach.
Als het al een #Feit zou zijn, is Henk een bezopen slechte timmerman, of hij moet inderdaad eens naar een afkickkliniek gaan. Dan kan hij na 34 jaar ook best iets beters kopen dan een oude FIAT panda. En aan de andere kant: Als iemand die pas 3 weken officieel Nederlander is, dan heeft hij dus in die 3 weken kans gezien om een enorm bedrag aan BTW en BPM af te dragen aan de staat. Dan mag hij best eens een dik betaalde masterclass geven aan Henk. Dat die ook beter met geld kan omgaan.
Uiteraard, als je vraagt naar onafhankelijke bronvermelding, geeft de beheerder van PVV-Rukkers niet thuis. Hooguit krijg je een pamfletje van Wilders, maar niks waar gewoon objectief de waarheid wordt verteld.
Ik vond dit behoorlijk komisch, en vroeg me af onder welke met mos en algen bedekte steen deze rukkers liggen.


vrijdag 30 oktober 2015

Eet ellende....

Keukengepruts...

Ik had voor woensdag bedacht dat ik wel een lekker visje kon eten.
Een pangafileetje met een korstje van paneermeel met zout en wat kruiden. Voor de vrouw een balletje kaasgehakt, en dat met lekker knapperig gekookte bloemkool en gefrituurde aardappelschijfjes.

Dat gaat als volgt:

Schil de aardappels, snij ze in schijfjes en frituur ze. Makkelijk zat.
Hak de bloemkool in stukken, en breng aan de kook. Niet te lang, dan blijft het lekker knapperig.
Strooi paneermeel op een snijplank, strooi daar zout en kruiden over, even met een vork goed mengen, en haal daar de pangafilet doorheen. Zo, dat er lekker veel paneermeel aan blijft kleven.
Voor het kaasgehakt heb je nodig: 1 snee brood, flink wat kaas, een teen knoflook, een halve ui (of een hele) en wat paprikapoeder. Doe dit in de keukenmachine. Als het mengsel te droog is, doe je er een ei door, zodat je er een lekker bal van kan draaien. Dit lekker afbakken, en Ilse smult.

Klinkt niet moeilijk, toch?

Ik slaagde er desondanks in om de aardappelschijfjes totaal oneetbaar zwart te frituren, de pangafilet te laten verkolen, het kaasgehakt aan te laten branden en de bloemkool tot snot te koken.

Geen flauw benul hoe dat me in vredesnaam gelukt is. Ik ben op geen enkel moment van mijn normale routine afgeweken. Dus niet al te hoog het vuur opgezet, de vis regelmatig gekeerd, de bloemkool op het juiste moment wat lager gezet, en de frietenpan niet al te hoog gezet.
En toen dat allemaal (naar mijn idee) goed liep ben ik, zoals gewoonlijk even op het balkon een rokertje op gaan steken.
Dit doe ik altijd, en nog nooit is er ook maar 1 ding zo gruwelijk misgegaan als afgelopen woensdag.

Toen ik de ravage in de pannen bekeek, zonk de moed me in de schoenen. En met een goed gevulde maat 43 was daar erg weinig plaats.

Normaal gesproken als iets in de keuken mislukt, sta ik eerst minuten lang heiligen af te stoffen, vrouw, kind en katten de keuken uit te foeteren, de pannen en ingredienten de schuld te geven en uiteindelijk mezelf uit te schelden. De meest wilde scheldwoorden van frustratie vliegen langs mijn lippen in het luchtledige.
Ilse verdwijnt onder het bed, Claus en Colette verdwijnen sidderend van angst via het kattenluikje naar buiten, en Jente kijkt vanachter de spijlen van haar box totaal verbijsterd met grote ogen naar papa.
Deze keer leek mijn furie niet los te willen komen. Met een vermoeide zucht liep ik langzaam naar de slaapkamer om daar tot 1085 te tellen. Aangekomen bij 4,5 besloot ik manmoedig dat ik niet ging vloeken, en dat ik naar de snackbar zou rijden om daar dan maar een portie friet en een kingsize frikadel te halen.
Ook lekker.

Nadat we dat op hadden gesmuld, heb ik op het balkon gestaan (de keuken heeft nog minimaal 3 weken nodig om de roetige verkool lucht van woensdag kwijt te wasemen) genieten van het gejuich vanuit de Kuip. Ik ben geen voetballer, ik geloof dat feijenoord moest spelen, maar wie er gewonnen heeft, weet ik niet en boeit me ook niet. Het was gewoon machtig om te horen.

Gisteren zou Ilse koken. Ik was wat later thuis, want men had besloten om zowel op de A1, A28, A12, A20 en A16 heel moeilijk te doen over doorrijden.
Spruiten zouden het zijn. Met sateburgers voor mij, en gepofte aardappel.
De spruiten en de sateburgers gingen mis. Want ook Ilse was er met haar hoofd niet bij. In elk geval niet bij het koken.
De spruiten waren vorstelijk doorgekookt, de sateburgers net zo zwart als mijn vis van woensdag. De aardappel was goed, maar dat was dan ook geen kunst, want die werd gepoft in de magnetron. Dat kan bijna niet misgaan.
Dus maar ribben laten komen.
 Ook lekker...

Ik denk dat we onze extra uitgaven aan eten wel gehad hebben deze week.



donderdag 22 oktober 2015

Jentenzo deel 2.

Ik denk dat ik als verhaaltjesschrijver-meninggever-kletsmajoor er niet aan ontkom, meerdere verhalen met hetzelfde onderwerp te tikken.

Jente...
Mijn wolk van een dochter. Ze begint een eigen mening te krijgen. Ergo ze groeit. Er lijkt ook een tand door te komen. Een hard puntje in haar bovenkaak is daar een "bewijs" van. En samen met de eerder opgedane verkoudheid, leidt dat volgens de huisarts tot schimmel aan haar billetjes.
Die billetjes zijn vuurrood, ze ziet eruit als een jonge mandril. En het doet haar pijn. Dus regelmatig met de zinkzalven in de weer, en veelvuldig in haar blote kont neerleggen, zodat de boel wat kan luchten.
Gelukkig is ze nog steeds het merendeel van de dag heel blij met alle aandacht die we haar geven. Alle extra fruithapjes, de groenteprakjes, de maisdingen, rijstwafels, broodkorsten, broodstukjes met kip (ook favoriet bij Colette, die dan niet bij de kinderstoel weg te meppen is, want stel je voor: er vliegt een stukje kipfilet door de kamer) of brood met jam (waarbij de meeste jam aan papa's vingers blijft plakken, maar het gaat om het idee, nietwaar?)
Haar verkoudheidje heeft ze zonder blikken of blozen aan papa overgedaan, en mama was ook al niet zo lekker. Dus gisteren zaten we in de spreekwoordelijke lappenmand. Vandaag ook.
Vanmorgen werd ik wat knorrig wakker. Want Ilse haar wekker snoozed zo hard, dat ik de eerste keer al wakker ben, maar blijkbaar moet dat dan toch nog een tweede en een derde keer. Terwijl ik dus mocht blijven liggen!
Ilse moest naar de oogarts, en ik zou lekker een beetje voor Jente zorgen.
Prima. Zo gezegd, zo gedaan. Dus lekker kroelen met ons kind. Daar een fles indouwen, met haar blote bips in de box gelegd, om even wat etudes uit te gaan zoeken. Hetzij voor mezelf, hetzij voor wat leerlingen. Of in combinatie.
Na dat zoekwerk weer even met Jente spelen. Die prompt een gedeelte van haar maaginhoud over mij wilde uitstorten. Net mis, want door mijn armen te strekken gulpte de blerf precies op mijn tenen, en niet op mijn nieuwe, schone trui.
Na het spelen was het weer even box-tijd, en verdiepte ik me weer in de etudes, tot mijn oog op de box viel. Of eigenlijk: op datgene wat er heel erg mis was in die box.
Onze kleine spruit snapt het concept drinktuitbeker nog niet helemaal, maar hoe ze het deksel van het ding gedraaid krijgt, dan weer wel.
Als een speer achter de pc vandaan, mijn kleine teen stotend tegen de tafelpoot, ingehouden vloekend bijna struikelen over mijn trompettas, glijdend over een te laat weggesprongen poes, bereik ik alweer net op tijd de box om te voorkomen dat de inhoud van de opengedraaide drinkbeker doel- en roemloos in of om de box ten onder zou gaan.
 Geschrokken kijkt Spruitlief me aan. Zulke capriolen haal ik ten slotte zelden uit om bij haar te komen. En daar schiet ik dan (ondanks de pijn aan mijn teen) van in de lach. Het is tijd voor een fruithapje.
Dat lust ze wel. Haar mond is dan net de snavel van een jonge vogel. En met haar stem weet ze prima duidelijk te maken dat ik even op moet schieten. De volgende hap moet erin. Maar dan moet ik dus eerst weer Colette wegvloeken, want die lijkt niet alleen kip heerlijk te vinden, maar ook een fruithapje heeft ze wel interesse in. Gevolg is dus dat Colette een kledder fruithap op haar vacht krijgt, en in ruil daarvoor, ik Jente bijna een lepel met kattenharen voer...

Maar weer op bedje leggen. Mama komt bijna thuis. Die is eerst even boodschappen doen.
Dan belt mama. Wat er nog nodig is, want ze is er bijna. Hé, en wacht eens, het is toch donderdag vandaag? Ja, maar ik heb vrij. Nee, maar dan hadden we Jente dus naar het kinderdagverblijf moeten brengen.
Verhip, dat is waar ook. Totaal vergeten dat we inderdaad Jente elke donderdagochtend naar het kinderdagverblijf zouden brengen. Das ook lomp. Die mensen zaten dus heel de ochtend met de handen in het haar. Waar zou het knapste kind van de klas zijn? Er zou toch niks ernstigs gebeurd zijn? Hoe moesten ze daar nu de ochtend doorkomen, zonder de leukste baby van het westelijk halfrond?
Met het schaamrood op de kaken heeft Ilse, die er toch in de buurt was, maar even gemeld dat we hun gewoon glad vergeten waren.
Zo'n paar uurtjes wat rondklooien met Jente is toch ook wel goud waard. Volgende week moet ik weer werken, en zal ik haar brengen... Het is nog niet helemaal een standaard dingetje geworden.


Ik heb er weer een... Een idee, waar hoogstwaarschijnlijk geen bliksem van terechtkomt, maar wel heel leuk lijkt.
En om dat idee een beetje gestalte te geven, ben ik voornemens om eens een bezoekje te brengen aan het illustere bedrijf Jet cars. Als u Jet Cars niet kent, google ze maar even. U zult dan snel tot de conclusie komen, dat men er niet heen moet gaan om een rijdende auto te kopen.
Komt goed uit, want ik zoek dan ook geen rijdende auto. Dus denk ik daar wellicht in de toekomst best wel iets bruikbaars kan scoren.
Het plan is als volgt: men neme een sloper (dus iets goedkoops bij Jet Cars) en hale de hele voortrein, de voor-assen, de motor en versnellingsbak eruit. Die mogen ze (tegen fikse korting) houden. De achterkant, daar sloop ik de tank, de remmerij, en de banken uit en daar maak ik een aanhanger van.
Of een caravannetje.
Gewoon omdat het me een leuk plan lijkt.
Als er mensen zijn, onder mijn lezers, die hierin willen helpen (niet zozeer financieel, maar meer met technisch inzicht of ruimte) hou ik me aanbevolen.
Voor het zover is, moet ik me uiteraard eerst even inlezen in de mogelijkheden en eventueel wettelijke bepalingen.

Ondertussen heb ik weer flink wat etudes naar beneden geladen. Russische etudes, maar ook etudes rechtstreeks afkomstig uit de Magische Fluit van Mozart. Dus de komende weken ga ik daar eens lekker aan knagen (en wellicht ook mijn leerlingen laten knagen) en weer eens wat op het net slingeren.
Want ook muziek blijft toch een leuk beroep/hobby,  waar ik veel aandacht aan besteed.

Vanachter een groot glas citrosan, groet ik mijn lezers :)








zaterdag 17 oktober 2015

Jentenzo.

Een paar weken terug vierden we een heel kleine vakantie in Frankrijk. Om dit te kunnen doen, brachten we Jente naar onze schoonouders.
De volgende ochtend, vertrokken we, nagewuifd door schoonmoeders, met Jente op haar arm. Jente, die wel heel erg beteuterd keek, toen wij wél en zij niet in de auto vertrok. Of was dat mijn perceptie en kan een kind van 7 maanden nog niet beteuterd zijn?
Gedurende de hele reis zat ik toch wel met een (heel klein) knoopje in mijn maag. Mijn arme kleine Jente. Zou ze ons missen? Was het huilen-gieren-brullen?
Uiteraard, niks van dat al. Ons kleine meisje heeft zich bij opa en oma prima vermaakt.

Omdat er nogal wat verplichtingen zijn in ons leven, hebben we de beslissing genomen om Jente 1 dagdeel per week bij een KDV onder te brengen. De donderdagochtend. Afgelopen week zijn we even wezen kijken.
En objectief bezien, ziet het er allemaal goed uit. Lieve meiden die goed zorgen voor en spelen met kinderen. Het is er schoon. Niet vrij van virussen, maar schoon.
En hulde voor die meiden, want waar Ilse en ik gruwelen van ranzige dikke groen-gele stromen snot die uit kinderneusjes druipen (serieus, ik moet daar zelfs een beetje van kokhalzen, terwijl ik bij de meeste filmpjes uit mijn minder fraaie collectie niet verblik of verbloos) graaien die dames gewoon een doek, en boenen die kinderen zonder probleem schoon. Klaar om nog een uurtje buiten te spelen.
Na het invullen van ellenlange vragenlijsten over eten, ritme, aandoeningen, slapen, knuffels, luiers, medicijnen, schoenenhoesjes, buitenspelen, dierentuinen, huisartsen en knuffelen waren we overtuigd dat dit wel goed zou zitten.

So far, so good.

Afgelopen donderdag mocht ik Jente langsbrengen voor haar eerste ochtendje tussen allemaal huilende, spelende en kirrende kinderen van 0-2 jaar.
Ons kennende, was het goed dat we de avond ervoor al alle spullen klaar hebben gezet. Speen, knuffel, rompertje, rokje, broekje, truitje, jasje schoentjes, sokjes, speciaal voer (want overgeven doet ze nog steeds) reserve kleren, slaapzakje, maxicosi, flesje etc... Een volksverhuizing want ze bleef er wel 5 hele uurtjes. Een hutkoffer vol zut die ze waarschijnlijk niet nodig heeft, want ze gaat wel 5 hele uurtjes uit logeren.

Jente is gelukkig niet heel eenkennig, en heeft god zij dank papa's ochtendhumeur niet overgenomen. Want waar ik als een halve tamme, met ongekamde haren en dito baard wat glazig voor me uitstaarde in de wachtruimte van het kinderdagverblijf, was Jente al heel vrolijk aan het flirten met een van de leidsters. Die mij heel vrolijk vroeg hoe het met mij was (want hoe het met Jente was, had ze al wel gezien). Ik probeerde op mijn hoffelijkst te zeggen dat het prima ging. Ik hoop dat dat ook zo overkwam, maar ik ben bang dat er iets uitkwam in de trant van: "gdprmfdsrgahoor, fndaggg".
 Niet dat ik slecht geslapen had, of niet uitgerust ben. In de vroege morgen ben ik gewoon niet zo voor consumptie geschikt. Daarom ben ik ook altijd blij als ik lekker in mijn eentje mag file rijden... Vloekend en tierend op die ezels die niet kunnen rijden zonder brokken te maken, word ik dan langzaamaan een vriendelijk mens, zodat ik tijdens de repetitie gewoon mijn eigen ikje weer ben.

Maar ja... Een baby heeft nu eenmaal niet het immuunsysteem van een volwassen mens, en dus kwam Jente thuis met een lekkere verkoudheid. Temperaturen die zo laag gaan als 35,4 tot zo hoog als 38,9. Jente kwam thuis en stortte direct in een onrustige slaap. Veel piepen, veel last van snotterigheid, en algehele malaise.
Stiekem ben ik woedend. Mijn mooie dochter, besmet met een virus. Welke draak heeft mijn meisje aangestoken? Maar ja. De draak in kwestie zal daar zelf weinig aan kunnen doen.
Dus uiteraard, alsof de duivel ermee speelt: vrijdagavond, na sluitingstijd, heeft Jente geen fatsoenlijk volgeplaste luier meer, 38,4 koorts, weinig eten en veel jammeren. Dus naar de huisartsenpost.
Alwaar een arts zat die mijns inziens jonger was dan ik me een afgestudeerde arts kan voorstellen. Maar hij kwam, zag en zei dat het allemaal niet ernstig was. En dat we maar wat paracetamollen moesten geven.

De duivel speelt sowieso een beetje vuile spelletjes met onze kleine menagerie. Want gisteravond viel ons al op dat de vaatwasser bleef hangen op een bepaalde tijd. Gelukkig net aan het einde van het programma. Vanmorgen deed het ding helemaal niks meer.
Nou goed, helemaal niks is misschien wat overdreven; er kwam een vreselijk lawaai uit, maar schoon werd de vaat niet. Als ik ergens een bloedhekel aan heb, is het aan apparatuur die dienst weigert. Daar heb ik totaal geen geduld voor. En mijn geduld staat (inter)nationaal niet bekend om zijn ongelimiteerdheid.
Dus de plaatselijke ijzerboer gebeld: weghalen dat ding. Het levert ons wel een mooi ruime keuken op, waarin ik mijn kont kan keren zonder dat ik bang hoef te zijn de pannen van het vuur te stoten. En meer ruimte voor nog meer lundia-opberg-planken. Prima. En op zich sta ik niet heel erg afkerig tegenover de afwas doen. Uit het verleden weet ik dat ik al afwassende, heerlijk voor me uit kan mijmeren en fantaseren. Dus elk nadeel heeft voordelen.
 Maar uiteindelijk zal er wel een andere vaatwasser voor in de plaats komen. Want ik kan me zo voorstellen dat we het uiteindelijk toch wel prettig vinden om de rustige tijd na het slapengaan van Jente toch anders willen benutten dan met de armen in het sop.





zaterdag 10 oktober 2015

Een mooi optreden....

Ik ben soortement van ensemble-leider van het koperkwintet bij de KMar. Dat houdt in dat ik wat zakelijke dingen doe rondom de inzet van het kwintet, en ook de contacten onderhoud met (externe) opdrachtgevers.
Muzikaal zijn we gelukkig allemaal een beetje leider: iedereen heeft zijn idee, en we komen altijd wel tot goede zaken met elkaar. Dat alles leidt tot een goed gesmeerd lopend geheel. Fijn. Want we komen nogal eens bij optredens die misschien niet zo heel erg voor de hand liggend zijn. Spelen in de winter, in een ijzige zaal, waarvan de deuren wagenwijd openstaan. Spelen op een ambassade. Of uitgeleend aan het bedrijfsleven of juist aan burgerverenigingen. En daar laten we alles horen, van herdenkingsmuziek tot achtergrondmuziek. Van concerten tot koorbegeleidingen.
Afgelopen donderdag hadden we een optreden tijdens een bijeenkomst van een bedrijf in de uitvaartbranche. Een groot, goedlopend bedrijf dat een x-aantal jaren bestaat, en daartoe een groot en duur fort had afgehuurd, diverse sprekers, en dus ons kwintet. Met de opdrachtgever talloze malen op en neer gemaild om tot een zo goed mogelijk passend geheel te komen.
Toen ik daar aankwam (ik vind dat ik als leider eerder dien te komen, om de laatste puntjes op de spreekwoordelijke i te zetten) bleek dat ik mij niet ten volle gerealiseerd had, waar ik in terecht kwam. Want iedereen daar liep strak in 2/3/4 delig pak. Kut... In mijn hoodie, oranje jeans, zwart-witte sneakers stak ik toch wel heel erg af. En dan sta je daar dus een behoorlijk beetje under-dressed met een zeer gesoigneerde man (overigens een topper, met wie het goed overleggen en praten is) door de diverse ruimtes, de diverse high-society mensen te ontmoeten, handjes te schudden. En uit alle macht proberen er niet te casual bij te lopen.
Gelukkig komt aan alles een einde, na het doorlopen van het protocol, kon ik buiten even een peuk opsteken, en rustig wachten tot de rest van het ensemble aankwam. Dacht ik... Jammer dat al die heren in 2/3/4 delig diezelfde gedachte hadden, want ik stond verre van alleen heel erg casual te doen in de rookruimte (die buiten was).
Gelukkig was er niemand die me raar aankeek of aansprak. En later maakte dat ook niet meer uit, want zouden we in avondtenue (in TkKMar-taal: concerttenue) het optreden verzorgen.
So far, so good allemaal. Na een zeer bekende spreker, mochten we spelen, en aan het einde van de dag ook nog even een minuut of 10 laten horen wat we konden. En toen was het receptietijd. Allemaal luchtiger mopjes spelen, terwijl mensen aan het nakletsen, borrelen en eten waren.
Er zijn best vaak momenten dat je bij zo'n receptie onbedaarlijk in de lach schiet.
De organisatie vond dat wij goed moesten eten, en gezien het feit dat er op het lopend buffet niet was beknibbeld, lieten wij ons dat maar 1 keer zeggen. Heerlijk gesmikkeld, voordat we onze laatste set zouden gaan spelen.
Tijdens die laatste set kwam er een zeer gepensioneerde heer op trompetmaatje Ruben af. Die heer had zijn maaltje naar binnen geschoven, en was tuk op een trompetlesje. Gewoon, daar waar we stonden. Op dat moment. Uit beleefdheid, stemde Ruben in. En dat had hij (wat onze concentratie betreft) beter niet kunnen doen. Want na een paar zinnen uitleg, haalde de zeer gepensioneerde heer een hele, heeeeeeele diepe teug adem, zette het mondstuk van Ruben (helaas) op de juiste manier aan zijn lippen, en gaf een enorme ademstoot. Een hele lange C gierde ons langs de oren, en was zo godsgruwelijk hard, dat ik serieus meende het kunstgebit van de heer te zien langs vliegen, samen met een verdwaald brokje vlees uit het buffet.
En zie dan "zij gelooft in mij" van André Hazes te spelen, zonder in de lach te schieten. Krijgt dan toch een heel andere lading... Mij lukte het niet, en de eerste noot had toch een verdacht hysterisch vibrato... Ik weet nu hoe ze dat bij brassbands doen. Gewoon de slappe lach hebben...
Alles bij elkaar toch wel weer een mooi optreden geworden, voor een hoogst dankbare organisatie, waarbij we veel complimenten kregen.
Dat is toch fijn muziek maken.

Iets heel anders.

Een kleine gedachtenoverweging.
Volgens mijnheer Wilders moeten we geen gelukszoekers/asielzoekers toelaten. Dat is een mening.
En daar kun je het mee eens zijn. Of niet. Daar laat ik mij niet over uit, ik ga er vanuit dat mijn mening wel bekend is.
Wat mij opvalt is dat veelal er een vergelijk wordt gemaakt met de tweede wereldoorlog. Ik doe daar zelf aan mee.
Maar er wordt dan geroepen:"die mensen moeten vechten voor hun land, in plaats van te vluchten, want dat deden wij in de tweede wereldoorlog ook niet". En dat is een bizar pijnlijke vergissing, als het al niet een volslagen leugen is. Want er zijn wel degelijk mensen gevlucht. Sterker nog: zelfs na de oorlog vluchtten mensen als hazen weg. Naar Australie, Nieuw Zeeland, Amerika en Canada. Wilden liever niet Nederland opbouwen, maar liever zelf iets opbouwen in een ander land, dat niet in puin lag. Hadden ze toen die gelukszoekers ook maar teruggestuurd naar Nederland...
Op TV, het programma "Ik Vertrek". Mensen die elders in de wereld hun bestaan op gaan bouwen. Meestal beginnen ze een camping of B&B. Ook gelukszoekers zijn. Moet dat dan wel geaccepteerd worden? Gelijke monniken, gelijke kappen, zou je zeggen. Maar ja, nuance is bij PVV volk een onbekende en onbeminde deugd....

Fijn weekend.

zondag 4 oktober 2015

Een weekendje weg.


Toen we trouwden, kregen we van mijn vriendjes/collega's van de kapel een mooi kado: een bongo. Een bongo is een bon, waarmee je in Nederland, Frankrijk, Belgie en Duitsland een weekendje kan verpozen in een B&B.
Door drukte en geboorte van ons kleine meisje, is die bon een beetje naar de achtergrond verschoven, maar uiteindelijk hebben we hem dit weekend dan toch eindelijk kunnen verzilveren.

We zijn naar de Opaalkust afgezakt. Dat is rondom Calais. Onze B&B zat een kilometer of 30 ten zuiden van Calais, en we zagen inderdaad wat donkergetinte mensen scharrelen op plekken langs de snelweg waar je normaal geen mensen zou verwachten. Een heel desolate, trieste indruk maakte dat.

De Opaalkust. Met plaatsen als Montruil sur Mer, Boulogne, Le Touquet (Paris-plage), Marquise, is er genoeg te doen.
Ook aan de kust was het heerlijk toeven in de natuur, die steeds meer haar gang mag gaan, daar waar vroeger de Duitsers er hun kanonnen tegen de geallieerden hadden gezet. Vers zoet water proeven, dat uit de rotsen komt stromen, ginnegappen om de grijze en de blanke neuzen, die op geheel natuurlijke wijzen de kustlijn sieren, en hopen dat de dekking van T-mobile ooit zo goed wordt als een Engelse provider, die het tot aan de Franse kust redt. Ik stond op het strand, en kreeg een sms met de tekst: welkom in Engeland.... Tja, dan sta je toch even raar te kijken.

Ik was al weer een tijdje aan het speuren naar niet al te dure, nieuwe, herfst-vaste schoenen. En in le Touquet (paris-plage, alwaar rijk Parijs een buitenhuis heeft, dus per definitie een dure stad) slaagde ik erin om ze te vinden. Alle plaatsen gezien, geen schoen kunnen passen of het was duur, maar juist in de duurste stad, zat er een outlet, alwaar ik voor de helft van het geld een paar nieuwe patta's kon scoren.
Boulogne, Montruil sur Mer waren leuke en mooie vestingstadjes, waar mooie wandelingen over de stadsmuren te maken waren. Genieten van oude huisjes, die geheel op Franse wijze, schots en scheef door elkaar heen stonden. En waar in een enkel geval een prachtige, zeer goed geconserveerde Citroen SM te bewonderen was. (Als je deze auto niet kent: ff googlen).
In Boulogne ook eventjes de gelegenheid genomen om naar een soort van dierentuin van oceanen te gaan. Heel indrukwekkend.

Wat betreft de B&B...
We kwamen rond 1300 uur aan, en het leek er heel sterk op dat de eigenaar onze reservering vergeten was. Hij schutterde wat in het rond, en leidde ons naar een wat verderaf gelegen huisje. So far so good. Het zag er schoon uit, en het sanitair was modern en op orde. (Hoewel... Met een vliegenhor als toiletdeur, voorzag ik al dat de mindere geuren heel snel naar de bovengelegen slaapvertrekken zouden opstijgen. Dit viel gelukkig mee. Je moet elkaar wel erg goed kennen om eens uitgebreid te gaan zitten poepen als er geen deur hangt, maar ach...).
Nadat we ons geinstalleerd hadden, gingen we al rap weer op reis, want erg veel te beleven, en erg gastvrij was het allemaal niet.
Bij thuiskomst wachtte ons een nogal morbide verrassing: we bleken onze gite met een kolonie vliegen te moeten delen. Zeker 30 van die zoembeesten hingen in de nok van ons hutje. En erg stil waren ze ook al niet.
De ingeseinde eigenaar kwam een bus insectenspray brengen, wenste ons een goedenacht, en verdween.
Tja... De tarieven bekijkende op zijn site, vind ik dat ik voor 135 euro toch wel had mogen verwachten dat hij een betere oplossing aan zou dragen dan dit. Het spul stonk, doodde de vliegen (die om en op het bed neervielen) en daarmee was ons probleem wel opgelost.
Er was alleen geen enkele mogelijkheid om al die lijken te verwijderen.
De volgende dag (zaterdag) waren we 10 uur lang weg. De omgeving bekijken, te genieten van de werkelijk waar, prachtige omgeving. De Opaalkust is op 3 uur rijden een heerlijke regio om te vertoeven, maar dat schreef ik boven al. Toen we weer terug kwamen, bleek dat de eigenaar het niet heel nodig vond om poolshoogte te nemen. Of zelfs maar die vliegenlijken op te ruimen. Ze lagen er nog net zo als toen ze uit de lucht vielen. Dus Alex Factory, is voor ons geen aanrader.

De directe omgeving van dit B&B is wel heel mooi. En als je niet bang bent voor tweebaans weggetjes die even smal zijn als een fietspad in Nederland en even onoverzichtelijk als een nachtwandeling met een zonnebril op, is het heel avontuurlijk om daar te rijden tijdens de oogsttijd. Spannend ook omdat het op dit soort weggetjes dus toegestaan is om 90 te rijden, en sommige Fransen dit dus ook daadwerkelijk doen. (Of zouden willen doen, ware het niet dat ik voor ze reed).

Uiteraard moest er ook wat geld uitgegeven worden aan souvenirs, en ettelijke kilo's kaas, waarvan ik vermoed dat de smaak overheerlijk zal zijn, maar die mijn auto inmiddels onverkoopbaar hebben gemaakt door de meur die ze achterlieten. Een herinnering aan eerdere kaasschotels na afloop van een concert dient zich onmiddelijk aan.

Op de terugweg, na een tankbeurt, werd ik door een beschaafde jonge meid en man aangesproken. Of ik lifters mee wilde nemen naar het noorden. Normaal zou ik nee zeggen, maar dit stel zag er onschuldig uit, en ik vond dat Ilse ook een stem in het kapittel moest hebben. Die zei ja, maar.... Onze auto meurt naar heerlijke kaas. Dat vond het jonge stel studenten niet heel erg, dus vanaf Belgie met zijn vieren in de auto gezellig zitten keuvelen.

Ik wil bij dezen mijn collegae die dit aanboden heel erg bedanken. Het was een hilarisch topweekend. Want ondanks de wat rare B&B hebben we echt genoten.

Ook mijn schoonouders, die ons wurmpje een weekendje in huis hadden (en en passant nog even tegen-demonstreerden tegen Wilders en daarmee zelfs het landelijke nieuws haalden) verdienen mijn dankbaarheid.

Ik kan er weer even tegen.





zondag 27 september 2015

Een veel bewogen taptoe deeltje zoveel...

Dit is de derde blog over de taptoe op een rij. Een weekje taptoe in de Ahoy.
Waar ik voorgaande jaren zat te jeremiëren over de waanzinnige prijs van een klein kloterig plastic bekertje cola, zal ik dat dit jaar niet meer doen. Ik kan er toch niks aan veranderen. En bovendien had ik met Jurgen besloten dat ik niet boos zou worden. Dit is een heeeeel klein beetje mislukt. Ik stond niet echt te schuimbekken van woede, maar een kleine stemverheffing heb ik wel moeten doen.
 Het was weer als vanouds. Bijkletsen met toffe collega's van de andere orkesten, een paar kaartjes leggen tijdens de vele uren wachten (de term wachtmeester komt ergens vandaan), vele schunnige verhalen, uitzinnige lachbuien en mooie shows hebben we gelopen.

Het begon allemaal op de maandag. De dag dat ik besloot om eindelijk, voor het eerst sinds mijn afstuderen in 2007, weer eens met de fiets naar mijn werk te gaan.
De heenreis was pure horror. Het opstijgen was al een bijna wiskundig probleem, en toen dat eenmaal gelukt was, moest ik diep nadenken over de vervolgstappen. Ohja... die trappers rond laten draaien. En loos. Op de heenreis slaagde ik er niet alleen in om 3 keer verkeerd te rijden (waarbij ik in een enkel geval op de busbaan belandde, een u-bocht wilde maken en oog in oog stond met een verbijsterde buschauffeur) ook de diverse omleidingen die er waren tussen hier en de Ahoy waren een lust voor de voorbijganger. Voor mij was het minder prettig, maar uiteindelijk kwam ik, totaal afgepeigerd, hijgend als een paard dat ontsnapt was uit een slagerij, aan in onze kleedkamer.
Mijn fiets (een zeer feminien exemplaar, voor deze bijzondere gelegenheid van Ilse geleend) sprak ook niet echt tot aller verbeelding, het ding is namelijk aan alle kanten roze.
De terugrit ging heel wat soepeler. Maar gezien de ellende van de heenreis was dat ook niet eens heel erg moeilijk.

Vriendje Jurgen was er nogal op gebrand om mij boos te krijgen. Waarom weet ik eigenlijk niet zo goed, volgens mij ben ik veel aimabeler als ik gewoon mijn normale lompe ik ben, maar goed sommige mensen zijn gewoon wat raar. En alle beledigingen, bedekt of openlijk, liet ik van mijn hangende schouders (zo'n ceremonieël tenue is zwaar) afglijden. Tot het moment kwam dat ik even een klein irritatiepuntje van me af moest zetten. Een paar mensen waren een paar andere mensen aan het stangen, en toen verhief ik heel even mijn normaal zo zoetgevooisde stem om even te laten merken dat de gang van zaken mij niet aanstond. Uiteraard was Jurgen niet de aanstichter ervan (dus heel sec gezien, heeft hij gefaald in zijn pogingen mij kwaad te krijgen) maar wel toehoorder. Hij blij, ik opgelucht, dus blij. Ergo: lucht geklaard.

Op de woensdag was het ook even tijd dat we met het kwintet zouden repeteren voor een nagenoeg onmogelijk optreden. Veel muziek die niet meteen voorhanden was. In alle vroegte zou ik een dienstwagen meenemen om eerst het kwintet te halen, en dan naar de Ahoy om te repeteren. Goddank was ik vroeg. Want de dienstauto dient men te ontsluiten met de personeelspas. So far so good. Maar als je die dienstwagen te lang open laat staan, wil hij dus niet meer starten. Alles geprobeerd, tot ik in wanhoop tegen mijn collega uitriep dat we maar naar de Ahoy gingen marcheren. Gelukkig was PePe zo bijdehand om die kaart tegen de lezer te houden, in plaats van (wat ik als logisch beschouwde) de sleutel te gebruiken om te starten.
Die dienstwagen was overigens een nieuwe Renault Clio waarvan de airco stuk was. Toen ik zag dat het om een Clio ging, belde ik maar eens met de organisatie. Want 5 man, plus instrumentarium in een Clio.... Nou dat zag ik toch niet zo zitten. Maar volgens de meneer van de organisatie kon ik gewoon een ander voertuig reserveren. Dus ik maar een nieuwe reservering gemaakt. Ik kijk in de mail... Jawel... nog een Clio. Uiteindelijk paste het allemaal zeer krap aan. Om beurten ademhalen was zeg maar een vereiste, en Ruben moest continu zijn adem inhouden, anders waren PePe en Lidia door de kieren van de auto naar buiten geperst. Alleen moesten we niet alleen de ruiten buiten wissen, maar ook binnen, want de airco was stuk. Wel gaaf dat een van de verlaagde tunnels in Rotterdam centrum door de regen zo vol stond met water, dat toen ik erin reed, het water echt mega hoog opspatte, waardoor we even een duikbootsensatie hadden.

Het bijkletsen met collega's was als vanouds heel gezellig. Vele potjes toepen, die totaal onoverzichtelijk werden door willekeurig wel of niet toegepaste regeltjes, onderbroken door de aankomst of vertrek van spelpartners, of gewoon mensen die kwamen kletsen.
Tijdens een van die gesprekken biechtte een collega op dat zij en een van haar vrouwelijke collega's altijd elkaar inzeepten zonder handen. Nu moet je je voorstellen dat de militaire muziek een redelijk testosterongehalte heeft, en dat vele mannen in dit soort specifieke gevallen toch ernstig goed zijn in beelddenken. Ik vond dit een verfrissende bekentenis.

Ver voor de zomer kreeg ik via-via het bericht dat een van mijn clubjes mee zou gaan doen aan de jeugdmanifestatie rondom de taptoe. Voor het eerst in jaren. Omdat de club qua omvang erg bescheiden was, vond ik het zeer moedig van ze.
Maar ze eindigden op een nette 7e plaats. Toch binnen de top 10. Ik had het niet durven hopen, maar stiekem ben ik toch best wel trots op die kids. HULDE.
 Ook trots ben ik op onze show. Het was een van de weinige echte marsenshows, en zelfs ik kon hem zonder al te veel mankeren gewoon lopen. Maar eenvoud is vaak ook meteen een krachtig iets, en onze show werd door collegae uit binnen en buitenland toch wel zeer gewaardeerd. Veel complimenten over gekregen. En dat doet goed. Dat gaf toch best wel een kick.

Op naar Bremen, alwaar we deze show nogmaals gaan doen, en wellicht op naar Oslo, voor nog een herhaling?

Ik heb een toffe week gehad, met fijne collega's en fijne vriendjes. En dat toch lekker van huis uit.


vrijdag 18 september 2015

Haastige poep is zelden goed.

Ik denk dat het fenomeen haasten vandaag een geheel nieuwe dimensie heeft gekregen.
Vanmorgen al vroeg vanuit de schoonouderlijke residentie naar Apeldoorn gereden. Want daar was een herdenking alwaar we Poolse, Britse en Nederlandse helden gingen eren.
So far so good.
We stonden opgesteld om af te marcheren naar het monument, toen er in de onderste regionen van mijn darmen iets vreselijk begon pijn te doen. Komaan, dacht ik nog bij mezelf. Gewoon negeren. Niet aan denken.
Maar het rare is: als je tegen jezelf zegt dat je ergens niet aan moet denken, dan denk je dus de hele tijd dat je niet moet denken aan wat het ook is waar je niet aan moet denken.
Normaal gesproken ben ik niet zo van het faken en het weglaten, maar in dit geval stroomde het zweet van het niet nadenken over mijn wangen, en kreeg ik het niet voor elkaar om alle stemmige koralen mee te spelen. Ik was een beetje bang, dat wat het ook was dat er zich in mijn darmen ophield, er een goede reden in zou zien om toch al te veel haast te maken met het verlaten van mijn lijf. En ik ben dan wel weer koppig genoeg om te blijven staan. Ik moest dat signaal spelen, en daarmee was voor mij de kous af.
Na mijn signaal (serieus alle zeilen moeten bijzetten om de poorten van de hel gesloten te houden) moesten er nog een boel koralen gespeeld worden. Het ging steeds minder lekker. Steeds meer kreeg ik een vluchtdrang. Wegrennen, in blinde paniek, al poep spuitend als een kip zonder kop op zoek naar het dichtst bijzijnde toilet. Na het laatste koraaltje wilde onze dirigent ons keurig afmarcheren, en hij begon met zeggen dat mijn signaal mooi was. Waarop ik nog maar 1 antwoord kon geven: fijn zo: wegwezen nu want ik moet als een gek naar het toilet, ik voel me niet zo lekker!!! Maak haast alsjeblieft.
 En toen werd ik door Paul afgevoerd naar t toilet. Wat het ook was dat me dwarszat, het had zeer grote haast om me te verlaten. Want ik had nauwelijks tijd om jas en pet uit te doen op het toilet. Kantje boord.
Technisch gezien is dit dan dus de eerste keer dat ik ben uitgestapt tijdens een dienst, want we waren nog niet afgemarcheerd.
Toen ik eindelijk klaar was, en naar huis ging, merkte ik dat er een soort van splitsing ontstaan was, want de aandrang werd weer groot er was toch iets geniepigs achtergebleven. En weer pijnlijk. Ik denk dat ik gisteravond toch iets gegeten heb, dat niet helemaal goed correspondeerde met mijn darmstelsel. Het gaspedaal ging telkens iets dieper, en mijn gemopper op trage weggebruikers werd allengs heftiger. Uiteraard dom, want niemand die wist in welke pijn ik verkeerde. Zo tegen de tijd dat ik Rotterdam bereikt had, stond het zweet me wederom duimendik op mijn voorhoofd, en ik was nog niet thuis, of ik moest alles uit mijn handen laten vallen om nog op tijd in goede orde het toilet te bereiken.
En nu zit ik, tussen het toiletteren door, deze blog te tikken. Leerlingen heb ik maar afgebeld, want om nu om de haverklap naar het toilet te moeten, terwijl ik uitleg wil geven, zal voor niemand erg bevorderlijk zijn.

 Er is tijd van komen en van gaan.
Een aantal jaar geleden kwam ik in het bezit van een Olds Ambassador cornet. (Een cornet, voor de onkundige lezer, is een soort van trompet, maar dat klinkt wat wolliger, wat """beschaafder"'''' dan trompet).
Een paar keer per jaar haalde ik het ding uit de kast, want dan werd er om gevraagd. Maar de laatste twee jaar eigenlijk niet meer. Ik heb er eerlijk gezegd ook geen lol in. Cornet spelen. Het is niet echt een ding voor mij. En derhalve ken ik dus talloze mensen die dat vele malen beter kunnen dan ik. Zowel in de brassband scene als ver daar buiten.
Dus was het vandaag, na wat over en weer gemail, tijd om te gaan. Mijn cornet is in handen gekomen van een fanatieke en serieuze amateurmuzikant die er moeite in wil gaan steken om het ding te leren beheersen. Toch met wat weemoed afscheid genomen van het apparaat, want een van je kindjes loslaten is niet makkelijk, heb ik gemerkt.
Maar ja... Het is een cornet.

Ik was dus gisteren met vrouw en kind bij de schoonouders. Dat is maar een deel van het verhaal. Want voor het eerst sinds mijn eindexamen heb ik gisteren een concert gespeeld met orgel. Als solist dus, zeg maar. En wat was dat gaaf zeg. We hadden een heel erg afwisselend programma samengesteld. Van Torelli, via Mouret, Langlais en Arutunian naar Saint Saens, Tomasi, Snedecor en Peter Eben.
Veelal hele zware muziek. Zwaar om te spelen, maar in sommige gevallen ook niet al te licht verteerbare kost.
Met name de muziek van Peter Eben was blijkbaar erg lastig in het gehoor liggend. Om mijn lieftallige eega te quoten:"Het was vreselijk, ik zat met samengeknepen billen te luisteren, in de vaste overtuiging dat iemand van jullie zijn voortekens was vergeten".
Maar ja, zoals het klonk, staat het er ook. Dissonanten tot en met. Melodieën die haaks op elkaar staan, en dwars door- en over elkaar heen gaan.
Voor ons was het gewoon goed opletten, en vooral genieten van dat wat we deden, wij waren er al aan gewend door de repetities.
We hadden lol. Lol in de repetities, lol in het concert. Maar ik moet heel eerlijk bekennen: wat was het eng ook. Voor het eerst in ruim 8 jaar weer eens als solist spelen.
Over poepen gesproken: ik deed het zevenkleurig van de zenuwen. Geef mij een orkest, een band of een sectie, en ik weet dat we samen muziekmaken. Ik kan me dienstbaar opstellen aan het collectief. Maar zo in mijn eenzame eentje, met de billen bloot (om maar eens, gezien de huidige toestand, een toepasselijk gezegde aan te halen), ik vind het doodeng. En vroeg me meer dan eens af, of ik dit nu leuk moest vinden. Met regelmaat een rokertje opsteken, vele slokjes water tegen de uitgedroogde mond, gekke opmerkingen makend tegen eenieder en vooral mijn vrouw. Het gebeurde allemaal. Ik hield er zelfs al rekening mee dat ik totaal zou falen, en van schaamte door de kerkvloer zou zakken.
Ik kan mezelf dus zeker niet vrijpleiten van een zekere hoeveelheid dramaqueen-gedrag.
Terwijl het in feite nergens goed voor was, want we hadden ons terdege voorbereid. Ik kon het hele programma goed spelen, en had nog over voor de last-minute wijzigingen die we moesten maken.
Het in niet-zo-heel-erg-grote-getalen-toegestroomde publiek (er zaten 30 man in de zaal, van wie er zeker 10 bij de kerk hoorden) was enthousiast, en kwam zelfs na afloop nog even op ons toe om ons te complimenteren.
Met een veel grotere grijns dan voor het concert, nam ik afscheid. Wat was dat gaaf. Wat was het leuk om weer eens een heel ander soort muziek te maken. Om mensen te laten schrikken. Om ze in slaap te sussen, om ze heel andere dingen dan het geijkte te laten horen.
En waanzinnig om weer te ervaren dat zo'n groot orgel zo geniaal kan mengen met zo'n kleine trompet.
Toen we klaar waren, en alles viel zo lekker op zijn plekje, was ik de zenuwen, de angst van te voren totaal vergeten.
Onderstaand een klein iphone filmpje. Een sfeerimpressietje van hoe het eruit zag, en hoe het klonk. Een stukje Mouret.
 KLIK HIER

Ik ga vandaag de rest van de dag maar vasten. Even mijn buik tot rust laten komen. Want heel charmant voelde ik me niet, toen ik werd weggesleurd. Dus even een dagje minder eten, zal vast de boel goed doen.

Volgende week staat in het teken van de taptoe. En voor het eerst in mijn leven kan ik zeggen: ik ga fietsend naar mijn werk. En ja, dat ga ik ook echt doen. Tenzij het regent. Dan doe ik dat natuurlijk niet.
Fijn weekend allemaal!




dinsdag 15 september 2015

Grenzen.

HOERAAAAAAAAA!
JOEPIEIEIEIEIEIEIEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE.

Ik mag weer rijden. Na drie maanden kniezend naast Ilse gezeten te hebben (Thomas en Alex, bedankt nogmaals voor de liften), mag ik zelf weer sturen.
Na amper een week met mijn Darth Vader masker voelde ik me alweer als herboren, maar ja... Volgens de wetmatigheid van de medische wereld moet je 3 maanden met goed gevolg behandeld zijn, om weer  te mogen rijden. Enerzijds snap ik dat, anderzijds denk ik: ik ben toch geen gemiddelde, ik ben toch geen cijfertje in de statistieken? Maar goed, lange tochten met het openbaar vervoer (hoogst onpraktisch, maar in sommige gevallen zelfs heel gezellig met oud-collega's babbelen) hoeven niet meer.

Ilse (die -en dat blijf ik herhalen- tot de top 3 van de beste chauffeurs van Nederland hoort) bracht mij iedere dinsdag naar Aalst om les te geven. Deed dit zonder morren, zonder mekkeren en met redelijk blij gemoed.
3 maanden was ook wel echt mijn uiterste grens. Toen bij de controle een kleine maand na het beginnen met het masker bleek dat mijn vooruitgang al gelijk 100% was, was ik in de veronderstelling dat ik weer mocht rijden. Maar ik moest wachten. Tot er verbetering was. Tot het duidelijk was dat er echt écht ECHT geen gevaar meer dreigde als ik wel achter het stuur zou stappen.
Helaas moest ik ook heel wat diensten overslaan. Zo ook vandaag. Prinsjesdag. Op zich is het een lange sta-dienst. Maar ik doe liever een lange dienst, dan dat ik om wat voor reden dan ook naar het ziekenhuis moet. Op zich had ik ook wel na de taptoe week naar de longarts kunnen gaan, maar ook aan mij zitten grenzen. Ik moet gewoon lekker kunnen rijden, om naar mijn werk te komen. Om mijn geld te verdienen. Want ov, of afspraken afzeggen, kost geld.

Over grenzen gesproken:

Als de taptoe week achter de rug is, ga ik weer eens wat grenzen verleggen. Ik ga namelijk op volleybal. Ja, dat is een sport. Een teamsport.


Zo, is de koffie uitgesproeid? Zit u weer op uw stoel (waar u van verbazing bent afgevallen)? Bent u bekomen van de schrik?
Dat zit zo:
Volgens de dietist valt het allemaal wel mee met mijn overgewicht, maaaaaaaar het zou beter kunnen. Dus niet meer snacken, niet meer snoepen. En meer bewegen.
Op de middelbare school vond ik gymles echt schijtvervelend. Te meer daar ik dagelijks 11 kilometer over de Limburgse heuvels fietste. Alleen volleybal vond ik leuk.
En om toch eens wat te gaan bewegen, vond ik altijd maar lastig. In mijn eentje naar de sportschool, was zeg maar, een hobby waar ik totaal geen genoegen aan beleefde. Eenmaal verhuisd en tot rust gekomen in het Rotterdamse, bedacht ik me dat als ik dan toch iets aan beweging moet doen, waarom dan niet bij een team.
Rotterdam: weest gerust: ik ga me niet aansluiten bij een team dat voor de topnoteringen gaat, ik sluit me aan bij een recreantenteam. En dan niet zozeer vanwege de derde helft, maar gewoon, omdat ik het allemaal wel moet leren. Mijn kennis en kunde van volleybal zijn dermate roestig, dat ik me soms wel eens afvraag wat ik zelfs dat recreantenteam aan ga doen.

Mijn vrienden schoten stuk voor stuk in de lach. Ik zou mijn eigen bal al bij me hebben, en zulk soort complimenten waren mijn deel. Tot een Marianne die me gewoon recht in mijn smoel uitlachte.
En uiteraard willen ze allemaal bij de eerste wedstrijd zijn, om me """"aan te moedigen""". Jaja.
Onnodig te zeggen dat ik dus extreem geheim ga houden wanneer mijn eerste wedstrijd zal zijn.
 Zelfs Ilse gaat dat niet weten, want ik gun mijn vrienden alles, maar niet een avondje lang leedvermaak ten koste van mijn eerste stappen op het volleybal-wedstrijd-veld.

Grenzen.
Europa gooit de grenzen dicht. Al die vluchtelingen, dat kunnen we niet aan. Tot zover de Europese Unie, die niet bij machte is om als een unie te functioneren, en als een unie de problemen aan te pakken en op te lossen.
Talloze meningen, voorzien van de meest stupide argumenten (voor en tegen) komen voorbij op het internet. En tot mijn grote verbijstering, angst en verdriet, vaak gelardeerd met de meest hatelijke, domme teksten, rechtstreeks uit de pen van Adolf Wilders. Of Geert Hitler. Of hoe je die griezelige neo-nazi ook mag noemen.
Ik ben er absoluut voorstander van dat we de ergste gevallen van ellende opnemen. Mensen die uit oorlogsgebieden komen, moet je kunnen helpen. Kunnen we iedereen opnemen en helpen? Nee, dat kan niet, en dat moet niet.
Maar pijnlijk duidelijk is wel dat de EU, waaraan we jaarlijks vele miljoenen moeten geven, niet bij machte is om hier duidelijke procedures voor op te stellen en te volgen.
Allemaal te bang om te poepen als er een kleurling in de buurt komt. 
Ik denk dat het zaak is dat iedereen zich goed realiseert dat het a) allemaal zo'n vaart niet zal lopen, b) niemand een boterham minder hoeft te eten als er wat vluchtelingen opgenomen worden, en c) dat de domme haat, zoals aangewakkerd door Adolf Wilders niemand ook maar iets gaat opleveren. Al die angst en haat, kost alleen maar energie, en niemand wordt er een vrolijker en prettiger mens door.


zondag 30 augustus 2015

Dank aan Alex voor de buikpijn...

Stel je voor...

Je mag met een compact symfonie orkest meespelen op alle populaire festiviteiten in Amsterdam.
Hoe gaaf. Ik heb nog voor het seizoen begon, gespeeld op het Grachtenfestival, op de Sail en op de uitmarkt.

Gisteren dus de uitmarkt. In hartje Amsterdam, in het Vondelpark. VondelCS heet de gelegenheid alwaar AVROTROS haar hoofdkwartier heeft.
Toen ik nog gewoon student was, en geen verantwoordelijkheden had, zat ik daar regelmatig op of om die plek. Met meisjes te flirten, koffie of bier (naar gelang het tijdstip) te drinken en gewoon lekker te relaxen in het zonnetje. VondelCS heette toen nog gewoon Fertigo, en in de kelders zat het filmmuseum. Nu dus niet meer.
Wij waren heel erg op tijd bij de repetitielocatie, en vonden dat we een kopje koffie wel verdiend hadden. En een ontbijtje ook. Heerlijke croissant met marmelade. En toen nog een kopje koffie. Toen we ons bedachten dat we dus wel even moesten kijken of er gerepeteerd zou worden, want het wilde maar niet drukker worden op het terras. Dus waren we alsnog te laat op de repetitie. Schande! Sorry Johan...

Bij dit project speelde ik weer eens samen met Loes. Een leuke meid, die een mooie noot trompet kan spelen. Tijdens deze repetitie vond Loes het nodig om eens diep te bukken, en daarbij kraakte haar rug zó enorm hard, dat ik zelfs de pijn voeld. Ondanks dat ze heel wat jaartjes jonger is dan ik, leek het er toch even op dat ze dit niet zou overleven. Dat geluid... BRRRR alsof iemand doelbewust zijn eigen botten aan het breken was. Maar ze heeft het overleefd. En dat met mij aan haar zijde. Ik zeurde harder over haar rug dan zijzelf.

Wij speelden daar een soort van Maestro na. [Maestro is een competitie van de publieke omroep waarin bekende(?) Nederlanders zich volstrekt voor lul zetten, terwijl ze doen alsof ze het leuk vinden om een orkest te dirigeren].
In het kader van "wat-heeft-AVROTROS-u-komend-seizoen-te-bieden" waren wij daar. Wij mochten af en toe wat spelen, onder de bezielende leiding van een iets in onbruik geraakte "bekende zanger".
Deze man zong zelf ook wat mee, althans, dat probeerde hij met wisselend succes uit alle macht, en mocht min of meer willekeurig wat mensen uit het publiek trekken om ook een poging tot dirigeren te wagen.
Dat dirigeren van willekeurige mensen viel nog best wel tegen. Want het is onnoemelijk moeilijk om als musicus exact dat te doen wat onbevoegde, onbekwame mensen staan te doen. Wij kennen die mopjes wel, en zijn heel erg geneigd om de dirigent dan maar te negeren, en gewoon mooie muziek te spelen. Maar dat mag dus niet. Dus eigenlijk is het voor het orkest ook heel moeilijk. Het was wel bijzonder om te zien dat de mensen met de meeste zelfvertrouwen (allemaal mannen, en allemaal deden ze belachelijk overdreven) er het minst van bakten, terwijl de mensen die wat stonden te schutteren (het is ook niet makkelijk als je continu door een in onbruik geraakte zanger onderbroken wordt in je concentratie) het er het beste af brachten.

En dit dus 4 keer.

AVROTROS had in haar wijsheid besloten om de muzikanten van heerlijk brood te voorzien (geen supermarktbrood, maar dik gesneden en van een knapperige korst voorzien bruin brood) en goed beleg. Daar hebben we ontzettend van gesmuld. En omdat we in de brandende zon stonden (ik heb een rood verbrand v-halsje in mijn borst staan) was er meer dan genoeg drinken en schaduw voorhanden.
Ook de regiedame was haar gewicht in goud waard, want uw nederige stukjesschrijver was uiteraard vergeten enkele partijen uit te printen.

De terugreis stond in het teken van rare gebeurtenissen.
Toen wij een bescheiden sprintje wilden trekken ten einde de tram te halen, slaagde Alex erin om zeer oncharmant, zeer pardoes, maar gelukkig zonder al te erge verwondingen ter aarde te storten. Daarbij rolde hij zo lomp en zo ver door dat hij bijna met hoorn en al aan de andere kant van het tramperron onder de tram belandde. Mijn enige (en dit kwam puur door opperste verbijstering) reactie: "gaat het? kom op, we stappen in".
Het rare is dat ik normaal gesproken onbedaarlijk in de lach schiet als iemand valt. Dat soort dingen zijn nu eenmaal een klein kadootje. Deze keer lachte ik niet. Ik zag ineens vlak voor mij een wazige schim over het perron rollen. Het hele voorafgaande struikeltraject heb ik gewoon gemist, en daar baal ik best van.

Goddank vonden we een zitplaats en kon Alex zijn toch wat genante manier van doen even verwerken. Om even later, bij onze eindhalte gewoon verder te gaan met zijn toch wat rare gedragingen.
De auto stond bij het metrostationnetje Uilenstede. Want daar is het gratis parkeren. Metrostationnetje Uilenstede kenmerkt zich doordat het ver boven de grond is, en om naar Uilenstede te komen, moet je een scherpe bocht maken, en vervolgens langs een paar bosjes lopen.
Hier was het dat Alex zijn spullen bij de prullenbak zette, en de bosjes indook. Hij moest plassen.
Op zich is dat best een natuurlijke gang van zaken. Hoogst komisch was wel dat hij een fel gele broek aanhad, die nogal contrasteerde met de donkere bosjes waar hij instond.
Sterker nog: vanwege dit contrast was het enige dat men zag, 2 in het fel geel gestoken billen, die uit de donkere bosjes staken.
De voorbijgangers moesten er smakelijk om lachen. Ik ook...







Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...