vrijdag 23 juli 2021

Decadentie.

 Het was in het nieuws: Meneer Bezos ging naar de maan. Niet figuurlijk, niet letterlijk, maar hij kwam een heel eind in de richting. (Hoewel: figuurlijk is zijn toch al niet denderend positieve naam door toedoen van zijn criticasters nu wel naar de maan).
Deze extreem rijke meneer liet een raket bouwen, en een paar uitverkorenen mochten met hem mee.
Een bijzonder duur reisje. En ik meen dat de bedoeling is dat hij er nog rijker van wordt, want hij gaat dit soort reisjes aanbieden, aan de zeer gefortuneerde medemens.
(Ik zie hier overigens wel wat nuttigs in: stuur niet alleen de extreem rijken voor een retourtje naar de ruimte, hou wat plekken vrij voor de meest ranzige criminelen, en geef die een enkeltje).
Hoe dan ook: kritiek kwam er genoeg, en wat mij opviel was vooral een leuk bedoelde tekening waarin gesteld werd dat hij met zijn geld de wereldwijde kinder-honger had kunnen oplossen.
 

Ik maak een uitstapje.

Een muzikante plaatste laatst vol trots een foto van haar gloednieuwe, elektrische Ford Mustang. Een waanzinnig dure auto. Of je hem nu least of koopt, het is linksom of rechtsom gewoon een heel erg dure auto.
Los van het feit dat ik me dan afvraag hoe slecht het nu werkelijk in de cultuur gaat; good for her! Ze heeft er keihard voor gewerkt, en als je het mij vraagt, heeft ze het dan ook verdiend. Wat gaat het mij aan waar zij haar extra geld naartoe brengt. Nietwaar?
Nietwaar?
Wacht even: voor minder dan 1/3e van het geld had ze evengoed een elektrische auto kunnen hebben. Een Suzuki of een Toyota of zo. Had ze nog geld overgehouden om te doneren aan de voedselbank.
Ow... Wacht. Ik heb nooit het lef gehad om dit zo tegen haar te zeggen. Want wie ben ik nu helemaal om te vragen of ze niet beter haar geld aan een maatschappelijk verantwoord doel had kunnen geven.

Nu ben ik intelligent en sociaal gezien begaan genoeg om me te realiseren dat er een klein verschil is tussen meneer Bezos en de voornoemde muzikante.
Maar ook meneer Bezos zou niet naar de ruimte hebben kunnen reizen als die los van al zijn schimmige praktijken her en der, niet gewoon keihard zou hebben gewerkt. En blijkbaar is het zo dat als je wat meer verdient dan modaal, iedereen mag vinden en roeptoeteren wat jij met jouw zuurverdiende geld uitspookt. Hoge bomen vangen veel wind, dat is een gegeven. Maar in de meeste gevallen zijn hoge bomen ook erg gevoelloos voor wind. Maakt niet dat ik het niet hypocriet vind dat meneer Bezos blijkbaar zijn fortuin maar aan maatschappelijk verantwoorde doelen moet geven, en de bovengenoemde muzikante niet.

Over uitstapjes maken gesproken: als het allemaal meezit, als alles een beetje zo blijft, als als als... Gaan we op vakantie. Broodnodig. Het is best heftig geweest allemaal, en we kunnen een weekje (dus echt kort) rust en ontspanning goed gebruiken.
Hoewel ik langzaam aan mijn lijf begin te merken dat het fulltime op de bus rijden, goed voor me is. Ik ben minder afgepeigerd, minder kort aangebonden en het is allemaal wat lichter in mij en om me heen.
Nog steeds de angst van het onzekere bestaan als uitzendkracht, maar over het algemeen merk ik dat ik een goeie keuze heb gemaakt.
Fijn.
Dus omdat we in het verleden altijd naar de camping gingen, en we daar nu ook geen reden tot iets anders zagen, wilden we dit jaar weer.
Een jaar of 2 geleden overleed de waterkoker die het op 800 watt doet. Dat die overleed was op zich niet erg, want het was een onding, die niet los van zijn stekker te nemen was, en die ook nog eens het lef had om gloeiend hete stoom te lekken, en je dus je klauwen verbrandde als je je kopje oploskoffie of thee wilde zetten. Dus houzee! De waterkoker is dood.
Dat betekende echter wel dat we het jaar erop met een mini fluitketeltje ons water nog op de ouderwetse manier aan de kook moesten brengen. Geen probleem, met die hoeveelheden kookt het water op gas net zo rap als op elektra.
Omdat ik vandaag een vrij dagje heb, besloten we om maar eens te kijken of de kampeerwinkel in Almere net zo goed gesorteerd was als bijvoorbeeld de vrijbuiter in Zaandam of Obelink in Doetinchem. Ik had namelijk niet zoveel zin om voor een waterkoker van een paar euro helemaal naar de andere kant van het land te rijden.
Die sortering viel wat tegen. Alles was er wel te koop, maar de keuze was minder, en de waterkoker die we wilden kost 40 euro. Nu heb ik wel 40 euro over, maar niet voor een waterkoker van 800 watt. (En ook niet voor een sociaal verantwoord doel, zal ik daar maar even aan toevoegen). Maar wel vonden we dat onze verlichting (welke blijkbaar heet werd) vervangen diende te worden voor lampjes op batterijen. Dat vind ik een heel geschikte uitgave, aangezien ons kleine wurm nog altijd veiligheid ervaart bij het inslapen met lichtjes aan.
Net als dat we bij de caravan destijds jaarlijks een gesprek hadden om het ding weg te doen (en uiteindelijk deden, ten gunste van een tent waar twee van die caravans met voortent en al in hadden kunnen passen) hebben we nu jaarlijks een gesprek over een nieuwe tent. De huidige kochten we 2e hands omdat we wilden proberen of het wat voor ons was. Maar deze begint toch heel langzaam, bijna tergend langzaam, zo irritant, het leven te laten. Elastieken in stokken die niet goed meer zijn. Elastieken waarmee de binnententen aan de bogen hangen die zo ver uitgerekt zijn dat die binnententen bijna op de grond hangen. Ach ja. Gewoon oud.
En ons oog viel op een luxere, handiger (iets, doch slechts marginaal) kleiner exemplaar. Niet van katoen (voor die paar nachten, vinden we het onzin om honderden euro's meer uit te geven) maar van Quechua. Dat is een merk van de Decathlon, welke zeer goede reviews krijgt. Een oppomp tent. Want dat lijkt mij zo fijn.
Je komt aan na een lange reis, hoest die tent vol met lucht, flikkert de hele bende naar binnen, en laat het kamperen beginnen.
Om die luxe al een beetje voor te bakken, kochten we dus ook luxe kampeer/tuinstoelen, die je traploos achterover kan kantelen.
Maar goed, we waren bij dat kampeerwarenhuis in Almere, en konden het toch niet laten om even bij de caravans te gaan kijken.
De een nog luxueuzer en decadenter dan de ander.
En wat fijn: we hebben gewoon dik 30.000 euro bespaard door geen decadente luxueuze caravan te kopen, maar toch te blijven bij onze oorspronkelijke wens: een oppomp tent van de Decathlon. Die dik 30.000 euro, kunnen we helaas niet doneren aan een maatschappelijk doel, dat snapt u wel. We waren even vergeten om die vrij te maken bij onze werkgevers.

Goed. Dit alles geschreven hebbende, wens ik u allen een fijn weekend.




vrijdag 16 juli 2021

Relativeer, en je zeurt niet meer.

 De wereld is naar de klote. Officieel. Onomkeerbaar. Kapot.
Dat was hij al langer natuurlijk, maar nu voor mij ook.
Covid trekt eens even lekker aan, en als klap op de vuurpijl huilt God eens even lekker met ons mee. Dat doet ze zo gruwelijk hartverscheurend dat Limburg, delen van Belgie en Duitsland de tranen niet meer weggewerkt krijgen, en met een wateroverlast zitten waar je U tegen zegt.
Het zand voor de zandzakken was bij de diverse overheidsorganisaties rap op, en een privaat bedrijf dat wel nog zand in overvloed had, ging om 17.00 uur dicht.
Dat snap ik, want dat bedrijf heeft ook werknemers in dienst die hun gezin en huis willen redden, maar kom op. Dat had je beter kunnen regelen.
Of als overheid had je kunnen zeggen: oke, we knippen het slot door, we graaien je zand en je mag de rekening later sturen (geen reden om zo'n bedrijf maar te beroven, ook die mensen moeten eten).
Dat er dan serieus mensen zijn die hotels in Valkenburg gaan bellen om kamers te reserveren om daar op de eerste rang te zitten als toeschouwer bij deze ramp, is iets dat ik niet kan bevatten. Dat de ME ingezet moet worden, niet om meteen plunderaars tegen te gaan, maar om ramptoeristen weg te trappen, gaat mijn pet te boven. Dat mensen in Schin op Geul gleuven graven, en vervolgens door filmende toeristen gevraagd wordt hoe ze toch bij de camping kunnen komen, is iets waar mijn nekharen van overeind gaan staan.
Ik had ze in die gleuven geflikkerd, zand erover en een metertje verder een nieuwe gleuf gegraven. Maar ik ben op sommige momenten net wat minder genuanceerd of mild.
Ik heb ook moeite met mensen die aandacht gaan vragen voor hun eigen leed: een vakantie die daardoor letterlijk in het water valt. Een tentje dat door het water aan gort gaat. Ja, heel erg. Net zo erg als die mensen die hun huis in zagen storten. Net zo erg als voor de nabestaanden van de brandweerman die het leven liet. Want je tentje, dat is onoverkomelijk leed.
Van Ilse mocht ik zo niet denken. Want dan zou ik ook nooit meer kunnen bloggen over dat wat mij overkomt. En misschien heeft ze hier een punt. Maar toch.
Ergens vind ik het walgelijk dat je stelt in doodsangst te zitten, je tentje ziet vergaan, maar toch alle tijd en rust hebt om je onnoemelijke leed op twitter te smijten. Bovendien: ik ben misschien te ervaren met doodsangst, maar ik kan me voorstellen dat je, als je werkelijk in doodsangst zit, met alles bezig bent, maar niet met het plaatsen van je verwoestte tentje op twitter.

Ik wil alle mensen in Limburg, Belgie en Duitsland sterkte wensen. Kracht wensen. Want de nasleep komt nog.

Is de wereld echt helemaal naar de klote? Nee, natuurlijk niet. Ik liet me even leiden door mijn gedachten, en misschien ook wel een beetje door mijn inspiratiebron: Youp van t Hek. Die kan ook altijd zo lekker overdrijven.

Een heel ander avontuur, waar gebeurd gisternacht, na mijn late dienst.
Het was een leuke, lange dienst geweest, waarbij ik toch flink wat reizigers mocht vervoeren, flink wat gezelligheid mocht ervaren met mijn collega's en gewoon, lekker vermoeid weer naar huis mocht.
Mijn auto staat een kleine 4 kilometer verderop op een personeels-parkeerplaats.
Met een glimlach stapte ik in, en reed rustig naar de uitgang toe.
In het schijnsel van mijn koplampen zag ik iets voorbij schieten. Een kat. Ik schrok me wild, want ik reed daar dus bijna overheen.
En: een kat hoort niet op het Schiphol terrein. Met al die auto's en vrachtwagens en bussen die er langs denderen.
Mijn medelijden won het van mijn wens om naar huis te gaan, dus ik zet de auto stil, alarmlichten aan, en ik stap uit om het dier naar me toe te lokken.
Op mijn knieen begon ik te "poespoespoes'en" en andersoortige lok geluiden te maken. Meestal werkt dat, want Claus en Colette komen dan aanstormen in de verwachting dat ze een lekkertje en een aai krijgen.
In dit geval werkte dat niet.
Achter me stopte een andere auto, waaruit een stewardess stapte, die in eerste instantie dacht dat ze met een overspannen gek te maken had.
Maar ik legde haar uit dat ik een kat gezien had, en ik dat dier daar weg wilde halen, om het later te overhandigen aan de dierenambulance of zo. Beter dat dan daar een roemloos, eenzaam einde onder de wielen van een voertuig te hebben.
Stewardess was het met me eens en begon me te helpen.
En verdomd: daar kwam wat aangehuppeld. "Ja, dat is hem", zei ik tegen de stewardess. Op een meter of 10 afstand bleef het dier zitten, en toen ik me oprichtte om iets dichterbij te komen, huppelde het geschrokken en snel weer weg.
Achter me hoorde ik een giechel die uitmondde in een schaterlach. "Man, dat is een haas!!!".  En warempel: toen ik het vluchtende dier beter bekeek, en het gehuppel beter in me opnam, zag ook ik heel duidelijk dat ik bezig was om een haas naar me toe te lokken...
Over jezelf stom voelen gesproken.
Ik had echt durven zweren dat ik een kat had gezien, maar met wat langer nadenken realiseerde ik me ook dat ik vaker hazen op het terrein had gezien. En waarom ik daar, midden in de nacht een kat van maakte, is me een volstrekt raadsel. Misschien omdat ik in een app-groep zit met allemaal meiden (en Frank) die hoofdzakelijk over katten gaat.

Goed, dit geschreven hebbende, maak ik me op voor een laatste late dienst voor deze week, en dan een weekend, waarin ik me ga voorbereiden op een nieuwe uitdaging: de CAP route op schiphol.
Een lijn die bouwvakkers vanaf hun hub naar de diverse bouwplaatsen moet brengen.

Ik wens eenieder alvast een heel prettig weekeinde.
Kijk uit met water. Kijk uit met covid, blijf veilig, vrolijk en gezond.


zaterdag 10 juli 2021

Ook ik heb een mening, over van alles en nog wat.

 Het is alweer enige tijd geleden dat de verse haring weer hip en happening was. En een weekje geleden of zo nam ik de eerste exemplaren tot me. Ik vond ze, in tegenstelling tot de hype, minder als vorig jaar. Maar haringliefhebber die ik ben, toch nog steeds bijzonder goed binnen te houden.
Een heel aantal jaren geleden, wist ik Jente (toen nog krap een jaar oud) te overtuigen om een hapje van mijn haring te proeven.
Dat ging rapper haar mond uit dan in. Ze bliefde het niet. Mild teleurgesteld at ik de rest op. Meer voor mij, jammer dat ze mijn voorliefde voor deze zoute lekkernij niet deelt.
Toen we net in Almere woonde (Jente zal een jaar of 2,5 zijn geweest) toog ik samen met haar naar de visboer, en tot mijn milde verbazing, gleed een vers harinkie zonder uitjes er in als zoete koek.
Daarna is het er niet meer van gekomen. Om samen met Jente een haring weg te happen. Niet eens uit opportunisme mijnerzijds, maar gewoon: zoals het gaat in het leven, kwam ik een aantal jaren er niet meer van om samen met Jente een haring soldaat te maken.
Zelf probeer ik wel jaarlijks minimaal 2x 2 van die lekkere zoute maatjes naar binnen te laten glijden.
Ik vind dat, gezonde Hollandse jongen die ik ben, een must. Eventjes mijn hele mondholte te vullen met een ziltig, volvette haring. Genieten gewoon.
Vandaag had ik een heel erg vroege dienst, en het voordeel aan een heel erg vroege dienst is dat je behoorlijk vroeg ook weer thuis bent. En omdat je dan nog een groot deel van de dag voor jezelf hebt, besloot ik dat ik Jente weer eens mee zou nemen naar de plaatselijke grutter.
Jente rook de visboer al van grote afstand, en zoals een kind van 6 betaamt, begon ze gelijk te zeuren om een haring.
Prima. Ik was enigszins sceptisch, maar wie ben ik om een mooie culinaire activiteit met mijn dochter af te houden.
Na het boodschappen doen, togen we naar de viskraam om daar twee harinkies te bestellen. Een met uitjes voor mij en een zonder uitjes voor Jente.
Eenmaal thuis stalde ik de lekkernijen op tafel...
Ik: eet smakelijk, liefje, geniet ervan.
Jente: het ziet er glibberig uit.
Ik: dat is haring. Eet maar.
Jente: er zit bloed aan...
Ik: Het is verse haring, liefje. Proef maar, het is heus lekker.
Jente: maar ik dacht dat het makreel was...
Ik.... Jij vroeg om haring. Ik koop haring. Hoe had ik moeten weten dat jij makreel had gewild, als je het telkens over haring hebt...
Bottomline: ik heb 2 heerlijke haringen op zitten peuzelen, en Jente een bakje druiven gegeven.

Even terugkomend op de afgelopen periode... Het is natuurlijk te zuur voor woorden dat iedereen, behalve de "specialisten" aan zagen komen dat de besmettingscijfers omhoog zouden gaan.
De "modellen" konden dit niet voorspellen. Lijkt mij dat je dus niet af moet gaan op wat digitaal computer gestuntel, maar vooral op je eigen gevoel voor logica. Maar ja, ik heb 13 jaar voor de overheid gewerkt, en als er één organisatie is die verder gaat waar de logica ophoudt, dan is het de overheid wel.
Nee, de jongeren hebben het gedaan. De jongeren deden dit, dat, zus en zo.
Ja, dat deden ze. Want volgens ome Hugo kon dat. Was het goed. Oke. Toegegeven: er zijn een stel bloedmongolen geweest die de boel hebben zitten flessen. En dat zijn totale hufters. Maar over het algemeen, hebben "de jongeren" het helemaal niet gedaan. Ome Hugo en Ome Mark waren gewoon te snel, te optimistisch. En ergens kan ik ze niet eens echt ongelijk geven. De wereld snakt ernaar om vrijgelaten te worden. Weer te mogen leven. Maar juist van de overheid mag je dan verwachten dat ze... Ok, ik ben wellicht te naief.

Want we verwachten veel van de overheid. Heel erg veel. Te veel?
Peter R de Vries wordt in het midden van Amsterdam neergepaft. Sneu voor de man. Hij heeft denk ik oprecht veel goeds proberen te doen, maar werd wellicht wat te mediageil. Boeit niet. Wat mij betreft heeft hij dit niet verdient.
Werkelijk te walgelijk voor woorden is dan een of andere Glennis Grees die snikkend vol zelfmedelijden kenbaar maakt dat het neerpaffen van meneer de Vries haar zo geraakt heeft (pun intended?) dat ze haar optredens afzegt.
Dat ze die optredens afzegt, is waarschijnlijk een zegen voor heel veel trommelvliezen, daar kan ik niet over oordelen. Maar dat je jezelf op die manier in de kijker wil spelen, over de rug van de vent wiens lichaam écht een schok te verwerken heeft, is ronduit ranzig te noemen.
Net zo, zo niet nog veel ranziger is meneer Wilders, die een paar maanden geleden loopt te roeptoeteren dat journalisten tuig zijn. Zijn billenmaat Thierry was het daar mee eens.
En wie reageert er dat het vreselijk is dat een journalist wordt neergeschoten? Jawel: draaikont Wilders.
Ik vind dat ranzig, want meneer Wilders vindt oprecht dat journalisten tuig zijn, maar als er politiek gewin te halen valt als er een journalist wordt neergeschoten, draait meneer Wilders als een blad aan de boom, en vindt hij het ineens "vreselijk"... Ja, tot er een journalist weer kritische vragen gaat stellen, daar kan meneer Wilders niet tegen, en dan is het weer tuig.
Ik krijg er een weeige maag van, eerlijk gezegd.
Maar goed, PVV en FvD waren sowieso al niet mijn partijtjes.

Mochten er nog oud-collega's uit de militaire muziek zijn, die dit lezen: verzoekje mijnerzijds. Bij de pilotenkapel speelt een alleraardigste klarinettiste. Roefke heet ze. Je kunt haar herkennen aan haar helblonde haar, en een werkelijk onbetaalbaar charmant neusje.
Nu, werd het de laatste jaren een soort van traditie dat als we elkaar tegenkwamen bij diverse militaire evenementen, dat ik heel even, heel zachtjes met mijn wijsvinger haar neusje aantikte. Gewoon omdat ik het zo'n onvoorstelbaar charmant neusje vind.
Met mijn ontslag is er niemand meer die enthousiast naar haar toe rent, en even haar neusje "boopt".
Ik hoop dat iemand dat van me wil overnemen.
Het is overigens de bedoeling dat dat dus zachtjes, lieflijk op haar neusje is, met 1 (één) vinger. En op haar neus, en niet erin.
Vervolgens wat vriendelijke collegiale woordjes wisselen, en door.

Dit alles geschreven hebbende, wens ik u allen een fijn weekend.

vrijdag 2 juli 2021

Gekkigheid weer.

 De emotionele achtbaan waar ik mezelf in bevond lijkt een beetje tot rust te zijn gekomen.
Best vlot, ik ben een emotioneel mens, dus garanties tot het einde van deze blog, maar het lijkt erop.
Gisteren was dan de dag dat ik voor het allerlaatst op een kazerne was.
Ik moest namelijk een medische eindkeuring, mijn exit gesprek met de commandant en ik wilde nog even afscheid nemen van mijn muzikantenvriendjes.
Omdat mijn verhouding met de medische dienst er een was van veel haat en weinig liefde, had ik mezelf voorbereid op een stevig gevecht, en qua exit-gesprek had ik mezelf ook ingesteld op een kruidig geheel.
Maar zoals dat meestal gaat: het ging niet helemaal volgens verwachting.
De eindkeuring had ik met een zeer vriendelijke, begripvolle man, die echt geinteresseerd was en die echt luisterde en zijn werk en dus mij, serieus nam.
Ik was daardoor zó van mijn a propos gebracht dat ik snel schakelde en veel rustiger het exit-gesprek in ging.
Het is goed zo. Ik had eigenlijk al geen zin in een worsteling of gevecht, en het bleek niet eens nodig te zijn ook.
Dat scheelt weer energie. Mooi.
Gelukkig had ik na al die gesprekken nog even tijd om mijn collega's nog even het beste te wensen, her en der een box te geven (alles zeeeeeeeeeeeeeer corona verantwoord) en nog even wat gezellig na te praten.
Een paar mensen wat moed in te spreken voor de Defensie Conditie Proef die vrijdag zou zijn, en die ik dus niet meer mee zou doen. Wat gebbetjes maken. Wat afspraken maken. Je kent het.
Toen was de pauze van het orkest voorbij, moesten zij gaan exerceren, en ik moest toch maar eens op huis aan.
En toen realiseerde ik me dat ik mijn smartcard (het pasje om kazernes op te kunnen) kwijt was. Ik was ermee op de kazerne gekomen, dus ergens tussen dat moment, en het moment van afscheid is dat pasje zijn eigen leven gaan leiden. Maar niet in mijn nabijheid.
Dat is wel een ding, want een kwijtgeraakte pas, is een veiligheidsissue en dan moet je ineens aangifte doen van vermissing en ben je zo een paar uur kwijt. Plus dat ze dan weer allemaal nare dingen van je gaan denken enzo.
Aan de andere kant: ik zag mezelf al keer op keer langs het square dartelen op zoek naar mijn pas, en mijn oud collega's die zich grinnikend al dan niet hardop afvragen waar ik toch in vredesnaam mee bezig ben. Of ik wel echt afscheid wilde nemen.
Ik heb mijn auto uitgekamd. Ik ben nogmaals bij de geneeskundige dienst naar binnen gedonderd, op kantoor geweest. Al mijn zakken binnenstebuiten gekeerd. Geen pasje.
Met lood in mijn schoenen vertrok ik naar de wacht om op te biechten wat er gebeurd was, toen ik voor de zekerheid toch nog eens al mijn zakken na voelde, en met de kracht van een aardbeving realiseerde ik me dat ik, hoewel door het formaat ongebruikt, ook beschikking had over een borstzak.
Met trillende vingers van de spanning voelen, en jawel: na ruim een half uur zoeken en stressen kwam daar die verdomde smartcard uit. En waarom ik dat ding nu uitgerekend daar in had gestopt en niet in mijn portemonnee, zoals dat logisch zou zijn geweest, is beyond me.
Maar goed, ik kon met gerust hart de kazerne verlaten. 
Na 13 jaar ben ik een NuKuBu geworden.
Over die DCP gesproken: ik denk dat ik de enige militair ben die in 13 jaar tijd, slechts 11 keer een DCP heeft afgelegd, zonder hem daadwerkelijk te halen. De twee keer dat ik hem niet aflegde, daarvan lag het 1 keer aan een commandant die het allemaal niet zo goed regelde, en 1 keer aan mij, omdat ik mezelf (ongelogen) verslapen had. Gebeurt me eens in de 5 jaar, en uitgerekend die keer was de DCP.
Ik vind dat niet iets om trots op te zijn, trouwens. Het geeft wel aan dat ik een niet echt alledaagse militair was.
En zo mijmerend reed ik naar huis, en kwamen er meer mooie herinneringen terug.
Zoals die keer dat ik mezelf onsterfelijk maakte, door op een putdeksel te stappen.
We waren aan het afmarcheren na een lange beëdiging, en we speelden een mars waarin er in mijn partij een lange, hoge en harde noot stond. Op zich vind ik dat marsen sowieso niet kinderachtig gespeeld moeten worden. Dus de passage met die lange, harde, hoge noot kwam, en ik zette hem er niet kinderachtig, en goed raak op. Tot ik dus niet zo goed voor me uitkeek, en op een putdeksel stapte, waardoor ik van die noot af flikkerde, er iets heel raars (en hards) uit mijn trompet kwam, voor ik dat weer kon herstellen.
Dat resulteerde erin dat er om mij heen behoorlijk wat geproest werd. Werkte nogal op de lachspieren. Blijkbaar.
Of die keer dat we in Nieuw Zeeland aan kwamen voor een taptoe evenement in Rotorua. Prachtige reis was dat. We reden van Auckland naar Wellington, en in het midden ergens lag Rotorua.
Tijdens de repetities van die show, werd er op een gegeven moment door aanwezige bands nogal lomp en laks gespeeld, uit verveling, uit frustratie, of gewoon door een gebrek aan muzikaliteit.
Moe en gaar als we waren van de trip door het land in een bus (Robbies, heette die en we mochten kiezen: Airco of tv, maar niet beiden anders raakte de motor oververhit, hey guysssssssss) ging ik daar iets te veel in mee, speelde een passage zó godsonmogelijk hard en lelijk, dat ze er in Rotorua nu nog een echo van hebben.
Wat leidde tot de uitspraak van Gerrebe:"Wat zit jij daar lekker te hompen, Marnix".

En zo zullen de komende tijd wel meer mooie herinneringen opdoemen, welke ik waarschijnlijk deels hier al wel heb neergezet, toen ze erg vers en actueel waren.
En dan ga ik gewoon redelijk naadloos over naar Schiphol (ik hoop stiekem dat als het orkest weer eens op reis gaat, ik ze mee mag nemen in mijn bus).
En dan kom ik ineens tot de conclusie dat ik in mijn hele werkzame leven, geen werkgever had, die me vrij liet in kledingkeuze.
Want ook op Schiphol dien ik in paars-blauwe polo, blauwe broek en fel oranje hesje of jas mijn werk te doen.
Ik moet zeggen: dat heeft wat prettigs. De baas kiest uit wat ik aan moet, mijn eigen kleding slijt niet zo snel, en als de maat niet goed is, of het is versleten, hoef ik er zelf niet voor te betalen.
Het enige waar ik zelf de keuze in kan maken is het dragen van mijn ondergoed. En dat lijkt me niet meer dan fair.
Zo kies ik de laatste tijd (2 jaar) voor Happy Socks. Niet alleen omdat het letterlijk blije sokken zijn. Ze zijn namelijk allemaal met figuurtjes, thema's en kleuren die mij blij maken en elk uniform opfrissen, het zijn kwalitatief ook nog eens goede sokken.
Daar waar ik in mijn vroege studententijd sokken van 1 euro voor 10 paar betaalde, en vervolgens om de week met naald en draad in de weer was om die krengen te te stoppen, betaal ik nu veel meer euro voor veel minder paar, maar die gaan dus nu ook al dik twee jaar mee, zonder dat er ook maar een gaatje te bespeuren valt.
Het bijkomende voordeel is dat het opvalt als er een sok verdwijnt. Want dan heb je er namelijk nog maar 1.
Bij alle diverse verschillende soorten sokken in het zwart, wil het me nog wel eens gebeuren dat ik twee verschillende sokken aantrek. Bij deze kan dat niet. Dat wil zeggen: het kan wel, maar het valt wel meteen op. Dusdanig dat zelfs ik, met mijn overleden gevoel voor mode, inzie dat dat niet kan. Dat je dat niet moet doen.

Goed, dit alles geschreven hebbende, heb ik een paar daagjes vrij, en ga ik genieten van wat rust, mijn auto eens poetsen en mijn gezin. Dit in willekeurige volgorde, maar soit.

Goed weekend allemaal.

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...