vrijdag 24 juli 2020

Vuile smaak.

Ik zal de laatste zijn om te beweren dat wij een normaal, alledaags huishouden runnen.
Met 2 ADHD'ers is dat nagenoeg onmogelijk.
Maar net zoals bij gemiddelde huishoudens, overkomt het ons ook wel eens dat wij wat meer troep hebben dan wenselijk is. En dat we dus een afspraak moeten maken met de gemeente om het grofste vuil (of eigenlijk is het geen vuil, want tot op het laatste moment redelijk schoon gehouden) op te laten halen.
In ons geval dus geen hout (want dat wordt keurig netjes bewaard voor de enkele keer dat ik mijn vuur-emmer gebruik, of voor hergebruik in andere zaken), maar 4 flinke eetkamer stoelen die we van al hun glorie ontdaan hebben door alle leer eraf te snijden. En een fiets.

[ Even een zijsprong: de gemeente Almere zuigt werkelijk paardekloten als het op afval aankomt.
GFT en restafval is 1 container met een scheidingswand. En die wordt elke 2 weken geleegd. Dat is bezopen weinig. Het papier wordt zelfs maar 1 keer per maand opgehaald, en dat is zeker veel te weinig. Als je kijkt naar alle ongewenste reclame, krantjes en verpakkingen die je door je strot geramd krijgt, ondanks je Nee-Nee sticker, zit je met 2,5 week al met een container die niet dicht kan.
Maar goed. Wel de lasten betalen, niet de lusten krijgen. Lijkt me iets typisch Nederlands voor wat betreft het ambtelijke apparaat vs. de burger.
Maar de gemiddelde Almeerder is ook een varken. Want afvaldumpingen zijn schering en inslag. Men kwakt zijn zooi maar gewoon waar het uitkomt. En dan zijn er altijd wel weer low-life bijgoochems die dat voorbeeld volgen. En als je er dan melding van maakt bij de gemeente, komen ze twee weken later nog niet. Tja.
Ik snap werkelijk niet zo goed dat mensen hun eigen nest zo willen bevuilen. Maar soit. Bij ons in de straat valt het nog te overzien. ]

Oke, die afspraak voor ons grofvuil stond voor gisteren, en de gemeente sommeerde ons om de spullen voor 0800 uur op de normale opstelplaats neer te zetten, met nog een eisenlijst waaraan het allemaal moest voldoen, want anders zouden ze het niet meenemen.
Om te voorkomen dat dit het geval was, voldeed ik tot de laatste letter aan de eisen, en ik deponeerde de zaak erg ruim op tijd op de daartoe aangewezen locatie.
Ik vreesde half en half dat er weer van dat tokkie-volk hun eigen troep bij zou gaan zetten. Dat is een probleem, want als ze dat doen, neemt de ophaaldienst het niet mee. En is er weer sprake van een dumping. Staat zo armzalig in de straat.
Tot mijn verbazing een paar uur later, stond alles er nog. En niks meer ook. In tegendeel zelfs.
De fiets die ik er geparkeerd heb, verdient nadere uitleg.
10 jaar geleden kocht ik op mild agressief aandringen van een toenmalige vriendin in Den Helder op de koninginnedagmarkt een fiets voor een paar knaken. Het was een blauwe Kronan-achtige fiets. Je weet wel: zo'n fiets met van die oversized stangen voor een bagagedrager voor en achter. enorm lomp ding, zonder versnellingen, en tot mijn schrik ook zonder remmen, tot ik me realiseerde dat ik dan achteruit moest trappen.
Goed, dat klereding heb ik van Ede naar Tiel, naar Rotterdam en uiteindelijk Almere verhuisd, zonder dat ik er ooit meer dan 2 kilometer mee gereden heb.
Ik kreeg een echtgenote die vond dat dat ding echt telkens meeverhuisd moest worden, ondanks de steeds maar miserabeler staat waarin het verkeerde.
Elke poging tot afscheid werd getorpedeerd.
Tot Ilse een elektrische fiets kocht, een paarse Batavus overhield, en er ineens geen noodzaak meer was tot het bewaren van een fiets waarvan ik vermoedde dat niet alleen de banden, maar inmiddels het complete frame zo lek was als een mandje.
Dus samen met 4 compleet gestripte stoelen bood ik die fiets aan, en zette hem aan de straat.
Niks aan het handje.
Nu had ik wel een beetje verwacht dat die fiets ver voordat de ophaaldienst zou komen al weg zou zijn.
En wat mij betreft is dat ook prima. Als iemand zin heeft om werk te maken van een vastgeroeste fiets met 2 lekke banden, niet functionerende remmen, lagers die rot zijn en een ketting die op half zeven bungelt: be my guest.
Be my guest, maaaaaaaaahaaaaaarrrrrr: neem dan wel de héle fiets mee.
Wat mij serieus deed schuimbekken van woede, was dat de nieuwe eigenaar het plastikken en wat verschoten zadelhoesje van de fiets had getrokken, en achteloos op een van de stoelen had geflikkerd. Dan heb je ook wel de mentaliteit van een medium doorbakken kipfilet.
Dan krijg je gratis een fiets, en dan nog moet je rotzooi achterlaten. Neem dat dan ook mee. Ondankbaar gebaar. serieus een tokkie-mentaliteit die zelfs de familie Tokkie niet verzonnen zou hebben.
En aangezien ik heel principieel ben, hoop ik dus nu dat de nieuwe eigenaar er op zijn zachtst gezegd geen lol van heeft.
Had hij dat hoesje ook maar mee moeten nemen.
Verder licht het wel op allemaal. Ik heb dus ineens een tuin waarin je je kont kan keren, omdat er vier enorm massieve stoelen en een lompe fiets minder in de weg staan.

Over smaak valt nauwelijks te twisten. Vandaar ook dat ik in een unieke auto rij, een paar unieke hobbies heb en ga zo maar door.
Waar ik zweer bij 2 Hollandse Nieuwe, vindt Jente dat (nog) niet te haggelen, en waar Ilse wel een banaantje of 2 weg weet te werken, is de geur van 1 al voldoende om mij kokhalzend naar het toilet te doen rennen.
Maar soms moet je gewoon eens iets nieuws proberen. Iets dat je nog nooit eerder geprobeerd hebt. Of gezien. Of gedaan.
Gewoon. Omdat nieuwe dingen leuk kunnen zijn. Uitdagend, of lekker.
Zo heb ik in mijn leven al heel wat nieuwe dingen via mijn giechel naar het riool gestuurd.
Krokodil (lekker!), struisvogel (lekker!), foie gras (heeeeeeel erg lekker!), een soortement brie met heel lange muisgrijze schimmelharen, ik ben helaas de naam kwijt (heeerlijk!), oesters (heerlijk!) slakken (huarghhhh), zeewier (best lekker, met vis!) en ga zo maar door.
En zo ontdekte ik gister bij de Appie een (voor mij) nieuw knabbeltje: rijstzoutjes met zeewier.
Klonk erg lekker. Ik ken natuurlijk de pittige rijstzoutjes wel, "hot krokantjes" heten die ook wel. Waarom die dingen een naam moeten hebben die Engels en Nederlands is, ontgaat me, maar dat doet aan de lekkere smaak niks af.
Dus toen ik die zeewier-rijstzoutjes zag liggen, nam mijn culinair avontuurlijke ziel de leiding over, en flikkerde zomaar zo'n zakje in de winkelwagen. Dat wilde ik ook wel proberen.
Goed, er moest de rest van de dag nog het een en ander, maar toen ons Jente-boefje eenmaal te bed lag, herinnerde ik me dat ik een zakje nieuwigheid in de kast had liggen.
Val aan!
Wat er toen in mijn mond, en daaraan gekoppelde ziel gebeurde, valt met geen pen te beschrijven.
Een sensatie die zó bizar was, dat ik me afvroeg of ik: 1) uberhaupt een hap had genomen, 2) uberhaupt wakker was, en 3) HUH???!?!?!?!
Ik ga proberen om te omschrijven wat er nu precies aan de hand was.
Ik nam dus zo'n zoutje, en begon te kauwen. Ik weet dat ik kauwde, want ik voelde het kraken tussen mijn kaken.
Ik voelde ook substantie in mijn mond. Een knapperige substantie, die al snel in combinatie met mijn malende gebit, en toegevoegd speeksel al snel papperig werd.
Maar in eerste instantie dus iets knapperigs dat compleet nergens naar smaakte. En dan bedoel ik dus niet dat het niet naar iets bekends smaakte. Het had gewoon geen smaak.
Alsof je een soort van knapperige lucht aan het verorberen was.
Ik geef toe: ik heb er nog een paar gegeten, om te kijken of die eerste een vergissing van de producent was. Maar dat was niet zo.
Het smaakte niet naar zeewier. Het smaakte niet naar rijst. Pas na nummer 5 of nummer 6 meende ik iets van een smaak te ontwaren. Maar dat bleek een vleugje peper te zijn, die volgens het labeltje op de verpakking ook een van de ingredienten was.
Maar dat was een dusdanig laf vleugje, dat ik vermoed dat de peperbus in de fabriek leeg was, op het moment dat deze verpakking geproduceerd werd.
Kijk, een banaan kan ik niet handelen. Dat is gewoon smerig. Maar daarvan weet ik dat ik het smerig vind. Een haring vind ik heerlijk. Dat weet ik, dus kan ik het gewoon in mijn mond laten glijden.
Maar iets dat zó ongelooflijk smakeloos is, is gewoon totaal maf. En eigenlijk ook vies. Want dan heb je dus gewoon een krakerige hap "iets" in je mond, die snel verandert in een papperige hap "iets".
En volgens mij is dat dus net zo smerig als banaan.
Vooral omdat de verwachting zo ongelooflijk ver van de realiteit af staat.
BRRRRR.
Maar ik heb het wel geprobeerd.

Dit geschreven hebbende, is het weekend weer begonnen, en wens ik u allen een goeie toe.


zaterdag 18 juli 2020

Ziekenboeg vaart lustig door

De ziekenboeg deel zoveel.

Ik moest dus een paar weken geleden naar het ziekenhuis voor het verwijderen van wat cystes, die ik al een aantal jaren aan het kweken was. De chirurg haalde ze weg en klaar was Kees.

Ware het niet dat ik afgelopen weekend mijn schoonvader ging helpen met het leggen van een nieuw dak op het tuinhuisje horende bij hun domeintje even buiten de stad. Op zich verliep dat behoorlijk soepel.
Hoewel ikzelf steeds minder soepel ging lopen en klimmen. Het voelde namelijk niet heel erg lekker, zo tussen mijn benen. Alsof er iets in de weg zat.
En inderdaad: Bij thuiskomst bleek er een enorme verdikking te zitten aan mijn balzak. En die verdikking werd voelbaar en zichtbaar dikker en rooier.
Alsof er in razend tempo een 3e bal in mijn balzak ontstond.
En nee, dat was nog niet genoeg: naast mijn verstandskies groeide er in mijn verhemelte ook al zo'n geweldige bult. Hierdoor werd lopen niet alleen bizar pijnlijk, maar praten en eten ook.
De volgende ochtend meteen maar naar de huisarts, want die pijn aan mijn scrotum kon echt niet meer. In dit specifieke geval toch maar om een mannelijke huisarts gevraagd. Niet dat het me normaliter veel kan schelen, maar om aan een vrouw mijn pijnlijke edele delen voor haar neus te hangen, vind ik toch wat awkward. En ja, daar kun je veel op zeggen.
Hoe dan ook, de man kwam, zag en velde een oordeel: nee, er groeit geen derde bal in mijn zak, want het is een bacteriele infectie de huid.
Wat voelde ik me verraden. Ik hou de hygiene in acht, was mezelf dagelijks en toch meent een bacterie mijn huid te moeten pijnigen en lekker te infecteren aan de binnenkant.
Maar ik kreeg meteen een zooi antibiotica mee, om het lijf te helpen die infectie aan te pakken.
Inmiddels was de pijn in mijn bakkes ook niet meer te handhaven, en dus een spoedconsult aangevraagd bij een tandarts. (De verzekering zal smullen van me, deze tijd).
Daar aangekomen gemeld dat ik een irrationele angst heb, niet zozeer voor hem, als wel voor de uitvoering van zijn vak in mijn mond.
De man en zijn assistente waren lief, voorkomend en grondig.
Mijn tanden zijn in prima conditie, en voor een aft was de plek veel te groot en opgezwollen. Hij verdacht een appelschilletje of zoiets die tussen tand en tandvlees was gaan zitten. En dat zou kunnen, want ik eet dagelijks minimaal 2 appels.
Toen kwamen ze. De woorden die mij in minder dan 2 seconden naar de straat jagen, om zo ver mogelijk bij de praktijk vandaan te komen: "Ik wil u even verdoven om de boel goed schoon te maken". 
Ik vloog dus ook overeind, en struikelde over mijn woorden om te melden dat alleen als er tanden getrokken gaan worden, er een verdoving in mij gezet worden, en dan wel een algehele narcose. Dat schoonmaken zou wel even zonder kunnen, vond ik.
En zo geschiedde. Ik heb liever pijn van de behandeling dan van een spuit in mijn mond. En pijnlijk was het. Maar lang niet zo eng als die enorme naald voor mijn ogen langs in mijn mond te zien en voelen gaan.
Het was serieus pijnlijk, en ik geloof dat ik de armleuningen van de behandelstoel aan puin geknepen heb, maar aan het einde was het schoon, niet meer pijnlijk en niet meer dik. Alle hulde voor deze tandarts en zijn assistente.
En inmiddels op het moment van schrijven, is mijn mond ook weer nagenoeg zo goed als nieuw.
Blijft over een oncomfortabel gevoel aan mijn balletjes.
Dat bleek dik, en pijnlijk.
Lopen was niet echt iets waar ik zin in had, en gaan zitten of juist opstaan serieus nog steeds pijnlijk.
Tot ik gisteravond [waarschuwing, niet verder lezen als u aan het eten bent] dus ontdekte dat die dikke pijnlijke bult was gaan lekken.
En niet een beetje, maar echt heel enthousiast zichzelf aan het ontspannen was, en daarmee mij opzadelend met een vervelend klef gevoel van dik warm vocht dat tegen mijn boxershort en benen kwam.
Op zich fijn, de pijnlijke spanning is eraf, en op zich ook wel fijn dat het lichaam besluit om de troep er uit te werken.
Maar ik vond dit toch wel wat apart, dus maar weer contact opgenomen met de dokter. Want aangezien het uiteraard al weer ver na sluitingstijd was, moest ik het hebben van de spoedpost, en dus telefonisch uitgelegd dat de huidontsteking aan mijn zak, spontaan zijn pus aan het lozen was.
En bloed.
Die dame vond dat een goed teken, en dat is het ook, maar ze vond ook dat het was ranzig was om de rossig-wittige derrie maar zomaar te laten vloeien. Ze gaf als tip mee om er een vet gaasje op te doen, en dan lekker te gaan slapen.
Kon Ilse op de fiets naar een andere wijk om vette gaasjes te halen, want die hadden we net niet in huis.
En ook het installeren van al die medische hulpmiddelen was niet bepaald iets dat van een leien dakje ging.
Hoe bevestig je iets waar eigenlijk geen goeie aanknopingspunten (letterlijk) voor zijn.
uiteindelijk heeft Ilse het (samen met mij) gillend van het lachen voor elkaar gekregen. En het zag er niet uit. Voor de beelddenkers: denk maar aan die billendoekjes die gladiatoren droegen. Of van die lappen die sumo-worstelaars dragen.
Maar dan in het klein. En wit.
Maar het hielp best, leek me.
Tot ik de volgende ochtend opstond, en mezelf ging wassen en aankleden. Toch best veel langs gelekt.
Bij nadere inspectie bleek dat Ilse, glad over het hoofd had gezien dat die gaasjes verpakt waren in vetvrij papier en met aan elke kant een plastic velletje.
Tja, dat plastic neemt natuurlijk niet echt wat op.
Maar goed. Ik heb nog nooit een vrouw gehad die zolang zo dicht met haar hoofd bij mijn balletjes heeft gehangen om iets romantischers te doen dan het aanleggen van een verbandje.

Gesproken over mijn betere helft:
Zij mopperde in het verleden (ik heb sinds de intrede van Charley Blue nog geen verkeersboetes gehad, en mijn tafel ligt nu in 2 stukken van het afkloppen) nogal eens over het zonde geld van een binnenkomende boete. Ik mopperde dan op mezelf mee, want het is best zonde van het geld. En het is vrij eenvoudig om je aan de snelheid te houden.
Dus toen er fanmail binnenkwam, ging Ilse er nogal snel vanuit dat die wel weer voor mij zou zijn.
Tot ze beter keek, en haar naam erop zag staan.
Had in theorie ook nog gekund dat ik de dader was, want ik rij met grote regelmaat met veel plezier in haar Saxootje. Heerlijk bakkie.
Maar de tijd en datum bleken met haar agenda overeen te komen. En dus een unicum in ons huis: ik ben eens niet de snelheidsduivel in ons gezin....
Ik heb haar niet eens heel erg breed uitgelachen. Een beetje maar.
Heeeeeeel klein beetje.

Goed.

Na deze (wan)smakelijke verhalen is het weer tijd om te gaan genieten van het weekend.
Ik wens u allen een goede toe.

zaterdag 11 juli 2020

Uit de ziekenboeg.

Nu vastgesteld is dat ik ADHD heb, vallen er best wel veel dingen op zijn plek.
Veel van mijn gedragingen, die voor anderen of mezelf irritant (zouden kunnen) zijn, zijn rechtstreeks aan ADHD te linken.
Zo heb ik nogal eens de neiging om te wiebelen. Ik krijg dan van links en/of rechts een hand op mijn been. Want als het om een podiumdeel gaat, blijft dat wiebelen niet beperkt tot mijn been, maar zien collega's om me heen, tot hun ergernis, hun lessenaar heen en weer gaan, beginnen dempers te rammelen, en ga zo maar door.
Ook ben ik, als ik niet in een hyperfocus zit, snel afgeleid. En juist iets ter afleiding van de afleiding, is goed om niet afgeleid te worden. Ja, dat klinkt raar. Maar als ik een beetje kan friemelen met iets als een fidget spinner of zo, dan blijf ik beter geconcentreerd. Dat staat raar, maar werkt wel.
De keerzijde is dat ik ernstig geirriteerd raak als ik uit mijn hyperfocus getrokken word.
Ook iets om rekening mee te houden. Ben ik net lekker in een flow....
Echt druk ben ik dan weer niet. Waarschijnlijk iets dat ik mezelf af heb geleerd. Iets dat ik mezelf heb geleerd om strak onder controle te houden.
Schijnt sociaal minder wenselijk te zijn, dus onbewust zal ik mezelf daar een restrictie hebben opgelegd.

Ik heb een aantal bijeenkomsten gehad die over ADHD handelden, en daar kreeg ik een enorme bende aan eye-openers en "aha!!!!!!!"- belevenissen.
Maar die bijeenkomsten waren in een ruimte waar het klimaat dusdanig was, dat ik er met 3 kwartier al zat te knikkenbollen van de sufheid. En dat was toch wel enigszins genant. De man die die bijeenkomst leidde, deed heel erg zijn best om met veel humor en voorbeelden ons wat tips en tools mee te geven om beter om te gaan met ADHD.
En iedereen daar was lekker bezig, met uitzondering van die mollige rooie, die zat/lag te knikkebollen, en schijnbaar moeite had met wakker blijven.
Zo eenvoudig was dat niet, want los van het feit dat ik gewoon bij kennis was, hoorde ik alles. Maar ik kon van pure versuftheid gewoon mijn ogen niet open houden.
Waarom ik daar, in die ruimte, zo intens inzakte, weet ik niet, en omdat dit de laatste bijeenkomst was, zal ik er niet achterkomen ook, maar ik ben sociaal sterk genoeg om me te realiseren dat de indruk die ik er maakte, niet bijzonder zal zijn geweest.

Ik ben er ook achter dat ADHD niet alleen maar nadelen met zich meebrengt.
Hoewel ook dat een keerzijde heeft, maar toch. Het is niet alleen maar een kwestie van een stoornis hebben. Creativiteit, oplossingsgericht, veel ballen tegelijk in de lucht kunnen houden (uiteraard ook met grenzen, zoals ik helaas ook heb mogen ontdekken) niet snel opgeven. Het zijn zomaar was trekjes die ik ook heb.

Dus kwam de vraag: wat als het eerder ontdekt was....
Tja. Enerzijds is het zoeken naar antwoorden op die vraag een beetje mosterd na de maaltijd. Want het is niet eerder ontdekt. Ik had er een depressie voor nodig om erachter te komen dat het is zoals het is.
Wat als.... Dan was mijn leven waarschijnlijk anders verlopen. Makkelijker misschien, omdat er rekening mee gehouden had kunnen worden. Aan de andere kant: wat als, dan was ik nu niet waar ik nu wel ben, en ik ben dan wel weer zo realistisch ingesteld dat ik mijn zegeningen kan tellen, en dat ik ook trots mag zijn op wat ik wel bereikt heb.
En de laatste vraag: wil je medicatie.
Een deel in mijn hoofd schreeuwt van wel. Een beetje rust en orde in de chaos van mijn brein kan misschien geen kwaad. Aan de andere kant: mwa. Misschien eerst eens kijken of het me lukt om zelf iets te verzinnen om de valkuilen van ADHD te omzeilen of eerder te herkennen. Mocht dat niet lukken, kan er altijd nog een pilletje in.

Dan moeten we erkennen dat Jente met ons als ouders behoorlijk de kans loopt om ook ADHD te hebben. Niet dat ik haar nu meteen vol wil trappen met ritalin. Maar het is denk ik wel goed om het te monitoren. Want wat ik niet wil, is dat zij dezelfde lange tijd moet wachten tot er iemand zo intelligent is om te kijken of....
Beter meteen jong begeleiden dan later er via net even te veel omwegen achter moeten komen.

Hoe gaat het dan nu met de depressie?
Slecht. Afhankelijk van het standpunt dat je inneemt. Slecht, met de depressie zelf, want ik voel er vrij weinig meer van.
Ik hou een slag om de arm, maar ik heb het idee dat het echt veel beter met me gaat. Tuurlijk zijn er nog wel dagen dat ik het liefst gewoon bij het opstaan alweer terug mijn nest in kruip. Zoals afgelopen maandag, toen ik mijn dremel in mijn handen voelde overlijden. Dat was zo'n moment dat ik de hele flikkerse bende het liefst 6 meter diep in de grond zou willen trappen. Maar ja. Daar heeft ook niemand wat aan, en ik geloof niet dat mijn fruitplantjes het goed doen met gedesintegreerde dremel als voedingsstof.
Maar in het algemeen heb ik mezelf met wat hulp er goed bovenop getrokken. Ik heb toekomstplannen en ideetjes. En zelfs als het zoals afgelopen week meer regent dan zonneschijnt, voelt het alsof de zon me warmer maakt.
Mooi.
Of dit een afgesloten hoofdstuk is wat betreft mijn zielenroerselen, durf ik niet te zeggen. Ik blijf nu eenmaal mezelf. Met alle goede en slechte dingen.
Maar het gaat best prima zo.

Mijn huisdieren weten mij telkens weer te verbazen, en dan vooral vriendje Claus. Kater Claus, zoals die bij de dierenarts heet.
En Claus heeft ook een reputatie, want de kleinste behandelingen worden niet gedaan zonder dikke lederen handschoenen, en als het wat groter is dan de allerkleinste, gaat hij onder narcose. Zet het beest bij een dierenarts, en het wordt een monsterkat.
De kans dat je het niet overleeft als je hem een naald in zijn lijf steekt, is best groot.
En Claus werd steeds magerder, en zijn vacht steeds rafeliger. Reden om hem eens door een dierenarts te laten controleren.
De uitslag: gezonde kater, maar zijn schildklier werkt niet zo best.
Opereren was een optie. Maar heel erg duur
Een zalfje in zijn oren was een optie. (Hoe een oorzalfje werkzaam zou moeten zijn bij zijn schildklier is me niet heel duidelijk, volgens mij hebben schildklieren en oren erg weinig met elkaar gemeen, maar soit).
Een pil was een optie. Maar aangezien ik weet hoe ik Claus een pil moet geven, vind ik dat weinig diervriendelijk. Ik moet hem dan in zijn nek grijpen, die pil letterlijk achter in zijn strot douwen, dan zijn nek vast houden, en langs zijn keel wrijven om hem te laten slikken, en dan spuugt dat eigenwijze kreng die pil uit, en kan ik hem, met natte pil nogmaals het hele huis door achtervolgen.
En ander voer. Maar dat is geen optie, want dan zou hij alleen maar dat voer mogen en niks anders, maar aangezien het een scharrelaar is, is dat nagenoeg onmogelijk.

De assistente kwam met een ideetje: easypill. Dat is een staafje kattensnoep, waarvan je een stukje afbreekt, en de pil erin kneedt.
Ik schamperde: Claus is veel te intelligent, die knaagt dat voertje lekker weg, spuugt het pilletje voor mijn voeten, en wandelt nuffig weg, en dan moet ik alsnog die pil met gevaar voor eigen leven achter in zijn strot mikken.
Maar volgens de assistente en Ilse was het in elk geval de moeite waard.
Zonder enige hoop op succes begon ik die avond aan het prepareren van het eerste pilletje.
Claus kwam vrolijk op me af lopen, en zonder enige vorm van protest, moeite of zelfs maar bedenkingen, smikkelde Claus dat voertje met pil en al op.
Ik stond perplex. Mijn bakkes zakte naar de grond, en de schellen vielen van mijn ogen.
Maar goed, één geslaagde fopperij met een voertje, is geen garantie voor de toekomst, dus mijn realistisch ingestelde ziel, ging er grif vanuit dat dit een vergissing was, en dat we de volgende keer gewoon de gebruikelijke, huid verslindende strijd zouden hebben.
Maar ik ben verbaasd en verrukt over het feit dat kater Claus, mijn vriendje van 10 jaar zonder enige vorm van ellende gewoon zijn pilletje verorbert.
Dat had ik eerder moeten weten.

Goed, de trendbreuk is gebroken, het weekend dus tijd voor mijn blog.
Dit alles geschreven hebbende, wens ik eenieder een goed weekend. 

woensdag 8 juli 2020

Soms zit het mee, soms niet.

Er zijn van die dagen dat het allemaal wat minder soepeltjes verloopt.
Zo'n dag dat Jente om de haverklap ellende oploopt.
We hadden al een ruzie achter de rug omdat ze op momenten intens, maar dan ook echt bloed onder nagels vandaan halend brutaal kan zijn. En net doen we dat goedmaakten, en een voorzichtig snotterig stoeipartijtje begonnen, kwam mijn knie onzacht tegen haar hoofd aan. Haar waterige lachje, veranderde in een respectabele schreeuwpartij, want haar (op zich behoorlijk harde) kinderkopje was toch niet echt een match voor mijn niet veel zachtere volwassen mannenknie.
Gelukkig is er altijd wel een moeder voorhanden wiens troost nog altijd iets is waar Jente op kan rekenen.
Als ze dan daarna maar niet met haar kousenvoeten wegglijdt op de plavuizen, en onzacht ter aarde stort.

Of dat ik zelf mijn dag niet heb. Dat kan ook.
Afgelopen vrijdag kreeg ik de kolder in de kop, want na heel erg lang te hebben lopen modderen met eetkamerstoelen die echt veel te groot waren voor onze tafel, en eigenlijk ook voor de hele woonkamer, was ik het zat. Continu moeten slepen met stoelen die zó zwaar waren dat zelfs de meest sterke wieltjes na een paar weken al afscheid namen van hun lagerkogeltjes.
Dus, hoppa: op naar de kringloop om te kijken of er wat stond dat ons aan zou staan.
En dat bleek het geval. 2 stripboeken, een tafellaken en een klein boekje.
En natuurlijk vier lederen eetkamer stoelen die ook daadwerkelijk alle 4 gewoon aan en onder tafel passen.
En door de veel lichtere kleur is het ook ineens veel lichter in huis.
Dat hele massieve zwarte is weg, en ervoor in de plaats kwam licht, zitcomfort en wooncomfort.
Ik kan nu zonder mezelf een hernia te sjouwen, onder tafel stofzuigen en dweilen.

De oude stoelen zette ik precies 1 dag op marktplaats, en daar kwam precies 1 reactie op van een of andere halve gare bijgoochem die oprecht dacht dat ik wel in zijn scamtruckjes zou trappen.
Die heb ik op een voor mij zeer kenmerkende manier duidelijk gemaakt dat ik daar niet intrap, en dat ik nog liever die stoelen zou slopen, dan ze aan hem zou geven (of verkopen).
En dat is waar het idee kwam om die stoelen te slopen. Want die intens grote, lompe stoelen waren van leer.
En omdat het zonde is om verder goed leer zomaar weg te doen, zette ik het mes erin. Langs de naden uiteraard. Even kijken of het leer ook echt leer was, of gewoon skai.
En het is echt leer.
Vol enthousiasme stortte ik me met een setje hobbymessen op die stoelen. Alle naden werden losgesneden, en alle grote en bruikbare lappen leer verdwenen naar boven, tot nader order.
Voor toevallige kijkers moet het welhaast een griezelige aanblik zijn geweest.
Een volwassen vent die als een lijpe lotje, haast kwijlend van overenthousiasme in te zien steken en snijden op een stel onschuldige, stoelen.
We zijn een paar dagen verder en ik heb een heel klein deel van het leer al gebruikt. Ik heb er een stuurhoes van gemaakt voor mijn auto. Mijn allerliefste echtgenote heeft een versnellingspookhoes gemaakt, omdat het "leer" dat er origineel voor wordt gebruikt aan het scheuren was, en daarmee onthulde dat dat eigenlijk de naam "leer" niet mag dragen, zo nep als het is.
En toen...
En toen wilde ik een soort van sleutelbos-boxje maken van hout, omhuld met leer.
Ik had een goed idee. Maar zowel het hout als het leer, als de lijm die ik gekocht had ervoor weigerden elke vorm van medewerking.
Mijn goede idee was in hun ogen een gotspe. En wat ik ook probeerde: het wilde simpelweg maar niet tot een goede uitvoering komen.
Oke, weet wanneer je je verlies moet accepteren, dus ging ik uit garstigheid maar een broodje haring in tomatensaus naar binnen duwen. In mijn mond wel te verstaan.
Toen ik tot rust was gekomen, en een andere aanpak wilde doen om mijn idee toch te realiseren, besloot het hout om toch maar te barsten en te breken.
Woest was ik.
En in mijn woede flikkerde ik de hele santekraam in de prullenbak.
Plan twee trad in werking.
Ik tekende en zaagde zorgvuldig een andere vorm, ik sleep mijn sleutels op maat van de nieuwe vorm, en pakte mijn onvolprezen dremel om de ruwe randen weg te slijpen.
Na 3 slijprandjes bereikte een heel naar branderig geurtje mijn neus, en welgeteld 4 seconden later viel de dremel uit.
Ik heb nagenoeg alle stopcontacten in huis geprobeerd, maar meneer Dremel was dood en bleef dood.
Doorgebrand waarschijnlijk.
In een vlaag van wilde woede liet ik de dremel kennis maken met mijn ongenoegen door hem linea recta in de prullenbak te slingeren.
Kapot gebrand? Daar dan, in de prullenbak met je eigenwijze, licht ontvlambare kutkarakter. Ik ben ook licht ontvlambaar, maar in dat proces ga ik niet kapot of dood.
En zo raasde ik verder tegen plankjes hout, mijn hamer, mijn accuboor en uiteindelijk zelfs tegen een mier die mij kwam vergezellen.
Gelukkig waren Jente en Ilse niet thuis om dit weinig verheffende schouwspel mee te maken. En nukkig stampte ik naar boven. Naar mijn bed.

Dus ik moet binnenkort maar eens naar de praxis of gamma om een nieuwe dremel te kopen. Want los van het fatale doorbranden van iets daarbinnen, is het wel een fijn apparaat, dat tegenwoordig ook geen stukken van mensen meer kost.

En dan door naar wat meer goed nieuws:
(in hoofdletters, want ik ben zo blij als een kind).
IK KAN WEER OP HET PLATFORM AAN HET WERK!!!!!! JOEPIE!!!!! JOEMELABAMBAM!!!!! HOERAAAAAAAAAAAAAA!!!! GROOOOOOOOOOOTE BLIJ!!!!!!
Ik wist al wel dat het er aan zat te komen, maar de definitieve administratieve rompslomp welke nu eenmaal tussen bedrijven gaat, moest nog even afgerond worden.
Ik heb reeds instructie gehad, en dat was machtig gezellig. Waarschijnlijk per volgende week kan ik weer lekker met gepaste snelheid over het platform jakkeren.
JAHOEEEEEEEEEEOEOEOEOEOEEEEEEEEEE!

Dat gezegd hebbende, moet ik vanmiddag naar de huisarts, want de hechtingen die twee weken eerder gezet werden na het verwijderen van wat knikkers, mogen eruit.
Geen dag te vroeg, want ik vraag me af of ik nu jeuk heb van het genezen, of jeuk van de hechtingen die er nog zitten, terwijl de boel al genezen is.
Toch kijk ik er niet naar uit, want het lijkt me een ranzig, naar gevoel, dat ze het draadje doorknippen en dat dan uit mijn vel trekken.
brrrrr.

Goed, dit geschreven hebbende, realiseer ik me dat het weer geen zater- of zondag is. En ik blijkbaar dus wel een trendbreuk pleeg.
Moet kunnen.

Ik wens eenieder een prettige woensdag toe. En voor de zekerheid: een prettige rest van de week inclusief weekend. 

woensdag 1 juli 2020

Mening. meninkje. Me-ninge-tjes.

Meningen.
Nederland puilt uit van de meningen.
Smakelijk om te zien hoe de mening van een of andere uitgerangeerde voetballer met een smoezelige snor tot zoveel commotie kan leiden. Smakelijk en verbazend. Van een of andere Ebru Umar, tot Youp van t Hek en alles wat daar tussenzit bemoeit zich er tegenaan.

Toch blijven sommige meningen mij verbazen.
Ik vind het meer dan terecht dat er wrevel ontstaat naar aanleiding van een op televisie gedeponeerde mening, die mijns inziens alle fatsoensnormen te buiten gaat.
En dan is er een hele groep (mijns inziens aanhangers van meerdere populistische reutelaars) die gaan lopen roepen dat de mensen die tegen meneer Derksen en zijn meninkjes, ageren, dat dat Gutmenschen zijn. Of linkse Gutmenschen. Een of andere Ebru Umar heeft het over "deugmensen".
Meneer Derksen voelde zich door zijn programma genoot keihard gedissed, want die ging niet als een leeghoofdige ja-knikker achter zijne koninklijke narigheid "Snor" staan, maar ging er tegen in.
En iedereen die populist is, vond dat ook.
En dat verbaast me.
Het verbaast me omdat het dus vanuit de populisten-hoek overduidelijk mag zijn dat iedereen die tegengas geeft, niet moet zeuren.
Maar wacht eens... Het geven (of opdringen) van een mening, is toch een recht van ons allen? Dus ook van mensen die niet kwijlend van ontzag alles van meneer Derksen om te krijsen van het lachen vinden?
Juist.
Ook mensen die de abjecte grappen van meneer Derksen zelfs niet in de buurt vinden komen van humor, mogen zich uitspreken.
En dat ga ik doen.
Ik vind meneer Derksen, en eenieder die vindt dat meneer Derksen de heilige graal van humor is, en ik vind dat iedereen die vindt dat men niet moet zeuren over zijn meninkje, nu maar eens moeten stoppen met janken. En met schelden.
Meneer Derksen kaatst een bal, en daar krijgt hij nu eindelijk eens fors tegengas tegen.
De mensen die meneer Derksen tegengas geven, zijn zijn """"humor"""" eindelijk zat. En nu zit meneer Derksen te janken. En zijn medestanders ook.
Wel de bal willen kaatsen, maar vangen: ho maar. Dat is niet alleen hypocriet, schijnheilig en intriest, het is nog eens een teken van lafheid ook.
Wel de stoere grote bek willen hebben, maar janken dat een ander dat ook doet. En beter.

Overigens, en geheel ten overvloede: uiteraard gun ik ieder zijn mening. Maar het zou veel rustiger zijn als iedereen die meneer Derksen (of welke willekeurige kakelkont dan ook, wiens mening je niet aanstaat) niet lust, gewoon te negeren.
Zoals ik al zei: de man is uitgerangeerd, en mag wat kakelen. Prima. Maar je hoeft het niet te kijken.
Het goede aan meneer Derksen is dat ik serieus al mijn spieren in mijn lijf aan het werk zet om maar zo snel mogelijk deze man van mijn beeldscherm weg te zappen. Dat levert me maandelijks toch best wel wat sport-credits op.

Ik wil mijn mening over meningen afsluiten met 2 mooie citaten.

Meningen zijn als kontgaten. Iedereen heeft er een.

Jouw vrijheid eindigt, waar die van mij begint.

En dan gaan we opgewekt verder naar het feit dat ik totaal geen groene vingers heb.
Ik slaag erin om alle vormen van groen te laten overlijden, met uitzondering van onkruid.
Maar ja, die tuin van ons, moest toch iets mee.
De brandnetels waren bijna hoger als de niet ingegraven trampoline.
Dus het feit dat er een nieuwe schutting stond, was teken om eens serieus te gaan kijken naar de rest.
Een deel deed ik een paar maanden geleden al.
De tussenstand van dat deel:
1) de kruiden (rozemarijn en tijm) doen het perfect.
2) de framboos die ik gered heb uit de voortuin, en eigenlijk dood was, leveren me dit jaar nog 5 frambozen op.
3) De bessenstruik is nagenoeg dood. Helaas.
4) De ernstig mishandelde bieslook moet nu echt eens geoogst gaan worden, maar ik kan me niet voorstellen waar ik zo'n enorme hoeveelheid bieslook in kan doen, zonder dat het gaat overheersen. Sterk plantje dus.
5) De vergeet-me-nietjes zijn allemaal dood. Of in zomerslaap. Ben ik nog niet over uit. Als ze volgend jaar weer opkomen, zijn ze niet dood. Dat zou fijn zijn.
6) De 3 jaar geleden geplante braam, gaf vorig jaar nauwelijks vrucht, dit jaar kan ik er wel een paar potten jam van maken. Grappig ook dat één van de takken zich precies in de naad tussen twee tegels genesteld heeft, en van daaruit opgewekt verder groeit. Ik moet de buren nog zeggen dat ze van mij de takken die hun tuin in woekeren gewoon mogen afknippen of leeg mogen plukken.
7) De violen van David, hebben het moeilijk gehad tijdens het bouwen van de schutting, maar inmiddels beginnen die weer op te krabbelen. Ook een sterk plantje dus.

De andere kant, tegen de schutting aan, heb ik een groen strookje gemaakt. Want alleen maar tegels vond ik een beetje kil aandoen.
Ik hou op zich wel van groen, maar het moet wel groen zijn dat tegen een volstrekt gebrek aan onderhoud kan.
En daarom heb ik daar dus ook fruitplanten, en bloemen gezet.
Ik krijg ten minste 1 blauwe bes, een trosje rode bessen, wellicht een stuk of 10 tomaten. Voor de rest hebben we munt, basilicum, komkommer en meloen geplant. (Soms in zaadvorm).
Dus wie weet.
Ik heb er hoe dan ook nog niet veel vertrouwen in. Maar ik ga er nu maar eens van uit dat als ik Jente in leven kan houden, dat ook wel met planten lukt.

Nog ff en het is weer tijd voor zomervakantie.
Ik hoop dat we weer kunnen afzakken naar het door mij zo geliefde Frankrijk, alwaar ik de geneugten ga ontdekken van het rondlopen in mijn blote toges.
Ik moet zeggen: anders dan dat ik gewoon intens verlang naar vakantie, ben ik nog niet helemaal gewend aan het idee dat ik straks met slingerende slurf over de camping stiefel.
Maar goed, uitgerekend op die camping schijnt ook een heerschap te hebben rondgelopen uitsluitend in driedelig pak. Dus de vrijheid zal er enorm zijn.

Wederom geen blog in het weekend, ik ga er niet vanuit dat het een trendbreuk is.

Fijne dag allemaal. 



Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...