zaterdag 26 december 2020

Rattenstreken.

 In de Chinese horoscoop staat het jaar 2020 te boek als het jaar van de Rat.
Naar Westerse maatstaven klopt dit verdraaid goed, want in de Westerse cultuur staat de rat niet bijzonder positief bekend. Het is een aasdier. Een ranzig beest dat allemaal soorten ziektekiemen bevat en verspreidt. Een snuffelaar die langs dijken de boel vernielt, een onderkruipsel dat in gore riolen huist.
En dan is daar 2020. Een jaar dat in de boeken gaat als een jaar waarvan we met ons allen kunnen stellen dat we dat niet heel graag over zouden willen doen.
Een jaar waarin we als Nederland ons van onze slechtste kant hebben laten zien. Ik benoem niemand persoonlijk, want los van een enkeling die ik mijn leven uit heb getieft, moet ik zeggen dat ik alleen maar warmer gevoelens heb gekregen voor mijn collega's/vrienden binnen Defensie, en zeer zeker voor mijn collega's/vrienden op het platform.
Maar toch een jaar waarin bepaalde lieden zichzelf compleet belachelijk maken. En hun complot theorietjes als waarheid zien, en verkondigen. Maar net zo grof, stupide en onbeschaamd werd er door de andere kant terug gereageerd. Kortom: sociaal gezien kunnen we stellen dat de (Nederlandse) mensheid zichzelf ernstig heeft laten kennen door een SARS-virus. Als dit een sociaal experiment is geweest, durf ik te stellen dat Nederland volslagen door het ijs is gezakt.
En voor ik het stempel hypocriet op mijn voorhoofd geramd krijg: deze uitspraak is ook op mezelf van toepassing, ik ben in geen geval beter dan het landelijk gemiddelde. 

Maar hoe gek het ook klinkt: ik ben een van die mensen die wel degelijk veel baat heeft gehad bij Covid en alle maatregelen. Ik ben er beter, sterker uitgekomen dan ik erin ging. Dat heb ik niet alleen gekund, maar zonder Covid en maatregelen was het voor mij veel moeilijker, zo niet onmogelijk geweest om mijn depressie te overkomen. Om mijn ADHD een heel klein beetje te accepteren en te leren sturen. Om vrede te krijgen met mijn verleden, en vrede te krijgen met alle gekke quircks die ik in mijn karakter heb. En verdomd, ik had het eerder moeten zien: maar het is dus ook zo dat mensen mij makkelijker accepteren voor wat ik ben, als ik dat zelf ook doe.

In dat kader hebben Ilse en ik het best lastig. Want 2 ADHD'ers in 1 huishouden, samen met een niet al te kalm kind, leidt ertoe dat we onze avondmaaltijden hebben uitbesteedt aan een derde partij. Dit omdat ik vaak wisselende roosters heb, en het avondeten dus bij Ilse belandt, die daar eigenlijk geen energie voor heeft. Dus voor ons zijn die meerkosten het wel waard, want het levert Ilse iets meer rust en ruimte op.
Tot zover helemaal dikke prima.
Helemaal dikke prima, ware het niet dat we dit nu al een hele poos doen, en mijn maag oprecht een psychologische maagband heeft aangetrokken, want bij het zien van de zoveelste net iets te fancy avondmaaltijd, welke bestaat uit hippe ingredienten zoals halloumi, zoete aardappel en bulgur, vergaat mij de eetlust spontaan. Ik hoor mijn darmen brullen om zoiets simpels als een spruit, een boon, een kruimige pieper en een speklap. Gewoon, simpele Hollandse kost. Dat is iets dat bij onze cateraar niet op het programma lijkt te staan. Kan ook niet, want als er voor die extra kosten een simpele snijboon op het menu staat, neem ik aan dat de grachtengordel gaat protesteren. En dat is, gezien de ingredientkeuze neem ik aan de hoofddoelgroep van onze cateraar.
Ik heb dit al eens aangekaart bij mijn betere helft, maar zij blijft (en dat snap ik heel goed) erbij dat de voordelen voor haar opwegen tegen de nadelen voor mij.
Het bij-effect is zowel positief als negatief. Positief in de zin dat ik de zoveelste zoete-aardappel-stamppot-met-rucola-onrijpe-tomaten-zeldzame-geplette-noten-en-halloumi dan weliswaar uit noodzaak op mijn bord kwak, maar zelden meer dan de absolute minimale hoeveelheid om niet dood te gaan.
Het nadeel is dat Jente ziet dat ik mijn bord niet leeggevreten krijg, en het dus nagenoeg onmogelijk is om dat van haar wel te verlangen. Wat dan vaak weer leidt tot behoorlijk wat hysterie, want bord-niet-leeg=geen-toetje.
Nee, wat mij betreft is dat hele hello Fresh niet meer dan treurigheid gelardeerd met bijelkaar gezochte smaken op je bord.
En dan vind ik dat er voor die prijs onacceptabel vaak iets mis gaat. Rotte uien, rotte knoflook. Vergeten ingredienten. Goed, krijg je korting om, maar het maakt een bordje met treurnis voor die avond alleen maar droeviger.
En dan geef ik mezelf toch maar weer een schouderklopje. Als bon-vivant mezelf hieraan blootstellen betekent dat ik qua kilo's toch wel inlever, en ik koester mezelf met de gedachte dat ik best wel vrij veel voor mijn betere helft over heb.
Hoe ironisch was het dan ook dat we bij mijn schoonouders gingen eten tijdens de eerste kerstdag, en ons menu bestond uit (zeer vakkundig) in elkaar gezette en uitgebreide maaltijden van vernoemde cateraar. En dat was gewoon erg lekker en erg feestelijk.

Mijn lieve nichtje uit het zuiden des lands werkt bij een zeer luxe Schots Specialiteiten restaurant, en als zodanig krijgt zij nogal eens spullen die ze simpelweg niet wenst te dragen of te gebruiken.
Dit jaar een paar vrolijke sokken, een zeer fijne rugzak met de tekst "Happy Maker" erop (zeer toepasselijk op mij, althans zo wens ik te geloven) en een werkelijk intens geniale gele trui, met witte spikkels erop. Witte spikkels in de vorm van sesamzaadjes, welke ook op de broodjes zitten die men bij het Schotse Specialiteiten restaurant "de Gouden Bogen" pleegt te bestellen. Dus als ik die trui draag, zie ik eruit als een wandelende Big Mac of Big Tasty. En lekker warm dat die is.
Ik maak me al jaren niet meer druk over de mode, dus voor mij zijn dergelijke sokken en truien helemaal te gek. En die rugzak voelt behoorlijk solide aan. Ik heb de tekst dan ook goed zichtbaar in mijn bus hangen, en dat leidt dan weer tot een glimlach bij zelfs de meest zenuwachtige vliegtuigpassagier.

Het fijnste nieuws voor wat betreft deze feestdagen was toch wel dat mijn contract op Schiphol verlengd is tot april. Ik mag dus nog steeds lekker gepassioneerd over het asfalt scheuren. Het leven als uitzendkracht is namelijk niet een leven van veel zekerheid. En met alle respect: ik hoor veel mensen uit de cultuursector alleen maar over hun werk en of gebrek eraan, zeuren. Welkom bij de club. Toen ik werd ontslagen, en de ww in moest, was dat geen vetpot. En in tegenstelling tot veel mensen uit de cultuursector, rij ik niet in dikke Audi's etc. Maar gewoon een normale Citroen, van 16 jaar oud. Ik gun iedereen zijn luxe. Maar hoe slecht heeft een sector het als mensen meer dan 1000 euro per maand uitgeven aan het leasen van een auto. Of een hele dikke auto gewoon maar kunnen kopen.
Dan heb je er uiteraard hard voor gewerkt. Maar dan snap ik die fuss niet zo. Maar dat ligt aan mij.
Hoe dan ook, mag ik tussen oud en nieuw nog ff blij aan het stuur hengelen tussen gate en vliegtuig.

Ik wens alles en iedereen een tijd toe van bezinning. Dat men (mezelf incluis) een pas op de plaats maakt, en eens in de spiegel kijkt, of alles nog wel goed gaat. Of het uiten van een mening op de meest lompe manier, wel de weg is. Of je daar zelf heel blij van wordt.
Ik wens ieder toe dat 2021 een beter jaar mag worden. Met meer verstand, vriendelijkheid en nuancering. (Waarmee ik mezelf uiteraard hetzelfde toewens ;) ).

Ik gok erop dat de volgende blog pas in 2021 komt, dus ieder een fijne jaarwisseling!.


zaterdag 19 december 2020

Een unieke blog

Dit is een unicum.
Het is nu zaterdagavond, en deze blogpagina staat al vanaf vanmorgen open.
Totaal geen inspiratie, een writersblock, wellicht? Alsof mijn normaal zo uitgesproken mening via mijn vingers niet meer op het witte vel willen komen.
Ik realiseer me dat ik dit jaar reeds 52 blogs heb geschreven, en gemiddeld zou dat neer kunnen komen op 1 per week.
Mijn brein blijft leeg. Er komt niks zinnigs op papier. Bekijk het maar, de wereld heeft genoeg van Marnix gelezen, poppetje gezien, paginaatje blank. Dat idee. En wat extra demotiverend is: ik gebruik mijn (in steeds verder staat van ontbinding verkerende) laptop puur en alleen nog maar voor het tikken van blogs, voor de rest doe ik nagenoeg alles op de telefoon. Dat betekent dus ook dat het witte vlak waar ik naar aan het staren ben, vele malen groter is, als wanneer ik mijn blogs ook op de telefoon zou tikken. Maar dat vind ik werkelijk waar 3x niks. Heb dat 1 keer gedaan (destijds op de vermaledijde motorola) en was er langer mee bezig om alle misgetikte woorden te herstellen, dan het verzinnen van het verhaal.
Een klein wit vlak als je nauwelijks inspiratie hebt, is al een gotspe, een groot wit vlak, voelt als een kansloze faalhazen aangelegenheid.

Er is deze week werkelijk niks opzienbarends gebeurd in mijn persoonlijke omgeving. Het was een zeer alledaagse week, zonder bijzonderheden.
Ja, of het moest de jaarlijkse sporttest zijn van Defensie. Die ging niet door. Bijzonder jammer, want ik had me er dit jaar zeer op verheugd. Hele jaar naartoe geleefd, gaat het niet door, puur omdat de maatregelen en adviezen dit voorschrijven. Zit ik daar op donderdag, helemaal opgepompt voor niks.
Volgend jaar rond deze tijd nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Die maatregelen betreffen ook de kappers. En volgens mijn betere helft was het vandaag precies een jaar geleden dat zij een kappersbezoek aflegde, dus werd het wel weer eens tijd.
Maar dat kon dus niet. Gelukkig heeft ze een behoorlijk handige en inventieve moeder, die met behulp van een laser-waterpas de lokken van mijn eega kortwiekte. Met als gevolg dat de haren van mijn liefste rechter hangen dan zij lopen kan. Maar toch hou ik nog even veel van haar.
De maatregelen betreffen ook de scholen, die dicht moeten. En voor die paar dagen het thuisonderwijs maar weer eens invoeren.
En dus zitten wij met een zeer energieke Jente thuis. Die er steeds vaker opmerkingen uitgooit, waar mijn oren van gaan klapperen. En niet zozeer omdat het scheldwoorden zijn, maar ze zegt vaak dingen die helemaal niet bij een kind van 5 horen, naar mijn idee. Leuk is dat wel. Het maakt dat het soms pittig is om niet in de lach te schieten als ze dan wel eens brutaal is. En lachend je kind een standje geven, werkt eigenlijk niet zo best.
Wat wél opzienbarend is: dit jaar is het voor het eerst sinds dat ik op het platform aan het werk ging, dat ook de uitzendkrachten een kerstpakket krijgen van Arriva.
En dat vind ik toch leuk. Het is een blijk van waardering dat je krijgt. En ik vind het openmaken van een pakket toch een stuk sfeervoller dan een bon (waar ik overigens ook heel blij mee ben, maar dat terzijde). Extra leuk vond ik dat er niet alleen aan mij gedacht was (lekkere lekkernijen), maar ook aan de vrouw (drop, en groene thee limonade en chocolade) en aan de kinderen (een 200 spellendoos).
Los daarvan is me beloofd dat ik me geen zorgen hoef te maken over volgend jaar, dus dat ik nog wel even aan het werk blijf.
En ook dat voelt als een soort van blijk van waardering, in een tijd dat je als uitzendkracht je baan niet zeker bent.

Waar ik wel mee bezig ben: een tafel te bedenken voor onze lego-hobby, zodat we ons Harry Potter lego wat semi-permanenter uit kunnen stallen. En meer: we zijn al bezig met een soort van kijken wat onze vakantiebestemming wordt komende zomer.
Voor mij hoeft het niet per se een naturistische camping te wezen. Ik heb eerlijk gezegd niet heel veel op met die blote-billen-parade. Nu viel het op de camping waar we stonden wel mee, maar als het echt een verplichting wordt om met mijn zwaaiende zwans daar rond te hopsen, denk ik dat ik pas.
Dat er 2 mensen in mijn huishouden dat erg prettig vinden (niet zozeer dat ik in mijn blote toges rondren, als wel dat zij lekker in hun nakies rond mogen dartelen), maakt dat ik overweeg om toch wel weer voor zo'n camping te kiezen, als het maar geen verplichting is. Als het mag, is het mooi want dan hoef ik het niet. Dat idee.

Aan het einde van een jaar, is het vaak een goed gebruik om terug te blikken. Ik ga er niet aan beginnen. Hoewel covid erg goed voor me is geweest, en ik het gevoel heb dat mijn huwelijk er niet slechter van geworden is, is 2020 denk ik voor iedereen een tyfusjaar geweest. Een die we niet echt snel over hoeven doen. Bovendien: iedereen weet het toch beter dan ik, dus hoef ik ook niemand lastig te vallen met een terugblik waar niemand het mee eens is. Het scheelt me typen. En het scheelt me een boel energie om dan toch maar weer (on)genuanceerde woorden te zoeken om mensen mee te kietelen (lees: mee om de oren te rossen). Dus terugblikken doe ik niet.

En al typende kom ik erachter dat ik toch best weer een paginaatje vol heb weten te tikken. Iets met optimistisch doorreutelen.
Er was in de fanfare vroeger een meneer die hoofdzakelijk in het bestuur zat, want spelen kon hij niet. Hij kon wel goed besturen. Een bestuurder pur sang. Hij kletste iedereen met kalme en sonore stem totaal murw, zodat goede besluiten makkelijker genomen konden worden. Er kon toch nooit iemand tussenkomen als hij eenmaal aan het woord was.
Zo voelt het met deze blog ook.

Ik wil wel iedereen ondanks alles een goede kerst toewensen. En mogelijk al een beter 2021. Of het dat gaat worden, weet ik niet, maar het toewensen kan altijd. Ik blijf positief.
En dat hoop ik voor anderen ook. Blijf positief, blijf gezond en blijf je gezonde verstand gebruiken.
Dit alles geschreven hebbende, wens ik eenieder een goed weekend.


zaterdag 12 december 2020

Wekelijkse besognes

Er is een project mislukt.
De eerste Almeerse kerstboom die we hadden, heeft het wel weer gered om uit de tuin te gaan, maar in een vlaag van verstandsverbijstering flikkerde ik die in de korf die de Gemeente Almere in al zijn wijsheid toch weer aan het einde van de straat heeft geplaatst.
Die heeft er nog geen halve dag in gestaan, en toen is iemand er al mee aan de haal gegaan. Dus staat onze 'deense' dennenboom bij iemand thuis te pronken.
En terecht.
Dat betekende dat ik naar een verkoper moest om een ander te kopen, en aldus toog ik maandag naar de praxis.
Ik zag er een boom die aan mijn persoonlijkheid deed denken. Prikkelig en dik. En met name dat laatste kwam pas thuis tot uiting, toen we het netje dat voor een ordentelijk transport (gewoon naast me op de voorstoel, hij mocht meekwaken met Q-music kersthits) door de medewerker erom was gedraaid eraf sneden.
Dit is geen dikke boom meer, dit is gewoon een dennenboom in de vorm van een enorme bal.
Het is dat het ding in een emmer staat, en een spriet heeft die er aan een kant uitsteekt, anders hadden we niet geweten wat boven en onder is.
Los van had dikke Diederik de dennenboom enorm is, stond hij scheef in zijn pot. Het kostte Ilse nauwelijks denkwerk, en nog geen minuut later stond hij recht. Niet heel stevig. Maar recht.
Samen met de kleine draak hebben we van dikke Diederik een heuse en mooie kerstboom gemaakt.
En het is dan ook wel weer intens leuk om Jente bezig te zien met die kerstboom. Hoe ze denkt, waarom ze frutseltje 1 wel en 2 niet op een bepaalde plek wil.
En heb niet het lef om er tegenin te gaan, want bepaald dierlijk protest is je deel.
Maar goed, laat haar lekker, denk ik dan maar.

Leidt automatisch tot project 2: Al een paar jaar kijk ik tegen een van de meest armetierige kleine kut kerststalletjes aan die ik ooit zag.
Zijn niet mijn deel van onze gemeenschap van goederen, en tot op heden heb ik het altijd maar gewoon geaccepteerd. Ik ben al lang blij dat met de intrede van Ilse er op meer momenten dan alleen met kerst gezelligheid in huis is, maar het stalletje dat we nu hebben, zou zelfs niet afdoende zijn geweest voor ons aller bescheiden Jezus. Kortom: ik vind het schandelijk te kort schieten.
Ik heb laatst met mijn schoonvader ruimte gemaakt in de schuur om al mijn hout te drogen, en u raadt het al: ik ga mijn klauwen maar weer eens verwonden met het maken van een kerststal die onze lieve heer waard is. Vooral eigenlijk omdat ik mijn huis rond kerst wel wil opfluffen met een stal die de naam stal waard is.
Dus ik ga van hout een heuse trog maken waarin dat kind kan liggen tukken, en een mooi afdakje van echt hout, en echt mos.
Uiteraard moet een en ander wel ergens opgeborgen worden, ik heb namelijk de ervaring dat als je muizen hebt (hebben we niet want we hebben Colette) dat die door het jaar heen erg veel baat hebben bij een kerststalletje, en er gewoon Jesusje, Jozefje en Mariaatje in gaan spelen.
Ik heb er nu al zin in. Want de schuur is nu dusdanig opgeruimd dat ik ook gewoon mijn billen kan draaien en er een mooi werkstukje kan maken.
Ik ga een stal maken waar Jozef als bouwvakker nog een dikke punt aan had kunnen zuigen. Zeg maar.

Ik was al bezig met een paar kleine dingetjes. De auto van Ilse is nog niet 100% naar mijn zin, maar technisch beter dan de saxo.
Een van die dingen was een hoedenplank. Die ontbrak, en was via de sloop voor een paar ekkies snel in huis.
Toen zag ik dat er in de auto een nokje ontbrak, en die zou ik met behulp van mijn dremel wel even maken van een bout.
Tot de dremel het begaf. Het hoereding. Alweer een dremel naar de verdommenis. Best snel, maar voor garantie moet je een bonnetje hebben, en dat is een bureaucratisch soort ongein waar ik maar weinig aan kan wennen. Die bonnetjes zijn bij mij geen lang leven beschoren. Net zoals een dremel.
Uiteindelijk is het me, met wat doorzettingsvermogen ook wel gelukt zonder dremel, en heeft Ilse een volledig functionele hoedenplank, maar mijn razende frustratie over falende apparatuur kende weer eens geen grenzen.

En omdat ik het druk heb met chauffeuren (ik hou van de planner van Arriva, die dame denkt ten minste een beetje me), besloot ik dat we behoefte hebben aan een plankje in huis.
Ja, we hebben behoefte aan een plankje, want we zijn weer begonnen met het opbouwen van onze gezamenlijke hobby: Harry Potter Lego. En ik vind (en Ilse is dat schoorvoetend met me eens) dat we dat ook mooi moeten tentoonstellen.
Daartoe wil ik een soort van tijdelijke en dus makkelijk weer af te breken tafelplank maken, waarop we deze sfeervolle parafernalia kunnen neerzetten.
Is het wel fijn dat ik inmiddels beschik over een flinke werkruimte, waar ik mijn ei kwijt kan.
Ik ben behoorlijk druk met het rijden op Schiphol, en hoewel de nachtdiensten me bijzonder goed bevallen, merk ik ook wel dat het een soort van aanslag is op je gewone doen.
Gelukkig mag ik ook nog een paar diensten doen op het platform, en even bijkletsen met collegas.

En afgelopen week mocht ik zowaar weer eens wat muzikaals doen. Ook die collega's heb ik best wel gemist. En mooi dat de opname meneer een paar memorabele foute noten van mij wist te vangen met zijn microfoons. Ik hoop dat ik die nog eens gemaild krijg, want een betere beltoon of wekker zou er eigenlijk niet zijn. Zo lomp als dat ik foute noten kan spelen, zo hoor je ze maar zelden.
En dat brengt me op een ander muzikaal grapje.
Toen ik van het voorjaar werkloos raakte, was een van de voorwaarden voor de WW, dat je gaat solliciteren. Dus dat deed ik braaf. 1 per week.
Waaronder op een vacature als trompetsolist bij een van de Nederlandse symphonie orkesten.
Verder niet meer over nagedacht. Het was een verplicht nummer, en aangezien er verder geen reactie kwam (zoals wel vaker als je als werkzoekende solliciteert) ging ik gewoon verder met mijn leven.
Tot ik van de week een mail kreeg waarin stond dat ik werd uitgenodigd voor deze auditie.
Ik schoot onbedaarlijk in de lach. Vooral toen ik keek naar alles wat er van mij geëist werd. Een lijst, langer dan het verlanglijstje van Jente voor Sinterklaas.
En dan nog een paar solo stukken en wat kamermuziek.
Een soort van "how-to-kill-a-trumpet-player-in-less-then-1-hour".
Ik snap dat ze tijdens zo'n auditie wel iets eisen en iets verwachten. En ik snap dat ze ook mensen willen ontmoedigen om te komen, als ze niet echt wat in hun mars hebben, maar dit is echt bezopen.
En werpt bij mij de vraag op, of ze überhaupt wel iemand aan willen nemen.
En zo ja: of ze niet een externe commissie moeten inhuren, die wél in staat is om met een paar dingen te horen of iemand in een orkest past. Want als je al dat soort heavy muzikale meuk nodig hebt om te horen of iemand bij je bandje past, schort het misschien niet aan de kandidaat, maar aan de commissie.
Hoe dan ook: ik heb per kerende mail laten weten dat ik geen interesse meer heb, omdat ik ander werk heb. En derhalve geen tijd om dat allemaal voor te bereiden. Overigens is dit specifieke orkest daarin geen uitzondering. Ook andere beroepsorkesten hanteren het credo: Als we de kandidaat kapot krijgen, is dat een mooie bijvangst van een auditie waarbij we toch niemand aannemen.
Bizar vind ik dat.

Maar goed. Deert mij verder vrij weinig. Voorlopig zit ik goed bij mijn eigen bandje en achter het stuur van mijn bus.

En omdat ik vanochtend van 020 uur tot 0500 mocht werken, is mijn weekend wat later begonnen.
Ik wens u allen een goed weekend. Blijf veilig, blijf gezond.

vrijdag 4 december 2020

Mijn avonturen van deze week.

 De tong.
Ik kan waarschijnlijk een heel epistel schrijven over de/mijn tong. Wat het ding is, en waar het toe kan dienen. Met name als trompettist heb je veel met je tong te maken, eigenlijk op de zelfde wijze als wanneer je praat. Je articuleert ermee.
Vrij vaak heb ik te horen gekregen dat ik dat niet zo goed doe. Ik schijn onduidelijk te praten, en ik betrap me er bij het trompetspelen ook wel eens op dat het allemaal wat beter gearticuleerd kan worden.
Maar dat is niet waarom ik over dit oh zo belangrijke stukje spier wil praten.
Ik heb een wat wankele verstandhouding met mijn tong.
Begrijp me niet verkeerd: het is een onmisbaar ding, zonder dat zou ik niet kunnen praten (en ik vind het extreem belangrijk dat ik mijn mening gewenst, en (maar) vooral ook ongewenst kan spuien).
Van de week zaten Ilse en ik gezamenlijk op de bank. Iets te kijken of luisteren. Jente was naar bed en wij uitgeteld. Ik knaagde aan een stukje koek, en Ilse was voornemens om een grapefruit soldaat te maken.
Tot zover niks geks, ware het niet dat het niet helemaal verliep zoals het zou moeten. En uit ongeduld (ja, ook Ilse) bracht zij de nog beschilde grapefruit naar haar waffel, om met haar tanden die schil kapot te bijten, om zo een beginnetje voor het pellen te maken.
Nu ben ik beslist niet vies van een zuurtje in mijn mond. Een citroen of een limoen drink ik zo weg. Een mandarijn kan me niet zuur genoeg zijn, en appels die niet zuur zijn, bevallen mij maar matig. Maar de schil van een citrusfruit is gewoon té bitter. Ik zag haar het doen, begon te protesteren, maar mijn tong kromp gewoon in elkaar bij het zien van de mishandeling van de hare. Instant complete droogte. Rimpelde in elkaar tot tegen mijn verhemelte om daar van pure ellende te blijven plakken.
Op zich een bekende sensatie. Mijn CPAP heeft tot gevolg dat ik in de ochtend een tong heb die zo droog is, dat de Sahara er een oceaan bij lijkt. Ik heb voor de grap wel eens gevoeld, met mijn vingers aan mijn tong na een nachtje CPAP. Van mijn vingerafdruk bleef weinig over. Effect van een schuurmachine op een zacht houten plankje. Praten is een onmogelijkheid, laat staan articuleren.
Spa rood drinken is dan de enige optie. De koolzuur maakt mijn tong dan net even wat sneller weer vochtig. Ik heb me eigenlijk nooit echt afgevraagd of dat nu zo gezond is. Elke ochtend wakker worden met een sponzige schuurlap in mijn mond. Zo'n ding dient volgens mij vochtig te wezen, al was het maar omdat je je voedsel ook niet in een droge schuur wil vermalen.
Maar soit. Zo verbaas je je nog eens over je echtgenote. Wie bijt er nu vrijwillig in de bittere buitenkant van een toch al bitter-zure vrucht?

Mijn karma punten voor deze week heb ik ook weer binnen geharkt.
Tijdens de laatste rit van mijn  nachtdienst werd ik op een gegeven moment aangesproken door een mooie, jongedame die mij verdwaasd vroeg hoe of dat ze bij P4 (parkeerplaats 4, voor langparkeren) moest komen. En of ik daar ook heenging.
Neen, want bij mijn beste weten is P4 vanwege covid dicht en gaan er dus geen pendelbussen meer naartoe.
Echter in al haar wijsheid heeft Schiphol besloten om er dan maar een XL teststraat neer te zetten voor vakantiegangers en zakenreizigers. Dat was waar de jongedame naartoe moest. Want zij zou er als werkstudente (ze studeerde aan hbo-v) tests gaan afnemen. Maar haar werkgever had verzuimd haar te laten weten hoe of dat ze er zou moeten komen.
Ze besloot zelf om dan maar met me mee te rijden tot P3, en dan van daar te gaan lopen of een über te bestellen.
Prima.
Aangekomen bij het eindpunt (P3 dus) sprak ik mijn aflos collega aan, of die wist hoe lang het lopen was. Die begon te lachen, en zei dat dat wel een half uur zou duren. Een ritje met de auto van nog geen 5 minuten, maar lopend langs een slingerend fietspad is net even anders.
Het meisje in kwestie was druk bezig een über te regelen. Maar dat bleek voor de app van über te moeilijk. En lopen een half uur, zag ze niet helemaal zitten.
Dat was het moment dat ik me realiseerde dat ik mijn diepe respect voor verpleegkundigen en zorgpersoneel om kon zetten in wat hulpvaardigheid. Ik bood het meisje een lift aan, omdat ik het in de mottig regenende kou toch niet heel erg verantwoord vond om een meisje alleen te laten wandelen. Zeker daar, waar er op zich nog wel veel verkeer is, maar verder helemaal niks.
Gelukkig accepteerde ze na enige (terechte, want vreemde vent) twijfel mijn lift, en heb ik haar 7 minuten later bij haar werk af kunnen zetten.

In een duister verleden, toen ik nog in Tiel woonde, had ik een babyblauwe Citroën C3. Een diesel.
Die maakte haar kilometers tussen Tiel en Limburg. Afmattende, strontvervelende, nare kilometers, want ik wilde niet in Limburg zijn. Maar dat is een ander verhaal.
Die auto was een van de beste auto's die ik had. Voordelig, comfortabel en met die babyblauwe kleur toen al een verfrissing op de weg, tussen het toen al grijzige leaseblik dat het beeld van vaderlands snelwegen tot een deprimerende sliert maken.
Weggedaan, BMW gekocht, vrouw gekregen, hobby gekregen, kind gekregen en ettelijke malen verhuisd. Toch heeft die auto altijd een heel speciaal plekje gehad. Omdat ze zo betrouwbaar de kilometers maakte. Omdat ik er nagenoeg in woonde. En voor een man alleen was het groot zat.
Goed, inmiddels toegetreden tot het gilde der citrogestoorden, een boel Citroëns gekocht, in de prak gereden, miskopen, etc in bezit gehad, was er nooit een moment dat er een C3 weer ter sprake kwam. Terwijl het juist die auto was, waar ik zo fijn mee heb gereden.
Fast forward naar vandaag.
Ilse durfde het toch niet meer aan. Nog meer geld steken in de saxo, die ik zo ongelooflijk charmant vind. Er moet gewoon nog teveel aan, en ik kom er niet toe. Ik kom toe aan mijn eigen auto. Maar daarmee is eigenlijk mijn laatste vrije tijd die ik heb, zonder dat ik mijn gezin verwaarloos, op. En dus moest er een andere auto komen. Liefst iets dat betrouwbaar was. Maatje meer geen bezwaar, liefst wat meer opties en wederom niet al te duur. Ten slotte is het ook niet zo dat we bulken van het geld, daarvoor verdient een armetierige chauffeur te weinig.
Mijn oog viel zomaar ineens op een Citroën C3. Die Ilse ook wel beviel. En dat ding staat gewoon in Almere te koop. En zit nog eens dik in de opties ook.
Goed, mijn insteek was, dat omdat het niet voor mezelf was, en ik er dus ook geen tijd voor heb, dat er maar een klein Japannertje moest komen. Voor mezelf vind ik het niet zo bezwaarlijk als er eens een ANWB aan te pas moet komen (is me dus ook nog nooit gebeurd, en nu zit ik dus keihard op de tafel de beuken). Maar voor Ilse (en Jente) vind ik dat dus wel. Niet dat ik er problemen mee heb als de ANWB komt om haar weer op weg te helpen, maar net als bij de verpleegster van het vorige onderwerp vind ik het voornamelijk vervelend dat ze dan in haar eentje, mogelijk in het donker, moet wachten op de wegenwacht. Niet iedereen is een brave huisvader die een ander goedbedoelend verder wil helpen, en dat leed wil ik Ilse toch besparen.
Maar die Japanner die we probeerden, werd door Ilse afgeserveerd, de C3 die ik voorbij zag komen werd ook geprobeerd, en die voelde goed. Dus dat maar gedaan.
En de trip down memory-lane was compleet: het is namelijk een C3 in exact dezelfde kleur als die ik 10 jaar geleden kocht. Exact dezelfde auto. Nou, bijna. Want dit is natuurlijk geen diesel. En is wat meer luxe. Maar toch. Staat er toch weer een guitige snuit naast haar grote zus.
Ik ben grote blij. Ilse ook, en wederom klop ik als een lijpe lotje op tafel, dat dit maar lang zo mag blijven.

Sinterklaas is in aantocht, en ik vraag me oprecht nogmaals af: is dít dan wat je ervoor terugkrijgt? Een kind waar totaal geen land mee te bezeilen is. Janken en krijsen om de meest onbenullige dingen. Dramalama-gedrag waar je koud van wordt, allemaal in afwachting van wat die Sint al dan niet komt brengen. En net als je denkt dat je de boel gesust hebt, flikkert ze van de bank, landt op haar kop en begint het hele circus weer opnieuw.
Ze is lief, echt, heus. Maar de laatste paar weken bijna uitsluitend als ze slaapt, of net wakker is. Want van pure spanning, kan ze weinig meer hebben.
Ergens vind ik het ook wel sneu voor haar.
Het zal goed komen. Volgend jaar. Na de feestdagen.

Dit geschreven hebbende, wens ik u allen een prettig weekend.

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...