Jente, mijn kleine, "lieve" draakje. Zij heeft mijn haar. Dat wil zeggen: mijn haarkleur. Want haar haar is van haar. Ik heb het mijne nog.
Jente heeft een uitgesproken (tegen wil en dank, letterlijk en figuurlijk) voorkeur voor wat betreft mijn haardracht.
Niet te kort.
Sterker nog: van haar mag ik mijn haar lang laten groeien. Niet omdat ik vind dat het me staat, niet omdat zij vindt dat het me staat, maar omdat ze dan staartjes en vlechtjes in mijn haar kan maken. Want dat is zo leuk.
Voor wie dat zo leuk is, laat ze wijselijk in het midden, maar ik hou het erop dat het dan leuk is voor haar, want ik zie het genoegen niet zo in van lang haar.
In mijn jongere jaren heb ik alle vormen van kapsels wel gehad. Die werkelijk verfoeilijke bloempot. Lang, puberaal vettig haar. Stekeltjes, met veel gel. Ik heb zelfs een kuif gehad, in diverse vormen van opmaak.
In een wat rebelse bui heb ik de kapper eens opdracht gegeven tot het paars verven van mijn haar, en er dan één enkele felwitte extensie in laten hangen. Ook niet gek. Een matje had ik ook. En bijna een staart.
Het nadeel van mijn haar: het is dunnetjes. Slapjes. Behalve een paar plukjes bij één van mijn kruinen. Die staan altijd haaks op de rest van mijn kapsel. Zelfs met heel veel kilo's aan gel, steken er dan minimaal 2 plukjes tegendraads omhoog, daar waar de rest omlaag hangt, of steken vooruit, daar waar de rest omhoog staat. Hoe ik ook kam. Ziet er niet uit. Is extreem frustrerend.
Dat heeft Jente ook van mij geërfd: van die plukjes haar die met geen grof geweld of zinderend vuur in het gareel te kammen zijn. Van dat pluizige haar, dat als er statische luchten zijn, ook serieus alle kanten opwaaiert. Ik geloof dat het vanwege het gebrek aan dikte, ook lastig in hippe modellen te krijgen is, maar Ilse kan wonderen verrichten met een borstel, kam en een grote dosis aan geduld en zo her en der een beetje spuug.
Toen ik mijn werkzame leven bij "het Wapen" aanving, moest het allemaal wel wat beschaafder. Wat meer in het gareel.
En daar kwam de tondeuze toch wel heel erg van pas. Gewoon op standje 2 en harken maar met die banaan. Alles dezelfde lengte. Geen gezeur.
Oké, ik zie er dan uit als een goedgemanierde Neo-Nazi, maar het staat allemaal op dezelfde manier. Geen eigenwijs uitstekende plukken meer. Geen overmatig tegendraadse kruinen met een eigen leven.
Die tondeuze heeft wél een nadeel: uiteraard net als ik halverwege mijn bijgesnoeide bolletje ben, is de batterij leeg. En laat dat ding nu niet functioneren als hij aan de stroom zit. (En we hebben pas sinds kort een functionerende stroomvoorziening in de badkamer). Als er dan prik in stroomt, duurt het gemiddeld wel een uur of wat voor hij vol is, en dus heb ik geen tijd meer om mijn bolletje af te maken.
Kortom: het is wel eens gebeurd dat ik een halve dag voor Jan Lul rond liep.
Omdat ik dat zelf doe, is een bijkomend nadeel (of voordeel voor de toevallige kijkert die het vol hilariteit mag aanschouwen) dat ik soms zelf plukjes over het hoofd zie. Die blijven dan eenzaam doch dapper staan. En zo ziet het er ook uit. Alsof ze de moordpartij overleefd hebben en dat vol trots willen laten zien.
Een andere reden voor mij om mijn haar kort te wieken is het feit dat ik grijs word, en tegelijk dat de inhammen bij mijn slapen steeds prominenter worden. Dat vintage-blond, is al wennen, maar dat lukt nog wel. Mijn gezichtsbeharing lijdt daar ook onder dus echt een verrassing is het al niet meer. Maar op mijn hoofd...
Met het uitdiepen van de inhammen echter, is het nog lastiger (zo lijkt me) om een leuk modelletje met langer haar te maken. Moet ik de bovenkant plat leggen om de inhammen te bedekken? Of toch mijn nekharen laten groeien om die erover te draperen? Met mijn wenkbrauwen lukt dat in elk geval zeker weten niet. En mijn neusharen?.... Kansloos...
Hoe dan ook: terug naar Jente. En de nieuwe bank.
Ik weet niet meer precies waarom Jente achter mij stond. Mogelijk omdat ze stiekem wilde meekijken met een door mijn lieve collegae doorgestuurde ranzige meuk. Hoe dan ook: stond ze achter me, en sprak de volgende woorden: "papa, door die inhammen lijkt je kapsel op een piemel".
Okeeee....
En daar kan ik het dan mee doen. Een piemel op mijn hoofd.
Gelukkig is ze niet alleen naar mij toe goedbedoeld lomp: haar moeder moest het doen met: "Mama, jij bent zo lekker zacht en blubberig".
Verder is ze lief.
Nu "ben ik er van".
Ik ben op cursus geweest ter voorbereiding op mijn taken als OR-lid. In die hoedanigheid kom ik op voor de belangen van zowel collega's als bedrijf.
Die cursus duurde 3 dagen, en werd gehouden op het pittoreske Ameland.
Bij aankomst kregen we al gelijk een donderpreek van de dienstdoende collega-chauffeur die ons naar ons hotel zou brengen. Een gedeelte van de ploeg ging wandelend (10 minuten bleken er toch echt wel 20 te zijn), en wij gingen met de bus. Wij bus-gangers zouden daarbij de bagage van de wandelaars meenemen.
Een van ons vroeg de dienstdoende chauffeur om een collegiale lift. En die boodschap leek aangekomen te zijn, echter: toen wij eenmaal plaats hadden genomen, de deuren van de bus dicht gingen, en wij verwachten te zullen gaan rijden, stommelde de meneer naar onze plek, en begon luidkeels, op hoge toon te kwaken dat hij toch maar niet een collegiale rit wilde geven. En te dit en te dat.
Okeeee. Rustig maar vent. We dachten dat de vraag duidelijk en vriendelijk genoeg gesteld was, blijkbaar was die boodschap niet over gekomen. En blijkbaar jouw weigering ook niet. Best. Prettig welkom ook. Prettige collegialiteit ook.
Maar soit. We stonden midden in die bus, aangegaapt te worden door lokale locals en wat verbijsterde Duitsers, maar de beste man kroop weer naar zijn stuur en begon te rijden.
Uiteraard gniffelden we wat. Onder chauffeurs is het toch best gebruikelijk om collega's zonder al te veel mankeren gewoon mee te nemen. Blijkbaar is het bestaan van dat gebaar aan deze man volledig voorbij gegaan.
We werden opgeslagen in een hotel dat claimde over een zwembad te beschikken. En sec gezien klopte dat ook wel. Ik had me verheugd om na een lange leerzame dag eventjes lekker te gaan plonzen en poedelen in een warm zwembad.
Soms ben ik van de gedegen voorbereiding, en dit was geen uitzondering: we kregen de kans om even door een open deur te gluren in de chloorlucht.
En ik kwam tot de conclusie dat als ik een bommetje zou maken in dat badje, de Waddenzee 20 liter extra water erbij zou krijgen. Éen enkele schoolslag en ik zou op Terschelling uitkomen. Zelfs een baby zonder zwemkunsten zou daar in tuimelen en zonder zich zelfs maar te verslikken, wegkruipen.
Maar dat plonzen en poedelen, ging dus mooi niet door. De douche op mijn kamer was groter, lekkerder en bood meer privacy. Makkelijke keuze dus.
Ik heb mezelf onsterfelijk gemaakt. Tijdens de lunch zat ik te vertellen over het gebrek aan tafelmanieren van met name mijn dochter. Welk een enorme bende ze er soms van kan maken.
En uiteraard kreeg ik de karma in mijn tomatensoep gekledderd. Nadat ik mijn verhaal gedaan had, wilde ik een ferme hap van mijn (microscopisch kleine) broodje (normale grootte) kroket nemen. Die kroket was daar minder enthousiast over als ik, viel uit elkaar, en een brokje kroket plonsde in mijn gereedstaande kop tomatensoep. Waardoor de spetters tomatensoep in de rondte vlogen, en vooral op mijn roze en redelijk nieuwe hoody belandden.
In de veronderstelling dat die trui voorgoed bedorven was, liep ik de "walk of shame" door het restaurant naar mijn kamer om me om te kleden, en die trui met enig verdriet dan maar weg te gooien.
In een iets latere conversatie met mijn betere helft, vertelde ik haar mijn relaas, en die zei dat ze die vlekken er heus wel uit zou krijgen, dus dat ik die trui maar mee naar huis moest nemen.
Toen ik met die informatie weer wat had gekund, kwam ik tot de ontdekking dat de adequate schoonmaker zijn of haar werk tot in perfectie beheerste, want de prullenbak, met daarin dus mijn trui, was leeg.
Sakker.
De eerste ochtend dat ik wakker werd, dat ging ook niet helemaal lekker. Ik ben gewend aan wat licht. Want op de gang boven staat een vitrine met autootjes. En die vitrine is verlicht.
Mijn hotelkamer was extreem donker. Ik sliep dus extreem goed. Zo goed, dat ik in het ene bed mijn slaap begon, en óp het andere bed wakker werd. Blijkbaar rol ik nogal in mijn slaap, en nu was er dus niemand die me tegenhield of me terug trapte.
Maar een ander ding: ik word dus meestal wel vroegtijdig wakker, omdat ik meestal wel aardig met de zonsopgang wakker word. Maar ja. Die zon kwam door de zeer verduisterende gordijnen niet binnen. Licht was er niet, en er was ook geen Jente die leven maakte.
Ik werd dus wakker, en ging (enigszins verbaasd over het feit dat ik niet in hetzelfde bed wakker werd, als waarin ik de nacht begon) eens rustig uitgebreid naar de toilet. En naar het balkonnetje voor mijn eerste peuk en kop koffie. En toen pas las ik het appje van vriendje en collega Raij, die me vroeg of ik al wakker was, en dat we nog maar een half uurtje of zo hadden voor ontbijt, voordat de cursus zou beginnen.
KAK.
Dat werd eventjes haastwerk, en ik had heel de dag het gevoel dat ik achter mezelf en de feiten aan moest hollen, maar ik was op tijd. BAMMMM!!!
Maar goed, allemaal gekheid op een stokje: we hebben heel wat nuttige tools meegekregen. Heel wat plannen kunnen maken. Wat dingen op een rijtje kunnen zetten. Wat taken kunnen verdelen. Het was al met al een nuttige en gezellige bijeenkomst. Ik hoop oprecht dat we onze beloften waar kunnen maken. De wil is er, en nu met een beetje meer onderlegging.
Dan is het nu tijd om weekend te gaan vieren. Ik wens eenieder een erg goeie toe. Maak van Koningsdag een mooie dag. En alle mensen die zo ontzettend kunnen huilstruiken over het koningshuis: ik neem aan dat jullie allemaal lekker achter de geraniums zitten te mokken. Sterkte daarmee.
Van alles veel, en dáár een beetje van.
vrijdag 25 april 2025
Een weekje Orren en wat harigheden.
vrijdag 18 april 2025
Rekeningen.
Zolang als ik me kan herinneren, ben ik extreem laat met het kopen van verjaardagspresentjes voor mensen om me heen. Als het al gebeurt.
En inmiddels ben ik zo lang getrouwd, dat ik sowieso geen actieve herinnering meer heb aan het actief bijhouden van wie wanneer jarig is.
Zulks heb ik als vanzelfsprekend uitbesteed aan mijn echtgenote.
En facebook. Want voor iedereen die daar zijn geboortedag invult, staat er een notificatie klaar, en dan hoef ik alleen maar een vriendelijk wensje eruit te kwakken (al dan niet ook via Whatsapp) en klaar.
Dat uitbesteden bevalt best aardig. Ilse komt met de mededeling dat er weer eens iemand jarig is, dat we daar wat mee moeten, en zij regelt het. Top.
Nu is het gevolg dus wel dat ik bijna jaarlijks een paar dagen voor de verjaardag van mijn betere helft, in de stress schiet. Want ik moet nog wat, en het is al over een paar dagen. Hopen maar dat bol of welke leverancier én de bezorger op tijd zijn, mijn adres niet overslaan en doen wat ik wil.
Dit jaar was ik dus al vanaf maart met klotsende oksels bezig met het verlanglijstje in de gaten houden, om te kijken of er nog wat leuks op zou verschijnen. En bijtijds. Want ik moet het wel bestellen, cq. in huis halen. (En natuurlijk om de haverklap een nieuw wachtwoord verzinnen voor dat godvergeten kut-account, omdat alles weer met een of ander kut-account moet).
Hoe ik dat voor elkaar krijg? Geen idee. Ik heb gewoon geen ingebouwde kalender, ondanks dat ik sinds jaar en dag weet dat de verjaardag van mijn eega op 15 juni valt.
Hoe dan ook: dit jaar besloot ik dus om dat anders te doen, en ik kreeg het warempel voor elkaar om bijtijds wat leuke zaken te laten aanrukken.
Pakket 1 kwam aan toen Ilse gewoon thuis was, en helaas niet in een anonieme doos verpakt. De verpakking was met een adresstickertje beplakt, en wat er in zat, kwaakte door de felle kleur, mij vrolijk tegemoet.
Kut.
Zo kan ik het niet verstoppen. Alleen al vanwege de grootte niet, maar ook vanwege de verpakking.
Dus Ilse op onze nieuwe bank gecommandeerd, met als aanvullende opdracht dat ze zich niet om mag draaien, tot ik zeg dat het mag.
20 minuten met een rol pakpapier en overdadig plakband in de weer, en hoppa. Ik had het geheel anoniem en discreet weten te verhullen.
De dag erna kwam een ander pakketje. Ook weer niet discreet. Ook weer open en bloot. Sapperloot nog aan toe. En ook nu was Ilse thuis. En ook nu moest ik haar mopperend op de bank dirigeren. Want ook dit was te groot en te bloot om zomaar ergens te verstoppen.
Pakpapier 1 was aardig op, dus pakpapier 2 moest eraan geloven.
Aangezien al onze bergingen vol zijn, heb ik ze in al hun volle glorie maar boven op de kast gegooid. Mag ze er nog lekker watertandend tegenaan kijken tot ze het op 8 juli, haar verjaardag, open mag maken.
(Geintje, ik weet heus wel dat ze 6 mei jarig is).
Ik liet het net al even vallen: het woordje "account". Iets dat door veel bedrijven wordt gebruikt, om jou als klant of gebruiker het werk te laten doen, waar zij te beroerd voor zijn, en dit onder het mom van "makkelijke en goede dienstverlening".
Of "veilige werkomgeving".
En allemaal trappen we erin. Als lemmingen lopen we er achter aan. En allemaal hebben we er last van.
Als het op dienstverlening aankomt: niks makkelijks aan. Laat me gewoon bellen, met een mens van vlees en bloed. Veel makkelijker. Goed is het niet. Goedkoop wel.
Veilig???
Ja. Dat zal ongetwijfeld zo zijn.
Ik moet van mijn werkgevers' opdrachtgever een tweetal cursussen doen. Zogenaamde E-learnings.
"Heel makkelijk te volgen, via je eigen, veilige omgeving, middels je account!!" Zo kwaakte de berichtgeving hierover.
Lang verhaal lang:
De laatste keer dat ik een dergelijke cursus moest doen, had ik een account. Een naam en een wachtwoord. Dik 2 jaar geleden. Daarna nooit meer nodig gehad of iets mee gedaan. Denk je nog dat ik weet wat de naam of het wachtwoord is? Van iets van 2 jaar geleden? Alsof ik niks beters te doen of te onthouden heb? Zoals verjaardagen?
Goed.
Ik ben dik 3 uur lang bezig geweest met het springen door allemaal beveiligingshoepeltjes. Wachtwoorden, die je bij het aanmaken niet kan zien, want wat je typt, zijn balletjes. Dus de kans dat je twee keer dezelfde wachtwoorden intypt zijn buiten de komma zo klein. En dan krijg je dus tot 100 keer de melding dat je wachtwoord niet gelijk is. Of niet voldoet aan de eisen. Of... Of...
Maar als dat dan gelukt is, blijkt dat je accountnaam stiekem toch niet klopt. Of niet actief is.
En dat je dan via je mail iets anders moet doen, maar je mailadres klopt ook niet? Huh??? Met als klapper op de vuurpijl: "er is te vaak ongecontroleerde activiteit geweest op uw account, probeer het later nog eens".
Ja. Dan schieten mijn hersens ook in een MOTHERFUCKING ERROR!1!!!404!!!1!
Dat was het moment dat ik me realiseerde dat ik buschauffeur ben, en geen hacker.
Het is zo veilig dat niet alleen een russische hacker er niet in komt, ikzelf kom er ook niet in. En in tegenstelling tot die russische poephond, heb ik er wel wat te zoeken.
Weet je: succes ermee. Ik heb een mailtje gestuurd aan de ict-afdelingen, en ik hoor wel wanneer ze tot de conclusie komen dat als ze willen dat ik iets voor ze doe, dat ze het dan wel toegankelijk moeten maken.
Wat mij betreft met een goeie ouwe pen en papier.
Ja, maar het account van deze blog en zo? Ja.... Waarom me dat lukt weet ik ook niet. Waarschijnlijk omdat het geen fort-Knox beveiliging hoeft.
Of omdat dit soort accounts nu eenmaal sowieso wel door de russen in het snotje worden gehouden.
Noz-Drovje, mister Adolf Putin.
Of zo.
Per ongeluk ben ik 2e paasdag vrij.
Pasen valt meestal buiten mijn blikveld als het om feestdagen gaat. Ik ben nu eenmaal niet zo van het bovennatuurlijke. Ik geloof niet in martelaren die na hun sterven doodgemoedereerd (pun intended) weer aan de wandel gaan.
Maar aangezien men ooit besloten heeft dat dat soort nonsens een nationale feestdag moet wezen, heb ik er mee leren leven (ook hier: pun intended).
Dat is te zeggen: als je in mijn werk zit, heb je sowieso geen feestdagen. Of je moet er al hemel en aarde (ik blijf met de "puns" strooien) voor bewegen om dergelijke feestdagen vrij te krijgen. Gewoon omdat het ook een rustpuntje met je familie cq. gezin is.
En dus is kerst me aardig heilig, pasen wat minder. Dus in de afgelopen jaren heb ik noest doorgewerkt met pasen. Tot ik me een paar dagen geleden realiseerde dat ik dus vanwege mijn rooster, die 2e paasdag vrij ben. En nee, ik ga me niet mengen in de files naar de woonboulevards. Ik kijk wel uit. De bank is net geleverd, en andere meubelstukken passen niet, noch hebben we een huwelijkscrisis die het kopen van nog meer veel te grote meubels zou rechtvaardigen. Als het daarop zou aankomen, kopen we wel gewoon een grafkist, en degene die de ander als eerste in die kist krijgt, heeft gewonnen.
Die kist gaat dan wel gelijk de oven in, want in tegenstelling tot het geloof, zie ik het niet zitten om als een doorgestoken martelaar na mijn dood weer aan de wandel te gaan.
Laat mij maar lekker dood blijven, als het al moet.
Dat gezegd hebbende, moet ik het weekend gewoon doorwerken, en wens ik eenieder een prima toe.
zaterdag 12 april 2025
Vanaf de bank, schrijf ik u.
Nou, ik ben er dus van.
Na een zinderende stemweek, bekladde posters, eindeloos campagne voeren en meer van zulks, bleken er voldoende collega's vertrouwen in mij te hebben om plaats te nemen in de Ondernemings Raad.
Op zich vind ik dat een prettige blijk van vertrouwen: mijn collega's vertrouwen erop dat ik hun belangen zal behartigen. Ze vertrouwen erop dat ik waar nodig voor het collectief op ga komen.
En felicitaties kwamen uit de meest onverwachte hoeken, zelfs vanuit het management, waar ik ook zonder dat ik OR-lid was, al met enige regelmaat de degens moest kruisen.
Maar "noblesse oblige", nu ben ik er dus van. Met dien verstande dat we van de week eerst geïnstalleerd werden, middels een officieel diner en aan het eind van de maand gaan we een midweek naar een afgelegen locatie om daar te worden klaargestoomd voor het functioneren in een OR.
Ik heb er altijd wat ambivalent in gestaan: het hoeft voor mij niet zo, maar als ik wat meer kan bijdragen dan vanaf de zijlijn commentaar leveren, moet ik dat misschien ook maar gewoon doen. En ik vond oprecht dat de kandidatenlijst voor 60% bestond uit mensen die het beter hadden gekund, en meer ervaring hadden/hebben als ik.
De uitkomst had wat mij betreft niet beter kunnen zijn: ik ben gekozen samen met twee kerels in wie ik het volste vertrouwen heb, dat de neuzen dezelfde kant op staan. Die elkaar ook als back-up hebben. Een "dream-team" als het ware.
En daar kwam mijn eerste blunder al, ver voordat we zelfs maar van start zijn gegaan. Een blunder die oprecht begon als een grappige opmerking mijnerzijds, maar er uiteindelijk voor zorgde dat er een ongemakkelijke stilte viel toen bleek dat mijn grappige opmerking gelijk maar met een klap van de voorzittershamer bezegeld werd. Kut.
Mijn tweede blunder volgde nog geen 30 minuten later, toen we het dessert kregen. Een exquise selectie van kleine zoetigheden. Een van die dingetjes was een (naar mijn eigen inschatting) klein ijshoorntje gevuld met een soort van chocoladecreme. Omdat we in een levendig gesprek waren beland over het wel en vooral wee van ons werk, maar ik me toch niet wilde laten afleiden van het belangrijkste -het toetje-, pakte ik zo'n ijshoorntje en tijdens mijn exposé over het een of ander, duwde ik dat in zijn geheel in mijn mond, om ongehinderd door tafelmanieren door te willen praten.
Ja.
En dát ging dus niet.
Want dat ijshoorntje was toch veel groter dan mijn mond diep was. En wat ik ook probeerde, ik kreeg dat ijshoorntje niet dusdanig gedraaid dat het wel geheel in mijn mond belandde. Maar ik wilde wel mijn punt maken. En dat gaat nogal lullig als je een ijshoorntje uit je mond hebt steken.
Het wat villein vriendelijke "Lukt het, Marnix?" van mijn collega, maakte de hilariteit alleen maar groter.
Ik geloof dat ik Jente niet echt meer op haar tafelmanieren aan kan spreken zo.
Maar goed, ik ben er van, en sommige mensen lijken te denken dat we al volledig up-and-running zijn. Ons lijstje om aan te werken is inmiddels langer dan de lijst van "tariffs van Trump" alleen dan wél gericht op verbetering van de wereld en onszelf.
Maar eerst die cursus, en dan er tegen aan.
Ik moet nóg een cursus doen. Een ander soort cursus.
Een zogenaamde E-learning.
Dit omdat de opdrachtgever dat fijn vindt, en onze werkgever zet dat dus door.
Op
zich: prima. Het zal wel. Stuur maar een linkje, en ik zal tijdens
werktijd of als ik buiten werktijd zin heb, mijn kennis uitbreiden.
Nu wil het ding dat computers en Marnix op zijn best een onhandige combinatie zijn.
Dit was gewoon een onmogelijkheid op zichzelf.
Ik ben door alle cybersecurity hoepeltjes gesprongen. Heb liters bloed van onder mijn nagels vandaan zien lekken.
En
telkens als ik dacht: hèhè, ik ben erin, kwam microsoft of een of ander
ander beveiligingsding zitten huilstruiken dat ik toch weer een ander
account of wachtwoord moest instellen of invoeren, anders mocht ik niet
deelnemen aan die e-learning.
Voor die cursus staat 3 kwartier. 3 kwartier. Laat dat even op je inwerken.
Om de beveiliging te kraken was ik al dik over de 2 uur bezig. Voor een cursusje van 45 minuten. Ja dag.
En toen besloot ik het te laten voor wat het was.
Ik
ben buschauffeur, ik wil best een cursusje doen. Maar ik ben geen
hacker. Als zo'n cursusje achter zoveel beveiliging zit dat ik er als
buschauffeur niet meer doorkom, omdat ik geen ict-hacker ben, zal het
vast wel niet zo belangrijk zijn.
Ik heb de betreffende personen op
de hoogte gebracht van dit debacle en dat ik graag een ouderwets boekje
en antwoordblad zie. Of een aanpassing in de beveiliging, want zelfs
fort Knox is minder goed afgeschermd dan een of ander fluttig cursusje
van 3 kwartier.
Gelukkig hoorde ik dat ik verre van de enige
chauffeur ben zonder talenten voor het hacken van overdadig beveiligde
flutcursusjes.
En, en, en, eeeeehhhheeeeennnnn:
Ook onze nieuwe bank is er.
Aan de positieve kant: hij past, en ook nog in ons huis. Sterker nog: hij paste makkelijker dan we hadden gevreesd.
En nog positiever: hij zit geweldig. Het elektrische voetendeel, is "mijn" deel, hoewel Jente daar zo haar eigen mening over heeft, maar goed, ik ben er 32 uur per week exclusief reistijd niet, dus haar mening is wat minder relevant, in dezen.
De kleur van de bank was iets dat mij in de tijd tussen het bestellen en het ontvangen wat is ontgaan. Maar het misstaat allerminst.
Eten op de bank: uit den bozen.
Drinken op de bank: met bibberende knietjes doch vaste hand, want deze bank moet de eerst komende 10 jaar netjes blijven.
Ik kom thuis, plof op de bank, laat mijn benen volledig geëlectrificeerd omhoog komen en kan even bijkomen van het vele harde werken dat ik op het platform heb mogen doen.
Ook het rugdeel is te verlengen. Dan kan je dus het bovendeel van de rugleuning omhoog klappen, zodat je je hoofd zachtjes kan neervleien, zonder dat je je nek in allemaal onnatuurlijke houdingen voelt dubbelklappen. Dat gaat dan helaas niet elektrisch, maar goed. Kleinigheidje hou je altijd.
En wat is het heerlijk om ruimte te hebben op de bank, zonder dat ik moet vechten om een plekje tussen poes, meisje, vrouw en zooi.
Wat is het heerlijk om op een bank te ploffen die niet in- en doorgezakt is. Onze nieuwe bank is als een jonge vrouw: zacht en stevig.
En dan begint uw weekend.
Graag hoor ik van u of u een goed en duidelijk recept hebt voor het fermenteren van knoflook, want ik heb er nu 2, en ze zijn beiden niet echt duidelijk in de uitvoering of het eindresultaat.
Ik wil dus graag zwarte knoflook maken.
Ik wens u allen een zonnige en beste toe.
vrijdag 4 april 2025
(Wan)smaak
De ontdekking.
We hebben een collega. Prima vent. Goeie chauffeur. Typisch product dat bij ons past. Voorheen werkzaam in de horeca en zelf niet vies van een lekkere pint, vertelde hij dat hij er in een dronken bui achter kwam dat bepaalde dingen, die je in nuchtere toestand niet zo heel erg snel zou combineren, toch behoorlijk goed te nassen zijn.
Zo ontdekte de man dat een frikandelletje, gul besprenkeld met stroop, een ware delicatesse is.
Ja.
Nadat we uitgelachen waren, was de consensus dat dat toch echt dronkenmans geklets zou moeten zijn.
Tot hij de mogelijkheid te baat nam om ons van ons ongeloof te verlossen.
Die mogelijkheid ontstond na en naar aanleiding van een heel ander verhaal.
Het verhaal van een andere collega. Die in een dronken bui een frikandelletje in een koekenpan wilde bakken.
Dit in zijn adamskostuum. (Omwille van de goede smaak -pun intended- zal ik geen verdere beschrijving van de beste man geven. Ten slotte is privacy een mooi ding, niewaar?)
En omdat een frikandelletje in een koekenpan blijkbaar voorzien dient te worden van wat kruiden, reikte hij omhoog, en in die beweging belandde zijn kleine janneman in die gloeiend hete pan.
En dat verhaal bleek, nadat we uitgebulderd waren van het lachen, een mooie kans om hem een leuk cadeautje te geven: een piemelpan. Een pan waarin je kleine pannenkoekjes kan bakken, in de vorm van een, jawel: piemel. Hilariteit alom.
En dus werden er op een goeie en vrolijke avond piemelpannenkoeken geserveerd. Met stroop.
Terug naar de frikandel.
Die stroop hadden we dus nog staan, en dat was aanleiding voor het verhaal dat de beste recepten ontstaan op niet meer zo nuchtere ziel: namelijk de voorgenoemde frikandel met stroop.
En dat bleek inderdaad toch serieus een partij lekker.
Ergens ook wel logisch: een (piemel)pannenkoek met spek en stroop is over het algemeen ook gewoon goed te nassen. Dus een zoutige frikandel met zoete stroop, is op zich helemaal niet zo raar, als je erover nadenkt. Suiker en zout zijn elkaars tegenpool, maar vullen elkaar prima aan tot een ware smaakexplosie op je tong.
Dus de volgende keer dat wij frikandelletjes maken thuis, gaat daar, wat mij betreft (en ik kreeg Jente gelijk mee) een gulle kledder stroop overheen.
Zo leer je nog eens wat, tijdens je werk.
Steeds meer mensen, landen, werelddelen gaan er toe over om Amerikaanse producten te boycotten. Vanwege die oranje baviaan en zijn horde griezelige clowns.
En ik snap dat. Die Trump is een ongelooflijk gevaarlijke, hatelijke, onmenselijke parasiet. (Oeps, nu zal ik Amerika niet meer in kunnen. Jammer zeg).
En ik vind oprecht dat als meneer de Baviaan vindt dat hij andere landen kan chanteren met zijn belastingen, ik daar niet per se heel erg toegeeflijk of vergevingsgezind over hoef te zijn.
Laat hem maar barsten. Laat dat hele Amerika maar barsten. Het is hun probleem.
Maar is dat wel zo?
Ik kijk voor de grap even naar beneden.
Mijn voeten zijn gestoken in schoenen van het merk Nike. Converse. Sketchers.
Mijn torso wordt verhuld door een trui van Jack and Jones.
Ik koekeloer door een bril van Converse.
Mijn sigaretten zijn van Lucky Strike.
Mijn rugzak is van Eastpak.
Mijn laptop draait op windows.
Deze blogsite is volgens mij deel van Google. Net zoals Adroid. Dus mijn telefoon gebruikt ook Amerikaans ontwikkelde software.
En Facebook, welke ik gebruik om me te verlustigen aan gore Rednecks, om me te vermaken met wat vrienden laten zien, en het delen van deze blog....
Ik laat dit even bezinken. Dan kijk ik verder.
Mijn schoenen zijn, ondanks de afkomst, gewoon vervaardigd in lage lonen landen, waar ze een paar kralen en wat roepies krijgen voor hun arbeid. Als ik die meuk niet koop, betekent dat dat ik ergens in de wereld een gezin een kommetje rijst minder geef.
En dat geldt voor de rest ook.
Bovendien: alles wat ik nu aan heb, of gebruik, heb ik gekocht voordat in Amerika die gestoorde oranje Baviaan aan de macht kwam.
En die sigaretten?
En moet ik aan loopcomfort gaan inboeten, omdat ik een oranje baviaan wil straffen, of moet ik er boven staan, en mijn eigen comfort belangrijker vinden dat wat een of andere gestoorde redneck uitspookt?
Moet ik nu op stel en sprong mijn blogs ergens anders plaatsen, of wachten tot die ranzige smeerlap het loodje legt (al dan niet op zijn JFK's?)
Oke, een ander montuur voor mijn ogen, is niet zo moeilijk. Maar een ander voetenbed is toch wel een dingetje.
Adidas heeft me nooit zo kunnen bekoren. Alleen Puma. Maar die zijn nu om de een of andere reden wel duurder dan die redneck-producten.
Qua auto is het dan weer makkelijker. Die oversized Amerikaanse ondingen hoef ik niet. Nooit gehoeven. Zeker niet omdat mijn Fransoos net zo goed, zo niet beter rijdt dan al die overschatte Amerikaanse wannabee-tanks, die toch met geen enkel goed fatsoen door een Nederlandse vinexwijk kunnen manoeuvreren.
Als ik alle Amerikaanse producten ga boycotten, doe ik mezelf dan niet een klein beetje te kort?
En is me dat het waard?
Ik twijfel nog.
Vooral ook omdat die zogenaamde 'tariffs' eerder een last zijn voor rednecks, dan voor de rest van de wereld.
En wie weet, een wonder kan men nooit uitsluiten, en meneer de oranje Baviaan komt bij zinnen, dan was het allemaal een bijzonder opmerkelijke droom.
Mijn vader, die in Nederland was, moest terug naar Engeland. Niet omdat hij op zijn Rednecks gedeporteerd zou worden, ten slotte is Europa nog enigszins beschaafd, maar gewoon. Omdat hij daar woont. Hij maakt die reis liever niet alleen. Dus werd er besloten dat ik als chaperon mee zou gaan. Een klein cadeautje, als je het mij vraagt, ik ga graag naar het eiland.
Ik zal mezelf niet weer verliezen in ellenlange, dodelijk saaie beschrijvingen over hoe geweldig ik het eiland vind, en waarom ik dat vind.
Deze keer waren we er precies nadat de klok een uur verschoof vanwege de overgang naar de zomertijd. En dus klapte ik een paar dagen later weer een uur terug, en bij terugkomst gisteren weer een uur vooruit.
Dat zijn wel heel erg veel uren op en neer daveren, voor bijna niks. Alsof je in een soort van miserabel universum zit, waarin tijd een flauw spelletje met je speelt.
Maar goed. Het waren maar een 2-tal dagen dat ik er zou zijn, en dus moest ik de gelegenheid nemen om mijn geslonken voorraadje van knoflook-gerelateerde spullen aan te vullen.
Dat lukte. Ik wist er zelfs de hand te leggen op een trui die mij uit laat dragen dat ik een fervent liefhebber van dat gezonde, maar bovenal geurige en smakelijke bolgewas ben.
En tot mijn onuitsprekelijke vreugde, was het weer er eens zomers in plaats van winters. Op zich logisch, als je er in de lente naartoe gaat in plaats van in de winter.
Maar goed.
Ik kreeg wederom de kans om in een klassieke Engelse pub een portie Fish and Chips te nuttigen. De portie was op zijn Engelse Pubs' : een belachelijk grote vis, die rechtstreeks vanuit de zee in het beslag-bad sprong, om via de frituur op mijn bord en tafel te belanden. Dat is dan ook zo'n situatie waarin ik mezelf nog maar zelden terug vind. Een maaltijd die stomweg niet op het bord past. En zelfs naar mijn maatstaven iets te veel van het goede is. Dat ik met maag en darmen moet strijden om in elk geval die vis compleet naar binnen te werken. De frieten (op zijn Engels, want heerlijk) rijkelijk besprenkeld met vinegar, moesten dan maar het onderspit delven. De erwtjes wilde ik uiteraard wel eten, want gezond.
De terugreis verliep als volgt: taxi-boot-taxi-vliegtuig-trein-Ilse.
En met name de taxi-chauffeurs sprongen er qua beleefdheid en menselijkheid ver bovenuit. Twee totaal verschillende kerels, die elk hun eigen visie op de wereld hadden, waar ik hartelijk mee heb gelachen, en als ouwe-jongens-krentenbrood een half uur genoeglijk heb kunnen kletsen over de wereld, hoe die te verbeteren is, en onze eigen rol daarin. De laatste taxi-chauffeur was een bereisd man, en wist mij compleet te verrassen door mij in plat Gronings een goede reis en fijne dag te wensen. (Ik weet dat ik niet moet "profileren", maar een naar eigen zeggen trotse Afrikaanse Engelsman, die erudiet de wereld bereisd heeft, is voor mij alsnog geen link naar plat Groningse begroetingen).
Uiteraard wist de NS mijn reis (toch al vertraagd doordat de KLM vertraagd was) nog verder te vertragen.
Ik wist bij het verlaten van het vliegtuig om in de eerste bus te komen. En tot mijn onuitsprekelijke verrassing, was ik in minder dan geen tijd langs de grenscontrole, en zelfs de bagage werd in minder dan de aangegeven tijd op de band geflikkerd. MOOI!!!! Hoppa!!! Ik kan de trein van 2100 uur halen.
"NEEEHEEEEE", zo gniffelde de NS, "We halen gewoon díe trein uit de dienstregeling, je mag een half uurtje wachten! Lekker Puh". KUT-NS!!!!
Fuckediefuck. Maar dan kan ik wel even op mijn gemakje een paar peuken wegstomen.
Dus mijn vakantietje zit er bijna op. Mijn weekend begint, want ik heb een extra verlofdagje op genomen. En aldus kan ik morgen met wat vriendjes mijn auto weer toonbaar maken. Ik wens eenieder een goeie toe, en in plaats van naar Redneck-Trumpiestan te gaan, kan ik iedereen aanraden om eens naar het Isle of Wight te gaan. (Liefst niet als ik er ook naartoe ga, want ik hou van wat rust).
donderdag 27 maart 2025
Shitzooi
Bij vertrekkende kisten, hoef ik niet bij te houden hoeveel passagiers ik in mijn bus krijg. Als het goed is (en soms is het goed) dan tellen de gate-agents binnen de passagiers uit, en geven ons het seintje dat we kunnen rijden. De max is 50, en meestal lukt het de gate-agents om inderdaad die 50 (of minder) mensen naar buiten te sturen. Soms gaat dat mis, en dan blijf ik net zo lang staan tot ze in de gaten krijgen dat ze het verkloot hebben, en het moeten komen oplossen.
Bij binnenkomende kisten, tellen wij de passagiers, en geven de stewards of stewardessen een seintje dat het genoeg is. Soms gaat dat goed, kijken ze en doen ze zelfs wat we van ze verwachten. Soms ook niet. En dan moet je streng optreden.
Vaak is het zo dat er ruim voldoende bussen per vlucht worden aangestuurd, zodat een redelijke verdeling mogelijk is, en we niet inderdaad die max van 50 passagiers in die bus hoeven te proppen.
Soms is het helaas zo dat er te weinig mensen op dienst zijn, en dat we wel moeten proppen. Het is wat het is.
Vaak beseffen passagiers dat dat gekke ronde ding links voorin de bus, vóór die luxe uitziende zetel een stuur is. En dat die grote plasikken doos waar ze in zijn gestapt, niet voor niets op 4 (oke, het zijn er 6, maar dan moet je wel heel erg gedetailleerd kijken) van die grote, zwarte, ronde dingen staat. Dat het een bus is, waar ze zijn in gestapt.
Soms beseffen ze dan dat dat ronde, in het fel oranje gekleedde mannetje die ze verwachtingsvol aan staat de kijken, de chauffeur is van die bus.
En heeeeeel erg soms, gaan ze dan aan de kant. Zodat ik in elk geval bij mijn stuur kan komen. Dan moet ik ze alsnog vaak naar achteren bonjouren. Soms moet ik zelfs uitleggen dat ze niet doorzichtig zijn, en dat als ik van rechts iets mis, zij de eersten zullen zijn die het goed zullen voelen.
Vaak doe ik het af met een grapje, meestal als vriendelijk verzoek. Als ik echt genegeerd word, meld ik ze dat ik even een biertje ga drinken, en dat ze me mogen komen halen als ze klaar zijn met mij negeren.
Dan lachen ze, en gaan ze toch maar aan de kant.
Dit soort gesprekken gaan nagenoeg altijd in het Engels, want ik ga er vanuit dat niet iedereen op Schiphol Nederlands beheerst.
Mijn Engels echter kan behoorlijk roestig zijn.
Zo stonden er wat jong-volwassenen voorin mijn bus. Dicht bij de deur. Mijn stoel en stuur compleet aan mijn zicht te onttrekken. Achterin was meer dan voldoende ruimte over.
Ik liep dus naar daar waar mijn (aan het oog onttrokken door de opeengepakte mensen-lijven) stoel zich zou moeten bevinden (dit op basis van mijn ervaring en inzicht) en vroeg aan de daar staande mensen het volgende: "Guys, can you please use my back-door?"
Een van de aanwezige dames zette ogen op als schoteltjes, één der aanwezige heren, keek me verdacht glazig aan en een tweetal anderen schoot in de lach. En met dat ik het vraagteken aan de zin koppelde, wist ik al dat ik dit anders had moeten verwoorden.
En ik snapte gelijk de mild-hilarische commotie: het is niet dagelijks dat passagiers in een soort van turbotaal uit de porno-industrie gevraagd wordt om de buschauffeur eens even lekker anaal te grazen te nemen.
Zij hadden hem wat eerder in de gaten. Gelukkig snapten ze dat dat toch niet helemaal de bedoeling was. Althans niet voordat ze bij de terminal waren. En gelukkig snapten ze ook dat Engels niet mijn eerste taal is.
Ook ik ben maar een mens.
Alles wat je aandacht geeft, groeit.
Dat is dus ook de reden dat ik als een volstrekte dorpsgek tegen mijn knoflookplantjes aan het kakelen ben. Dat mijn bessenstruiken krankzinnig van me worden als ik weer eens buiten sta. Dat de kersenboom waarschijnlijk van pure frustratie geen kers wenst te ontwikkelen uit zijn bloesem, en dat de rozemarijn mij jaarlijks minimaal 2 volle kruidenpotjes aan gedroogde takjes oplevert.
Dat is ook de reden dat mijn dochter inmiddels niet meer dat kleine hummeltje is, maar een flinke jongedame begint te worden.
Want aandacht is goed voor groei.
Ik heb mezelf samen met 6 andere collega's kandidaat gesteld voor de OR. Om samen met een 2-tal anderen de belangen van de collega's bij het bedrijf te behartigen, en te koppelen aan het bedrijfsbelang. Ten minste, zo staat dat ongeveer omschreven in het handboek van de OR.
Om mezelf kandidaat te stellen, heb ik een klein profieltje gemaakt, een wervend tekstje en een foto. Zodat mijn collega's weten op wie ze kunnen stemmen.
De andere 6 collega's hebben dat ook gedaan, en inmiddels staat dat allemaal online, en ook in de kantine hangen likkebaardende posters van ons allen om ook voor de collega's zonder frequent internetgebruik duidelijk te maken wie we zijn, en wat we zouden willen.
Die posters hangen sinds dit weekend in de kantine, en gisteren kwam ik na 5 dagen weer eens op mijn werk. Daarvan had ik er 3 vrij en 2 was ik er ziek.
Ik kwam dus op mijn werk, en werd gelijk door 2 van de planners aangesproken, of ze mijn poster moesten vervangen, want hij was beklad geworden. Verontwaardiging alom.
Ik was een beetje verbaasd, ik kom net aan. Ik weet van niks. Waar is de brand?
Maar goed, ik loop de kantine in, en zie inderdaad allemaal posters, en die van mezelf prijkt er tussen. Inderdaad flink beklad. Als enige.
Ik kijk wat beter en moet grinniken. Men heeft op kinderlijke wijze (Jente had dit mooier gedaan) een soort van duivel van me proberen te maken. En dat snap ik wel. Mijn bijnaam is ten slotte 'Lucifer', aldus gegeven door een zeer gewaardeerde collega.
Maar goed. Fraai is anders. Echt. Een 4 jarige zou deze tekenaar nog een lesje tekenen kunnen geven.
Verschillende collega's wisten te melden dat ik dit zelf gedaan zou hebben. Ja, superlogisch. Ik ben vrij en/of ziek, maar voor dat soort dingen kom ik wel even naar mijn werk. Tuurlijk. Meteen. Dat deed ik ondanks mijn incourante lijf, ernstig stiekem, want ondanks dat ik ziek was, slaagde ik erin om door niemand gezien te worden. Dat moest ook wel, want als ik ziek ben, maar wél op mijn werk kan verschijnen om mijn eigen poster te bekladden, kan ik evengoed met dat koortsige hoofd gewoon mensen van A naar B rijden.
Dat je zo'n onzinnige roddel gelooft en verspreidt, zegt veel, maar weinig goeds over je verstandelijke vermogens.
Een aantal collega's gaf aan het beschamend en respectloos te vinden. Ten slotte: als ik in die OR gekozen word, kom ik ook op voor de belangen van de collega die geen tekentalent heeft.
Klopt ook.
Toch heb ik de planners met klem verzocht om het zo te laten hangen. En wel om de reden dat als het daadwerkelijk een grap is, ik er toch geen aanstoot aan neem: ik kon er om grijzen.
Als het geen grap blijkt te zijn: het zal me over het algemeen jeuken wat mensen van me vinden, en in dit specifieke geval, als het geen grap is, nog veel minder.
Sterker nog: laat maar zo hangen. Iedereen die er langs loopt en het ziet, wordt er dan aan herinnerd dat de tekenaar niet alleen volstrekt talentloos is op dat gebied, maar ook te laf is om daadwerkelijk een gesprek aan te gaan. Te laf is om mij aan te spreken. Ballen van een huishoudsponsje. Ook best.
Het lijkt er in elk geval op dat ik één stem minder heb... Oeps...
Maar het weghalen ervan, en dus mogelijk uitlokken dat zoiets weer gebeurt: is ook aandacht geven. Eigenlijk net als deze blog erover. Ach ja.
Wij hebben dus een niet meer zo nieuw toilet. Jaar of 2-3 geleden eens geinstalleerd door de echtgenoot van een collega, want we waren wel toe aan een frisse en nieuwe omgeving. Fijn. Alles doet het. Het ziet er mooi uit.
Een andere collega is thuis bezig met het verbouwen van zijn woning, waarbij er een deeltje als bnb te boek komt te staan. Waarbij hij dus ook een toilet installeerde.
En we kwamen te spreken over de voor en nadelen van de diverse toiletpotten. Wij hadden een plateaupot. Zo'n pot waar je de opbrengst van een paar minuten noest persen nog even kan bewonderen voor je hem op de boot naar het riool zet. Handig ook, zeker met kinderen, want als je moet controleren op wormen, is dat toch makkelijker op zo'n plateau dan dat je moet gaan koekeloeren in de drijvende diepten van een plonspot.
Een van de nadelen (zeker als man) van zo'n plateau-pot, is de voortdurende vrees dat de kilo's mest wat plakkerig zijn, en dat de waterstroom er opgewekt langs raast. Een ander nadeel: dat je zo'n enorm stevige, lange sigaar loost, die dan rechtop staat te wankelen op dat plateau, en dan tergend langzaam voorover kantelt. Met zijn kop nog eventjes subtiel langs je balletjes strijkt. Nou, dan weet je dat je papier tekort gaat komen. Plons doet die dan, in het vooronder, waardoor je balletjes niet alleen een bruine veeg krijgen, maar ook een opgespatte druppel koud water tegen zich aan krijgen.
Een nadeel van de plonspot is precies dat: PLONS!. Die met enorm veel moeite eruit gewerkte boomstronk, die een heuse fontijn doet opspringen. Maar ja. In dat water lag al een sloot aan urine en een paar niet zo losse flodders welke als waarschuwingsschot de hiervoor beschreven boomstam voor gingen.
We reden naar het immer charmante Heeze in Noord Brabant (nooit eerder geweest, het viel oprecht niet tegen), en Jente moest onderweg een plas. Handig, want ik wilde wel een peuk. Maar om nu helemaal naar een ranzig benzine-station toilet te gaan (serieus in Frankrijk langs de tolwegen zijn toiletten schoner dan menig telefoonschermpje) vonden we wat overdreven. En Ilse zou Ilse niet zijn als ze niet voor dit soort gelegenheden beschikte over een plastuit.
Hup, tussen de benen en gaan met die banaan.
Onze dochter is niet superbedreven daarmee, dus werd het een kwestie van veel helpen en aanwijzingen geven.
Echte vent die ik ben, besloot ik de verantwoordelijkheid te delen: ik zou niet kijken maar op de uitkijk staan zodat er zich geen geinteresseerde menigte zou vormen om dit ietwat aparte fenomeen te bewonderen. Het geheel ging niet bijster soepel. Er waren veel iets te luid uitgeroepen aanwijzingen nodig om de plas tot een goed einde (op de grond) te brengen. Rokjes die ineens over de plastuit vielen. Plastuiten die niet helemaal stevig op hun plek werden gehouden. Maar uiteindelijk werd er toch voorkomen dat kleding ondergezeken werd. Er werd voorkomen dat handen nat werden. En belangrijker: er werd voorkomen dat die plas in mijn auto spetterde, ondanks dat de plaats delict tussen de openstaande deuren van mijn auto was.
Dat als opmaat voor heel andere "shitty business":
Net als velen met mij heb ik mij zitten verbazen over het tempo waarin en de manier waarop MAGA zich voltrekt. Make America Great Again.
Dat dat een recept is voor hilarische en treurige strapatsen, was al op voorhand bekend. De wereld heeft zich al eens 4 jaar mogen verbazen en verkneukelen om die oranje gekledderde baviaan. En nu is hij bezig aan ronde twee.
Een tot op het bot bezorgde en weldenkende Amerikaan liet zich ontvallen:" Please, God help us". Nee, vriend. Jullie stemden voor deze primaat, en op dat moment vertrok onze lieve heer uit Amerika, om er pas weer terug te komen als die enge redneck verdwenen is.
De wereld kijkt toe: vol ergernis, verbazing en hilariteit.
Maar persoonlijk vind ik oprecht dat we Amerika moeten helpen.
Amerika mag wel weer groots worden. En daar hebben ze alle handjes bij nodig. Dus laten we in vredesnaam alle Amerikanen terugsturen naar Amerika. Ze zullen het daar vast fantastisch hebben, en zo niet: dan hebben ze alle handjes nodig om het (al dan niet ná Trump) weer een heel klein beetje op te bouwen.
Het zou mij niet verbazen als die oranje baviaan binnenkort met een decreet komt waarin staat dat hij meer dan deze ambtstermijn nodig heeft om Amerika great te maken, en dat hij de verkiezingen voor onbepaalde tijd uitstelt. Ten slotte moeten hij en zijn billenmaat Musk wél genoeg tijd krijgen om zoveel mogelijk geld uit Amerika (en zijn bondgenoten) te persen.
Ik gok er zomaar op dat dat decreet er komt. Ik hoop het niet. Maar ik vrees.
Maar ik heb ook wel een paar tips voor de goede, de realistische Amerikaan, die net als de rest, last heeft van Trump en zijn idioterie.
De geschiedenis kan zich herhalen op heel veel vlakken.
De Fransen hadden een verdomd goede plek om hun eigen idioot (Napoleon) op te bergen: een eiland, ver weg. En met de huidige middelen, zouden ze die oranje Baviaan zomaar ergens op een onbewoond eiland kunnen zetten, en er verdomd goed voor zorgen dat hij daar blijft. Dan hoeven ze zich ook niet een nieuw JFK-schandaal op de hals te halen.
De communisten hadden ook zo hun manieren om mensen te laten verdwijnen. Want het werkelijke verhaal van de laatste Tsaar is wellicht wel erg bloederig, maar door zoveel theorieën en onzin omgeven, dat niemand precies weet hoe het nu werkelijk zit. Bottomline: levend of niet, de tsaar was wél weg.
Stel je voor: meneer Trump weet het inderdaad zo voor elkaar te boxen dat hij nog een paar termijntjes als onbetwistte alfa-baviaan op de rots mag blijven zitten, gaan we gegarandeerd een exodus zien aan brave en bange Amerikanen die geen zin meer hebben om te lijden onder die oranje geschilderde dwaas. Wat moeten we als wereld daar dan mee?
Ik ben ervoor om eens te kijken welke landen er procentueel gezien de meeste kolonisten naar Amerika stuurden. Frankrijk, Engeland, Duitsland?
Die landen moeten dan maar ergens een eilandje ontruimen om al die terugkerende nazaten van die eerste kolonisten op te slaan. En als ze dan weer helemaal beschaafd en Europees zijn geworden, mogen ze best in Europa blijven. Op voorwaarde dat ze geen aanspraak maken op rechten op wapens en dergelijke. Anders zitten we hier in no-time ook met massale schietpartijen op scholen. En dat moeten we niet hebben.
Al met al wel een veel levendigere situatie dan in Nederland. Wij hebben Schoof. Wij hebben Wilders. Steekt toch wel schrilletjes af.
Want Wilders doet het in de peilingen niet zo best. En dat snap ik. Henk en Ingrid stemden massaal op onze eigen haat-predikant. Want ome Geert zou het leven voor Henk en Ingrid betaalbaar maken.
Maar nu blijkt dat ome Geert helemaal niks voor Henk en Ingrid betekend heeft. Of gaat betekenen. Want het leven is helemaal niet betaalbaarder geworden. Integendeel zelfs. Het is alleen maar duurder geworden. En in plaats van aan zijn beloftes te werken, zit ome Geert op X te kwaken. Over zaken die totaal niks te maken hebben met zijn beloftes om het leven van Henk en Ingrid goedkoper te maken.
Ome Geert is door de mand gevallen. Zijn partij heet dan wel niet VVD, PVDA, CDA of D66. Maar als PVV doet ome Geert precies hetzelde: stemmen ronselen met mooie praat. En vervolgens de kiezer aan zijn laars lappen.
Gelukkig vindt ome Geert het nog niet meteen nodig om in navolging van die oranje Baviaan uit Amerika, de anus van Poetin schoon te lebberen. Want dan zou ik misschien wat minder positief over hem zijn.
vrijdag 21 maart 2025
Les jeux sont fait.
Het moment dat ik de peper in kleine stukjes begon te hakken, was ook het moment dat mijn telefoon ging.
Een wel heel ongemakkelijk moment, want mijn vingers waren rood-klam van het vocht van de pepers, en stonken nogal naar de ui en knoflook die ik eerder al te grazen had genomen. Indische stoofschotel zou het worden. Met lekker veel kruiden, lekker veel smaken.
In een flits zag ik dat het nummer niet afgeschermd was, en het eindigde met dezelfde vier cijfers als het mijne.
Grappig, dacht ik nog.
Ik nam op met een kort "Ja, hallo?"
Daarop volgde een unheimlich gesprek, gevolgd door een bezoek dat niet minder dan mindblowing was.
"Hallo, met Marnix, spreek ik met Marnix?"
"Ehh, ja."
"Ik zou graag met u afspreken, want ik heb veel vragen". Het stemgeluid aan de andere kant van de lijn kwam me vaag bekend voor, en er klonk een urgentie in door die ik niet helemaal kon thuis brengen.
"Okeee, nou, ik heb een vrije dag, dus kom maar langs". Nadat ik mijn adres had gegeven (waarom? Waarom zou ik dat doen?) ging ik verder met het hakken van het vlees, en het mengen van de ingrediënten.
Een uurtje later ging de deurbel, en omdat ik nog steeds aan het hannessen was met de stoofschotel, rook het huis heerlijk naar een mengeling van vleesgebraad, knoflook, uien, gember en ketjap.
Ik deed open en staarde naar een jongeman die me niet een heel klein beetje aan mijn jongere ik deed denken. Halflang rood haar, een beetje onbeholpen. Pukkelige huid. Een beetje schuwig. En brilloos.
Ik keek mijn 16-jarige zelf aan.
Ik rilde, van ongemak. Van verbijstering. En ik vroeg me af of ik mezelf in een vlaag van verstandsverbijstering een compleet delirium had gezopen.
"Ik ben Marnix Coster, en jouw jongere zelf. En ik wil wat vragen." Hij sprak verrassend zacht. Timide bijna. Niet sprekend de puber waarvan ik dacht dat ik het was.
"Ja, dat zei je al. Maar ik weet niet zo goed of ik de aangewezen persoon ben om je antwoorden te geven. Ten eerste ben ik te zeer verbijsterd door het feit dat ik hier blijkbaar tegenover mijn jongere zelf kan zitten. Ten tweede: de toekomst is pijnlijk onvermijdelijk. Wat ik ook ga zeggen, verandert daar niks aan".
"Ik twijfel heel erg. Volgens mama wil ik naar het conservatorium. En dat moet ook, want ik heb zoveel talent. Maar word ik daar ook echt gelukkig van? Ik twijfel heel erg, want stiekem zou ik ook wel verpleegkunde willen gaan studeren, maar ik heb geen biologie gekozen, want dat vond ze niet nodig, want dat is geen vak dat aan het conservatorium gegeven wordt. Maar wil ik wel echt naar het conservatorium?".
Tering. Heb ik dit? Ik weet allang dat ik niet gelukkig werd van het muzikantenleven in het algemeen, en het conservatorium in het bijzonder. Maar moet ik hem dit nu vertellen, in de zekere overtuiging dat het toch geen donder uitmaakt? Ik zit hier. Ben buschauffeur, moet ik hem dat vertellen? Ik zit hier, ben vader. En mijn jongere ik, zal geen andere keuzes maken, om de simpele reden dat ik hier zo zit. Bizar. Heb ik echt geen delirium? En wil ik wel dat hij andere keuzes maakt? Want als hij dat doet, zit ik hier dan na ons gesprek nog wel?
"Luister knul: het korte antwoord is een simpel nee. Je wordt niet gelukkig van het conservatorium. Je wordt niet gelukkig als muzikant. En tegen de tijd dat je daar achter bent, is het te laat om nog naar een HBO-V opleiding te gaan kijken. Kost teveel geld. Kost teveel tijd. Kost teveel energie. Zaken die je allemaal niet hebt, tegen de tijd dat dat ook maar enigszins relevant kan zijn.
Maar je gaat het toch doen. En je gaat een heel erg pittige tijd tegemoet. Je gaat ontdekken wie je werkelijk bent, en waar je waarde werkelijk ligt. De muziek zal ook tijdens je studie een bijzaak zijn, want je gaat alle zeilen bij moeten zetten om je opvoeding aan de kant te zetten en jezelf te ontwikkelen. En te ontdekken hoe je in het leven staat en past".
"Maar is het dan allemaal voor niks?"
Is het allemaal voor niks? Ik weet het niet. Ook daar is eigenlijk geen kort antwoord op te geven.
"Het is in die zin voor niks, dat je uiteindelijk dat ontwikkelde talent nooit echt zal kunnen gebruiken, omdat je erachter gaat komen dat talent zonder passie een doodlopende straat is. Je zult je lange tijd heel erg alleen voelen, omdat je een theaterstukje moet opvoeren, omdat je collega's, je muzikale vrienden niet begrijpen wat er in je kop speelt. Aan de andere kant: dankzij de muziek, zet je je eerste stappen op het relationele vlak. Je gaat relaties aan met meisjes die dat totaal niet waard zijn. Maar ook met meisjes die echt veel voor je betekenen. Je gaat vriendschappen sluiten. Sommigen voor het leven. Sommigen voor een aantal jaren. Je gaat ontdekken wat je zoekt in andere mensen, en je zult een heel erg strak, misschien wel te strak gevoel voor goed en kwaad ontwikkelen. Dankzij die toeter, ga je naar landen, die voor veel mensen als gewone toerist al niet eens zomaar zijn weggelegd. Daar ga je levenslange indrukken en prachtige herinneringen aan overhouden. En dankzij die toeter ontmoet je de vrouw van je leven, met wie je uiteindelijk een gezin zal stichten".
Laat ik dingen weg? Moet ik mezelf vertellen dat dat strakke gevoel voor goed en kwaad, me nogal eens in rare situaties brengt, omdat ik ook simpelweg mijn waffel niet vaak genoeg dicht hou?
En maakt dat uit? Ten slotte: hier zit ik.
"Maar zal ik, als ik dan geen muziek maak, mama ooit trots kunnen maken?"
Ik wil in de lach schieten, maar realiseer me voor de eerste 'ha' eruit komt, dat dat té cynisch is. Bovendien weet hij nog niet dat hij op 31 jarige leeftijd moederloos wordt. Ik weet echter ook, wat ik toen blijkbaar al instinctief wist: nee. Dat zal niet gebeuren. Dat gebeurde al niet na mijn eindexamen aan dat verrekte conservatorium in 2007 omdat ik geen master wilde doen. Dat gebeurde niet omdat ik na 3 jaar nog steeds geen aanstalten had gemaakt om verder te auditeren dan het Orkest van de Marechaussee. Dat gebeurde zeker ook niet toen ik dat busrijbewijs ging halen, in eerste instantie gewoon voor de lol. Daar werd simpelweg niet over gesproken. Dat werd genegeerd.
Trots? Nee, dat is ze waarschijnlijk nooit echt geweest.
"Die trots, moet uit jezelf komen, kerel".
"Ja, maar hoe dan? Wat moet ik dan doen? Het zou zo prettig zijn als ik wist dat ik gesteund werd."
"Je gaat op een gegeven moment tot de conclusie komen dat de mening van een ander maar heel beperkt belangrijk is. Je gaat op een gegeven moment het besluit nemen dat je voor jezelf gaat zorgen. En voor jezelf gaat kiezen. Voor jezelf dingen gaat doen, die voor jou op dat moment goed voelen. Je gaat je busrijbewijs halen. Niet eens om echt buschauffeur te worden, maar gewoon, om voor jezelf te bewijzen dat je het kan. Je gaat besluiten dat je een deel van je muzikale bezigheden op gaat geven, omdat het rijden van een bus leuker is dan lesgeven. En doordat je dat doet, word je gelijk een stuk frisser. Lichter. Want het is een besluit dat jij voor jezelf neemt, in plaats van iemand voor jou. En dat is één van die kleine dingen, waar je weer wat later trots op terugkijkt. En uiteindelijk: trots omdat je een goede partnerkeuze kon doen. Trots omdat je met die partner een huis koopt en een gezin sticht, dat, ondanks allemaal hobbels op de weg, toch best goed draait".
"En wat vindt mama daar dan allemaal van? Bemoeit ze zich net zo veel met jouw gezin als dat ze nu met mij doet?"
Een zekere opluchting komt over me als ik me bedenk dat dat dus totaal niet aan de orde is. Waarom wil ik hem dan toch niet vertellen dat zijn moeder over 15 jaar dood gaat? Misschien omdat het ook wel die moeder is die met harde hand zorgt dat veel oneffenheden die veroorzaakt werden door dat veel te strakke keurslijf toch weggepoetst werden?
"Nee, ze bemoeit zich niet met mijn gezin. Ze zal dat niet meer meemaken. Ze wordt ongeneselijk ziek, doet dat 2 jaar en gaat dan dood".
Toch maar de waarheid. Het is zoveel makkelijker. En hij lijkt er niet eens heel erg door geschokt.
Mijn jongere zelf kijkt eens om zich heen. Hij ziet er toch wat verloren uit. Ik herken dat gevoel wel. Hij ziet mijn kast vol model-auto's en op de kast alle lego die ik gebouwd heb. Hij kijkt er verwonderd en zelfs ietwat jaloers, zo lijkt het, naar.
"Zijn dat jouw autootjes en lego?"
"Ja".
En meteen realiseer ik me nog iets. Autootjes en lego. Na mijn 10e speelde speelgoed geen grote rol in mijn leven. Ik was muzikant. Dus ik kreeg CD's (met de meest prachtige muziek, dát wel). Of parafernalia voor mijn muzikale carrière. Ik kreeg een digitale piano met aanslag-gevoeligheid. Een duur en lomp kreng waar ik nooit echt liefde voor heb gevoeld, en die bij een van de vele verhuizingen, stomweg ooit vergeten werd. Boeken kreeg ik ook. Dat was wel fijn, want daarin kon ik me verliezen. Hyperfocus in verhalen van Thea Beckmann en Evert Hartman of Jan Terlouw. Ik snap de jaloezie van mijn 16-jarige ik wel. Toen ik 16 was, wilde ik dolgraag Lego. Of een scooter.
Een nieuw bureau voor mijn huiswerk, leek leuk. En vast goedbedoeld. Mijn huiswerk werd er volgens mij niet beter door.
En meteen bevestigde hij wat ik al dacht: "Ik zou willen dat ik wat lego kreeg voor mijn verjaardag". Er klonk wat weemoed in zijn stem.
"Weet je, gap? Jouw of onze moeder. Ze had een onverzettelijkheid en een onverzoenlijkheid over zich, die jou of ons, en haarzelf haar hele leven dwars heeft gezeten. Ik geloof oprecht wel dat ze goede bedoelingen had. En in jouw geval: heeft. Alleen haar gebrek aan empathie tegenover ons, speelt ons uiteindelijk allemaal parten. Heb nog 20 jaar geduld. Dan heb jij ook Lego".
Nu schieten we beiden in de lach, omdat het behoorlijk absurd is om nog 20 jaar te moeten wachten op de vrijheid om te besluiten dat je eens even lekker met de Lego kan gaan knutselen. Of autootjes kan gaan verzamelen.
"Rook je nog?"
"Sakker! Ja. Zou je me een lol kunnen doen, en daar niet mee beginnen? Zou best wel fijn zijn, eigenlijk Het stoppen heb ik 11 keer geprobeerd, en telkens op grandioze wijze weer begonnen, jij pannekoek".
Hij grijnst, en ik snap waarom. Die éne kleine daad van verzet. Dat kleine, maar belangrijke middelvingertje. Dat kleine stukje "Marlboro-man" vrijheid om stiekem achter bij de fietsenstalling van school stoer te doen. Ik grijns mee. Waarom zou hij ook?
"Zal ik uiteindelijk gelukkig worden?"
Allemachtig. Wat een vraag. Ik ben zelf pas 44. Ben ik er dan al? Is dat niet iets veel te abstracts om daar een simpele 'ja' op te kunnen geven? Moet ik hier nu eerlijk zijn, of moet ik pappen en nathouden?
Om mezelf een houding te geven, sta ik op. Ik pak nog wat koffie voor ons en roer ondertussen in de stoofpot die inmiddels heerlijk geurend stond te pruttelen.
"Leef gewoon het leven. In heb begin is het allemaal gericht om jou bij het Koninklijk Concertgebouw Orkest te krijgen. Maar goddank krijg je tijdig in de gaten dat dat niet het leven is dat jij moet leiden. En ga je steeds meer tegen de stroom in. Je zult echt serieus flink aan je stutten moeten trekken om overeind te blijven. En ik beloof je dat je diep zult vallen. Heel diep. Maar je krabbelt ook weer op. Heus. Elke keer weer. En dat gegeven op zich is al iets om trots op te zijn. Wat krassen op je ziel hier en wat deuken in je ego daar, maar je zult weer op je beide voeten terechtkomen.
En uiteindelijk zul je je losmaken van alles wat je gevormd heeft. En je eigen gevoel gaan volgen. Je eigen plan gaan trekken.
Je zult zelfs weer in contact komen met pa, Marte en Larissa".
"Huh??? Wat zeg jij nu?" De verbijstering is echt. De verontwaardiging ook.
Oeps. Hier vergat ik even hoezeer manipulatie op een jonge puber een diep effect kan hebben. Ik had toen inderdaad geen behoefte aan contact. Dat klopt. Ik werd op zijn zachtst gezegd gevoerd met iets te eenzijdige informatie. Misschien toch een bruggetje te ver?
Maar dan zie ik toch een wat meer bedachtzame blik. Mijn jongere ik lijkt het te overdenken. Te overwegen.
En ik vervolg: "Het zullen de enige familieleden zijn die je hebt, over een poos. En dat is best een uitdaging. Want je hebt nu eenmaal de pech om uit een compleet dysfunctionele familie te komen, zoals je wellicht weet". En ik knipoog.
"Maar het belangrijkste is, dat ik denk dat je uiteindelijk best gelukkig zult zijn met het leven dat je gaat kiezen. Ook dat is geen leven zonder hobbels, valkuilen en muren waar je tegenaan loopt of stomweg over struikelt. Maar dat doe je niet alleen. Je hebt een goede vrouw, een fijne (schoon)familie en een pracht van een dochter. En lego. Dus ja.
"Oke, dat wilde ik weten. Soms lijkt het erop alsof ik alles alleen moet doen. Maar het is fijn om met mijn toekomstige 'ik' te kunnen sparren. Dank je wel".
Hij stond op omhelsde me, en gaf me vervolgens een enorme duw. Ik viel plat achterover. Maar in plaats van verontwaardigd te schreeuwen, deed ik mijn ogen open en tot mijn verbazing zag ik dat ik uit bed was gevallen.
Toch een delirium? Of bijwerkingen van de koortsigheid. Ik ben namelijk door de laatste rondwapperende griepviruscellen te grazen genomen. Het snot komt er weer eens per liter links en rechts uit. Mijn hoofd bonkt, en mijn bed lonkt. Wat een ironie. Het weer is prachtig. Lente doet zijn intrede. Het is zonnig, zachtwarm lenteweer. En ik moet de laatste uitwassen van de griep te pakken krijgen.
Overigens: de Indische Stoof bleek eenmaal bij kennis, toch erg lekker te smaken. Het loopt allemaal een beetje door elkaar heen. Tijd voor een tukkie.
Ik wens vanuit dat bed eenieder een beter weekend dan de zakdoeken in huize Coster zullen krijgen.
vrijdag 14 maart 2025
Reizen...
Als het werk gedaan is, dat wil zeggen: alle vliegtuigen voor de dag zijn leeg, dan wel vol gereden, kunnen we naar huis. En soms is dat wat eerder dan de officiële eindtijd van de dienst.
Die eindtijden komen zelden echt lekker uit met de vertrektijden van de trein, maar gelukkig zijn er vrij vaak collega's die de laatste dienst hebben, die ons een lift naar plaza kunnen geven, zodat we niet buitenom hoeven en moeten wachten op een OV-bus.
Soms ook niet, en dan heb je pech.
Van de week was zo'n dag. We hadden pech. We konden geen lift krijgen, dus we moesten de OV-bus pakken. En vanaf de poort naar de bushalte, is een tippel van ongeveer 3 minuten. Lang eind lopen, en dan is het helemaal frustrerend als je halverwege bent, en je ziet de bus komen. Dan weet je dat je a) die bus gaat missen en b) de trein waarschijnlijk ook.
Ik liep met collega J. naar de bushalte, en we zagen de bus aankomen. J. vond dat we die bus best konden halen, en zette een sprint in. Ik deed datzelfde, half en half in de veronderstelling dat het allemaal voor niks zou zijn. En tot mijn grote verbijstering zag ik de in het donker gestoken achterkant van J. compleet verdwijnen in de nachtelijke verte. Ik dacht dat ik rende, maar vergeleken met J.'s tempo leek ik wel een slak die terug in de tijd kroop.
Het was gewoon een Looney Tunes slapstick. De vent was absurd snel. Sifan Hassan zou kansloos zijn geweest bij J.
Gelukkig was J. zo clever en vriendelijk om in de deuropening van de bus te blijven staan, zodat ik mezelf hoestend, puffend, ruftend en met een gierende ademhaling die bus in kon hijsen.
Victorie!! Gehaald!
Ja, toen waren we er nog niet, want bij aankomst op plaza had ik nog 2 minuten om vanaf de bushalte via een incheckpaal naar het perron en in de trein te komen.
Dus wederom een stevige sprint trekken, en tijdens het fluitsignaal mezelf als een soort van in katzwijm gevallen walrus die trein in geworpen.
Bijna kruipend op handen en kniëen kon ik richting zitplaats schuifelen.
Victorie!! Gehaald!
Ik was euforisch, en niet veel later zat ik grinnikend om mezelf wat voor me uit te staren.
Dat lachen verging me als sneeuw voor de zon, toen ik de volgende ochtend op stond. En alle volgende dagen, for that matter.
De wijze waarop de spieren in mijn benen kenbaar maken dat ik geen 20 meer ben, grenst aan het onmenselijke.
Grote goden, wat ik heb ik een spierpijn. Ik kan niet zonder van pijn te grimassen opstaan. En dat levert me tijdens mijn werk nogal wat rare blikken op. Een van pijn kreunende buschauffeur die achter zijn stuur vandaan komt. En dan zie ik er nog niet eens bijzonder oud uit.
Met de huidige werkzaamheden aan het spoor bij Schiphol begint mijn aanvankelijke motivatie om met de trein te gaan, we serieuze deuken op te lopen. De intercities rijden gemakshalve maar niet, wat betekent dat de sprinters overvol zitten. En uiteraard zul je zien dat er dan allemaal extra storingen zijn, waardoor die sprinters een lekkere vertraging oplopen. Dus zit je nog langer op stoelen die gemaakt zijn met een soort van billen-mishandeling voor de reiziger in het achterhoofd. Die sprinter neem ik alleen maar voor één enkele halte, om dan in de intercity te stappen, die veel comfortabeler stoelen heeft. Maar om nu dik 3 kwartier mijn toch niet echt graatmagere en dus van behoorlijk wat zitvlees voorziene kont op een hard houten bank te moeten vleien vind ik toch wel erg onprettig.
Dus ja. Dus. Ja. Ik snap ook wel dat die sporen onderhouden moeten worden, maar dit soort strapatsen doet me wel heel erg vermoeden dat onverschilligheid ten aanzien van de reiziger bij deze werkzaamheden de boventoon voert.
Bij de laatste rit die ik maakte van Schiphol naar huis, ging het dus lekker mis. Ik had gehoopt op een intercity, werd getrakteerd op een sprinter met mishandelbanken, die voor het gemak een paar minuten vertraging had, en waarvan ze dreigden om hem niet verder dan Almere Centrum te laten rijden vanwege een wisselstoring. Prima, ik ben de lulligste niet (ik heb ook geen andere optie, dus kan ik wel de lulligste wezen, maar dat brengt me ook niet thuis, en de gemiddelde kaartjesknippert kan op zich ook niet veel veranderen aan het pest-de-reiziger-beleid) ik ga eerst even een peuk roken en dan ga ik me inchecken en naar het perron.
Na het inchecken, blijkt dat het op zich wel terecht is dat Schiphol iets wil verbouwen aan het station. De roltrappen zijn namelijk niet alleen door allemaal paaltjes beschermd tegen reizigers die al te grote bagagestukken op levensveranderende wijze naar beneden willen laten sodemieteren, ze hebben ook glazen panelen geplaatst tussen de ingang naar beneden, en de uitgang naar boven. En dat glazen plaatje, is (je voelt hem aankomen) onzichtbaar, want beneden ooghoogte, en jawel: doorzichtig. Driemaal raden wie er bijna een complete salto maakte over dat verdomde plaatje. Juist. Ik. En met een hoge zichtbaarheids jas aan, valt dat behoorlijk op, zo merkte ik aan de kletsende tantes achter me, die mijn ongewilde en ongeplande acrobatiek voor hun ogen zagen gebeuren.
Ook hier: ik kon er uiteindelijk best wel om lachen. Vooral ook omdat het niet zozeer pijnlijk was, alswel gewoon enorm lomp.
Een paar weken geleden kondigde ik trots aan dat we een nieuwe, grote-mensen bank gekocht hebben.
Een paar weken daarna kondigde ik schaapachtig aan dat we niet echt goed zijn in het meten, want de nieuwe bank blijkt toch echt een maat groter te zijn, en dus een hele uitdaging gaat vormen om die in huis een plaats te geven.
Maar ik ben getrouwd met een gek die vrouw is op dit soort uitdagingen. Ze heeft een plattegrond gemaakt, met daarin op schaal een indeling van alle meubels, mét onze nog te komen bank. (En ja: dit hadden we moeten doen voor we die dekselse bank gingen kopen, maar zo zitten onze hoofden blijkbaar niet in elkaar).
En zo is ze dus met dat papieren schaalmodel gaan spelen, telkens aan mij vragend wat ik er van zou vinden.
Nu is het zo dat ik zelden heel erg uitgesproken enthousiast ben. Dus mijn ge-"hmhm" en ge-"best hoor" bleken voor haar de ultieme toestemming om, terwijl ik nietsvermoedend aan het werk was, de hele huiskamer maar eens danig op de schop te nemen.
Lief als ze was, wilde ze me voorbereiden op de shock, en stuurde me een paar foto's van wat "real-life" voorbereidende probeersels. Met als tekst: "Ik heb een beetje met de meubels gerommeld".
Ik zal de foto's beschrijven: het leek erop alsof er een cluster-fragmentatie-granaat bedoeld en onbedoeld ontploft waren.
Dat was echt geen BEETJE...
Ik kwam thuis, en was een klein beetje minder in shock dan ik zou zijn geweest als ik die foto's niet had gezien. Ik was ook wel onder de indruk van het feit dat ze in haar uppie de bank, de kasten én de piano door de woonkamer had gegoocheld om een zo optimaal mogelijke plek voor die infame nieuwe bank te creeren.
Grappig was wel dat ze die app-uitwisseling begon met een tekst in de strekking dat ze van me houdt. Je zou bijna denken...
En dan toch weer zo'n kadootje.
Het was een wat verlate binnenkomer uit Spanje, Marokko, Italie of Turkije. Een vakantievlucht. Overduidelijke jonge boomers, die hadden overwinterd of vakantie gevierd op zonniger plekken dan het winterse Nederland.
Veruit het grootste deel van de buslading mensen was vrolijk doch toe aan een nachtje weer in hun eigen bed, in plaats van in zo'n All-in-Opslagplek voor weinig avontuurlijke zonaanbidders.
Ik stond braaf te monitoren dat de mensen ook allemaal naar binnen stiefelden. En dat deden ze ook allemaal braaf.
Op één zenuwachtig rondstampende vrouw na. Type Gerda.
Maar dan geen kort-pittig kroketje, maar met lange, slonzige blonde lokken. Middelbare leeftijd met een legging. Dat idee.
Ze liep maar rond te stampen, duidelijk op zoek naar iets. En juist toen ik aanstalten ging maken om haar naar binnen te verzoeken, kreeg ik in de gaten waarom ze zo zenuwachtig aan het hobbelen was: Letterlijk vloekend en krijsend dat ze 4 uur in een vliegtuig zat, en geen peukje op mocht steken. Wat een kutland was Nederland toch, en kutschiphol en godverdehierendaar. Haar slonzige voorkomen en haar compleet verwilderde blik maakten dat ik niet subtiel in de lach schoot. Ik hoefde verder niks te zeggen, achtervolgd door mijn geschater stampte de dame zelf naar binnen. Ik geloof dat ze me niet eens echt gezien heeft. Maar damn, zelfs ik als roker heb meer decorum dan dat. Ben je lekker uitgerust op zonnige oorden, is het eerste dat je doet als je terugkomt, je vakantieherinnering zó afsluiten. Die had een paar weken (of jaren) langer moeten boeken...
Goed, dit alles maar weer geschreven hebbende, begint uw weekend. Geniet ervan.
Een weekje Orren en wat harigheden.
Jente, mijn kleine, "lieve" draakje. Zij heeft mijn haar. Dat wil zeggen: mijn haarkleur. Want haar haar is van haar. Ik heb het ...
-
Het marsenboekje. Een lullig plastic ding, met hetzij marsen erin, hetzij koralen. Een beetje afhankelijk van het soort dienst dat we moeten...
-
We zijn weer thuis. Alweer een week. Nog één weekendje en ik vertrek weer als de eerste de beste brave huisvader naar mijn werk. Lunchtromm...
-
We verblijven onze vakantie in een huisje dat niet het onze is. Twee lieve mensen stelden dit belangeloos aan ons ter beschikking, en heel ...