zaterdag 29 mei 2021

Het is volbracht.

 
Toen ik 10 was, kreeg ik een missie: ik had met mijn stomme kop gezegd dat het misschien wel leuk zou zijn om van mijn trompet mijn beroep te maken, en sindsdien heeft er nooit meer iemand aan mij gevraagd of dat ook echt nog wel zo was. Dat ik, met dat ik dat zei, mijn hele jeugd opgaf, kon ik toen niet weten.
Mijn leven bestond daarna uitsluitend uit school en trompet. Want ik had immers gezegd dat…. En wee mijn onwetende gebeente als ik op school lager dan een 6 haalde. Wee mijn getalenteerde gebeente als ik niet gelijk 100% perfect mijn lesjes speelde. Dan daalde toorn en venijn in diverse vormen op mijn hoofd neer.  
Op het conservatorium afgeleverd, merkte ik al snel dat ik een buitenbeentje was. Het kon mij eigenlijk weinig boeien wat een of andere Plato over muziek vond. En of Mozart ADHD had, zou me helemaal aan mijn achterste oxyderen, in zijn tijd was de trompet nog niet de trompet die het nu is, dus erg interessante zaken had hij er niet voor geschreven.
We moesten allemaal liedjes van Beethoven en zo analyseren. Want daar zou je een betere muzikant van worden. Mijn argument dat een analyse van een piano of viool sonate echt niet zou zorgen voor beter trompetspel, al was het maar omdat er in een piano of viool sonate erg weinig tot geen trompet voorkomt, werd weggewimpeld. Het moest in het systeem passen.
Ik vond 1 uur trompetles en 26 uur theorieles in de week erg scheef, en dus werd ik een fervent hoofdvak kantine student. Die bijvakken boeiden me weinig. Helemaal niks, eerlijk gezegd.
Maar het maakte toen al (en helaas veel te lang genegeerd) duidelijk dat ik misschien niet helemaal de juiste keuze had gemaakt.
Maar ja….
Ik kwam uiteindelijk met hangen en wurgen over de eindstreep en kon zo mijn conservatorium papiertje in ontvangst nemen. Joechei
Maar een heel goed beeld bij de toekomst had ik niet. Lesgeven leek me helemaal niks, en had ik ook erg weinig tot geen voorbereiding voor gehad, maar omdat dat als starter het enige was dat ik kon verzinnen, ben ik daar maar begonnen. Zeer tegen wil en dank, want ik was nauwelijks in staat om die kutkinderen te motiveren. Ik was zelf eigenlijk niet eens gemotiveerd.
Ik kreeg een baan bij een orkest, deed wat snabbels en zo kabbelde het leven voort.
Het leven kabbelde voort, maar ik werd er steeds minder gelukkig van. Elke week hetzelfde zeggen tegen mijn leerlingen (uitzonderingen daargelaten). Elke week hetzelfde programma. En overal waar ik kwam, waren mensen veel gepassioneerder veel gemotiveerder om een mooi concert te spelen.
Ik snapte vaak niet eens waar ze het over hadden.
En als ik helemaal enthousiast iets wilde vertellen over mijn hobbies, over iets heel anders, kreeg ik soms het gevoel dat dat niet helemaal aan kwam bij die collega’s. Dat was vaak best eenzaam.
Begrijp me niet verkeerd: ik kon me handhaven omdat ik bijzonder getalenteerd was als trompettist. En dan kan je op routine, en met af en toe een mooie noot een heel eind komen. En het was heus niet allemaal kommer en kwel. Juist door de collega’s was mijn leven als muzikant vol te houden. Want ik heb in mijn tijd als muzikant echt heel erg veel toffe mensen mogen ontmoeten. Tot vriend maken, en in een enkel geval zelfs tot echtgenote mogen bevorderen.
Maar met dat de jaren verstreken, en ik er achter kwam dat ik op geen enkele manier nog te motiveren was om muziek zelfs maar een heel klein beetje leuk te vinden, maar er wél achter kwam waar mijn passies, hobbies en plezier wél uit te halen was, bleek er eigenlijk geen houden meer aan.
In 2013 stelde mijn verkering mij de vraag:” Maar wat zou JIJ willen?”
Ik wist daar eigenlijk geen antwoord op te geven. Sterker nog: ik stond met de spreekwoordelijke bek vol tanden, want het was de eerste keer dat iemand anders me dat zo rechtstreeks vroeg. Ik was niet op die vraag voorbereid. Ik wist niet anders.
Maar het bleef wringen. En het wringen werd schrijnen. Het schrijnen werd branden. En dat vuur werd een loodzware last op mijn schouders.
De spiraal neerwaarts was oncontroleerbaar ingezet.
Ik heb het geprobeerd. Keer op keer. 
Ik stopte met lesgeven, ruilde dat in op een baan als chauffeur, in de hoop dat ik, verlost van de last van lesgeven, het spelen weer leuk zou gaan vinden, maar eigenlijk pakte dat precies verkeerd om uit. Ik vond een nieuwe passie, en het trompetspelen werd alleen maar minder en minder. Zwaarder en zwaarder. En het rijden werd alleen maar leuker en leuker.
Ik schreef al: het is echt niet dat ik het niet geprobeerd heb, maar toen ik mezelf wederom jankend van ellende op de bank terugvond, omdat ik er huizenhoog tegenop zag om aan het einde van de week weer die trompet verplicht uit zijn koffer te pakken, was dat eigenlijk de druppel die de emmer deed overlopen.
Het is klaar. Na 30 jaar moet ik misschien ook maar eens toegeven dat talent alleen niet voldoende is. Dat het toneelstukje van de gepassioneerde muzikant in mijn geval gewoon niet opgaat, niet oprecht is, en meer energie vreet dan goed voor me is.
En dan hoor ik mensen vragen: maar het was toch niet alleen maar ellende? Nee, ik stipte al aan dat ik fenomenale reizen heb mogen maken. Fantastische mensen heb mogen ontmoeten. Het waren altijd de bijzaken aan de muziek die ik geweldig vond. Het muziekmaken zelf, was een hinderlijke bijzaak, daar waar het voor anderen de hoofdzaak was.
Corona is wat dat betreft een zegen geweest. Ik hoefde gedurende een heel lange tijd niet tot nauwelijks te spelen, en ik heb het dan ook geen moment echt gemist.
Ik heb dus ontslag genomen bij het orkest van de marechaussee, en zal verder gaan alleen als chauffeur. Daar is nog helemaal geen zekerheid, whatsoever, maar de ene gesloten deur, opent de ander. Het zal wel goedkomen. Waar dan ook, hoe dan ook.
Toen ik mijn ontslag indiende (eerst mijn sectie op de hoogte gesteld) reageerde men behoorlijk supportive. En toen ik die dag naar huis reed, voelde ik me 20 kilo lichter. Ik ben uiteraard niet gelijk weg, maar elke keer die ik nu nog muziek moet maken, zal afstrepen worden. De opluchting is haast tastbaar. De bevrijding is onbeschrijflijk. Ik kan ademhalen. Ik ben klaar voor de rest van mijn leven.

vrijdag 21 mei 2021

Een hoop bullshit.

 In mijn jeugdige jaren ging ik regelmatig met orkesten van divers pluimage op concertreis.
Er gebeurden dan heel mooie dingen. Zoals jeugdige liefdes die opbloeiden (en in alle vormen van actie en hoedanigheden zicht- en hoorbaar waren), en drankmisbruik waar je U tegen zegt. Oh, en natuurlijk mooie concerten.
Na die concerten werd in de regel de drank misbruikt, en de volgende ochtend zat je elkaar wat glazig aan te kijken. Kamers werden niet noodzakelijkerwijs met de meest gunstige personen gedeeld, maar ach, daar had je al snurkend en je roes uitslapend nauwelijks last van.
En meestal lag je toch wel met de juiste persoon of personen op de kamer.
Tot daar allemaal leuk.
Hoewel...
Trombonist W. deelde een kamer met Tubaist M. Die beiden erg hielden van het misbruiken van drank.  De volgende ochtend vond W. het nodig om eens lekker uitgebreid te gaan douchen (Absoluut geen overbodige luxe, maar dat geheel terzijde). M. vond dat hij geen rekening hoefde te houden met W. en verklaarde de (chemische) oorlog door in diezelfde badkamer eens uitgebreid zijn grote boodschap in de daartoe bestemde toiletpot te deponeren. Het verhaal gaat dat W. nog nooit zó snel en zó luid kokhalzend niet alleen van de badkamer af is gevlucht, hij schijnt zelfs half naakt het hotelletje verlaten te hebben, zo erg was het.
Dit verhaal (waar gebeurd, ivm de gevoelige privacy zal ik echt heus geen namen noemen) kwam in me op nadat ik zelf slachtoffer werd van iemand die nog geen rekening wenst te houden met andere levende wezens.
Ik stond lekker te poedelen onder de douche, Ilse en Jente waren op de slaapkamer bezig met allerhande zaken en gezellig wat keuvelen.
So far, so good.
Ik kan lekker lang douchen, ik neem er graag de tijd voor, en het is niet ongebruikelijk dat Jente zo af en toe de deur open doet om tegen mij te klessebessen. Prima.
Zo ook deze keer. Ik begroette Jente, zij mij. Ik zag door de benevelde douchewand dat zij haar broekje liet zakken en vlug op de toilet plaats nam.
Even later dreef me er een meur tegemoet die me deed denken aan de poorten van de hel. Zat ze daar, zonder enige consideratie enorm te kakken. Maar echt. Ik meende dat dit soort stunts dus alleen bij (studenten) orkesten voorkwam, maar blijkbaar leert men dit al op jonge leeftijd. Van wie Jente dit leerde, is me een raadsel. Ik ben nog nooit wezen poepen terwijl zij of haar moeder stonden te douchen.
Haar excuus: ik had geen zin om alleen naar beneden te gaan.
En daar kun je het -al kokhalzend- mee doen.  

Over gekkigheid gesproken:
Met de komst van de hedendaagse mobiele lulijzers is het mogelijk om je hele (privé)leven met alles en iedereen te delen. Iets waar ook ik met graagte gebruik van maak.
Ten slotte is het van levensbelang om iedere scheet met je sociale contacten te delen.
Zo hoef je nauwelijks meer gebruik te maken van bijvoorbeeld PostNL om kaartjes te verzenden.
Je drukt op het juiste knopje en de camera neemt hetzij een foto of maakt een complete video van dat wat je denkt te moeten delen.
Zo ook afgelopen week. Ilse dacht er goed aan te doen om een videootje op te nemen ter ere van de verjaardag van een vriendin.
Ik werd gesommeerd (vriendelijk verzoek van een vrouw moet je niet afwijzen, bij afwijzing wordt t een verplichting en bij verdere weigering een ruzie) om mee te zingen.
Dus braaf posteerde ik mezelf achter de bank teneinde een vrolijk klinkend "Langzalzeleven3xindegloria3xhierdepiephoerahoerahoera". Op het moment dat de beide meiden het liedje inzette, en ik dus ook, kreeg ik op geen enkel moment hun toonsoort te pakken. 3 maal geprobeerd, en 3 maal totaal naast de toonsoort. Volstrekt onvindbaar. Mezelf realiserend dat ik midden in een enorme brainfart zat, verschool ik me proestend van het lachen achter Ilse. Ik kon niet meer.
Best beschamend. Als muzikant gewoon op geen enkele manier in staat zijn om een toonsoort te vinden.
Om te gieren.

Over brainfarts gesproken:
Op Schiphol is het verkeer dusdanig opgezet dat je maar 1 richting op kan. Dit om chaotische en gevaarlijke taferelen te vermijden.
En als je het niet meer weet, maar je bent wel een serieuze berijder van een voertuig, én je hebt minimaal verkeersinzicht en kennis, dan zie je aan de opbouw van de wegen al, dat je maar één (1) richting op kan. Gewoon de pijlen volgen, en goed de borden lezen. Niet te snel willen, maar gewoon op normaal tempo je weg zoeken. (Als je te snel gaat, mis je namelijk informatie op de borden, en rij je verkeerd, en ga je stomme dingen doen).
Dergelijk verkeersinzicht is niet iedereen gegeven. Je moest ze de kost geven: pannekoeken die zonder te blikken (letterlijk) en blozen (helaas) gewoon hun auto voor je bus rammen, over doorgetrokken strepen. Of gewoon vol in hun ankers gaan, om toch nog op het allerlaatste moment via een verdrijvingsvlak of puntstuk naar een andere baan te gaan.
Of je bent een vrachtwagenchauffeur (ik zal vanwege de goede smaak volstaan met het benoemen van de kleur van zijn kentekenplaat: wit) en je merkt dat je verkeerd rijdt. Dan moet je dus wel al gezien hebben aan de pijlen op de weg, dat het één (1) richting is. En dan toch zonder enig mededogen voor de overige weggebruikers (waaronder uw nederige scribent met een bus halfvol mensen) je vrachtwagen combinatie 180 graden draaien en recht op me af komen, terwijl dat niet mag, en eigenlijk ook niet kan, omdat er op de 3 beschikbare banen allemaal verkeer rijdt.
Ik moet toegeven: ik heb deze """beroeps"""chauffeur het een en ander toegewenst. En dat was niet bijzonder lief. Ik geloof dat ik wel 4 of 5 pannekoeken heb zitten mompelen, want ik moest serieus alle zeilen bijzetten om de meneer met zijn witte platen te omzeilen, zonder daarbij overig verkeer dwars te zitten.
Gelukkig werd de vent vrijwel direct door de Marechaussee gestopt en naar ik kon zien niet al te vriendelijk gesommeerd om zijn combinatie als de donder weer om te keren, en te maken dat hij weg kwam.
Overigens wil ik Rico Verhoeven bedanken voor zijn akkefietje met die andere bokser, waarbij Rico zijn geduld verloor tijdens een persconferentie en die andere bokser uitmaakte voor 'pannekoek'. Je kunt dat als scheldwoord dusdanig uitspreken of uitroepen, dat je het lief of juist goedmoedig plagend of vreselijk agressief bedoelt. Pannekoek als scheldwoord is enorm multifunctioneel. Iemand keihard voor pannekoek uitmaken, is eigenlijk veel bevredigender dan allemaal andere (veel lelijker) woorden.

Goed.
Bij dezen begint bijna mijn weekend. Even nog een zaterdagje knallen op Schiphol, en dan mag ik mijn 5gnanochipmdmabacteriekinderpornonetwerkchemtrail-prik gaan halen.
Ik heb niks met naalden, maar deze laat ik graag in mijn poot zetten.

Dit alles geschreven hebbende, wens ik eenieder een weelderig weekend toe.

vrijdag 14 mei 2021

Uw wekelijkse update aangaande het leven van een mafkees.

 Vogels stammen af van de dinosauriers, zo is mij ooit geleerd, en als je de Jurassic Park films hebt gezien, kun je enigszins concluderen dat de nazaten van deze enorme monsters niet echt bekend staan om hun fijnzinnige tafelmanieren.
Van de week kreeg ik een real-life National Geographic momentje hierover.
Het slachtoffer: een duif.
De dader: een kraai.
Plaats delict: parkeerplaats.

Meneer of mevrouw Duif had blijkbaar een nestje hoog in het gebouw van de parkeerplaats, en vloog af en aan met lekkernijen of metselwerk voor het nestje.
Meneer of mevrouw Kraai had dat niet, maar wel honger. (Hierna is Kraai 'K' te noemen en Duif 'D').
D vloog dus uit, richting iets lekkers oid, en K ging snoeihard in de aanval. Midden in de lucht sloeg hij D met een flinke klap K.O. die daardoor als een gemankeerde prop papier tegen de grond sloeg.
Met een gang waar een duikbommenwerper jaloers op zou zijn vloog K erachteraan, en nog voor D goed en wel op de grond lag, begon K een schranspartij waar de koude rillingen van langs je rug liepen.
Hele ledematen werden gedemonteerd en als 'niet lekker' door de lucht geslingerd. En het stoof er van de veren.
Einde D.
K's vriendjes lieten niet lang op zich wachten en kwamen al snel gezellig mee schranzen. Ook dat ging niet bijzonder aimabel allemaal. Met hun snavels hakten ze net zo gemakkelijk op elkaar in, als op de inmiddels slordig, doch vakkundig gedemonteerde duif.
Uiteindelijk, na een kleine 20 minuten restte er van D niet meer dan een afgekloven ruggegraatje, een kop die alleen in theorie nog verbonden leek met een stuk vleugel en een enorme hoeveelheid veren.
Witte veren.

Ik kon dit hele proces natuurlijk niet helemaal volgen. Het was dan wel een heterdaadje, deze moord, maar er moest ook nog gewerkt worden. Mijn kennis heb ik dus ook van getuigenverklaringen en deductie.
Tijdens mijn werk, stapte er een gezin in mijn bus die naar de parkeerplaats moest, en daar aangekomen, en uitgestapt, riep een van de kinderen: kijk, papa!! Sneeuw!!! Wijzend naar de veren.
En voor ik iets kon zeggen, antwoordde "papa" (waarschijnlijk te gaar van een lange reis met kinderen in een vliegtuig, en dus niet zó bij de pinken dat hij zich realiseerde dat sneeuw echt niet blijft liggen bij 15 graden boven 0) dat dat leuk was, en het jong maar even moest gaan kijken.
Het enthousiasme van kinderen, is me niet onbekend, maar voor ik kon ingrijpen (ten slotte: een gedemonteerd kadaver van een duif, is denk ik niet iets waar een peuter/kleuter heel erg blij van wordt) stond het kind al bij de stoffelijke resten. Te gillen.
Ik ben heel benieuwd hoe de nacht was van dit gezin.
Uiteraard viel er genoeg te lachen. Ik moest de bus van mijn collega overnemen, en die collega was klaar met zijn dienst. Heel erg klaar met zijn dienst. Zijn bedje riep. Heel erg hard.
Terwijl de passagiers nog uitstapten, en ik aan kwam lopen, rekte hij zich eens lekker uit. Met zo'n enorme, tevreden, dierlijke grom. Waarop de passagiers van schrik uit zijn bus sprongen, en wij enorm in de lach schoten, omdat het wel heel erg enthousiast uit zijn tenen leek te komen.

De participatiewet begint steeds bizarder vormen aan te nemen, voor zover dat nog kon.
Stel je bent mentaal in ongerede. Je kunt niet werken, en bent afhankelijk van een uitkering. Diep triest, maar goddank is Nederland een ontwikkeld land, dus er wordt voor je gezorgd.
Nu ben je mentaal dus niet de sterkste en er is opname in een instituut nodig.
Gelukkig: Nederland is een ontwikkeld land. Dat kan dus gewoon. Fijn.
Nu heeft dus een ambtenaar ergens het volgende bedacht: Mooi! Iemand wordt opgenomen, de uitkering wordt stopgezet, en het huis waar de patiënt woonde, kan mooi verder verhuurd worden. Word je dus uit dat instituut losgelaten, kom je buiten: geen geld, geen huis, bekijk het maar.
Alle behandeling voor jan lul. Was je net weer op de rails, moet je dus op straat jezelf maar zien te redden.
Ik dacht dat we een ontwikkeld land waren. Maar blijkbaar betalen we met ons allen ambtenaren die dit soort onmenselijke onzin in wetten verankeren.
Ik vraag me af of de betreffende ambtenaar deze wet thuis aan zijn vrouw heeft verteld, glimmend van trots. En hoe die vrouw daar dan op reageerde.
En wat zo'n ambtenaar dan ziet als hij de volgende ochtend in de spiegel kijkt. Zou die heel erg blij zijn met zichzelf?
Ik gun zo'n ambtenaar een diepe, onbehandelbare depressie. En ik gun hem de uitwerking van zijn eigen wet.

Wij hebben sinds een aantal jaar de beschikking over een extreme vorm van luxe: de Roomba. Roomba is een robotstofzuiger, die elke dag rond de klok van 10 opgewekt en doodgemoedereerd een paar rondjes door het huis maakt.
In de regel, en als Jente thuis is, gaat het ding gelijk uit, want Jente heeft de pleurishekel aan het lawaai dat het ding maakt. Dus die rent er gillend op af om haar uit te zetten.
De katten zijn er ook niet dol op. Dat zijn dieren, en dieren kun je nu eenmaal niet uitleggen wat de nut is van een apparaat dat al lawaaimakend achter ze aan komt.
Net zo vaak als dat ze aan gaat, zuigt ze zichzelf klem onder de bank, of verslikt zich in een door Jente of Ilse uitgetrokken sok of schoen(veter), en geeft ze met treurige stem aan dat er een probleempje is.
Inmiddels zijn we erachter waarom de kattenvoerbakjes soms aan de andere kant van de kamer belanden. Die schuift ze meters voor zich uit, omdat ze er niet omheen kan(?), niet overheen en niet onderdoor.
Onze gewone stofzuiger, die in de gang staat, soms met stekker nog in het stopcontact, krijgt het ook wel eens te verduren. Roomba tikt ertegenaan, en dat is dan precies de aan/uitknop. En toch zijn we al jaren fan van miss Roomba.

Goed, mijn weekend is begonnen. Ik wens iedereen een beste.



vrijdag 7 mei 2021

Vreemde artiesten.

Dat je als artiest niet geleerd hebt voor bagage-afhandelaar op Schiphol, is duidelijk.
En als je artiest bent, wil je liever geen boodschappen bezorgen voor de Appie. Ook duidelijk.
Dat je dat als artiest wel moet doen vanwege de huidige omstandigheden, en de financiële ellende die dat met zich meebrengt, is iets waar ik respect voor heb. Niet bij de pakken neerzitten, maar gewoon administratieve ellende van de GGD opknappen, tot je weer de artiest kan gaan zijn. Want wachten tot alle geldelijke reddingsplannen uitbetaald worden, is iets dat garandeert je maar 1 ding: dat je op een gegeven moment je garderobe kan vervangen voor iets dat een paar maten smaller is, want afvallen doe je dan zeker.
Er zijn echter ook "artiesten" die willen liever niet werken. Of in elk geval: die willen vooral dat anderen blijven zorgen voor inkomsten, ook al staat daar zelfs geen concert voor in ruil.
Die starten een crowdfunding op, met een blarentrekkend verhaal over hoe zielig ze zijn, en of ze even kunnen vangen.
Want werken? Nee!!!!! Hoe kom je erbij, dat is een regelrechte belediging.
Ach, en op zich, de pienterheid om te teren op de zakken van goedgelovige, enigszins sullige fans, is misschien niet chique, maar, soms willen mensen ook graag afstand doen van hun geld. En dat is dikke prima. Ten slotte moeten buikjes over de hele wereld gevuld worden.
Een van die artiesten is een verre collega. Ver, want qua mentaliteit sta ik uiteraard mijlenver van haar af.
Ik ben te goed om te teren op andermans zakken.
Die "collega" startte dus een crowdfunding. Zij kon niet rondkomen, en dus mochten anderen, zonder tegenprestatie, eventjes geld overmaken.
Ik gaf haar de tip dat er bij het GGD mensen gevraagd worden, maar daar werd bijzonder afwijzend op gereageerd. Prima. Ik bedoelde het goed.
Een paar maanden later, postte deze dame een keur aan tassen van dure kledingmerken. Want een shop-vakantie na alle armoedige ontberingen bleek nodig te zijn.
Het is haar uiteraard van harte gegund. Door mij althans, en ook door de fans die haar dat geld gaven. Ik moet wel zeggen dat ik me niet bewust was van het feit dat dure merkkleding en vakanties ook gelden als noodzaak om te kunnen rondkomen, en te eten, maar hey: ik ben ook maar een simpele boer.
Echter landde ik in een hele discussie hierover, want er was iemand behoorlijk boos over deze gang van zaken. Die vond het gedrag van deze trompettiste bizar, laakbaar, walgelijk. (En ach: eigenlijk is het dat ook wel).
En daar kreeg ik ineens, zij het verlaat, een beste portie respect voor deze Melissa Venema. Die blijkt dus in staat om een heel legertje aan internet-trollen te kunnen mobiliseren om het in de meest onbeschofte termen voor haar op te nemen. En degene die kritiek had op haar levenswijze, aan te vallen op een manier waar de honden geen brood van lusten.
De beste man werd zelfs met allemaal gezwollen termen "gesommeerd" om deze "smaad" weg te halen, want anders zou hij wel een advocaat erop af sturen.
Giller natuurlijk, het geven van een mening, ook een negatieve, zelfs als die slaat op een of andere Melissa Venema, is natuurlijk iets dat niet strafbaar is. Integendeel, als je het mij vraagt.
Maar: chapeau! Ik was er echt van overtuigd dat alleen ongure staatslieden, zoals Poetin, of Kim Yong Il in staat waren om legertjes internet-trollen in te zetten tegen hun tegenstanders. Blijkbaar lukt het een doodgewoon Nederlands trompet-blondje ook wel. Vind ik knap.

(Ik vrees nu wel een beetje dat ik een niet zo bijster positieve mening heb gegeven over Melissa Venema, dus het zou zomaar kunnen dat ik straks gesommeerd word om deze blog te verwijderen. Of dat ik haar trollenleger achter me aan krijg).

Over artiesten gesproken: afgelopen week kwam naar buiten dat een aantal van de artiesten die optraden voor fieldlabs, dat heeft gedaan zonder betaling.
Fieldlabs, dat ongeveer 900 miljoen kreeg voor het organiseren van covid-proof-partijtjes, betaalde dus een aantal artiesten niet.
Dat gegeven is natuurlijk onbehoorlijk bezopen, en de minister van cultuur, deed precies wat we van haar hadden kunnen verwachten: helemaal niks.
De verontwaardiging was groot onder muzikanten.
En termen als "fair practise code" vlogen weeral om de oren.
En ja, vanuit het standpunt van Fieldlabs is dat volkomen normaal: die willen zo min mogelijk van die 900 miljoen uitgeven.
Vanuit de artiesten-kant van dit verhaal, weet ik het zo net nog niet.
Artiesten worden benaderd om een deuntje te zingen of spelen, krijgen een contract voor hun snufferd, en tekenen dat. En ik neem aan dat ze dat contract hebben doorgelezen. En dus met hun volle verstand "Ja, ik wil" zeiden tegen een onbetaalde snabbel.
Het is mij dan toch net even te makkelijk om de schuld en schande uitsluitend bij Fieldlabs neer te leggen. Tuurlijk, dat hele Fieldlabs is een walgelijk zooitje inhalige ransapen. Lijkt me evident.
Maar als je nu, in deze tijd, als artiest een gratis optreden gaat verzorgen voor een louche bedrijfje dat 900 miljoen van de staat krijgt, ben je net zo louche, extreem aandachtsgeil, intens wanhopig of gewoon niet meer te redden zo dom. En dan hou je dus een volstrekt ziek systeem in stand waarbij de uitvoerders in de culturele sector stelselmatig ondergewaardeerd worden. En dan zeg ik tegen eenieder die zo loopt te fulmineren tegen fieldlabs: wees eens eerlijk, en geef die artiesten die daar gratis stonden te stuntelen eens net zo'n veeg uit de pan. Sla die ook maar eens om de oren. Want die verdienen dat net zo goed. Zo niet meer. Geen aanbod van gratis musici, neemt de vraag naar gratis musici ook af.
Maar dat lef heeft men blijkbaar nog niet.

Voor haar verjaardag heeft Ilse een bad gekregen. Superfijn. Voor haar dus. Ik ga nooit in bad, want ik heb nooit een bad gehad. Dat wil niet zeggen dat ik per definitie meur, want ik ga dagelijks lekker onder onze regendouche staan. Maar Ilse, vrouw die ze is, wilde zo dolgraag een bad hebben.
We hebben serieus onderzocht of dat mogelijk was, maar de grotere, wat comfortabeler baden, zouden toch meer ruimte nodig hebben, dan onze badkamer heeft.
We zouden dan een stukje muur naar Jente's kamer moeten wegkappen. Vonden we niet zo'n goed idee. Een andere optie zou zijn om het toilet op te geven. Maar een extra toilet boven, vind ik dan weer een luxe die ik niet zomaar op wil geven. Doen we niet.
De laatste optie zou zijn om de muur naar de buren door te breken, de laatste 5 centimeter van het bad bij hun in de slaapkamer te parkeren, maar ik geloof dat onze buren dat weer niet een denderend goed plan zouden vinden. Ik geloof dat, want uit fatsoen heb ik het ze niet voorgesteld.
Van haar ouders kreeg zij echter hun bad te leen. Dat is een soort van plastikken teil, groot genoeg voor 1 volwassene, die kan dienen als zitbad. Een erg lomp ding, dat staat half in en half buiten de douchecabine. En als je het niet gebruikt, staat het vakkundig in de weg, waar je het ook laat.
Ilse's ouders vonden haar hartekreet om een bad dusdanig heftig, dat zij ook zo'n bad voor haar kochten.
Ik zal er zelf geen gebruik van maken. Ik heb namelijk stiekem zitten bestuderen hoe je in zo'n bad zit, en het lijkt me erg krap. En los daarvan: met mijn volstrekte gebrek aan subtiliteit zou ik bij het instijgen de linker douchedeur kapot trekken, en bij het uitstijgen languit achterover lazeren, 200 liter afgekoeld zeepwater over de bovenverdieping uitstorten en en passant de rechter douchedeur aan splinters trekken. In een poging om mezelf toch nog een beetje te sparen, zou ik met mijn rug op de toiletpot knallen, die daarbij ook in 3 gelijke hompen uiteen zou vallen. Nee, het is beter als ik het bad aan Ilse laat. Niet dat die veel subtieler is, maar die is wel beter in het opruimen en het verzinnen van oplossingen voor alle aangerichte ellende.
Oh, en het is natuurlijk haar bad.
Morgen komt als het goed is, mijn kadootje. Ilse wilde namelijk een opgeruimdere kamer boven. En om dat te bewerkstelligen heb ik bij die Zweedse boevenbende een bijpassende paxkast gekocht. Eigenlijk vooral om mijn kleren in op te bergen, zodat zij meer ruimte heeft voor haar kleren. Die moeten we in elkaar zetten, en daar heb ik nu al zin in.

Hoe dan ook: dit alles geschreven hebbende, wens ik u allen een fijn weekend.

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...