vrijdag 30 december 2022

Sluitstuk

 We zijn met ons drietjes afgezakt naar het Eiland. Isle of Wight. Voor Jente een hele belevenis: de vorige keer is inmiddels wat jaartjes geleden, en inmiddels heeft ze dus veel meer een eigen idee bij de gang van zaken, en nu komt alles veel bewuster binnen. We werden door een fijne collega naar het vliegtuig gereden (zo maakt ze mee wat ik dagelijks doe), en ik geloof dat het vliegen haar verder niet zo denderend veel deed, anders dan dat ze de kriebels in haar buik van de turbulentie wel grappig vond. Ik vind de heenreis altijd wel gaaf, en deze keer werden we door de luchthaven getrakteerd op een kortere landingsbaan of zo, want de piloot ging bij het landen zo hard in zijn ankers dat ik bang was dat mijn tanden eerder aan de gate zouden zijn dan ik. Ik vind Engeland (los van hun volslagen eigenwijze idioterie om links te rijden) een tof land, en als je dat vliegveldje af bent, en je rijdt met de taxi naar de haven, op weg naar dat prachtige eiland, zit bij mij de stemming er al goed in. Want ik weet wat ons te wachten staat. Ongedwongen gezelligheid op een eiland met een unieke sfeer. Heerlijk eten, en even niks aan ons hoofd. Dat heerlijke eten, doen we dan bij gezellige, sfeervolle restaurantjes waar je niet zomaar komt als toerist. Maar bij die verborgen juweeltjes die alleen de locals kennen. Mijn vader ontpopte zich als reisleider zonder doel, anders dan gewoon gezellig samenzijn en leuke mooie dingen zien. Ons appartement is op zich een prima plek om een paar dagen te vertoeven. (Ik snap dat mijn vader ons niet in zijn eigen kleine appartementje opslaat, daarvoor is ons boefje in de vroege ochtend net even iets te levendig). Maar er zitten wel wat rare zaken in. De eigenaar van deze "airbnb" heeft wat mij betreft een ongezonde fetisj voor bijen. Werkelijk alle ruimtes zijn kwistig voorzien van afbeeldingen van deze nuttige diertjes. Kussens met opgenaaide bijen. Koffiemokken met bijen erop. Beddengoed met bijen erop. Keukenlinnen met bijen. De toilet versierd met bijen en ga zo maar door. En net als je denkt dat je een vierkante meter zonder bijen hebt gevonden: mispoes, je keek gewoon niet goed, want er was toch nog ruimte voor nog een bij. En dan de verlichting. Die vind ik persoonlijk nogal klinisch. Het is uit. En dan is het pikkedonker. Zwart krijgt een heel andere dimensie, zo donker als het dan is. Op zich wel prima, want je slaapt er goed bij. Maar bega niet de vergissing om het licht aan te doen zonder je ogen een heel klein beetje af te schermen, of je huisgenoot voor te bereiden, want die verlichting is zo godsonmogelijk fel, dat zelfs de zon er respect voor heeft. En geen mogelijkheid om het iets te dimmen. Nee, gewoon AAN. Bam, in your face. Grote zuslief was er nog 1 dagje bij met nichtjelief. Zij vertrokken daags nadat wij aan kwamen, en dat maakte de feestvreugde nog wat groter. Jammer dat kleine zuslief er niet bij was, volgende keer wellicht wat beter afstemmen. Maar al met al een prima vakantie, en het eiland is los voor mezelf, voor iedereen een prachtig stukje wereld om tot rust te komen. 

Dit is dan ook de laatste blog voor dit jaar, deze keer dus vanuit Engeland. Gelukkig hebben we wederom in-house kattenzorg, zodat we over eventuele vuurwerkvandalen geen angst hoeven hebben.

Hoewel.... Er moest nog wat. Iets futiels. Mag geen naam hebben... Oh ja. Er was nog een instantie die een uitspraak moest doen, na een hoorzitting over een aangetekend bezwaar. We zouden binnen 6 weken bericht krijgen. En dat kregen we. Via de arts die Ilse had bijgestaan. Het bezwaar was gegrond verklaard, en een felicitatie. Ook de mensen die we op de hoogte stelden waren blij en gaven felicitaties. Maar zo blij waren en zijn we eigenlijk helemaal niet, en ik moest er een nachtje over slapen om erachter te komen waarom we niet uitzinnig van blijdschap zijn. Want de uitslag is absoluut 100% correct. De enige kloppende uitslag die er had kunnen komen. Maar.... Als iemand zó lang en hard heeft moeten knokken voor zijn recht, en zo totaal mishandeld wordt door de uitvoerende instantie, is een correcte uitslag helemaal niet iets waar je blij van moet worden. Het is doodnormaal dat je in een beschaafd land krijgt waar je recht op hebt. Omdat je bij hebt gedragen aan het in stand houden ervan. We feliciteren ook niet iemand met het feit dat hij belasting terug krijgt. Want ook dat is doodnormaal. We feliciteren ook niet iemand met het feit dat hij zijn salaris krijgt. Want dat is doodnormaal. En het feit dat de overheid middels onmenselijke instituten zo gemakkelijk mensen in de modder probeert te trappen, is stuitend, pijnlijk, energie rovend, walgelijk. Dus nee, geen blijdschap. Wel opluchting, want het geeft ademruimte. We kunnen vooruit kijken zonder een zwaard van damocles boven ons hoofd. We kunnen gaan ontdekken wat voor Ilse goed is, en welke pad zij en wij kunnen bewandelen. We gaan het hier uiteraard wel "vieren" middels een dineetje bij ook weer zo'n verborgen schat, want ik denk wel dat we puur voor onszelf positief moeten zijn. En vooruit moeten kijken. 

Mijn laatste blog voor 2022 dus. Het was een wederom opmerkelijk jaar. En ik heb, denk ik, ook veel gekke dingen niet kunnen schrijven. Of willen schrijven. Maar ik ben niet ontevreden. En ik denk dat we allemaal eens wat meer oog moeten hebben voor wat we wel hebben en wel kunnen. En we hebben en kunnen nog steeds best veel. Ik wens iedereen een goede jaarwisseling toe en een goed/beter/best 2023. 

vrijdag 23 december 2022

Leuten en geleuter.

 "Wie ben je, en wat heb je met mijn vent gedaan?"
Een opmerking die ik van mijn eega kreeg, nadat ik voorzichtig een bommetje dropte over een voornemen tot het onderzoeken of een motorrijbewijs (en bijbehorende machinerie) tot mijn haalbaarheden zou lijken. En: "Je hebt een midlife-crisis!!!"
Ik deed dat enigszins lacherig af. Het leek me om financiele redenen een redelijke investering, want de reiskosten gaan gewoon met de helft omlaag.
En ja, ik ben de 40 gepasseerd, maar NEE, ik heb nog geen behoefte aan een jonge blom van 20 voor een tweede leg (en eigenlijk ook niet voor iets anders dan dat, maar dat even terzijde), zit niet te wachten op een cabrio, en in zijn algemeenheid ben ik best tevreden met mijn voortkabbelende leven.
En toen ineens kreeg ik een wazig soort behoefte aan andere stimulerende middelen.
Met mijn gemiddelde dag-consumptie aan koffie, heb ik het voor elkaar gekregen dat de oude bonenmachine van mijn schoonouders inmiddels definitief overleden is. En de nespressocupjes zijn op zich behoorlijk goed te nassen, maar best prijzig.
Plus daarbij dat mijn gemiddelde dag-consumptie aan koffie mijns inziens leidde tot nogal wat protesten vanuit mijn ingewanden, kreeg ik ineens een idee: laat ik het eens met... ... thee proberen. Jawel... thee....
Als koffieliefhebber, -slemper, -slobberaar, grootverbruiker, vind ik het een beetje lastig om toe te geven dat ik iets anders warms lekker zou kunnen vinden.
En gelukkig hoef ik dat ook niet, want de gewone huis-, tuin- en keukenthee vind ik niet te haggelen zo laf. Maar Ilse zou Ilse niet zijn als ze niet een enorme, onuitputtelijke voorraad aan diverse theesoorten zou hebben.
Mijn keuze is gevallen op een soort van scherpe, pittige gemberthee.
Ik heb dat een beetje slinks ingekleedt, maar uiteindelijk moest ik toch uit de theekast komen, want die voorraad lauwe gembergier raakt op.

Dit gemeld aan Ilse, want zij gaat eerder boodschappen doen dan ik, en kreeg wederom de vraag: "Wie ben je, en wat heb je met mijn vent gedaan?"
Naja, dus thee om eens te kijken of ik daar beter van slaap, een lekkerder smaak van in mijn giechel krijg en of mijn darmen me het net zo zeer in dank afnemen, als dat ik me voorstelde.
En de pessimist in mij voorziet gelijk problemen: ik ben al geen grote fan van thee, de thee die normaal uit apparaten komt, is nog erger dan een sneeuwbal van gele sneeuw.
Dus op mijn werk moet ik ook uit de kast gaan komen, en redderen met een waterkoker, thermosfles en zakken thee van een door mij geaccepteerde smaak.
En dat is het: ik vind 1 smaak lekker. De rest blijft gewoon een beker lauwe gier, die ik geen seconde in overweging zal nemen ter vervanging van een kopje koffie.

In de opgedrongen vaart der besparingen en milieubewuste lauwigheid, heeft mijn vrouw gekozen om "intelligent" te gaan doen met verlichting.
De verlichting gaat tegenwoordig op afstand bediend aan, op tijdstippen welke wij van te voren al middels een app hebben ingesteld.
Ja.
Jaja een prachtplan. Weer een account. En ik was al zo'n fan van accounts. En van apps die ik niet binnen 1 seconde snap.
En in plaats van gewoon het licht uitdoen als het niet nodig is, met een fysieke knop, moet ik nu graaien naar mijn telefoon, de app openen, en het licht aan vegen, tikken of swipen.
Ik zit weer in de vroege diensten, dus om 0345 uur kom ik slaapdronken beneden. Ros op de lichtknop. Gaat niet aan. Ohnee. Kut. App. Ik pak mijn telefoon. Probeer me te herinneren welke van alle apps het ook weer was. Ohja, die van de Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam.
De slaapkoek zit nog in mijn ogen, dus op de gok veeg ik over wat aanduidingen welke staan voor verlichting. Er gebeurt niks.
Nee, want ik roste op de lichtknop, en daarmee zette ik de basis-stroom uit, dus die mooie intelligente lamp, geeft nu geen sjoege. Mijn slapende, humeurige brein snakt naar koffie, en ik heb iets van licht nodig. Kutzooi.
Nog eens op die lichtknop rossen. App weer openen, en gelukkig zit die niet om een wachtwoord te janken. Nog eens proberen.
AUWWWSAKKER. In mijn steeds narriger wordende ongeduld zette ik het licht zo fors aan, dat ik niet eens meer schaduw heb, het straalt dwars door me heen.
Koffie staat me dampend toe te lachen, en ik probeer in de keuken een ontbijt te maken. Gaat lastig, in het donker. Maar in die fijne app kan ik de keuken verlichting niet vinden. Godversakker. Waar zit die verstopt.
Na enig nadenken en vloeken, herinnerde ik me dat mijn liefste die nu net niet op die app gezet had, de reden daarvoor ontgaat me nu een beetje. 
Hoe dan ook, kwam dat allemaal te laat, want de melk die bedoeld was voor in de müsli-bak, ligt nu op het aanrecht door Colette opgewekt opgelikt te worden.
Om 0445 uur stap ik naar buiten. Ik mag in Ilse's auto niet roken, en iets wakkerder dan net, zit ik nog eens even in die helse app te kijken. Ik zie een knopje "bed-Ilse" staan.
Zal ik....?????
Nee. Nóg niet....

Jaaaaaaaaren geleden, nog wat ongewassen achter de oren, kreeg ik een aanbieding. Een Ipad bij een digitaal NRC abonnement. Leek me wel stoere shit. Inmiddels is dat abonnement verlopen, de Ipad van mij.
En het hoeft denk ik geen uitleg dat ik er simpelweg geen geduld voor heb om het ding te leren begrijpen. Dus tot de geboorte van onze spruit heeft vooral Ilse er veel plezier van gehad. En inmiddels heeft Jente de leeftijd en vooral ook het inzicht om alles, en veel meer uit dat kreng te halen dan ik ooit zou hebben kunnen leren.
Maar ja. Die dingen zijn niet gemaakt voor een eeuwigheid.
Sterker nog: ze zijn niet gemaakt om langer dan 2 jaar mee te gaan.
Nog sterker nog: je mag blij zijn als je er een jaar mee kan doen, want daarna geven ze het (extreem) tergend (redelijk) langzaam op.
Met meer geduld dan menselijk mogelijk is, zijn we (lees vooral Ilse) erin geslaagd om het ding tot een paar dagen geleden min of meer werkend te houden. Jente kon er haar filmpjes op kijken en haar spelletjes op spelen.
Maar niet langer dan 10 minuten, want dan was de accu leeg. En laden? 1% acculading per 2 uur, en dan mochten we onszelf gelukkig prijzen.
Kortom: het ding stelde ons (lees: 1 Jentes, 2 mijn en 3 Ilses) geduld te danig op de proef.
En ja, we gaan wel naar Engeland, naar mijn vader.
Wat geef je een kind als Jente te doen tijdens het wachten op het vliegveld, en tijdens de vlucht? Ruimte voor alle soorten speelgoed is er niet.
Toen ik vanaf de bank voor de zoveelste keer ongeduldig, gefrustreerd gemekker hoorde, sommeerde ik Ilse tot het kijken naar een vervanging. Ik wilde mezelf en de medepassagiers een beetje comfort gunnen, en een kalme Jente (het is een pracht en een schat van een kind, maar klierende kinderen, wens ik niemand toe, of het nu mijn exemplaar is, of dat van een ander) en dus wenste ik een tablet die daadwerkelijk functioneert, waarmee we onszelf in elk geval tijdens de vlucht een beetje rust en ruimte zouden geven.
Hoewel: ik keek. Ik zag, en ik liet Ilse checken. Zo kochten we een Samsung. Iets dat hoe dan ook meer bij mij past, dan dat infame Appel.
Redelijk goedkoop. Een hoes erom die een russische raketaanval overleeft, en alles wat er op de Ipad stond, staat er nu ook op.
Jente blij
Ik blij
Ilse blij.
Wij blij.
En dus ook blije medereizigers.
En wellicht dat ik het ding ook kan gebruiken voor mijn Netflix zooi etc, en als ik hem snap dat ik hem voor mezelf ook koop. Dan kan ik mijn telefoon wat meer rust geven.

En zo heb ik weer een flink aantal blogs eruit gegooid. Misschien is dit mijn laatste voor dit jaar. Ik wens iedereen een goeie kerst toe.





vrijdag 16 december 2022

Kronkels

Achtbanen. Marnix. Die twee gaan slecht samen. Mijn evenwichtsorgaan heeft net als de rest van mij behoorlijk wat last van de ADHD die mijn bewuste leven soms teistert.
Het zijn simpelweg te veel prikkels om goed te handelen en het resultaat is in elk geval zichtbaar op mijn gelaat, niet minder dan spectaculair te noemen. Van lijkbleek tot ganzenpoep-groen.
En los van de draaierigheid in mijn hoofd, probeert mijn maag de vrolijke opstand compleet te maken door het inzetten van een magistrale anti-peristaltische beweging.
Ja, dat moet je dus zien weg te slikken. Omdat je de mensen om je heen in zo'n achtbaan niet wil trakteren op een ongewenste douche van maagzuur en -inhoud. Dat soort dingen werken dan vaak als een uitdijende olievlek.
Dus al vroeg in mijn leven besloot ik dat ik dat maar beter niet kon doen, en daar heb ik me altijd aan gehouden.
Wist ik veel...
Nee, dit avontuur gaat niet over Jente. Jente heeft namelijk een moeder die net als zij totaal geen effect lijkt te ondervinden van het gezier, gedraai en gedoe in een achtbaan, en als haar moeder het niet meer trekt, is ze zelf in staat om nog wel 10 keer in zo'n onding te stappen. Dus die komt niks tekort als ik haar een groen, kotsend monster bespaar.
Dit avontuur gaat over een cursus die ik moest doen in het kader van "hoe pesten we als overheid een beroepschauffeur". Of te wel: code 95.
Voor die verplichte nascholing dien je 28 uur in de 5 jaar in muffe lokalen allemaal duffe theorie tot je te nemen, en 7 uur een praktijk training te ondergaan.
In het laatste geval ging het om een praktijkdag in een simulator.
Ik heb me laten vertellen dat die simulator dik een ton heeft mogen kosten.
De voordelen zijn evident: er worden geen schades mee gereden.
Dat is ook het enige voordeel.
Want zo'n simulator komt op geen enkel moment ook maar een heel klein beetje overeen met de werkelijkheid.
De dimensies kloppen niet. Het gevoel klopt niet. En daarom werd ik er dus op staande voet draaierig, duizelig en misselijk in.
We ondergingen ons lot met 2 mannen en 2 vrouwen. Man 1 had denk ik sowieso geen gevoel, en behandelde het als een racesimulator uit de Sims. Vrouw 1 had de eerste 10 minuten een kleur als iets vies, maar kon zich herpakken. Vrouw 2 werd lijkbleek en moest afhaken. Ik heb het voor 60% vol weten te maken, maar ook mijn hoofd en lijf spanden samen om me deze marteling van hoofd en maag te doen stoppen.
Laat ik vooropstellen: de trainer was goed. En de simulatie op zich was best leuk om eens te doen. Maar omdat ik zo hard bezig was om te knokken om niet daar het hele (toch al niet al te best geventileerde) lokaal onder te braken, is het hele doel van de training (rij-optimalisatie) compleet in de vergeethoek beland.
Ik was op een gegeven moment zo hard bezig om mijn evenwichtsorgaan te smeken om zich koest te houden, dat ik niet meer in de gaten had dat ik voetgangers plat reed, fietsers mee pakte, en de incidentele vrachtwagens op dat scherm werden weinig vakkundig van de weg geramd. De instructeur probeerde wel om ons voor het punt van draaierigheid van dat ding af te gaan, maar ergens had ik ook wel moeite met opgeven. Hoe moeilijk kan het zijn. Sturen in een simulator. Viel op zich ook wel mee. Een beetje oefenen met het feit dat het in niks op een bus lijkt, en je bestuurt het ding vrij snel heel goed. Maar als de dimensies en de graphics zó intens afwijken van het echte leven, dat je gewend bent, kom je aan rij-optimalisatie gewoon niet meer toe. Vraag het maar aan de virtuele slachtoffers die ik in mijn kielzog achter liet.
Goddank dat me dit in het echte leven niet gebeurt.
Kortom: het was een gezellige hel. Die dag.

Ook ik haal stommiteiten uit.
Ik probeer normaal gesproken niet al te veel getuigen te hebben, als ik zulks doe, soms echter ontkom je er niet aan.
(Bijvoorbeeld dat ik naar een verkeerde opstelplek rij met passagiers, daar ter plekke ontdek dat het niet het juiste toestel is, en dus weer wegdraai en naar het juiste toestel rij. Gegarandeerd gegniffel achter me).
We moesten gezamenlijk naar een bijeenkomst over ADHD, en derhalve zouden we Jente samen naar school brengen.
In die route moest ik linksaf, en dat deed ik. Op de automatische piloot. En omdat er een auto aankwam die blijkbaar naar mijn smaak voorrang nam, waar ik vond dat hij dat niet had, hing ik op de claxon. Ik vond het namelijk een levensgevaarlijke situatie. En dus maakte ik de andere weggebruiker duidelijk dat hij moest wachten.
Daar werd mijn brave echtgenote dan weer dusdanig knorrig om, dat ze haar onvrede middels verheven stem op mij liet neerdalen.
Ik was mij van weinig kwaad bewust. Meneer of mevrouw had naar mijn (nog niet van voldoende koffie voorziene) mening geen voorrang, ik wel. En dus maakte ik duidelijk dat hij of zij niet zo gevaarlijk moet doen. Punt.
Toen ik me echter realiseerde dat ik heus geen voorrang had, besefte ik dat ik, in al mijn onbedoelde asocialiteit wél compassie met de medemens had getoond. Ik waarschuwde de andere weggebruiker namelijk niet zo zeer voor het feit dat hij iets levensgevaarlijks aan het doen was, maar dat ik gewoon een ongewenst (ook vanuit mezelf) asociale stommiteit uithaalde. En of hij of zij daar maar even rekening mee wilde houden.
Deze poging tot het schoonvegen van mijn onverwachte, ongewenste (ja, heus, ook vanuit mezelf) gedrag, werd door vrouwlief ook maar half geaccepteerd. Niet, eigenlijk. En ze heeft gelijk ook.
Het was gewoon geen heel handige actie. Geef ik toe. Maar hey: ook ik haal wel eens stommiteiten uit. Zeker om 0820 uur in de ochtend, na een late dienst en dus een korte nacht. Betekent in elk geval dat ik iets menselijks heb, en dat is dan wel weer geruststellend. 

Even iets heel anders.
Ik ben mijn hele (automobiele) leven niet bijzonder genuanceerd geweest ten overstaan van 2-wielers. Gemotoriseerd of niet.
Op zijn best vind ik het onhandige, asociale aankomende orgaandonoren.
Maar omdat ik maar niet in een epische midlifecrisis schijn te belanden, en omdat ik financieel gezien op zich best wel interesse heb in het verlagen van de maandelijkse kosten, ging er ineens, heeeeeeel erg zwak, ergens achter in mijn brein een zacht-warm led-lampje branden.
Zou het niet...
Toen ik mijn wederhelft van dit zwak schijnende lampje vertelde (niet als vast voornemen) schoot ze meteen in standje "OMGWTFBBQ-MIDLIFECRISIS-WAAR-IS-DIE-SNOL-EN-NEE-WE-KOPEN-GEEN-CABRIO!!".
Aangezien ik nog echt niet van mijn vrouw af wil (teveel gedoe, en het is best een leuk mens) kostte me het precies 2 minuten om te melden dat dat dus niet speelde, maar dat ik op zich best wel wat minder reistijd zou willen. Een motor levert dat op. Minder reiskosten (een motor levert dat op) en minder vaste lasten (ook dat: een motor levert dat op).
En toen ze ervan overtuigd was dat ik heus niet naar een of ander 25-jarig snolletje op zoek zou gaan, zei ze dat ik dat dan maar moest doen. Gevolgd door:"Meteen maar even je levensverzekering ophogen", met een tevreden (hoopvolle?) blik in haar ogen.
Hoho, zover is het nog niet. Eerst wil ik een proefles, en dan misschien nog wat lessen om te kijken of mijn eigen vooroordeel over mezelf klopt. Want zelf vind ik niet dat ik gelijk geschikt ben voor een motor. Mijn gebrek aan geduld (ook met mezelf) heeft epische vormen aangenomen, en dan moet je je toch afvragen of je dat op 2 fors gemotoriseerde wielen op de snelweg moet inzetten.
Aan de andere kant: ik ben misschien zozeer milder geworden (ook voor mezelf) dat ik het nu wel aan zou kunnen.
En gelukkig denk ik iemand te hebben gevonden die dat vertrouwd en prettig aan mij over kan brengen.
Wie weet, een leuk voornemen voor 2023.

Hoe dan ook: nog een laat dienstje over de glibberige wegen van Schiphol en ik heb weekend.
Ik wens ieder een beste.






vrijdag 9 december 2022

Sinterkerst

Sinds dat ik mezelf de gelukkige bezitter van het burgerlijk ideaal mag noemen (het zogenaamde huisje boompje en beestje ideaal) vier ik Sinterklaas met schoonfamilie.
Altijd garant voor leuke dingen.
En omdat het "beestje" uit dat burgerlijke ideaal wat meer omvat dan puur het beestje (ja, Jente heeft heel wat beestachtige trekjes, dat heeft ze van haar moeder) bestaat, is het telkens weer een hele toer om alles zo gesmeerd mogelijk te laten verlopen.
Ten slotte: ze "gelooft" nog. Ik denk dit jaar voor het laatst.
En elk jaar sta ik met mijn bek vol tanden over de onuitputtelijke hoeveelheid roze plastic zooi die mijn dochter van Sinterklaas blieft en ook krijgt. Zoveel dat het me zelfs een beetje tot wanhoop drijft, want wie moet die roze plastic zooi in elkaar zetten, liefst zonder het gelijk vanuit de verpakking te breken of scheuren? Jawel: papa of mama, welke beiden niet behept zijn met een overdaad aan geduld of subtiliteit en de kans dus best groot is dat de vers gekregen roze, plastic zooi het niet langer dan een uurtje uit houdt. Zoveel dat ik me een beetje schaam voor de goedhartige gulheid van de diverse Klazen. Wat een verwennerij.
Die schaamte/verbijstering/wanhoop verdwijnt als sneeuw voor de zon als ik naar dat compleet glimmende, uitzinnig blije snoetje kijk. Want het is absoluut niet zo dat het een verwend en ondankbaar mormel is. Zeker niet zelfs. Ze is oprecht blij met alles wat ze kreeg, en zeker ook met alles dat ze kreeg dat niet op haar lijstje stond.
Die opgetogen blijdschap, die is niet alleen hoorbaar in trommelvlies-verscheurende kreten, maar ook zichtbaar in ogen die stralen als de zon.
Maakt bijna dat ik de verwennerij die mij ten deel viel van de diverse Klazen zou vergeten. Want ook uw nederige scribent moet toegeven: verwennerij viel ook mij ten deel.
Van een volstrekt naargeestig boek (hou ik van, en ik hoop dat mijn adhd nu eens geen roet in het eten flikkert) tot een draadloze koptelefoon (waarbij ik onder deskundige leiding en lijding van mijn echtgenote een spottiefaij account heb om muziek naar mijn keuze te kunnen streamen), tot een nieuw pakketje aan Harry Potter lego, mijn guilty pleasure voor de tijd naar kessemus.
En zelfs de letterlijke beesten uit het kleinburgerlijk ideaal zijn door de Sint niet vergeten, hoewel één ervan waarschijnlijk plannen heeft om elke Sinterklaas die hij tegenkomt aan repen te snijden met zijn klauwen, want hij vindt hun gezamenlijk gekregen en dus verplicht te delen kadootje niet 3x niks. Hij vindt het een grove inbreuk op zijn maag vulling.
De katten kregen namelijk een soort van voer puzzel. Superleuk, zo kwaakte de gevende Sint. Kunnen ze een beetje puzzelen. Worden ze van gestimuleerd, want katten zijn natuurlijk jagers.
Ja...
Dus...
Ik weet nog niet zo goed of ik het gewoon zonde van het geld vind, en dat voor me moet houden, of dat ik dat gewoon moet zeggen dat ik dat toch al gezegd had...
Waar Colette nog wel enigszins haar best wil doen om een brokje uit die puzzel te peuteren, verdomt Claus het. En ik ben bang dat hij straks helemaal niet meer thuis komt. Hoezo jagen. Hoezo gestimuleerd worden. Vreten wil hij, en niet allemaal onzinnig moeilijk doen om zijn brekkies te bikken. Die blik alleen al als hij thuis komt en naar zijn voer loopt. De walging is haast tastbaar, en het gezeur om gewoon voor verstandelijk beperkte katten, makkelijk bereikbaar te maken, is inmiddels niet meer om aan te horen.
Ik snap hem. Ik wil ook niet voordat ik aan mijn avondmaal ga zitten knagen, eerst allemaal puzzels op lossen. Hop, hier met die prak. Dus ik denk dat de Sint hier de plank wel ernstig mis heeft geslagen, in elk geval tegenover 75% van ons katten bestand, want ook Colette ziet er voor maar de helft de lol van in.
Alles bij elkaar was het wel heel gezellig, en gaan we ons nu maar voorbereiden op de periode dat we naar mijn vader in het Engelse deel van Europa gaan.
Oh, en dan komt de periode dat Jente dus daadwerkelijk niet meer gelooft. Toen ik liet doorschemeren dat het dan wel een lekker goedkope Sinterklaas zou worden, werd me dat maar weinig in dank afgenomen. Maar ik heb nu wel al besloten dat ik me ga bezig houden met de surprises die ze dan mee naar school moet nemen. Met mijn talent voor gebruik van hout, houtlijm, schroeven en plakband, moet daar wat leuks mee te doen zijn.
Zeker als ze het vervelendste jongetje van de klas moet voorzien.

En we hebben een kerstboom. Een echte. Het is wederom een echte geworden, want de betaalbare nepperts op de markt zijn zo lelijk dat je blind wordt als je er te lang naar kijkt. Van die onnatuurlijk rechthoekige kunststof lapjes als naalden. En de segmenten iets te pront in beeld.
En wat voor mij ook wel meetelt: de geur. Een echte dennenboom verspreidt een mijns inziens aangename geur. (Tot Claus het in zijn vervelende harses haalt om er tegen te gaan sproeien, maar dat heeft hij tot op heden nog niet gedaan).
Een neppe boom heeft geen geur. Of als je pech hebt, een plastic geur. En dan moet je, om de sfeervreugde te verhogen, dus met van die chemische dennengeuren gaan werken. Alsof je met saintMarc ontvetter aan de slag gaat.
En als de LED verlichting het in zijn bol krijgt om in de fik te gaan, ruikt een echte boom toch een stukkie lekkerder dan een plastic boom die in vlammen op gaat. Ik stik liever door verbranding van een warm knappend houtvuurtje dan door verbranding van stinkend, chemisch plastic. Heeft alles met mijn hang naar een fijne sfeer te maken, denk ik.
En die goedkope naalden, houden natuurlijk geen bal vast, dus ik zie al dat al onze traditioneel gekochte verzameling glazen kitsch de volgende ochtend trots in 1000 scherven op de grond liggen te pronken.
Dus ik ben grote blij. En deze keer weer een boom zonder kluit, want dit jaar is Jente oud genoeg om met haar fietsje en een rol touw het ding voor 50 cent af te voeren naar het tegen die tijd ingerichte inleverpunt.
Ik ga haar dan helpen om zoveel mogelijk bomen in een sleepje achter haar aan te binden, zodat ze die avond zelf haar eigen bestelde pizza kan betalen. Na hard werken, is het goed eten.

Goed, er gebeurde weinig buitenissigs de afgelopen tijd. Ten minste, niet iets waar ik onverdroten mijn mening over zou moeten orakelen. Misschien is dat een teken dat het daadwerkelijk beter gaat met Nederland en de wereld (hoewel: Mark Rutte en zijn vieze vriendjes zitten geloof ik nog steeds op hun plek) of dat ik inmiddels zo murw ben van alle ellende die over ons uitgestort wordt, dat het me gewoon niet meer opvalt.
Of misschien hebben we het, naar verhouding en relatief gezien gewoon goed. Dat kan ook.
Hoe dan ook, ik ga een mijn vrije weekend bijna in, en dat is altijd een goed ding. Ik wens iedereen een beste toe.








donderdag 1 december 2022

verzekerd van een hoop leven in de tent.

How can I make this about me?
Herkenbaar voor velen: Je bent iets aan het vertellen, en iemand in het kringetje neemt het over, en weet het onderwerp naar zich toe te trekken, op zichzelf te betrekken en uit te vergroten en over zichzelf te laten gaan. Ontzettend irritant. Ontzettend sociaal onacceptabel.
En toch...
Ik betrap mezelf er ook wel eens op. Dat ik het doe. En nee, ik kan er niet mee weg komen door te stellen dat ik sociaal nu eenmaal wat vreemd in elkaar steek, daarvoor vind ik dat gedrag van anderen nu eenmaal te agressie-opwekkend,
Gelukkig heb ik een blog, die over mezelf gaat en ik het dus schaamteloos "about me" mag maken, ook al is de aanleiding absoluut niet "about me".
Mijn betere helft. Mijn vrouw. Voorbeeld van een dappere strijder. Dat lijf van haar werkt op geen enkele manier mee aan een normaal bestaan. Chronisch ziek. En dan heb je bepaalde rechten.
Om ook daadwerkelijk in aanmerking te komen voor die rechten, moet je wederom strijden. Bij een niet nader te noemen instantie, die alleen maar mensen in dienst neemt die bewezen psychopatische, narcistische, sadistische en overige onmenselijke karaktertrekjes hebben. Want ze doen alles wat in hun onmenselijke macht ligt, om te voorkomen dat je als chronisch zieke je recht krijgt.
En in veel gevallen lukt ze dat. Werkt u zich maar dood. En dat gelardeerd met de meest stupide, walgelijke argumenten. En dan moet je dus advocaten inhuren.
Gelukkig konden we dat, en staan we niet alleen.
Maar o wee als je hun expertise en onmenselijkheid aan de kaak stelt, dan ben je ineens respectloos.
Kortom: die instantie, net zo zielloos, onmenselijk en walgelijk als de instantie met de blauwe enveloppen (hoewel ik persoonlijk bij de belastingdienst heb ervaren dat die qua menselijkheid nog niet zo intens verdorven en verrot is als die andere instantie) maakte ook bij mij nogal wat emotie los.
Goed. Ik was en ben het onderwerp van hun morbide gedragingen niet, en dus moest ik me vooral bezig houden met het ondersteunen van mijn dappere strijder. Het gaat nu eenmaal niet om mij.
Maar ik ben er ook nog. Ik ben er wel. En wellicht niet het primaire slachtoffer van die walgelijke club vol satans, ik beschouw mezelf wel als secundair slachtoffer. Side-kill.
Het is namelijk wel mijn vrouw, mijn liefde die ik door dat misselijke tuig ten onder zie gaan, terwijl dat niet nodig is, terwijl ze gewoon recht heeft op die ondersteuning. En omdat je nu eenmaal van iemand houdt, gaan dat soort staatslegale mishandelingen mij ook niet in mijn kouwe kleren zitten. En dus word ik boos. En ik weet uit diverse getuigenverklaringen dat ik, als ik boos ben, niet geheel redelijk of zelfs maar genuanceerd ben.
Aan mijn boosheid heeft niemand iets, en Ilse nog het minst. Maar ik ben het wel. En dus belandde ik best nog vaak in het gevoel dat ik het met mijn frustratie, en boosheid, die ik verder nergens kwijt kon, het "about me" dreigde te maken.
En dat is best lastig, omdat ik het pas vrij laat door had, als ik weer eens die walgelijke, misselijke lieden van die instantie op niet mis te verstane wijze op de korrel nam. Mijn bruutste, gewelddadigste fantatieën erop los liet.
Maar goed, gelukkig heb ik een blog, en wellicht had ik vaker mijn onmin over deze staatsmongolen instantie moeten spuien.
Bij deze.

Van de week had ik een passagier aan boord, welke mij in ongeveer 5 minuten wist te analyseren als 'abnormaal'.
Knap. Meestal duurt het langer voordat mensen dat door hebben, en dit exemplaar wist na één enkele rit al dat er iets minder normaal aan mij was.
Ik moest deze passagier ophalen als laatste bus voor die vlucht. Blijkbaar had men haar over het hoofd gezien, want alle andere passagiers waren al weg.
Tijdens de rit begon de passagier tegen mij te koeterwalen dat ze naar een bepaalde gate moest, dit in een soort van Engels dat ernstiger gebroken was dan een aan scherven geslagen stuk servies op een Griekse bruiloft. Ik begreep er weinig van, maar ik antwoordde dat ik haar bij de terminal af zou zetten van waar ze haar weg naar de door haar gewenste gate kon vervolgen.
En dat leidde weer tot ontevreden, niet herleidbaar gekoer.
Bij de bushalte aangekomen, wees ik haar op het bordje dat de route voor de transfers aanduidde, en maakte haar duidelijk dat ze door die te volgen, bij de transferservices zou komen.
Op haar vraag wie haar dan zou "transferen", kon ik alleen maar antwoorden dat zijzelf dit kon doen bij de "selfservice" of bij haar airliner.
Dat was ook al niet zoals ze het voor zich zag.
Of ik wel wist dat ze "vers geopereerd was". Nee, niemand die me dat had verteld (en het gaat me ook geen sodemieter aan, moet ik eerlijk bekennen), en dat had voor wat betreft mijn beperkte mogelijkheid tot dienstverlenen ook niet zoveel uit gemaakt, want ik mag niet naar binnen.
Nou, toen was ik "abnormaal".
Oke. Met een dergelijke conclusie kan ik leven, ook al omdat die op zich niet geheel naast de werkelijkheid is.
Dus ik zei haar dat dat een correcte weergave was van de werkelijkheid, echter niet om de reden die zij dacht, en wenste haar verder een goeie reis. Voor sommige mensen kun je het ook nooit goed doen, en ik denk dat ze nogal verbolgen was over het feit dat het cabinepersoneel haar vergeten was (anders krijgt de laatste bus geen teken dat hij weg kan) en over het feit dat blijkbaar niemand wist dat ze vers geopereerd was...

Minister Ernst Kuipers is een rare man.
En persoonlijk denk ik dat hij een klap van de molen heeft gehad. Een hele harde klap. Of hij is in volle vaart tegen een betonnen muur gerend, heeft dat niet door gehad en staat nu nog steeds met zijn snuffel tegen die muur te rennen, zonder vooruit te komen.
Het is namelijk al jaren zo dat mensen de tandarts mijden, omdat die simpelweg te duur is. Vraag het maar aan Jan Modaal en alles wat daaronder ligt.
Die gaan al jaren niet meer naar de tandarts. En verzekeren? Ja, kan. Betaal je je maandelijks nog blauwer aan premie om precies niks vergoed te krijgen.
De tandartsen luiden al jaren de noodklok, want goeie mondzorg is essentieel. En een rotte bek leidt niet zelden tot ellende elders in het lijf.
En ineens is daar dan een of andere Kuipers, die daar onderzoek naar wil doen.
Ja, u leest het goed: de man wil er ON-DER-ZOEK naar doen. Hij wil dus onderzoek doen naar iets dat al jarenlang een feit is. Hoedan? En welk geld gaat hij daaraan verspillen? Welk onderzoeksbureau mag zichzelf verrijken aan een zoveelste kansloos overheidsonderzoekje omdat die dove, blinde, wezenloze politici zelf niet aan willen of kunnen nemen dat het nu eenmaal een feit is dat zorg te duur wordt?
Nu moet ik daar meteen bij vermelden dat tandartsen bij mij serieus aan respect hebben ingeleverd toen ze een corona toeslag in het leven riepen.
Dat was een staaltje walgelijkheid waar ik bij vlagen nog van na daver, maar toch.
En dan vraag ik me af wat de partner of ouders van die Kuipers moeten denken. Zouden die trots zijn dat hun zoon of partner een wederom nutteloos, verspillend onderzoek heeft aangekondigd? Of zouden die kwijlend van ellende zitten janken omdat hun zoon of partner gewoon een betonnen plaat voor zijn kop heeft, waar de fuhrerbunker in Berlijn destijds een kleine jongen bij is.
Een van de nadelen van niet meer werkzaam zijn bij defensie is dat ik nu zelf mijn zorgverzekering moet regelen en betalen, merk ik dat ik (veel later dan velen in mijn omgeving) steeds geirriteerder raak. De prijzen gaan omhoog. De dekking blijft hetzelfde of wordt minder. En steeds vaker vraag ik me af of de zorg niet veel voordeliger wordt voor iedereen als we niet de winsten van al die smerige verzekeraars moeten ophoesten.
En dan moet ik denken aan dat griezelige flutje van FvD, die Meiering of Mijering of zo. Die liep te raaskallen dat mensen maar naar het binnenhof moesten komen. Alleen daar waar die walgelijke FvD hoopt op burgeroorlog en geweld jegens de politiek, ben ik er bang voor. Hoe lang moet Nederland nog lijden onder dit walgelijke uitpers-beleid? Wanneer is het genoeg? Je kunt je bevolking maar een beperkte tijd behandelen zoals het nu gaat, en de zittende politiek is blind en doof voor dat wat in de maatschappij speelt.
Tijd om wakker te worden, voor de politiek anders krijgt de FvD straks nog gelijk ook.

Goed. Er komt een sinterklaas aan, en dit jaar doen we dat dus ook echt op 5 december. Misschien wel voor het laatst met een kind dat nog gelooft in Sinterklaas. Ik moet zeggen: ik zal het wel missen. Die hypere blijdschap als er wat in dat schoentje zat. (Om 4 uur in de ochtend)...
Ik ga dit weekend nog even mijn late dienstjes weg knallen, en wens iedereen een goeie toe.








vrijdag 25 november 2022

Katers, ballen en vanillevla.

 Kater Claus.
Sinds 2010 mijn vriendje. Een chagerijnig, veeleisend, zeikend mormel. Net zo snel met zijn nagels als Max Verstappen over een circuit, als hem iets niet zint, en ook dat is al vrij snel.
Vele verhuizingen en grote veranderingen waren, zeer tegen zijn zin, zijn deel.
Maar sinds we in Rotterdam woonden, mocht hij die kuren lekker buiten uitvechten.
En dat deed hij. In Rotterdam werd hij al snel de buurt-terror-poes. Een infame naam die hij de eerste jaren in Almere hoog hield.
En ook Colette, ons vervelende knuffelige poesje, moest het dagelijks meerdere malen ontgelden.
Bij controle bij de dierenarts bleek dat Claus iets had met zijn schildklier, en dat hij zich daarom zo onhebbelijk zou gedragen. Maar een pilletje zou uitkomst bieden.
Nououou, daar heb ik zo mijn mening over.
Stel je voor dat je een chagerijnige, zeikende (en toen nog) lenige en behoorlijk slimme kater een pil moet geven. Ik zag mezelf al dagelijks met pleisters, verbanden en hechtdraad rondlopen omdat het beest twee keer per dag een pil moest.
Maar dat lukte wonderwel.
Ilse gaf en geeft de voorkeur aan zo'n easypill. Een soort van kneedbaar snoepje waarin je die pil kan verstoppen. 90% van de keren gaat dat goed. Na een paar jaar (Claus wordt oud). Ik geef de voorkeur aan de klassieke nekklem pil in zijn strot rammen en bekkie dicht drukken.
Maar mooi dat Claus er geen vriendelijker dier van is geworden. Zijn schildklier is goed, met dank aan de pillen. Maar het is en blijft gewoon een humeurig kreng.
Claus wordt oud. Dat doet hij al een poosje. Maar de laatste tijd komt hij steeds vaker gehavend en gewond uit de strijd.
Andere katten lijken hem steeds meer de baas te worden, en inmiddels zijn we vaker bij de dierenarts om zijn verwondingen te laten behandelen dan voor een herhaalrecept van de voorgenoemde pillen.
De laatste keer was het ook weer bal.
Een enorme jaap in zijn nek. Dik, opgezwollen, pussig. En Claus was groggy.
Dus maar weer naar de dierenarts, voor de zoveelste antibioticakuur, een middeltje tegen de jeuk en ga zo maar door.
We besloten om hem binnen te houden. In elk geval tot de verwondingen genezen waren.
En dat binnenhouden, was uiteraard zeer tegen zijn zin.
Maar wel voor zijn eigen bestwil.
We gingen eens bedenken hoe we het beest binnen konden houden. Talloze opties, van extreem onhandig tot extreem duur en alles ertussen in hebben we de revue laten passeren.
Uiteindelijk vonden we bij een ijzerwarenwinkel een betaalbare optie die ons het ei van Columbus leek: anti-inbraakspikes voor op of tegen muren en schuttingen.
Van de week dus aan het schroeven gegaan. De hele tuin hebben we voorzien van die strips. Want, zo kwaakte de verpakking ons in stoere, neonletters toe: óók geschikt voor huisdieren.
Ja, maar dat was buiten de waard gerekend van een slimme en gefrustreerde kater, die per sé zijn strooptochten door de wijk moet maken.
Want daags na het installeren van alle "cat-proof" spullen, lieten we met een gerust hart ons oude vriendje de tuin in. Om nog geen 20 minuten later toe te zien hoe hij op de een of andere manier erin geslaagd was om op het dak van de berging te klauteren.
En als een soort van extra middelvinger, sproeide hij nog even in mijn richting om vervolgens de kuierlatten te nemen.
Goed, een gehavende kater is 1 ding. Ik ben nu maar gewoon geneigd om de natuur zijn gang te laten gaan en het dier dan maar af en toe met wat halen over zijn lijf naar de dierenarts te brengen. Ten slotte: hij wordt in de wijk ook wel schandalig verwend door iedereen die hem koekjes geeft, en iedereen die hem binnenlaat om daar de voerbak van kat en hond eens lustig leeg te vreten.

Het WK. Voetbal. In Qatar. Nederland heeft al gespeeld en ik geloof dat ze niet eens gelijk gespeeld hebben.
Maar om me heen hoor ik vooral dat het "niet leeft".
In ons huis sowieso niet. Persoonlijk word ik al moe als ik er aan moet denken.
Misschien ook wel omdat zelfs de grootste fans toch enigszins ongemakkelijk worden bij het idee dat dat WK alleen maar mogelijk werd, doordat er onnoemelijk veel menselijk leed aan te pas kwam om het tot stand te brengen. Dwangarbeid, slavenarbeid, dodelijke slachtoffers. Met dank aan die arme drommels, (letterlijk en figuurlijk) is een nationaal elftal ter waarde van vele miljoenen in staat om 90 minuten en een beetje hun kunstje te laten zien.
Maar ja. Wat maakt het uit. Zolang de FIFA maar zijn centen krijgt, maakt het niet uit of er een paar dooien vallen. Of de mensen die het mogelijk maken, zelfs maar recht hebben op een basale, menswaardige compensatie voor hun werk.
Want nee, de FIFA kan zich niet bezig houden met mensenrechten.
Tja, dan geef je ook wel aan waar je staat met je bondje. En elk meespelend team hetzelfde.
En terwijl Virgil van Dijk over een paar weken weer lekker in zijn dikke auto stapt, stapt de dwangarbeider in... Oh nee, als die het al zonder ellende overleefd heeft, heeft die er zeker geen auto aan over gehouden.
Dus nee, bij mij leeft het ook niet zo, moet ik bekennen.
Maakt het dan nog uit wat voor bandje een team draagt? Ik lees vele verontwaardigde reacties dat een team, of dat walgelijke FIFA bondje weer eens een verbod op een of ander mensenrechten bandje heeft gelegd.
Maar kom op: Als de rechten van welk mens dan ook, zo godsgeklaagd genegeerd worden om zo'n kampioenschap te organiseren, maak je mij niet wijs dat het dragen van een of ander mensenrechtenbandje niet gewoon vreselijk uit de klauwen gierend hypocriet zou zijn. Ik geef ze daarin dan groot gelijk. Gewoon spelen. En voor dat salaris niet verliezen. En wegwezen. Vol schaamte, dat je lid bent van een of ander voetbalbondje dat een mensenleven als totaal waardeloos kan bestempelen.

En dan weer over dat kleine stukje communicatie.
Het toetje is bij ons, zoals in veel gezinnen een dingetje.
Meestal krijgt onze kleine draak een toetje als we vinden dat het bord voldoende is leeg gegeten. Dit omdat noch Ilse, noch ik erg goed in staat zijn om goed te portioneren.
En indien niet voorradig, helaas voor ons allen: geen toetje.
Ongewild zijn wij nu dus bezig om dat kind van ons iets te vroeg te leren om te onderhandelen.
Hoeveel hapjes.
Wat moet ik nog?
Etc. Etc. Etc.
Van de week was het zo'n dag.
Voor de verandering had ik dus voor 3 man een toetje gehaald. Een pak vanillevla. En wat lekkers voor erop, omdat vanillevla nu eenmaal vanillevla is. Weinig opwindend. Weinig opwekkend. Maar met een handje van dit en een paar van dat, verandert zo'n bakje kleffe brij al gauw tot iets waar we alle drie wel van kunnen kwijlen.
Ja, alle drie.
Maar ik vond dat Jente wel een toetje verdiend had. Ze had haar bord goed leeg en zo vroeg ik haar of ze een toetje bliefde.
Uiteraard. Welk kind blieft er geen toetje?
En hier volgt een compleet blanco moment.




[Bovenstaande paar regels dus blanco, om aan te geven hoe blanco dat moment was in mijn brein].

Ik zette de toetjes voor mij en Jente neer, en nadat we klaar waren, toog ik naar buiten voor mijn na-maaltijdse sigaret.
Bijna klaar met die peuk, hoorde ik wat gerammel uit de keuken, en toen ik binnenkwam zag ik Ilse op de bank zitten. Verwoed slurpend en knagend uit iets dat op musli met vanillevla leek.
Dus ik zei haar, dat als ze toch een toetje had gewild, ik dat met liefde voor haar gemaakt zou hebben.
Blijkt dus dat ik op een eerder moment een complete conversatie daarover totaal gewist heb uit mijn werkgeheugen.
Want volgens Ilse had ik haar wel degelijk gevraagd of zij ook een toetje wilde. Ik had wel degelijk haar instemming gehoord. En vervolgens dus tot haar verbijstering er totaal niks mee gedaan.
Terwijl ik dus op geen enkel moment een actieve herinnering heb gehad aan dat hele gesprek. Gewoon niet. Zo blanco als blanco regels van een maagdelijk blogvel op mijn pc.
Ik snap nu waarom vrouwen denken dat mannen nooit luisteren. Dat klopt ook gewoon.
Maar niet opzettelijk.

Goed. Dit alles geschreven hebbende, ga ik maar weer eens een weekendje werken. Lekker de late dienst in. Jammer dat mijn lichaam vanmorgen vond dat ik toch om 0550 wakker moest zijn. Wordt een lange dag zo.
Ik wens ieder een prettig weekend toe.

vrijdag 18 november 2022

Landelijke en persoonlijke beslommeringen.

 Zoals ik al zei: het is weer die tijd van het jaar: kerst komt eraan. En dan eerst nog Sinterklaas. En elk jaar denk ik dat het hypere van Sinterklaas bij zo'n opgroeiend kind minder zal worden. Elk jaar heb ik het mis. Maar dat daargelaten.
Dit jaar was het hommeles met ouders en het sinterklaas journaal, want die inmiddels overrijpe pakjesboot is eindelijk eens gezonken. Tijd voor een nieuwe.
En omdat die pakjesboot gezonken is, kwam die goeie ouwe Klaas met het vliegtuig.
Ja, lieve mensen: hij kwam met het VLIEGTUIG!!!1!11!1one!
Nog geen week na het uit de klauwen geëscaleerde partijtje van groenepies en uitstervensrebellie, kwam Klaas aan met een vliegtuig. En daar moest over gelamenteerd worden.
De schande.
De ramp.
Hoe konden ze.
Niemand van die groene beeldenstormers die zich druk maakte over een afgezonken schuit, en het feit dat er binnen een dag al een nieuwe, zwaar vervuilende, kolen gestookte stoomboot op die goeie ouwe Klaas lag te wachten. Nee, wat voor signaal geef je af als die ouwe Klaas met een vliegtuig komt. Ach en wee.
Ik moest erom grijnzen. Grijnzen omdat ik toevallig weet wat een milieuvervuilende plastic-troep die groene beeldenstormers achter laten, maar wel lopen te jammeren over een (zelfs voor een leek zichtbaar) nep vliegtuig op tv waarin onze goeie ouwe Sint aan komt waaien. Compleet, totaal, onomkeerbaar van de pot gerukt, die lieden.
Mijn grijns werd breder toen de vlag op het Sinterklaas huis omgekeerd gehesen werd, en dat men erachter kwam dat het de verkeerde vlag was. Puik werk van de redactie. Goedbedoelde sneren. Net als dat de verstrekker van de vlag, de buurman, een boer zou zijn.
Ik hoop dat die figuren van boerenverdedigingsmacht meer humor hebben dan die figuren van viruswaanzin. Ik hoop het echt, want ik vrees stiekem dat die geestige zielen van de redactie van het sinterklaasjournaal straks ook bedreigingen te verwerken krijgen.
Persoonlijk heb ik genoten van alle goedaardige sneren naar pakketbezorgers, Schiphol, boeren, (klimaat)wappies en andere entiteiten.

Juni 2012.
Mijn moeder ging hemelen, en ik kocht een laptop, want in alle consternatie stierf de vorige (ja moeders dood, dan de laptop ook maar. Praktisch ook, als je veel van dat soort zaken maar via de computer moet regelen).  En de vers (te goedkoop) aangeschafte tablet (leek me toen praktisch omdat ik in Limburg geen laptop/computer met internet had, en dus een tablet wel via mijn telefoon met internet zou kunnen verbinden (u raadt het al: never happened)) heb ik na een week al de deur gewezen, en zaken regelen met een toen nog veel minder intelligente smartphone was ook geen doen.
Ik kocht betrekkelijk goedkoop een Acer. Volgens mij geen a-merk. Maar inmiddels zijn we dus dik 10 jaar en een beetje verder, en begint deze laptop zo langzamerhand duidelijk te maken dat hij dan weliswaar nog niet dood is, maar dat dat niet heel lang meer zal duren.
De lijst met gebreken begint absurde proporties aan te nemen.
Het enige waar het ding nog geschikt voor is, is het typen van deze blogs, en het doen van zaken die ik echt op geen enkele manier op en uit mijn telefoon getoverd krijg.
Maar de eerlijkheid gebiedt me te melden dat dat in 90% van de gevallen ook niet op deze pc lukt, omdat die te langzaam is of te dom geworden. En mijn eigen gebrek aan inzicht en geduld.
10 jaar en een flink beetje is behoorlijk oud voor een laptop. Zo niet bejaard.
We hebben meer laptops in huis, die net zo oud, en in elk geval niet beter zijn. En al een hele poos zijn Ilse en ik aan het bedenken wat we willen. Hoeft voor mij niet kleiner. Want met tikken van deze schrijfsels, is het handig om iets van beeldscherm en toetsenbord te hebben.
Groter ook niet, ik wil per definitie geen kast in mijn huis. Ik vind dat lelijk en ontsierend in onze toch al Jan Steense woonkamer. En los van dat ik het lelijk vind, is zo'n kast ook gewoon een vreselijke sta in de weg en zie ik al gebeuren dat ik er per ongeluk met de stofzuiger tegenaan ros, waardoor ik alle componenten met de AEG de stofzuigerzak in jaag.
Ilse wil iets met foto's kunnen. Ik wil hoofdzakelijk een ding dat zonder te zeiken doet wat ik zeg. En niet zoals de huidige, zelfstandig en enthousiast zich ontdoet van zijn toetsen, voor zover dat toetsenbord nog functioneert (vandaar dat er een los toetsenbord bij zit, omdat het eigen toetsenbord een soort van zombie is geworden, die te pas en te onpas dingen doet, waarvan ik niet wil dat ze gebeuren, zoals het willekeurig weg schieten van toetsen, of (wat ook heel vervelend is) tijdens het typen ineens random allemaal e's en m'men op je blanco blogvel laten verschijnen).
Dus heeeeeeeeeeel erg langzaam beginnen we met een behoedzame zoektocht naar een laptop, waarbij we laveren tussen ultiem en prompt gebruiksgemak (iets met mijn geduld) en fijne opties. En voor ons beiden geldt: het moet wel een laptop van schokbeton zijn, want ik sta nu eenmaal weinig bekend om mijn engelengeduld als ik iets niet begrijp, of het ding doet niet meteen wat ik wil zodat ik weer ga schelden op dure apparatuur die door mijn eigen onkunde faalt. En Ilse is natuurlijk niet bovengemiddeld subtiel.
Wellicht dat we dus over nog eens 10 jaar een keuze hebben gemaakt.

Goed. Een aantal jaren geleden kocht ik een auto waarvan ik zou zweren dat het de slechtste auto was die ik ooit van het illustere merk Citroën kocht.
Dat is nog steeds zo, maar inmiddels rij ik in een auto die een verdomd zekere tweede plaats in beslag neemt.
Die was tijdelijk, want ik was de lol in het hobby'en met auto's een beetje kwijt, ondanks de motivering die ik van mijn vriendjes kreeg en krijg.
Ik kocht als tijdelijke auto een soort van omgevallen paasei op wielen, tot ik er over uit was wat ik dan wel zou willen. Hoe ik mijn hobby dan vorm ging geven.
En tot mijn verbazing bleek het een auto te zijn, die ondanks zijn wat bezopen uiterlijk (Xsara Picasso, google maar eens) toch behoorlijk comfortabel rijdt en veel laadvermogen heeft, en ons comfortabel naar Frankrijk op vakantie bracht.
Voor mij was dat voldoende. Als hij de APK zou halen, mocht hij nog een jaartje mee, maar anders was het mij ook wel best, zolang ik er maar geen kosten aan zou hebben.
En mogelijk heeft dat hondenhok op wielen toch iets van een wraakzuchtige ziel, want de laatste weken begon het kreng steeds meer moeite te krijgen met het binnenhouden van zijn olie (gelukkig geen lekplekken op straat, maar ergens vreet hij het op), vindt hij dat zijn kathalisator te oud is en begint hij meer benzine te slurpen per kilometer dan Max Verstappen er in een weekendje racen doorheen jaagt. Dat alleen al was reden tot fronsende wenkbrauwen, maar soit.
Van de week begon het ding ineens geluiden te produceren waar ik serieus even van dacht dat de motor op zou stijgen, met achterlating van de rest. Een kabaal uit dat vooronder alsof er in plaats van olie zaagsel in het blok zit. En de "heuveltjes" tussen Almere en Schiphol, bleken dusdanig steil te zijn, dat ik de 100 kilometer niet meer aan kon tikken. Doodeng. En sowieso. Van 0-100 km/u bleek ineens niet meer meetbaar in seconden, maar in uren.
Dus dat hondenhok gaat zo spoedig mogelijk de pers in. Wat mij verkocht werd als een auto van een pietje precies qua onderhoud, lijkt meer op een auto van een pietje precies qua besparing op onderhoud.
En laat Ilse nu in het bezit zijn van een uitermate leuke C3 (een soort van baby-blauw bolhoedje) net als die waar ik tot 2012 enorm veel genoeglijke en comfortabele kilometers in maakte.
En we kunnen het lijden om tijdelijk maar 1 auto te hebben. In elk geval voorlopig, tot ik een leuke C3 voor mezelf vind.
Vooral omdat er nog steeds een toilet-renovatie wacht, en ook onze groepenkast moet uitgebreid worden, of in elk geval even netjes geordend. Want dat blijkt ook nog geen heldere zaak, voor wat ons gebruikers betreft. Dus luxeproblemen worden gewoon opgelost door rijdende ellende naar de sloop te brengen. Zo makkelijk kan het wezen.

Hoe dan ook: dit geschreven hebbende, wens ik eenieder een prettig weekend.




vrijdag 11 november 2022

Gedonderjaag.

 Het moest er natuurlijk eens van komen: ik ben op mijn werk gekiekt. Groenevrede en Uitstervensrebellie vonden het nodig om op mijn werk te gaan lopen demonstreren.
En ergens, heel ver weg, zonder alle media-framing en vooringenomen standpunten, wil ik best toegeven: ze hebben een punt.
Het is overigens niet zo dat dit nieuw is, lijkt me, ik heb dit vaker geschreven: we moeten echt eens wat beter voor onze aarde zorgen.
Maar dat allemaal daar gelaten: ik kreeg samen met wat collega's de opdracht om de mensen die uiteindelijk op moesten krassen, ook daadwerkelijk op te laten krassen. Hoppetee allemaal in de bus en naar de diverse locaties rijden.
Ik moet bekennen: ik heb me kostelijk vermaakt, ik zat er dicht op. Zó dicht dat mijn wenkbrauwen zich achterover richting mijn kont draaiden van verbijstering over de grote hoeveelheid halve waarheden die er verkondigd worden, en over het onuitputtelijke zelfmedelijden dat sommigen van de voorgenoemde, zelfverklaarde strijders hadden.
Waar ik het allermeest om moest lachen was wel dat die mensen steen en been klaagden over het feit dat ze anderhalf uur moesten wachten in een lekker warme, comfortabele bus.
Eerst liggen ze uren achtereen op een koude, betonnen platform, geketend aan een vliegtuig. En ingepakt in van die milieu-onvriendelijke thermo-plastic wegwerp folies tegen de kou.
En dan mogen ze lekker in mijn warme bus tot rust komen, is het ineens te moeilijk om daar eventjes te moeten wachten tot duidelijk is waar ze naar toe moeten gaan. Nee, 12 uur in de kou is appeltje-eitje, maar 1,5 uur in een warme bus: een mensonterende hel!!11!!!1!1one!
Nou poepoe.
Er werd ook gezeurd over het feit dat ze geen eten of drinken kregen. Dat kregen ze wel. Oke: toegegeven, het was dan niet veganistisch, halal, koosjer, rauw, holistisch, woke, of humanistisch, maar ze kregen eten.
En voor zover ze het niet kregen: ik kan u vertellen dat toen die mensen mijn bus verlieten, ze een teringzooi aan etensresten en verpakkingen (jazeker: van die milieuvervuilende plastikken wikkels, bakjes, dekseltjes, bekertjes en zo) achter lieten. Dus tot zover de morele waarde van zulke milieustrijders: de milieuverontreinigende plastic zooi, werd gewoon achter gelaten voor de eerlijke vinder.
Hoewel ik ook een ploeg naar elders te vervoeren kreeg, welke zeer beschaafd en erudiet waren. Die na afloop van de rit me bedankten, en in waren voor een vriendelijk praatje.
Ik stond even met de dienstdoende motorbegeleider te praten over de volgende ritten en stappen, toen een van deze lieve doch onmiskenbaar geitenwollensokken dragers op mij af stapte met de vraag of ik hem voor 10 euro weer mee terug kon nemen, omdat deze rit volgens hem juridisch niet mocht. Dát was even "off-guard". Die zag ik niet aankomen, en de begeleider evenmin. We keken elkaar even totaal blanco aan, en moesten toch wel een beetje grinniken.
Verder was het veel wachten, en me verbazen over de inventiviteit van alle betrokkenen, aan alle kanten van het spectrum.
En daar werd ik dus op de foto gezet, waarbij de tekst op mijn bus nogal opviel: die luidde namelijk: "airside tour". En ik kan u verzekeren: hoewel het op dat moment een komische, en wellicht wat cynische aanduiding was: ik had er bij het begin van mijn dienst geen seconde aan gedacht om zelfs maar te kijken naar die tekst. Ik start mijn bus op, check of alles het doet en ik meld me in dienst om ritten te gaan rijden. Tekst komt vaak zelfs niet in me op, zozeer ben ik gewend aan het feit dat ik met die lijnfilm verder niks hoef te doen. En ik kon bij aanvang van mijn dienst niet vermoeden welke taak ik kreeg. Dus misschien wat onhandig. Misschien cynisch. Misschien voor betrokkenen niet echt leuk. Mea Culpa.
Zoals ik al aangaf: ik ben gekiekt. En niet door het demonstranten-volk om aan te tonen hoe kwaadaardig alle anderen zijn, en hoe vreedzaam, schoon en lief en zacht zij zijn. Nee ik werd door iemand van de KMAR gekiekt terwijl ik schuin naar achter zit te wijzen in de richting van een hunner collega's. Dat zat zo: ik kreeg de opdracht om door te rijden, en de man die mij die opdracht gaf, keek mij verwachtingsvol aan. Ik keek even verwachtingsvol terug.
Hij [glimlachend]:...
Ik [glimlachend]:....
Hij [glimlachend]:....
Ik [glimlachend]:.... Ja, zou u dan misschien met uw hoofd uit mijn spiegel willen gaan, anders rij ik over die fietsende bende heen, en dat geeft meer troep en rompslomp dan u en ik op zitten te wachten.
Hij [breed grijnzend]: ja, die rompslomp willen we allemaal niet. Sorry man.
En tijdens dat ouwe-jongens-krentenbrood-onderonsje kiekte de twitterman van de kmar ons.
Ook een manier om je werk-weekend te beginnen. Het duurde lang. En het had wellicht wat soepeler kunnen gaan allemaal, maar ergens heb ik me toch wel vermaakt.

Dat vermaak ging verder, toen Ilse en ik ons jaarlijkse rondje door het tuincentrum maakten. Dit is een soort van traditie geworden. Elk jaar, als de kerstmarkt er zijn intrede doet, gaan wij struinen naar een of meerdere nieuwe, glazen versierselen voor in de nog aan te schaffen boom.
Een boom waarover (net als met onze gewezen caravan en onze gewezen tent) jaarlijks weer discussie is. Moeten we een voor dat doel gekweekte boom kopen. Een echte met of zonder kluit, of kopen we eenmalig een dure nepboom, die vanuit China met boot of vliegtuig ingevlogen moet worden, en op die manier middels zijn productieproces niet denderend is voor het milieu. Pro de nepboom is dat het een eenmalige belasting is, contra is dat we het ding dan ook ergens op moeten bergen, nadat we het vloekend en tierend uit elkaar hebben gehaald, wat daarom dus ook langer duurt dan wenselijk en Ilse me er elk half jaar aan moet herinneren dat dat klereding nog weg gehaald moet. En dat heb je met een echte niet. Dan ben je dat gestrooi met die naalden zat, en bovendien komen de buurtkinderen langs om een centje te verdienen met het afslepen van bomen. Heeft ook wel wat.
Tot nu toe wint mijn sentimentele ziel het, want ik vind een lelijke, kromme, echte boom nog altijd veel charmanter dan een perfect geproportioneerde, steriel geurende en uit zijn takken kijkende Chinese nepboom.
En jaarlijks lopen we ons te vergapen aan de werkelijk walgelijke kitsch waarvan men hoopt dat wij het kopen en in onze nog nader te bepalen boom hangen.
Walgelijke kersttaferelen uit de Alpen, versieringen waar je als je geen ADHD hebt, het ervan krijgt. En het ene elektronische kerstdeuntje nog valser dan het andere. 
Maar dan ook ineens een waanzinnig toffe, glazen kerstman-piek die je boven op de boom kan zetten door de top van de boom in zijn reet te schuiven.
U raadt het al: ik ga de rest van het jaar lamenteren over het feit dat ik die niet gekocht heb, maar een ongelukje zit in een klein hoekje, dus wellicht volgend jaar...
En omdat tegenover het tuincentrum een worstenman zit die de meest lekkere en exquise worsten verkoopt, koop ik jaarlijks en dus veel te weinig intens lekkere worsten.
Een leuk extraatje aan ons ludieke uitje voor ballen. En natuurlijk dat ik maar eens moet toegeven dat ik de periode naar kerst en kerst gewoon erg fijn vind, zo met mijn gezin.

Dit geschreven hebbende, wens ik u allen een goed weekend.








vrijdag 4 november 2022

Opbouwen, opbouwen en afbreken.

 Ik was dus bezig met een vitrinekastje voor mijn kleine draakje. Belofte maakt schuld.
Omdat ik nu eenmaal mezelf ben, heb ik mezelf tijdens het bouwen weer lekker in de weg gezeten. Kostte me uiteindelijk twee acrylplaten, omdat ik de eerste vernaggelde door de verkeerde lijm veel te kwistig te gebruiken. De tweede onderging eenzelfde lot, maar dan doordat ik te enthousiast begon met snijden. En pas achteraf nadacht over hoe ik dat dan het beste kon verwerken.
Maar....
Ik ben nu op het punt gekomen dat ik de vitrine ook daadwerkelijk een vitrine kan noemen.
Het gekke is: ik kan prima een kast in elkaar zetten. Maar telkens loop ik tegen de deur. Figuurlijk dus. Ik wil het te mooi maken. En zelfs als ik mezelf opleg om het zo simpel mogelijk te maken, vind ik mezelf uiteindelijk dus terug in een proces dat helemaal niks meer met simpelheid te maken heeft.
Integendeel.
Ook deze kast in wording heeft flink wat blasfemie over zich heen gehad, maar omdat er nog diverse meisjesachtige kleuren overheen gekwast gaan worden, ga ik er vanuit dat de poriën zich wel sluiten en dat de blasfemie in het hout trekt. Ja, of ik zou een afspraak moeten regelen met een trauma-psycholoog, gespecialiseerd in houten kasten.
Of zo.
Maar toch: wel weer een leuk projectje (voor mij is schelden en vloeken niet iets dat een projectje meteen tot hels bombardeert). En ik heb voor het deurtje ook al een heel mooi deurknopje/deurgreepje gemaakt.
Ilse kwam ooit eens thuis met 2 edelstenen, geslepen in de vorm van een hartje. Voor mij een van Lapis Lazuli (en bijgelovig als ik ben, heb ik die als geluksbrenger gelijk in mijn portemonnee gestopt) en voor Jente een van Rozequarts. (En ondanks dat het roze is, was haar enthousiasme niet denderend genoeg om er nu de waarde heel erg van in te zien, anders dan dat het leuk en roze en een hartje was).
U raadt het al: ik hoop dat Jente niet uitzinnig van razernij wordt, als ze ontdekt wat ik met dat edelstenen hartje heb gedaan.

Ongeveer 8 dagen geleden ben ik dus als instructeur begonnen op de werkvloer. En ik moet bekennen: ik vind het serieus heel erg leuk.
Het was wél heel erg wennen om weer eens les te geven. Toen ik op het platform begon, leverde ik daar mijn zeer bescheiden lespraktijkje voor in, en ik vroeg me anno 2022, dus na dik 4 jaar, af of ik het nog wel in me zou hebben.
De kennisoverdracht is ongeveer hetzelfde gebleven.
Maar daar waar ik bij muziekles een leerling maanden, zo geen jaren onder mijn hoede had, heb ik hier maar zeer beperkt de tijd om alle kennis die ik heb over een leerling uit te storten. En met mijn eigen ervaring nog redelijk vers in mijn geheugen, zie ik enigszins vermaakt de verwilderdheid en de "OMGWTFBBQ" uitdrukking op het gezicht van mijn toekomstige collega.
Het komt op zich wel goed, ten slotte is het met mij ook goed gekomen, maar de verbijstering over alle procedures, do's en don't's en de nabijheid van die gierende en bulderende apparaten, zijn haast tastbaar.
En er zijn natuurlijk wel meer verschillen tussen instructie op het platform en muziekles, en ik hoop maar dat mijn uitleg dusdanig blijft hangen, dat ik binnenkort mijn eerste leerling op het platform af kan leveren.
Wat ik persoonlijk erg lastig vind, is het "goede voorbeeld geven". 
Ik ben namelijk nogal nonchalant van aard, en dat in combinatie met ADHD, levert zonder dat ik als instructeur door het leven ga, al vaak zat tot achter in de nekrol opgetrokken wenkbrauwen van collega's op.
Ach, ik probeer er dan maar mee weg te komen dat ook iets als "zo moet het niet" een goed voorbeeld is. Zeg maar een soort van foto-negatief.

In mijn roerige verleden, nog niet zo gek ver terug, opende ik een Twitter-account. Om het direct te vergeten. Nog iets minder ver terug, leek het me aardig om een Twitter-account te openen. Hetgeen ik deed, en toen tot de conclusie kwam dat ik er al één had. En nooit gebruikte. Dat nieuwe account staat tot op heden ook op exact 0 tweets van mij. Ik heb mijn blog en gezichtsboek en dat vind ik genoeg.
Met weinig verbazing volg ik de strapatsen van meneer Musk.
Meneer Musk, dat mannetje van de Tesla, heeft twitter opgekocht, de top van twitter ontslagen, en kondigde tussen neus en lippen door dat er nog eens 7500 mensen op mogen rotten.
Als je dan een mail op je werk-adres krijgt, mag je blijven. Als je een mail op je prive-adres krijgt, ben je de lul en geen werknemer meer.
Lekker persoonlijk ook. En laf. Kom dan de mensen die je op wil laten rotten onder ogen, maar dat zal meneer Musk niet durven.
Voorts is hij van plan om mensen een "geverifiëerd account" op te dringen, middels betaling van 8 dollar per maand of zo. En dat zou dan meteen een invloed hebben op de eeuwige advertenties die je te zien krijgt. Waardoor niet alleen medewerkers en gebruikers woest aan het twitteren geslagen zijn, maar ook adverteerders krijgen het spaans benauwd.
Maar om het geheel weer op het rechte pad te krijgen, zijn er offers nodig, volgens meneer Musk.
Goed, wat dat rechte pad dan is, is tot op heden onduidelijk, maar op zich zou ik het geen probleem vinden om voor mijn facebook-account een paar euro te betalen, als ik daarmee geen stompzinnige advertenties meer te zien krijg.
Want laten we wel wezen: zoiets als Facebook en Twitter zijn voor de gebruikers gratis. De inkomsten komen van adverteerders. Die daarvoor terecht vinden dat ze met hun tyfuszooi wel zichtbaar dienen te zijn. Dat is de keerzijde van dat gratis platform. Dus dat een lidmaatschap van een platform geld zou moeten gaan kosten, is na het zien van de zoveelste vacature-advertentie waarin teveel verantwoordelijkheid voor te weinig salaris gepromoot wordt als toffe baan, ineens helemaal zo gek niet.
Blijft overeind dat ik meneer Musk een misselijk mannetje vind, en ik dus geen zin heb om nu nog mijn account(s) tot leven te wekken. Integendeel zelfs. Als je zó Amerikaans met mensen omgaat, heb je in mijn ogen geen account van me verdiend. En ja, dat gezegd hebbende, realiseer ik me dat Facebook geen haar beter is.
Ach, misschien moeten we dat hele digitale leven maar eens vaarwel zeggen en gewoon weer ouderwets in real life met elkaar gaan kletsen.

Dit alles maar weer geschreven, wens ik eenieder een goed weekend. Ik sluit vanavond mijn weekend af met een paar kruidnoten.




vrijdag 28 oktober 2022

Sporten, nuances en pure schoonheid.

Wekelijks gaan we mopperend richting de sportschool. Geen zin. Opzien tegen die helse oefeningen die ons de rest van de week op pijnlijke wijze duidelijk maken, dat onze conditie op zijn zachtst gezegd volkomen kut is.
En ondanks we net zoveel energie steken in de frisse tegenzin, als in het sporten zelf, moest ik van de week concluderen dat ik toch een flinke hoeveelheid kilo's kwijt ben geraakt. Ergens in juni begonnen, ben ik nu, eind oktober toch een flink beetje minder massaal en aanwezig geworden. Dus ik kan mijn abonnement weer stopzetten. Marnix maatje minder. Missie geslaagd. Hatsekidee en door.
Oh nee. Ilse heeft nog 2 keer van haar tien-ritten-kaart te gaan, dus misschien kan ik er nog een kilootje van af halen. Van mijn lijf dus.
En kreunend van de ellendige spierpijn stapte ik de auto uit, om begroet te worden door mijn immer vriendelijke buurman, die bezorgd vroeg of het wel goed ging met me.
Toen ik hem vertelde dat de oefeningen op de sportschool de oorzaak waren van mijn pijnlijke grimas en gekreun, keek hij me zó ongelovig en doordringend aan, dat ik me bijna een leugenaar voelde.
Hij wist zich snel te herpakken, en als tip te geven om thuis onder een koude douche te gaan. En dat was dan weer mijn beurt om hem ongelovig aan te kijken. Maar omdat hij het goed wist te beargumenteren, ben ik genegen om zijn tip toch minimaal één keer ter harte te nemen. Alles om die stijve, pijnlijke spieren wat te verzachten. Hoewel twee keer vloeken (1 de tegenzin voorafgaand aan en 2: het vloeken van afkeer van die ijskoude stralen over mijn lijf) op één dag misschien voor de mentale gezondheid van de buurt niet echt denderend is.
De afgelopen keer waren het vooral de beenspieren die te grazen werden genomen, en om het feest te complementeren had ik mijn herhalingsprik van de herhaling van de herhaal-coronaprik gehaald.
Ik voelde me op zich niet slechter dan ervoor, maar de prikster deze keer, wist mijn spier dusdanig geniepig te raken, dat ik nog 2 dagen met niet alleen spierpijn van het sporten rond kwam te lopen, maar ook met een pijnlijke arm. Houzee.
En niet alleen spierpijn, de twee erop volgende dagen was ik ziek alsof ik niet een vaccinatie had gekregen, maar the "real deal" in mijn lijf rond had razen.
Ziek als een lam vogeltje, werd ik vertroeteld door vrouw en dochter.
Met name mijn dochter was het toonbeeld van zorgzaamheid. Dat begon met haar plan om een bakje cornflakes voor me te maken. Een heel literpak melk werd in een bak gekwakt, met daarover een paar flintertjes cornflakes. Mijn gebrek aan eetlust leek haar niet te deren, ze verschalkte het gewoon zelf maar toen ik aangaf het heel fijn te vinden dat ze zo zorgzaam was, maar dat mijn buik niet echt mee wilde werken.
En bij deze vertederende zorgzaamheid bleef het niet. Nee, ik hoorde wat verdachte geluiden, en toen ik mijn pijnlijke nek verdraaide naar de keuken, zag ik hoe mijn dochter uiterst geconcentreerd een sinaasappel doormidden hakte, met een mes dat ik normaal gesproken apart hou om eventuele insluipers efficiënt te fileren. Ze wilde een bekertje verse sinaasappelsap voor me maken, want dat was gezond voor me.
De tranen van gevoel biggelden langs mijn smoel, zo lief vond ik haar. Maar het gebruik van een dergelijk mes, vond ik toch wat te driest, dus ook dat heb ik maar heel even aan banden gelegd.
We hebben er toch maar een mooi kind van gebakken.
 Maar goed, de pedofiele, satanistische, reptielen-elite kan mij middels vernieuwde microchips weer op de voet volgen, en volgende week mag ik op audientie bij Klaus Schwab van het WEF, omdat ik meegaande sukkelaar van de maand ben. Beschermd tegen covid. Dat dan weer wel, dus ik mag zonder mondkapje.

Over het klimaat wordt veel gesproken. Hoofdzakelijk over hoe we het als mensheid, gezamenlijk naar de tyfus helpen.
En dan heb je de ontkenners ervan, die juist stellen dat we ons dat allemaal maar laten zeggen door de Bilderberggroep, het WEF en de pedofiele, satanistische, reptielen- elite.
En alles wat er tussenin zit.
En ook hier ontbreekt er mijns inziens toch een stukje nuance.
Elk weldenkend mens, zal het met me eens zijn dat we op zijn zachtst gezegd best wel wat mogen doen om de aardkloot op zijn minst min of meer leefbaar achter mogen laten voor ons nageslacht.
Want we vergrijzen als een gek, straks hebben we nauwelijks meer jonge mensen om onze rimpelige lijven te wassen, en als ze er al zijn, moeten ze leven in een verdorde, vertiefte wereld. Ik denk oprecht dat dat anders kan. En moet.
En het feit dat zelfs de VVD tot die conclusie gekomen schijnt te zijn, is toch wel heel erg veelzeggend, zou je denken.
Ja. We mogen en moeten wat meer zorg voor onze aardkloot dragen. En dat kan.
Door bijvoorbeeld niet hysterisch van angst te worden als het over elektrische auto's gaat. Door niet ineens aan het "Not-in-my-backyard-syndrome" te lijden als het over windmolens of zonnepaneel-akkers of weilanden gaat (En hier zie ik me toch een dijk van een oplossing om gedwongen uitkoop van rellende boertjes te voorkomen. Simpelweg die grond verpachten aan een bedrijf dat er wat windmolens of zonnepanelen neerkwakt. Verdien je lekker door je land te laten begrazen door wat schapen, die tussen de zonnepanelen door banjeren. Scheer je de wol, en trek je inkomsten uit energie. Hatseflats, een gratis tip voor flip van boerenverdedigingskracht).
Door constructief na te denken, in plaats van alles maar als "fakenews"of "woke" te bestempelen. Door kortom, je kop niet in het zand te steken.
Of ik daarmee vind dat je kunstwerken in een museum moet willen slopen? Nee, dat vind ik een wat infantiele actie, waar ik weinig mee kan. Of anderszins zaken die erop gericht zijn om mensen juist van je af te trappen, in plaats van te blijven informeren. Iets met vliegen, stroop en azijn.

De laatste tijd valt me op dat mijn werk in de vroege uren iets extra's biedt: prachtige luchten.
Bij zonsopgang van knallend oranje, alsof er ergens een enorme fik is, tot bijna hysterisch paars-roze dat niet zou misstaan in een kinderkamer, ware het niet dat er toch een veel volwassener sfeer van uit gaat dan een kinderkamer, en dat als er een kerosine-achtige geur in Jente's kamer hangt, ik toch even zou kijken of alles wel goed gaat, daar.
Hoe dan ook, ik kan daar serieus intens van genieten en dan bijna vergeten dat ik ook bezig was met het uitvoeren van een ritopdracht. Het is dan vaak ook een klein momentje van rust, alvorens de eerste spits echt losbarst, waarin we het van donker, via schemer naar dag zien gaan, terwijl we de eerste passagiers naar hun toestel brengen, of er juist van ophalen.
Ik kijk. Ik geniet. Ik rust, en kak!!! Welke klootzak komt daar mijn beeld verzieken? Oh ja, mijn werk. Snel die bus erbij, en terwijl ik met één oog de passagiersstroom monitor en tel, kijk ik met het andere oog naar een bijna tergend langzaam verkleurende lucht. De meeste passagiers, valt het niet op. En dan ineens een kerel die het wél opvalt. Die naast me komt staan, en even een knikje van verstandhouding. Beautiful!!! Ja. Dat is het. Zomaar een extraatje, die gratis bij mijn werk komt.

Hoe dan ook: na het werken is het goed rusten, en los van het feit dat ik weekend heb, ga ik me morgen dan toch maar weer eens inzetten op de sportschool.
Ik wens eenieder een mooi weekend toe.








vrijdag 21 oktober 2022

Over arme drommels gesproken.

 Zal ik me mengen in het gekrakeel dat Thierry Baudet over zichzelf heeft afgeroepen na zijn interview waarin hij repte over reptielen in de regering en dat volgens hem Poetin de held is die alle Nederlandse en Europese én wereldwijde ellende op kan lossen?
Ik zou kunnen melden dat ik daverend in de lach schoot toen ik dat interview zag. En vooral toen hij bijna huilend van ontzag stamelde hoe Poetin de "goeie schurk" zou zijn die ons allemaal zou redden.
Voor die scene is het woord "potsierlijk" wel zo'n beetje uitgevonden.
Het had bijna Noord Koreaanse proporties. Het kwijl stroomde uit zijn mond en ogen toen hij Poetin ophemelde, net als bij die Noord Koreaanse drommels die onder bedreiging van een zekere dood, stonden te huilen bij de dood van hun vorige dictator. Volgens zekere politici wordt forum voor democratie door het kremlin bestuurd, maar aangezien ik dat zelf niet kan controleren, zal ik niet zover gaan om die beschuldiging over te nemen. Ten slotte wil ik er ook voor waken dat ik net als die arme Baudet mezelf totaal in de meest absurde complottheorietjes ga verliezen.
Die reptielen noemde hijzelf achteraf overigens een metafoor. Hij is gelukkig eerlijk genoeg om zichzelf geen enkel fatsoen toe te dichten. (Of realiteitszin, for that matter).
Omdat ik ook eerlijk ben, én niet overmatig veel fatsoen in mijn donder heb, richting de politiek als geheel, en politici in het bijzonder, ga ik ook een metafoor maken. Een die mijns inziens aardig klopt.
Snuffelend in de smerige, schemerige goten van het politieke landschap op de grens met de maatschappij, kruipt een rat. Een opportunistische, egocentrische rat. Een rat die zijn honger stilt met de kreten van afschuw van het publiek. Maar net zo gelaafd wordt door de kreten van instemming. Negatieve aandacht is ten slotte ook aandacht, nietwaar? Dat is de aard van dit beestje. En zijn naam? U mag niet meer raden. Meneer Baudet.
Maar eigenlijk is het helemaal niet grappig. Het is misschien gevaarlijk, zo'n Baudet in de politiek. Zeker met die compleet van de pot gerukte ideetjes die hij heeft. Maar eigenlijk is het diep triest dat iemand waarvan je op basis van zijn hoogst genoten opleiding zou moeten mogen verwachten dat hij iets steviger zijn schoenen staat, zó diep gezonken is.
En dan denk ik aan zijn nageslacht, dat in wezen nu al kansloos is. Want ik geloof geen seconde dat meneer Baudet thuis wél coherente zaken kan verzinnen, laat staan op een gezonde wijze spelen met dat kind van hem.
Ik hoop dat de kinderbescherming over niet al te lange tijd zijn zaakjes op orde heeft, en een liefdevol huis van dat kind kan vinden. Want heel lang zal dat toch niet goed kunnen gaan.
Om terug te komen op mijn eerdere vraag: nee. Ik ga me niet mengen in het zoveelste gekrakeel dat meneer Baudet over zichzelf heeft afgeroepen. Maar dat arme kind van hem...

Onze zaakjes zijn soms ook maar wankel op orde.
Mijn lief heeft in de afgelopen jaren een collectie aan plastic keukenwaren verzameld waar ik serieus de hik van krijg.
Het is te veel, het past allemaal net, doch uitsluitend als het door Ilse wordt ingeruimd, waarbij er zóveel van die bakjes zijn, dat het ook echt op maar één (1) manier kan, anders kan de kastdeur niet dicht. En aangezien ik degene ben die 99% van de tijd de vaatwasser in- en uitruimen tot huishoudelijke taak heeft, kan de kastdeur niet vaak dicht.
Ik ben gestopt me druk te maken over dat vermaledijde plastic. Ik rammel het in de kast, soms met wat meer gerammel, en als het echt niet wil, prop ik, en kwak ik de deur dicht. Klaar. En denk er verder ook niet meer over na. Gewoon niet. Het is uit mijn hoofd. Want ja, ik ben dan wel zo sociaal onbegaafd dat ik me niet druk kan maken over plastic waar ik de schurft aan heb, dat ik niet wil. Erin is erin.
Van de week waren we als team min of meer aan het koken, en hoorde ik Ilse iets zeggen in de trant van: "wat ben je toch lekker onhandig", waarop een hele stapel plastic uit die kast lazerde en ik daar dus enorm van moest lachen. Tot ik nogal kribbig te horen kreeg dat het mijn gebrek aan interesse in dat vermaledijde plastic is, dat ertoe leidde dat dat plastic ter aarde stortte.
Ja, of Ilse vindt mij onhandig, maar kan zelf vervolgens niet zonder iets te laten pletteren, verplaatsen. En aangezien mijn liefste veel eigenschappen bezit, maar bepaald geen subtiliteit, ga ik er toch vanuit dat zij de onhandige was, die mij onhandigheid verwijt.
We zijn een mooi team, dat vrouwmens en ik. 

Van de week heb ik mijn goeie daden voor 2022 (2) maar weer gedaan.
Het was zo'n vlucht die eigenlijk heel vanzelfsprekend ging. Heel natuurlijk. Iedereen deed zijn/haar werk en redelijk ongestoord kon ik bij het vliegtuig wegrijden. Ook op de plek waar ik de mensen de terminal in zou laten, verliep alles soepel.
Té soepel.
Verdacht soepel.
En jawel: ik was bijna van plan om opgelucht mijn bus in te stappen, toen ik werd aangesproken door een wat verwilderd uitziend echtpaar. Hij was zijn bril vergeten in het vliegtuig en hij keek me daarbij ook nogal onduidelijk aan: zijn linkeroog keek naar mij, zijn rechter ergens anders heen, maar zeker niet naar mij.
Omdat ik als brildrager zijn pijn snapte, kon ik het niet echt over mijn hart verkrijgen om hem direct door te sturen naar lost & found, en vroeg ik de regie of er mogelijkheid was om de mensen even mee terug te nemen naar de kist, en dat kon.
Dus met die bus zo hard als ik kon (30, dus mocht) terug naar die kist in de hoop dat de crew er nog zou zijn, of schoonmakers.
Daar aangekomen kwamen we tot de jammerlijke ontdekking dat die kist al leeg was. En ik mag niet naar binnen. Willekeurige mensen ook niet. Is gewoon een regel, en daar hou ik me aan, want mijn baantje is me lief.
Wel waren er twee technici om dat toestel aan het werk, dus in een laatste poging om de passagier niet continu blindemannetje te laten spelen op een luchthaven, sprak ik ze aan, en zij wilden wel even een kijkje nemen.
Dat duurde behoorlijk lang, die gozer heeft voor mijn gevoel dat hele toestel binnenstebuiten gekeerd, maar mooi dat hij de bril vond. Zelden zo'n blije man gezien, die mij met bril wél recht aan kon kijken. Heb hem in elk geval een hoop koppijn bespaard.
Mijn tweede goeie daad, was een uurtje later, toen ik met een buslading mensen bij een vertrekkende kist stond.
Ik stond even gezellig te kletsen met een passagier, en een beetje te klagen over de wind en de kou en zo, toen het licht in mijn ogen even uitging, ongeveer tegelijk met een kreet van wanhoop en ontkenning.
En die twee zaken hadden met elkaar te maken, want het was iemand's boarding pass die door de wind uit haar handen gerukt werd, en tegen mijn gezicht gekwakt werd. Nou kan ik me niet voorstellen dat je die boarding pass nog nodig hebt, maar goed omdat ik in de weg van de wind stond, en daarmee ongewild de ontsnappingspoging van dit vodje papier verijdelde, kon ik het grinnikend aan de verbijsterde eigenaresse terug geven. Ik denk dus wel aardig wat karma-punten bij elkaar gesprokkeld te hebben.

Mijn eega en ik zijn het over veel dingen oneens. In heel veel zaken laten we elkaar ook behoorlijk vrij. Zoals bijvoorbeeld kleding. Nu is dat in mijn geval niet heel moeilijk, ik moet voor mijn werk inferieure troep dragen, en daarbuiten draag ik gewoon redelijk conservatief sneakers, jeans en een hoodie, het geheel afgetopt met een pet.
Maar die kleding kan soms best nogal eens wat wilder gekleurd zijn. Of niet matchen, want ik loop niet zozeer achter wat mode betreft, ik loop gewoon helemaal niet. Ik koop wat lekker zit, en hoe dat het eruit ziet, vind ik minder boeiend. Nu wil het ding dat Ilse een paar schoenen heeft gekocht. En ik kan het eigenlijk niet beschrijven. De term lelijk voldoet gewoon simpelweg niet. Hysterisch zijn ze wel. Wat kleur betreft. Wat vormgeving betreft. Er naar kijken levert gewoon pijn op aan je ogen, en omdat ze zo hysterisch zijn, ontkom je er niet aan om er naar te kijken. Ze zuigen alle aandacht op en de kijker volstrekt leeg. En langer dan 10 seconden kijken en je bent een kwijlende, lege huls van dat wat ooit mens was.
Zulke heftige emoties heb ik normaal niet bij schoenen van mijn vrouw, ik weet wel beter. Maar dit.... Zo veel felle kleuren, prints en zoetig getekende en vorm gegeven dier(elantijn)tjes, heb ik op maatje 39 niet eerder gezien, en mijn bloedsuiker stijgt tot onverantwoordelijke hoogten.
Maar goed, ik gun het haar.
Zolang ze maar 500 meter achter me loopt.

Dit geschreven hebbende, ga ik mijn weekend in. Volgende week begin ik met een nieuwe taak op mijn werk: ik mag nieuwe collega's gaan opleiden in mijn werkveld. En dat lijkt me best heel erg leuk. Niet alleen het vaktechnische, maar ook het sociale. Ik ben heel benieuwd hoe dat af gaat lopen. Voor zowel aanstormende collega als mezelf.
Ik wens eenieder een goed weekend toe.


vrijdag 14 oktober 2022

Over verzamelingen, gezondheid en veiligheid.

 Jente verzamelt.
En zoals kinderen dat doen, is vrij veel van wat ze vinden, verzamelwaardig. Tot mijn vertedering, verbazing en soms ook wanhoop, moet ik bekennen.
De meest (in mijn ogen) onzinnige objecten moeten mee naar huis voor in de verzameling. En pogingen tot bijsturen eindigen steevast in een plekje in de collectie. Ga maar eens in discussie met een levendig kind dat zo koppig is als haar moeder, zo eigenwijs als haar vader en zo creatief als beiden.
En dan volgen er dus nog kilo's aan ellende. Want zelfs een stukje plastic waarvan een dooie ekster kan zien dat het een geërodeerd stukje colafles-dop is, verandert in dat koppie tot de meest begerenswaardige vondst van het uur.
Ook in de vakantie werden we niet gespaard.
We moesten goed opletten, want een door de zomerzon keihard uitgebakken chi-hua-hua drol, was net zo aantrekkelijk voor in de verzameling als een bijzonder vorm gegeven takje waarvan een kunstwerk werd gemaakt dat tot grote frustratie van Jente, en daarmee later dus ook van ons continu uit elkaar flikkerde.
Maar gelukkig ook leuke dingen, zoals echte fossieltjes uit de bodem van de Loire en mooie steentjes. Of leuke kleine tierelantijntjes, kleine souvenirtjes en ander grut vonden hun weg naar de verzameling van ons creatieve kind.
En creatief is ze, want er worden met grote regelmaat kunstwerken gemaakt die op straffe van intense ellende niet zonder meer de oudpapier bak in mogen.
Dus, ik ben de lulligste niet, en hoofdzakelijk omdat we onszelf willen beschermen tegen al te woeste toorn als we in een onbeheersbare vlaag van opruimwoede zitten, beloofde ik Jente om een klein vitrinekastje voor haar te maken. Zodat ze daar haar verzameling die echt, écht, ECHT niet weg mag in kan opslaan.
Ten slotte, ik ben niet voor niks hobby-matig een prutser met hout, en als ik voor mijn modelauto's een paar vitrinekasten kan maken, kan ik dat voor de kunststukjes en verzamel-objectjes van Jente ook.
En de laatste weken, kwam Jente er steeds vaker op terug. Beloofd, is beloofd, nietwaar.
Dus ging ik afgelopen week aan de slag.
Plaatje hier, plankje daar. Ruitje voor de vitrine zus, latje zo.
De start was even onnadenkend als typerend voor mijn manier van werken: er is geen manier. Ik begin gewoon. Geen tekeningen, geen maten, alleen een ruw idee.
Geen wonder dus dat het eerste poly-acrylaat (of hoe dat spul waarvan ik het ruitje voor de vitrine maakt ook heet) nagenoeg onbruikbaar raakte, nadat ik het vol goede moed met kit wilde verlijmen op houten latjes die het frame van het deurtje moesten worden.
Want kit, heeft als nadeel dat het bij samen drukken, nu eenmaal niet op zijn plek blijft. Maar je moet het wel samendrukken om de lijmkracht ervan te kunnen benutten.
Dit had ik vooraf met enig nadenkwerk ook wel kunnen bedenken, maar zo zit ik niet in elkaar, dus plaatje onder de kit, en geen zin of tijd om het stante pede schoon te maken. Dus dat komt dan weer in mijn eigen verzameling aan herbruikbare materialen (Jente heeft het verzamelen niet van een vreemde, ik hou er ook de meest idiote verzamelingen op na).
Hoe dan ook: met veel gevloek, getier, gescheld, gemopper, doch ZONDER vleselijke verwondingen ben ik erin geslaagd om zowel een leuk deurtje, als een leuk kastje in elkaar te zetten.
Wederom is perfectie geen streven, maar stevigheid en speelsheid wel. Ik heb Jente ook mee laten denken.
En dat was misschien niet een van mijn beste momenten, want los van de speelse inrichting (wat een enorme hoeveelheid extra werk, een "speelse" inrichting) had ze ook zo haar ideetjes over de kleur. Goud, paars, roze, blauw, groen, zilver, rood en regenboog. Alsof die speelse indeling niet bestaat, en ik zomaar overal aan alle kleuren verf kan komen. Ik had het gewoon wit moeten houden, en het toestaan dat ze er zelf een kleur aan geeft. Want nu moet ik dus tussen de speelse inrichting door met kleuren verf gaan stoeien, waar ik het bestaan niet van af weet.
Toen ik dus de kast met speelse indeling aan Jente liet zien, vond ze hem supermooi (haar woorden). Ik heb wel verteld dat het verven nog wel even gaat duren. De lijm enzo moet toch goed drogen en dan moet het geheel, voor zover ik erbij kan nog geschuurd worden, en dan pas kan de verf erover gekwast worden.
Maar hey: (bijna) alles voor dat kleine draakje.

Er is wederom sprake van een overwinning, deze week al voor de tweede keer.
Mijn betere helft en ik togen van de week naar de crossfit. Om ons lekker awkward, ver buiten onze comfortzone te gaan begeven.
Waar we vorige keren vloekend van de tegenzin erheen reden, was dat vorige week en deze week niet aan de orde. We stijgen op de ladder van de frisse tegenzin, van vloekend van "geen zin" naar "de ellende stilzwijgend aan gaan vangen".
En de trots dat we ons toch maar weer ertoe hebben weten te zetten om te gaan, en het toch maar weer te hebben gedaan en toch maar weer overleefd te hebben, begint toch wat prominenter aanwezig te zijn.
En ik begin de humor er ook wel van in te zien dat na afloop van een uurtje fysiek doodgemarteld te zijn, je een hoge vijf krijgt van de instructeur, die oprecht trots is dat hij ons in beweging heeft gekregen.
Ik merk zelf dat ik nog steeds crepeer van de spierpijn, maar wel al een stukje minder. Dat de kilo's er niet afvliegen, maar dat ik wel het idee heb dat ik op zijn zachtst gezegd er ook niet vadsiger van ben geworden.
Dus ja, ik ben wel enigszins opgetogen. Nu mijn lijf nog, die telkens maar weer middels spierpijn aangeeft, er het zijne van te vinden.

Tijdens het "laten instappen" van passagiers, sta ik er niet alleen voor de sier.
Vaak zijn mensen toch totaal niet bedacht op een busreis. (Maar ja, de veiligheidsvoorschriften vinden het terecht niet prettig als mensen zomaar tussen in- en uitkomende vliegtuigen door wandelen, al was het maar omdat het erg slordig staat als een passagier wegwaait en tegen de terminal aan gekwakt wordt omdat hij achter een draaiende vliegtuig motor door wandelt).
Dus soms moet ik mensen echt streng toespreken. Dat ze heus echt veiliger bij hun vliegende bus komen, door eerst even met mijn rollende bus mee te gaan. En ja, dat ze heus op tijd bij hun vliegende bus aankomen, en waarschijnlijk eerder dan wanneer ze zelfstandig gaan lopen dwalen.
Dan moet ik mensen soms toespreken dat roken echt, heus verboden is, ook als je al een paar uur hebt gewacht op je aansluitende vlucht.
Dat koffie en eten heus niet de bus in mag, ook al zegt de gate-agent van wel. We hebben nu eenmaal niet echt voldoende chauffeurs, en ik heb dus geen tijd om alle gemorste drank en eten op te ruimen. En mijn ervaring is dat de mensen die het hardst roepen niet te morsen, de meeste zooi achterlaten.
Maar even vaak, zo niet vaker, maak ik een vriendelijk babbeltje of een gebbetje met mensen. Of het blijft stil. En mensen schuifelen zwijgend langs me, knikken eens vriendelijk, of zijn zo murw van alle vliegveld-indrukken dat ze glazig door me heen staren.
Zo'n vlucht had ik vrijdag.
Prima, niks mis mee. Mijn bus vulde zich langzaam doch gestaag met lieden van divers pluimage. De meeste mensen knikten me vriendelijk toe, maar daar bleef het bij.
Tot een zeer gesoigneerde meneer me een beetje onverwacht "off-guard" pakte door te vragen aan welke kan de deuren open zouden gaan. En ik had gedurende een paar seconden werkelijk geen flauw benul waar de goede man het over had.
Ik zal hem (het was een van de laatste ritten van de dag) net zo glazig aan gekeken hebben, als de gemiddelde passagier mij.
En langzaam, heel langzaam realiseerde ik me dat de goede man er van uit ging dat mijn bus (zoals wel vaker op luchthavens) aan beide zijden deuren heeft, en dat hij wilde weten aan welke kant hij moest gaan staan om als eerste die bus uit te stormen. Ik meldde dat er maar één kant is, want we hebben maar aan één kant deuren, en dat was natuurlijk weer niet heel handig van me, want met dat ik dat zei, zag ik dat de man ponitficaal in de deuropening bleef staan, en dat is op zich onhandig als er nog meer mensen in moeten. Soit. Als ik iets meer op mijn hoede was geweest, had ik de linkerkant aangewezen, en hadden de rest van de passagiers gewoon zonder obstakels in kunnen stappen, maar gelukkig waren dat er vijf of zo, en niet heel klein, dus dat viel nog mee.

Goed, en zo komt er weer een week ten einde, en gaan we zo zoetjes aan naar de feestdagen tijd.
Ik ben me heel af en toe aan het bezondigen aan wat al te vroeg bij de plaatselijke grutter belandde kruidnoten en marsepein.
Dit geschreven hebbende, wens ik eenieder weer een prettig weekeind toe.





vrijdag 7 oktober 2022

Gezemel.

Ik vertelde al eens dat ik met enkele collega's een wat bijzondere samenwerking heb.
Het was een dienst die ik in alle betrekkelijke rust begon met een kopje koffie uit een wederom kwaadaardig slecht functionerende machine, en ik zag haar aankomen in haar autootje.
De kwaadaardigheid van de wederom slecht functionerende machine nestelde zich in mij, en ik sprong op, om me in de gang, om het hoekje te verstoppen, teneinde haar bij haar binnenkomst eens fris en fruitig goed te laten schrikken.
Leuk man.
Ik hoorde de deur en voetstappen, en met dat ze de bocht om kwam, sprong ik met een mild woeste kreet uit mijn verstopplek. (Mild woest, want op kantoor schijnt men aan alles te werken, behalve aan het functionerend krijgen van de koffiemachines).
Om vervolgens net zo hard te schrikken als de collega die het moest ondergaan. Een heel andere collega. Die dus geheel onschuldig zichzelf een hoedje schrok, en zich ook even geen raad wist, omdat hij totaal buiten onze pet-mep en schrik-routine valt. Achteraf was hij gelukkig niet heel erg boos.
Zo jammer.
Ik moest een buslading mensen bij een vliegtuig afleveren, en nadat iedereen boven was, viel mij een passagier op, die zich nogal ongemakkelijk bij de trap ophield.
Ik gebaarde de passagier vriendelijk dat het tijd was om naar boven te gaan. Ik moet ten slotte meer vluchten wegrijden tijdens zo'n dienst, en hoezeer ik ook begrip heb voor de spanning van het vliegen, ik kan er nu eenmaal niet op wachten.
Ik kreeg een wat benauwd knikje terug en de mededeling dat er sprake was van een enorme misselijkheid en drang tot overgeven.
In eerste instantie wilde ik het afdoen met een grapje, en vroeg of ik zo woest gereden had, en dat er boven in het vliegtuig wel een toilet beschikbaar was. Maar het bleek om een slechte kip te gaan, die de passagier voor lunch had gehad.
Oke, daar had ik even niet van terug, en om iemand nu geheel alleen te laten, daar waar er sprake is van een ellendige kip die er anti-peristaltisch uit wil, is ook zowat.
Toch maar even naar boven gelopen om het cabine-personeel in te seinen. Ten slotte is het hun passagier/patient.
Terwijl ik de situatie aan de begripvolle sterwardess uitlegde, klonk er van beneden aan de trap een groots en meeslepend gebrul, geboer, gebraak en gespetter. Jawel, de passagier voelde zich eindelijk misselijk en heldhaftig genoeg om alle égards genoodzaakt overboord te zetten en de kip ruim baan naar buiten te geven.
Een zure meur steeg op.
Samen met de piloot liep ik naar beneden (ik mag passagiers niet onbeheerd achterlaten op het platform, en de piloot of stewardess is dan mijn plaatsvervanger om een oogje in het zeil te houden en zelf poolshoogte te nemen om te zien of de situatie niet om andere oplossingen vraagt) en toen zag ik dat de passagier de zijkant van de trap onder gebraakt had, en van een onaangedane afhandelaar het strenge verzoek kreeg om ergens anders verder te kotsen. Op zich wel terecht, want die trap moet handmatig verplaatst worden, en dan willen afhandelaars liever niet in de braak van een passagier moeten grijpen.
Ik heb meermalen aan de passagier gevraagd of er verder medische hulp gewenst was, maar dat bleek niet zo, en voor zover ik weet, is de vlucht verder zonder gekkigheid vertrokken.
Maar het lijkt me heel erg naar om gemarteld door een rotte kip een vliegreis te moeten ondernemen.

De floriade.
Heel Nederland heeft er zijn of haar heilige mening al wel over gegeven. En dan hoofdzakelijk en het liefst zo negatief mogelijk, voorzien van "feiten", 'feiten' en feiten. En onzin. Heel veel onzin. En negatief, want dat is de heilige mening van mensen die overal een mening over móeten geven. Negatief.
En wat vooral opvalt: die meningen komen vooral van mensen die er nooit geweest zijn, en er nooit zullen komen, want te ver weg, want te duur, vanwege "feiten", 'feiten' en feiten. En natuurlijk omdat die floriade binnenkort ontmanteld wordt, om er (dure) woonwijken neer te zetten.
En laat dat nu net het soort mening zijn dat wel gegeven mag worden, maar feitelijk (voor mij) weinig waarde hebben. De mening van een ervaringsdeskundige sla ik nu eenmaal hoger aan dan de mening van iemand die zijn mening vooral als heilig ziet.
Goed, ik ben dus 2x in de floriade geweest. De eerste keer toen het nog vooral in opbouw was, en er weinig te zien was, en we dus eigenlijk alleen konden óóóh'en en ááááh'en over prachtige modderpalviljoens en in opbouw zijnde zand/schelpen paden, de boot erheen en de kabelbaan over de snelweg.
De periode erna waren het alleen Ilse en Jente die er heen gingen en er ongelooflijk veel plezier in hadden, en ook veelvuldig thuiskwamen met verhalen hoe mooi en interessant het allemaal was. Ik las meer positieve verhalen. En die vallen bij het gemiddelde mening-volk niet goed. Want dan moet er meteen iets negatiefs overheen gemeningd worden. Het lijkt erop dat als je iets positiefs post, je bestraft wordt met een sneer van een Gerda met een heilige mening.
Jammer.
Want Ilse leek het een goed idee om, voor de sluiting een feit is, nog even met ons 3'en naar de floriade te gaan. Ik bruiste van de goeie zin erin, en zo togen we naar de boot, en de floriade.
Ik ben denk ik geen doorgewinterde floriade-ganger, want het kostte me flink veel moeite om er net zo enthousiast van te worden.
Sommige paviljoens werkten me gewoon door alle herrie teveel op mijn zenuwen, anderen leken een beetje op mijn achtertuin. Veel kruiden, bloemen, planten en bomen, die ik in de "vrije natuur" geen tweede blik waardig zou keuren, en waar ik nu 5 euro (Almeerse korting) voor moet betalen. Er waren best leuke en interessante dingen te zien. Vernuftige dingen ook. En een heus Almeers Oerbos, van maar liefst 50 jaar oud. Wat mij eigenlijk nog het meeste bij staat: het feit dat je 5,50 euro moet betalen voor een broodje met een vettige Duitse worst. En dan wordt men geacht hem mee te nemen, waarschijnlijk om het gezeur over die absurde prijs niet aan te hoeven horen.
Hoe dan ook: ik ben niet half zo negatief over de floriade. Ik heb het gezien, en als het meer kans had gehad, en niet door ambtenaren, maar door het bedrijfsleven was georganiseerd en geregeld, dan was het goedkoper geweest en minder een gemeentelijk prestigeproject.
Maar goed, in deze tijd van sociaal onvermogen van de gemiddelde meningenlijer, was het bij voorbaat misschien al wel kansloos. En dat is onterecht.
Want voor mij persoonlijk komt er dan bij dat ik te weinig een groene ziel heb om de wonderen van dat soort bloemen en ontwikkelingen echt naar waarde te schatten.
Dus neemt u mijn mening hierover met een korrel zout. Als we dat allemaal over en weer en vooral bij onszelf doen, wordt het leven een stuk lichter. Wedden?
En misschien moeten we met ons allen juist nu proberen om wat meer de positiviteit te zoeken. En ja, ik realiseer me dat dat uit mijn mond wat 'jomanda-achtig' klinkt. Ik mopper namelijk nogal snel en makkelijk.
In Almere wordt er een soort van lichtfestival-achtig iets georganiseerd. En bij mijn weten volledig gratis. Kun je een wandeling maken langs allemaal mooi gestileerde, artistiek min of meer hoogstaande kunststukjes van licht.
Te gek, in de donkere jaargetijden, en een mooie knipoog tot verlichting in duistere tijden waarin compleet van de pot gerukte Russen ervoor zorgen dat de kosten voor ons levensonderhoud dramatisch gestegen zijn. Kun je toch ergens van genieten.
En ook daar wordt er meteen weer gejankt dat de timing niet goed is vanwege het feit dat "niemand" zijn energie-rekening meer kan betalen.
Godsamme, wordt er iets leuks en positiefs georganiseerd, moet er meteen weer gehuild worden. Oke, Gerda. Blijf jij dan maar lekker binnen, in je kouwe, ongezellige grot zitten jammeren. Maar geef andere mensen gewoon de ruimte om juist nu iets moois en positiefs te zien.

Goed, dus. Nogmaals: komende uit mijn soms te veel mekkerende mond (vingers) kan ik me voorstellen dat de trouwe lezer nu achterover is geslagen van verbazing, dus volgende blog probeer ik weer ouderwets te zemelen.

Voor nu wens ik iedereen een goed weekend toe.





Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...