vrijdag 30 oktober 2015

Eet ellende....

Keukengepruts...

Ik had voor woensdag bedacht dat ik wel een lekker visje kon eten.
Een pangafileetje met een korstje van paneermeel met zout en wat kruiden. Voor de vrouw een balletje kaasgehakt, en dat met lekker knapperig gekookte bloemkool en gefrituurde aardappelschijfjes.

Dat gaat als volgt:

Schil de aardappels, snij ze in schijfjes en frituur ze. Makkelijk zat.
Hak de bloemkool in stukken, en breng aan de kook. Niet te lang, dan blijft het lekker knapperig.
Strooi paneermeel op een snijplank, strooi daar zout en kruiden over, even met een vork goed mengen, en haal daar de pangafilet doorheen. Zo, dat er lekker veel paneermeel aan blijft kleven.
Voor het kaasgehakt heb je nodig: 1 snee brood, flink wat kaas, een teen knoflook, een halve ui (of een hele) en wat paprikapoeder. Doe dit in de keukenmachine. Als het mengsel te droog is, doe je er een ei door, zodat je er een lekker bal van kan draaien. Dit lekker afbakken, en Ilse smult.

Klinkt niet moeilijk, toch?

Ik slaagde er desondanks in om de aardappelschijfjes totaal oneetbaar zwart te frituren, de pangafilet te laten verkolen, het kaasgehakt aan te laten branden en de bloemkool tot snot te koken.

Geen flauw benul hoe dat me in vredesnaam gelukt is. Ik ben op geen enkel moment van mijn normale routine afgeweken. Dus niet al te hoog het vuur opgezet, de vis regelmatig gekeerd, de bloemkool op het juiste moment wat lager gezet, en de frietenpan niet al te hoog gezet.
En toen dat allemaal (naar mijn idee) goed liep ben ik, zoals gewoonlijk even op het balkon een rokertje op gaan steken.
Dit doe ik altijd, en nog nooit is er ook maar 1 ding zo gruwelijk misgegaan als afgelopen woensdag.

Toen ik de ravage in de pannen bekeek, zonk de moed me in de schoenen. En met een goed gevulde maat 43 was daar erg weinig plaats.

Normaal gesproken als iets in de keuken mislukt, sta ik eerst minuten lang heiligen af te stoffen, vrouw, kind en katten de keuken uit te foeteren, de pannen en ingredienten de schuld te geven en uiteindelijk mezelf uit te schelden. De meest wilde scheldwoorden van frustratie vliegen langs mijn lippen in het luchtledige.
Ilse verdwijnt onder het bed, Claus en Colette verdwijnen sidderend van angst via het kattenluikje naar buiten, en Jente kijkt vanachter de spijlen van haar box totaal verbijsterd met grote ogen naar papa.
Deze keer leek mijn furie niet los te willen komen. Met een vermoeide zucht liep ik langzaam naar de slaapkamer om daar tot 1085 te tellen. Aangekomen bij 4,5 besloot ik manmoedig dat ik niet ging vloeken, en dat ik naar de snackbar zou rijden om daar dan maar een portie friet en een kingsize frikadel te halen.
Ook lekker.

Nadat we dat op hadden gesmuld, heb ik op het balkon gestaan (de keuken heeft nog minimaal 3 weken nodig om de roetige verkool lucht van woensdag kwijt te wasemen) genieten van het gejuich vanuit de Kuip. Ik ben geen voetballer, ik geloof dat feijenoord moest spelen, maar wie er gewonnen heeft, weet ik niet en boeit me ook niet. Het was gewoon machtig om te horen.

Gisteren zou Ilse koken. Ik was wat later thuis, want men had besloten om zowel op de A1, A28, A12, A20 en A16 heel moeilijk te doen over doorrijden.
Spruiten zouden het zijn. Met sateburgers voor mij, en gepofte aardappel.
De spruiten en de sateburgers gingen mis. Want ook Ilse was er met haar hoofd niet bij. In elk geval niet bij het koken.
De spruiten waren vorstelijk doorgekookt, de sateburgers net zo zwart als mijn vis van woensdag. De aardappel was goed, maar dat was dan ook geen kunst, want die werd gepoft in de magnetron. Dat kan bijna niet misgaan.
Dus maar ribben laten komen.
 Ook lekker...

Ik denk dat we onze extra uitgaven aan eten wel gehad hebben deze week.



donderdag 22 oktober 2015

Jentenzo deel 2.

Ik denk dat ik als verhaaltjesschrijver-meninggever-kletsmajoor er niet aan ontkom, meerdere verhalen met hetzelfde onderwerp te tikken.

Jente...
Mijn wolk van een dochter. Ze begint een eigen mening te krijgen. Ergo ze groeit. Er lijkt ook een tand door te komen. Een hard puntje in haar bovenkaak is daar een "bewijs" van. En samen met de eerder opgedane verkoudheid, leidt dat volgens de huisarts tot schimmel aan haar billetjes.
Die billetjes zijn vuurrood, ze ziet eruit als een jonge mandril. En het doet haar pijn. Dus regelmatig met de zinkzalven in de weer, en veelvuldig in haar blote kont neerleggen, zodat de boel wat kan luchten.
Gelukkig is ze nog steeds het merendeel van de dag heel blij met alle aandacht die we haar geven. Alle extra fruithapjes, de groenteprakjes, de maisdingen, rijstwafels, broodkorsten, broodstukjes met kip (ook favoriet bij Colette, die dan niet bij de kinderstoel weg te meppen is, want stel je voor: er vliegt een stukje kipfilet door de kamer) of brood met jam (waarbij de meeste jam aan papa's vingers blijft plakken, maar het gaat om het idee, nietwaar?)
Haar verkoudheidje heeft ze zonder blikken of blozen aan papa overgedaan, en mama was ook al niet zo lekker. Dus gisteren zaten we in de spreekwoordelijke lappenmand. Vandaag ook.
Vanmorgen werd ik wat knorrig wakker. Want Ilse haar wekker snoozed zo hard, dat ik de eerste keer al wakker ben, maar blijkbaar moet dat dan toch nog een tweede en een derde keer. Terwijl ik dus mocht blijven liggen!
Ilse moest naar de oogarts, en ik zou lekker een beetje voor Jente zorgen.
Prima. Zo gezegd, zo gedaan. Dus lekker kroelen met ons kind. Daar een fles indouwen, met haar blote bips in de box gelegd, om even wat etudes uit te gaan zoeken. Hetzij voor mezelf, hetzij voor wat leerlingen. Of in combinatie.
Na dat zoekwerk weer even met Jente spelen. Die prompt een gedeelte van haar maaginhoud over mij wilde uitstorten. Net mis, want door mijn armen te strekken gulpte de blerf precies op mijn tenen, en niet op mijn nieuwe, schone trui.
Na het spelen was het weer even box-tijd, en verdiepte ik me weer in de etudes, tot mijn oog op de box viel. Of eigenlijk: op datgene wat er heel erg mis was in die box.
Onze kleine spruit snapt het concept drinktuitbeker nog niet helemaal, maar hoe ze het deksel van het ding gedraaid krijgt, dan weer wel.
Als een speer achter de pc vandaan, mijn kleine teen stotend tegen de tafelpoot, ingehouden vloekend bijna struikelen over mijn trompettas, glijdend over een te laat weggesprongen poes, bereik ik alweer net op tijd de box om te voorkomen dat de inhoud van de opengedraaide drinkbeker doel- en roemloos in of om de box ten onder zou gaan.
 Geschrokken kijkt Spruitlief me aan. Zulke capriolen haal ik ten slotte zelden uit om bij haar te komen. En daar schiet ik dan (ondanks de pijn aan mijn teen) van in de lach. Het is tijd voor een fruithapje.
Dat lust ze wel. Haar mond is dan net de snavel van een jonge vogel. En met haar stem weet ze prima duidelijk te maken dat ik even op moet schieten. De volgende hap moet erin. Maar dan moet ik dus eerst weer Colette wegvloeken, want die lijkt niet alleen kip heerlijk te vinden, maar ook een fruithapje heeft ze wel interesse in. Gevolg is dus dat Colette een kledder fruithap op haar vacht krijgt, en in ruil daarvoor, ik Jente bijna een lepel met kattenharen voer...

Maar weer op bedje leggen. Mama komt bijna thuis. Die is eerst even boodschappen doen.
Dan belt mama. Wat er nog nodig is, want ze is er bijna. Hé, en wacht eens, het is toch donderdag vandaag? Ja, maar ik heb vrij. Nee, maar dan hadden we Jente dus naar het kinderdagverblijf moeten brengen.
Verhip, dat is waar ook. Totaal vergeten dat we inderdaad Jente elke donderdagochtend naar het kinderdagverblijf zouden brengen. Das ook lomp. Die mensen zaten dus heel de ochtend met de handen in het haar. Waar zou het knapste kind van de klas zijn? Er zou toch niks ernstigs gebeurd zijn? Hoe moesten ze daar nu de ochtend doorkomen, zonder de leukste baby van het westelijk halfrond?
Met het schaamrood op de kaken heeft Ilse, die er toch in de buurt was, maar even gemeld dat we hun gewoon glad vergeten waren.
Zo'n paar uurtjes wat rondklooien met Jente is toch ook wel goud waard. Volgende week moet ik weer werken, en zal ik haar brengen... Het is nog niet helemaal een standaard dingetje geworden.


Ik heb er weer een... Een idee, waar hoogstwaarschijnlijk geen bliksem van terechtkomt, maar wel heel leuk lijkt.
En om dat idee een beetje gestalte te geven, ben ik voornemens om eens een bezoekje te brengen aan het illustere bedrijf Jet cars. Als u Jet Cars niet kent, google ze maar even. U zult dan snel tot de conclusie komen, dat men er niet heen moet gaan om een rijdende auto te kopen.
Komt goed uit, want ik zoek dan ook geen rijdende auto. Dus denk ik daar wellicht in de toekomst best wel iets bruikbaars kan scoren.
Het plan is als volgt: men neme een sloper (dus iets goedkoops bij Jet Cars) en hale de hele voortrein, de voor-assen, de motor en versnellingsbak eruit. Die mogen ze (tegen fikse korting) houden. De achterkant, daar sloop ik de tank, de remmerij, en de banken uit en daar maak ik een aanhanger van.
Of een caravannetje.
Gewoon omdat het me een leuk plan lijkt.
Als er mensen zijn, onder mijn lezers, die hierin willen helpen (niet zozeer financieel, maar meer met technisch inzicht of ruimte) hou ik me aanbevolen.
Voor het zover is, moet ik me uiteraard eerst even inlezen in de mogelijkheden en eventueel wettelijke bepalingen.

Ondertussen heb ik weer flink wat etudes naar beneden geladen. Russische etudes, maar ook etudes rechtstreeks afkomstig uit de Magische Fluit van Mozart. Dus de komende weken ga ik daar eens lekker aan knagen (en wellicht ook mijn leerlingen laten knagen) en weer eens wat op het net slingeren.
Want ook muziek blijft toch een leuk beroep/hobby,  waar ik veel aandacht aan besteed.

Vanachter een groot glas citrosan, groet ik mijn lezers :)








zaterdag 17 oktober 2015

Jentenzo.

Een paar weken terug vierden we een heel kleine vakantie in Frankrijk. Om dit te kunnen doen, brachten we Jente naar onze schoonouders.
De volgende ochtend, vertrokken we, nagewuifd door schoonmoeders, met Jente op haar arm. Jente, die wel heel erg beteuterd keek, toen wij wél en zij niet in de auto vertrok. Of was dat mijn perceptie en kan een kind van 7 maanden nog niet beteuterd zijn?
Gedurende de hele reis zat ik toch wel met een (heel klein) knoopje in mijn maag. Mijn arme kleine Jente. Zou ze ons missen? Was het huilen-gieren-brullen?
Uiteraard, niks van dat al. Ons kleine meisje heeft zich bij opa en oma prima vermaakt.

Omdat er nogal wat verplichtingen zijn in ons leven, hebben we de beslissing genomen om Jente 1 dagdeel per week bij een KDV onder te brengen. De donderdagochtend. Afgelopen week zijn we even wezen kijken.
En objectief bezien, ziet het er allemaal goed uit. Lieve meiden die goed zorgen voor en spelen met kinderen. Het is er schoon. Niet vrij van virussen, maar schoon.
En hulde voor die meiden, want waar Ilse en ik gruwelen van ranzige dikke groen-gele stromen snot die uit kinderneusjes druipen (serieus, ik moet daar zelfs een beetje van kokhalzen, terwijl ik bij de meeste filmpjes uit mijn minder fraaie collectie niet verblik of verbloos) graaien die dames gewoon een doek, en boenen die kinderen zonder probleem schoon. Klaar om nog een uurtje buiten te spelen.
Na het invullen van ellenlange vragenlijsten over eten, ritme, aandoeningen, slapen, knuffels, luiers, medicijnen, schoenenhoesjes, buitenspelen, dierentuinen, huisartsen en knuffelen waren we overtuigd dat dit wel goed zou zitten.

So far, so good.

Afgelopen donderdag mocht ik Jente langsbrengen voor haar eerste ochtendje tussen allemaal huilende, spelende en kirrende kinderen van 0-2 jaar.
Ons kennende, was het goed dat we de avond ervoor al alle spullen klaar hebben gezet. Speen, knuffel, rompertje, rokje, broekje, truitje, jasje schoentjes, sokjes, speciaal voer (want overgeven doet ze nog steeds) reserve kleren, slaapzakje, maxicosi, flesje etc... Een volksverhuizing want ze bleef er wel 5 hele uurtjes. Een hutkoffer vol zut die ze waarschijnlijk niet nodig heeft, want ze gaat wel 5 hele uurtjes uit logeren.

Jente is gelukkig niet heel eenkennig, en heeft god zij dank papa's ochtendhumeur niet overgenomen. Want waar ik als een halve tamme, met ongekamde haren en dito baard wat glazig voor me uitstaarde in de wachtruimte van het kinderdagverblijf, was Jente al heel vrolijk aan het flirten met een van de leidsters. Die mij heel vrolijk vroeg hoe het met mij was (want hoe het met Jente was, had ze al wel gezien). Ik probeerde op mijn hoffelijkst te zeggen dat het prima ging. Ik hoop dat dat ook zo overkwam, maar ik ben bang dat er iets uitkwam in de trant van: "gdprmfdsrgahoor, fndaggg".
 Niet dat ik slecht geslapen had, of niet uitgerust ben. In de vroege morgen ben ik gewoon niet zo voor consumptie geschikt. Daarom ben ik ook altijd blij als ik lekker in mijn eentje mag file rijden... Vloekend en tierend op die ezels die niet kunnen rijden zonder brokken te maken, word ik dan langzaamaan een vriendelijk mens, zodat ik tijdens de repetitie gewoon mijn eigen ikje weer ben.

Maar ja... Een baby heeft nu eenmaal niet het immuunsysteem van een volwassen mens, en dus kwam Jente thuis met een lekkere verkoudheid. Temperaturen die zo laag gaan als 35,4 tot zo hoog als 38,9. Jente kwam thuis en stortte direct in een onrustige slaap. Veel piepen, veel last van snotterigheid, en algehele malaise.
Stiekem ben ik woedend. Mijn mooie dochter, besmet met een virus. Welke draak heeft mijn meisje aangestoken? Maar ja. De draak in kwestie zal daar zelf weinig aan kunnen doen.
Dus uiteraard, alsof de duivel ermee speelt: vrijdagavond, na sluitingstijd, heeft Jente geen fatsoenlijk volgeplaste luier meer, 38,4 koorts, weinig eten en veel jammeren. Dus naar de huisartsenpost.
Alwaar een arts zat die mijns inziens jonger was dan ik me een afgestudeerde arts kan voorstellen. Maar hij kwam, zag en zei dat het allemaal niet ernstig was. En dat we maar wat paracetamollen moesten geven.

De duivel speelt sowieso een beetje vuile spelletjes met onze kleine menagerie. Want gisteravond viel ons al op dat de vaatwasser bleef hangen op een bepaalde tijd. Gelukkig net aan het einde van het programma. Vanmorgen deed het ding helemaal niks meer.
Nou goed, helemaal niks is misschien wat overdreven; er kwam een vreselijk lawaai uit, maar schoon werd de vaat niet. Als ik ergens een bloedhekel aan heb, is het aan apparatuur die dienst weigert. Daar heb ik totaal geen geduld voor. En mijn geduld staat (inter)nationaal niet bekend om zijn ongelimiteerdheid.
Dus de plaatselijke ijzerboer gebeld: weghalen dat ding. Het levert ons wel een mooi ruime keuken op, waarin ik mijn kont kan keren zonder dat ik bang hoef te zijn de pannen van het vuur te stoten. En meer ruimte voor nog meer lundia-opberg-planken. Prima. En op zich sta ik niet heel erg afkerig tegenover de afwas doen. Uit het verleden weet ik dat ik al afwassende, heerlijk voor me uit kan mijmeren en fantaseren. Dus elk nadeel heeft voordelen.
 Maar uiteindelijk zal er wel een andere vaatwasser voor in de plaats komen. Want ik kan me zo voorstellen dat we het uiteindelijk toch wel prettig vinden om de rustige tijd na het slapengaan van Jente toch anders willen benutten dan met de armen in het sop.





zaterdag 10 oktober 2015

Een mooi optreden....

Ik ben soortement van ensemble-leider van het koperkwintet bij de KMar. Dat houdt in dat ik wat zakelijke dingen doe rondom de inzet van het kwintet, en ook de contacten onderhoud met (externe) opdrachtgevers.
Muzikaal zijn we gelukkig allemaal een beetje leider: iedereen heeft zijn idee, en we komen altijd wel tot goede zaken met elkaar. Dat alles leidt tot een goed gesmeerd lopend geheel. Fijn. Want we komen nogal eens bij optredens die misschien niet zo heel erg voor de hand liggend zijn. Spelen in de winter, in een ijzige zaal, waarvan de deuren wagenwijd openstaan. Spelen op een ambassade. Of uitgeleend aan het bedrijfsleven of juist aan burgerverenigingen. En daar laten we alles horen, van herdenkingsmuziek tot achtergrondmuziek. Van concerten tot koorbegeleidingen.
Afgelopen donderdag hadden we een optreden tijdens een bijeenkomst van een bedrijf in de uitvaartbranche. Een groot, goedlopend bedrijf dat een x-aantal jaren bestaat, en daartoe een groot en duur fort had afgehuurd, diverse sprekers, en dus ons kwintet. Met de opdrachtgever talloze malen op en neer gemaild om tot een zo goed mogelijk passend geheel te komen.
Toen ik daar aankwam (ik vind dat ik als leider eerder dien te komen, om de laatste puntjes op de spreekwoordelijke i te zetten) bleek dat ik mij niet ten volle gerealiseerd had, waar ik in terecht kwam. Want iedereen daar liep strak in 2/3/4 delig pak. Kut... In mijn hoodie, oranje jeans, zwart-witte sneakers stak ik toch wel heel erg af. En dan sta je daar dus een behoorlijk beetje under-dressed met een zeer gesoigneerde man (overigens een topper, met wie het goed overleggen en praten is) door de diverse ruimtes, de diverse high-society mensen te ontmoeten, handjes te schudden. En uit alle macht proberen er niet te casual bij te lopen.
Gelukkig komt aan alles een einde, na het doorlopen van het protocol, kon ik buiten even een peuk opsteken, en rustig wachten tot de rest van het ensemble aankwam. Dacht ik... Jammer dat al die heren in 2/3/4 delig diezelfde gedachte hadden, want ik stond verre van alleen heel erg casual te doen in de rookruimte (die buiten was).
Gelukkig was er niemand die me raar aankeek of aansprak. En later maakte dat ook niet meer uit, want zouden we in avondtenue (in TkKMar-taal: concerttenue) het optreden verzorgen.
So far, so good allemaal. Na een zeer bekende spreker, mochten we spelen, en aan het einde van de dag ook nog even een minuut of 10 laten horen wat we konden. En toen was het receptietijd. Allemaal luchtiger mopjes spelen, terwijl mensen aan het nakletsen, borrelen en eten waren.
Er zijn best vaak momenten dat je bij zo'n receptie onbedaarlijk in de lach schiet.
De organisatie vond dat wij goed moesten eten, en gezien het feit dat er op het lopend buffet niet was beknibbeld, lieten wij ons dat maar 1 keer zeggen. Heerlijk gesmikkeld, voordat we onze laatste set zouden gaan spelen.
Tijdens die laatste set kwam er een zeer gepensioneerde heer op trompetmaatje Ruben af. Die heer had zijn maaltje naar binnen geschoven, en was tuk op een trompetlesje. Gewoon, daar waar we stonden. Op dat moment. Uit beleefdheid, stemde Ruben in. En dat had hij (wat onze concentratie betreft) beter niet kunnen doen. Want na een paar zinnen uitleg, haalde de zeer gepensioneerde heer een hele, heeeeeeele diepe teug adem, zette het mondstuk van Ruben (helaas) op de juiste manier aan zijn lippen, en gaf een enorme ademstoot. Een hele lange C gierde ons langs de oren, en was zo godsgruwelijk hard, dat ik serieus meende het kunstgebit van de heer te zien langs vliegen, samen met een verdwaald brokje vlees uit het buffet.
En zie dan "zij gelooft in mij" van André Hazes te spelen, zonder in de lach te schieten. Krijgt dan toch een heel andere lading... Mij lukte het niet, en de eerste noot had toch een verdacht hysterisch vibrato... Ik weet nu hoe ze dat bij brassbands doen. Gewoon de slappe lach hebben...
Alles bij elkaar toch wel weer een mooi optreden geworden, voor een hoogst dankbare organisatie, waarbij we veel complimenten kregen.
Dat is toch fijn muziek maken.

Iets heel anders.

Een kleine gedachtenoverweging.
Volgens mijnheer Wilders moeten we geen gelukszoekers/asielzoekers toelaten. Dat is een mening.
En daar kun je het mee eens zijn. Of niet. Daar laat ik mij niet over uit, ik ga er vanuit dat mijn mening wel bekend is.
Wat mij opvalt is dat veelal er een vergelijk wordt gemaakt met de tweede wereldoorlog. Ik doe daar zelf aan mee.
Maar er wordt dan geroepen:"die mensen moeten vechten voor hun land, in plaats van te vluchten, want dat deden wij in de tweede wereldoorlog ook niet". En dat is een bizar pijnlijke vergissing, als het al niet een volslagen leugen is. Want er zijn wel degelijk mensen gevlucht. Sterker nog: zelfs na de oorlog vluchtten mensen als hazen weg. Naar Australie, Nieuw Zeeland, Amerika en Canada. Wilden liever niet Nederland opbouwen, maar liever zelf iets opbouwen in een ander land, dat niet in puin lag. Hadden ze toen die gelukszoekers ook maar teruggestuurd naar Nederland...
Op TV, het programma "Ik Vertrek". Mensen die elders in de wereld hun bestaan op gaan bouwen. Meestal beginnen ze een camping of B&B. Ook gelukszoekers zijn. Moet dat dan wel geaccepteerd worden? Gelijke monniken, gelijke kappen, zou je zeggen. Maar ja, nuance is bij PVV volk een onbekende en onbeminde deugd....

Fijn weekend.

zondag 4 oktober 2015

Een weekendje weg.


Toen we trouwden, kregen we van mijn vriendjes/collega's van de kapel een mooi kado: een bongo. Een bongo is een bon, waarmee je in Nederland, Frankrijk, Belgie en Duitsland een weekendje kan verpozen in een B&B.
Door drukte en geboorte van ons kleine meisje, is die bon een beetje naar de achtergrond verschoven, maar uiteindelijk hebben we hem dit weekend dan toch eindelijk kunnen verzilveren.

We zijn naar de Opaalkust afgezakt. Dat is rondom Calais. Onze B&B zat een kilometer of 30 ten zuiden van Calais, en we zagen inderdaad wat donkergetinte mensen scharrelen op plekken langs de snelweg waar je normaal geen mensen zou verwachten. Een heel desolate, trieste indruk maakte dat.

De Opaalkust. Met plaatsen als Montruil sur Mer, Boulogne, Le Touquet (Paris-plage), Marquise, is er genoeg te doen.
Ook aan de kust was het heerlijk toeven in de natuur, die steeds meer haar gang mag gaan, daar waar vroeger de Duitsers er hun kanonnen tegen de geallieerden hadden gezet. Vers zoet water proeven, dat uit de rotsen komt stromen, ginnegappen om de grijze en de blanke neuzen, die op geheel natuurlijke wijzen de kustlijn sieren, en hopen dat de dekking van T-mobile ooit zo goed wordt als een Engelse provider, die het tot aan de Franse kust redt. Ik stond op het strand, en kreeg een sms met de tekst: welkom in Engeland.... Tja, dan sta je toch even raar te kijken.

Ik was al weer een tijdje aan het speuren naar niet al te dure, nieuwe, herfst-vaste schoenen. En in le Touquet (paris-plage, alwaar rijk Parijs een buitenhuis heeft, dus per definitie een dure stad) slaagde ik erin om ze te vinden. Alle plaatsen gezien, geen schoen kunnen passen of het was duur, maar juist in de duurste stad, zat er een outlet, alwaar ik voor de helft van het geld een paar nieuwe patta's kon scoren.
Boulogne, Montruil sur Mer waren leuke en mooie vestingstadjes, waar mooie wandelingen over de stadsmuren te maken waren. Genieten van oude huisjes, die geheel op Franse wijze, schots en scheef door elkaar heen stonden. En waar in een enkel geval een prachtige, zeer goed geconserveerde Citroen SM te bewonderen was. (Als je deze auto niet kent: ff googlen).
In Boulogne ook eventjes de gelegenheid genomen om naar een soort van dierentuin van oceanen te gaan. Heel indrukwekkend.

Wat betreft de B&B...
We kwamen rond 1300 uur aan, en het leek er heel sterk op dat de eigenaar onze reservering vergeten was. Hij schutterde wat in het rond, en leidde ons naar een wat verderaf gelegen huisje. So far so good. Het zag er schoon uit, en het sanitair was modern en op orde. (Hoewel... Met een vliegenhor als toiletdeur, voorzag ik al dat de mindere geuren heel snel naar de bovengelegen slaapvertrekken zouden opstijgen. Dit viel gelukkig mee. Je moet elkaar wel erg goed kennen om eens uitgebreid te gaan zitten poepen als er geen deur hangt, maar ach...).
Nadat we ons geinstalleerd hadden, gingen we al rap weer op reis, want erg veel te beleven, en erg gastvrij was het allemaal niet.
Bij thuiskomst wachtte ons een nogal morbide verrassing: we bleken onze gite met een kolonie vliegen te moeten delen. Zeker 30 van die zoembeesten hingen in de nok van ons hutje. En erg stil waren ze ook al niet.
De ingeseinde eigenaar kwam een bus insectenspray brengen, wenste ons een goedenacht, en verdween.
Tja... De tarieven bekijkende op zijn site, vind ik dat ik voor 135 euro toch wel had mogen verwachten dat hij een betere oplossing aan zou dragen dan dit. Het spul stonk, doodde de vliegen (die om en op het bed neervielen) en daarmee was ons probleem wel opgelost.
Er was alleen geen enkele mogelijkheid om al die lijken te verwijderen.
De volgende dag (zaterdag) waren we 10 uur lang weg. De omgeving bekijken, te genieten van de werkelijk waar, prachtige omgeving. De Opaalkust is op 3 uur rijden een heerlijke regio om te vertoeven, maar dat schreef ik boven al. Toen we weer terug kwamen, bleek dat de eigenaar het niet heel nodig vond om poolshoogte te nemen. Of zelfs maar die vliegenlijken op te ruimen. Ze lagen er nog net zo als toen ze uit de lucht vielen. Dus Alex Factory, is voor ons geen aanrader.

De directe omgeving van dit B&B is wel heel mooi. En als je niet bang bent voor tweebaans weggetjes die even smal zijn als een fietspad in Nederland en even onoverzichtelijk als een nachtwandeling met een zonnebril op, is het heel avontuurlijk om daar te rijden tijdens de oogsttijd. Spannend ook omdat het op dit soort weggetjes dus toegestaan is om 90 te rijden, en sommige Fransen dit dus ook daadwerkelijk doen. (Of zouden willen doen, ware het niet dat ik voor ze reed).

Uiteraard moest er ook wat geld uitgegeven worden aan souvenirs, en ettelijke kilo's kaas, waarvan ik vermoed dat de smaak overheerlijk zal zijn, maar die mijn auto inmiddels onverkoopbaar hebben gemaakt door de meur die ze achterlieten. Een herinnering aan eerdere kaasschotels na afloop van een concert dient zich onmiddelijk aan.

Op de terugweg, na een tankbeurt, werd ik door een beschaafde jonge meid en man aangesproken. Of ik lifters mee wilde nemen naar het noorden. Normaal zou ik nee zeggen, maar dit stel zag er onschuldig uit, en ik vond dat Ilse ook een stem in het kapittel moest hebben. Die zei ja, maar.... Onze auto meurt naar heerlijke kaas. Dat vond het jonge stel studenten niet heel erg, dus vanaf Belgie met zijn vieren in de auto gezellig zitten keuvelen.

Ik wil bij dezen mijn collegae die dit aanboden heel erg bedanken. Het was een hilarisch topweekend. Want ondanks de wat rare B&B hebben we echt genoten.

Ook mijn schoonouders, die ons wurmpje een weekendje in huis hadden (en en passant nog even tegen-demonstreerden tegen Wilders en daarmee zelfs het landelijke nieuws haalden) verdienen mijn dankbaarheid.

Ik kan er weer even tegen.





Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...