vrijdag 28 oktober 2022

Sporten, nuances en pure schoonheid.

Wekelijks gaan we mopperend richting de sportschool. Geen zin. Opzien tegen die helse oefeningen die ons de rest van de week op pijnlijke wijze duidelijk maken, dat onze conditie op zijn zachtst gezegd volkomen kut is.
En ondanks we net zoveel energie steken in de frisse tegenzin, als in het sporten zelf, moest ik van de week concluderen dat ik toch een flinke hoeveelheid kilo's kwijt ben geraakt. Ergens in juni begonnen, ben ik nu, eind oktober toch een flink beetje minder massaal en aanwezig geworden. Dus ik kan mijn abonnement weer stopzetten. Marnix maatje minder. Missie geslaagd. Hatsekidee en door.
Oh nee. Ilse heeft nog 2 keer van haar tien-ritten-kaart te gaan, dus misschien kan ik er nog een kilootje van af halen. Van mijn lijf dus.
En kreunend van de ellendige spierpijn stapte ik de auto uit, om begroet te worden door mijn immer vriendelijke buurman, die bezorgd vroeg of het wel goed ging met me.
Toen ik hem vertelde dat de oefeningen op de sportschool de oorzaak waren van mijn pijnlijke grimas en gekreun, keek hij me zó ongelovig en doordringend aan, dat ik me bijna een leugenaar voelde.
Hij wist zich snel te herpakken, en als tip te geven om thuis onder een koude douche te gaan. En dat was dan weer mijn beurt om hem ongelovig aan te kijken. Maar omdat hij het goed wist te beargumenteren, ben ik genegen om zijn tip toch minimaal één keer ter harte te nemen. Alles om die stijve, pijnlijke spieren wat te verzachten. Hoewel twee keer vloeken (1 de tegenzin voorafgaand aan en 2: het vloeken van afkeer van die ijskoude stralen over mijn lijf) op één dag misschien voor de mentale gezondheid van de buurt niet echt denderend is.
De afgelopen keer waren het vooral de beenspieren die te grazen werden genomen, en om het feest te complementeren had ik mijn herhalingsprik van de herhaling van de herhaal-coronaprik gehaald.
Ik voelde me op zich niet slechter dan ervoor, maar de prikster deze keer, wist mijn spier dusdanig geniepig te raken, dat ik nog 2 dagen met niet alleen spierpijn van het sporten rond kwam te lopen, maar ook met een pijnlijke arm. Houzee.
En niet alleen spierpijn, de twee erop volgende dagen was ik ziek alsof ik niet een vaccinatie had gekregen, maar the "real deal" in mijn lijf rond had razen.
Ziek als een lam vogeltje, werd ik vertroeteld door vrouw en dochter.
Met name mijn dochter was het toonbeeld van zorgzaamheid. Dat begon met haar plan om een bakje cornflakes voor me te maken. Een heel literpak melk werd in een bak gekwakt, met daarover een paar flintertjes cornflakes. Mijn gebrek aan eetlust leek haar niet te deren, ze verschalkte het gewoon zelf maar toen ik aangaf het heel fijn te vinden dat ze zo zorgzaam was, maar dat mijn buik niet echt mee wilde werken.
En bij deze vertederende zorgzaamheid bleef het niet. Nee, ik hoorde wat verdachte geluiden, en toen ik mijn pijnlijke nek verdraaide naar de keuken, zag ik hoe mijn dochter uiterst geconcentreerd een sinaasappel doormidden hakte, met een mes dat ik normaal gesproken apart hou om eventuele insluipers efficiënt te fileren. Ze wilde een bekertje verse sinaasappelsap voor me maken, want dat was gezond voor me.
De tranen van gevoel biggelden langs mijn smoel, zo lief vond ik haar. Maar het gebruik van een dergelijk mes, vond ik toch wat te driest, dus ook dat heb ik maar heel even aan banden gelegd.
We hebben er toch maar een mooi kind van gebakken.
 Maar goed, de pedofiele, satanistische, reptielen-elite kan mij middels vernieuwde microchips weer op de voet volgen, en volgende week mag ik op audientie bij Klaus Schwab van het WEF, omdat ik meegaande sukkelaar van de maand ben. Beschermd tegen covid. Dat dan weer wel, dus ik mag zonder mondkapje.

Over het klimaat wordt veel gesproken. Hoofdzakelijk over hoe we het als mensheid, gezamenlijk naar de tyfus helpen.
En dan heb je de ontkenners ervan, die juist stellen dat we ons dat allemaal maar laten zeggen door de Bilderberggroep, het WEF en de pedofiele, satanistische, reptielen- elite.
En alles wat er tussenin zit.
En ook hier ontbreekt er mijns inziens toch een stukje nuance.
Elk weldenkend mens, zal het met me eens zijn dat we op zijn zachtst gezegd best wel wat mogen doen om de aardkloot op zijn minst min of meer leefbaar achter mogen laten voor ons nageslacht.
Want we vergrijzen als een gek, straks hebben we nauwelijks meer jonge mensen om onze rimpelige lijven te wassen, en als ze er al zijn, moeten ze leven in een verdorde, vertiefte wereld. Ik denk oprecht dat dat anders kan. En moet.
En het feit dat zelfs de VVD tot die conclusie gekomen schijnt te zijn, is toch wel heel erg veelzeggend, zou je denken.
Ja. We mogen en moeten wat meer zorg voor onze aardkloot dragen. En dat kan.
Door bijvoorbeeld niet hysterisch van angst te worden als het over elektrische auto's gaat. Door niet ineens aan het "Not-in-my-backyard-syndrome" te lijden als het over windmolens of zonnepaneel-akkers of weilanden gaat (En hier zie ik me toch een dijk van een oplossing om gedwongen uitkoop van rellende boertjes te voorkomen. Simpelweg die grond verpachten aan een bedrijf dat er wat windmolens of zonnepanelen neerkwakt. Verdien je lekker door je land te laten begrazen door wat schapen, die tussen de zonnepanelen door banjeren. Scheer je de wol, en trek je inkomsten uit energie. Hatseflats, een gratis tip voor flip van boerenverdedigingskracht).
Door constructief na te denken, in plaats van alles maar als "fakenews"of "woke" te bestempelen. Door kortom, je kop niet in het zand te steken.
Of ik daarmee vind dat je kunstwerken in een museum moet willen slopen? Nee, dat vind ik een wat infantiele actie, waar ik weinig mee kan. Of anderszins zaken die erop gericht zijn om mensen juist van je af te trappen, in plaats van te blijven informeren. Iets met vliegen, stroop en azijn.

De laatste tijd valt me op dat mijn werk in de vroege uren iets extra's biedt: prachtige luchten.
Bij zonsopgang van knallend oranje, alsof er ergens een enorme fik is, tot bijna hysterisch paars-roze dat niet zou misstaan in een kinderkamer, ware het niet dat er toch een veel volwassener sfeer van uit gaat dan een kinderkamer, en dat als er een kerosine-achtige geur in Jente's kamer hangt, ik toch even zou kijken of alles wel goed gaat, daar.
Hoe dan ook, ik kan daar serieus intens van genieten en dan bijna vergeten dat ik ook bezig was met het uitvoeren van een ritopdracht. Het is dan vaak ook een klein momentje van rust, alvorens de eerste spits echt losbarst, waarin we het van donker, via schemer naar dag zien gaan, terwijl we de eerste passagiers naar hun toestel brengen, of er juist van ophalen.
Ik kijk. Ik geniet. Ik rust, en kak!!! Welke klootzak komt daar mijn beeld verzieken? Oh ja, mijn werk. Snel die bus erbij, en terwijl ik met één oog de passagiersstroom monitor en tel, kijk ik met het andere oog naar een bijna tergend langzaam verkleurende lucht. De meeste passagiers, valt het niet op. En dan ineens een kerel die het wél opvalt. Die naast me komt staan, en even een knikje van verstandhouding. Beautiful!!! Ja. Dat is het. Zomaar een extraatje, die gratis bij mijn werk komt.

Hoe dan ook: na het werken is het goed rusten, en los van het feit dat ik weekend heb, ga ik me morgen dan toch maar weer eens inzetten op de sportschool.
Ik wens eenieder een mooi weekend toe.








vrijdag 21 oktober 2022

Over arme drommels gesproken.

 Zal ik me mengen in het gekrakeel dat Thierry Baudet over zichzelf heeft afgeroepen na zijn interview waarin hij repte over reptielen in de regering en dat volgens hem Poetin de held is die alle Nederlandse en Europese én wereldwijde ellende op kan lossen?
Ik zou kunnen melden dat ik daverend in de lach schoot toen ik dat interview zag. En vooral toen hij bijna huilend van ontzag stamelde hoe Poetin de "goeie schurk" zou zijn die ons allemaal zou redden.
Voor die scene is het woord "potsierlijk" wel zo'n beetje uitgevonden.
Het had bijna Noord Koreaanse proporties. Het kwijl stroomde uit zijn mond en ogen toen hij Poetin ophemelde, net als bij die Noord Koreaanse drommels die onder bedreiging van een zekere dood, stonden te huilen bij de dood van hun vorige dictator. Volgens zekere politici wordt forum voor democratie door het kremlin bestuurd, maar aangezien ik dat zelf niet kan controleren, zal ik niet zover gaan om die beschuldiging over te nemen. Ten slotte wil ik er ook voor waken dat ik net als die arme Baudet mezelf totaal in de meest absurde complottheorietjes ga verliezen.
Die reptielen noemde hijzelf achteraf overigens een metafoor. Hij is gelukkig eerlijk genoeg om zichzelf geen enkel fatsoen toe te dichten. (Of realiteitszin, for that matter).
Omdat ik ook eerlijk ben, én niet overmatig veel fatsoen in mijn donder heb, richting de politiek als geheel, en politici in het bijzonder, ga ik ook een metafoor maken. Een die mijns inziens aardig klopt.
Snuffelend in de smerige, schemerige goten van het politieke landschap op de grens met de maatschappij, kruipt een rat. Een opportunistische, egocentrische rat. Een rat die zijn honger stilt met de kreten van afschuw van het publiek. Maar net zo gelaafd wordt door de kreten van instemming. Negatieve aandacht is ten slotte ook aandacht, nietwaar? Dat is de aard van dit beestje. En zijn naam? U mag niet meer raden. Meneer Baudet.
Maar eigenlijk is het helemaal niet grappig. Het is misschien gevaarlijk, zo'n Baudet in de politiek. Zeker met die compleet van de pot gerukte ideetjes die hij heeft. Maar eigenlijk is het diep triest dat iemand waarvan je op basis van zijn hoogst genoten opleiding zou moeten mogen verwachten dat hij iets steviger zijn schoenen staat, zó diep gezonken is.
En dan denk ik aan zijn nageslacht, dat in wezen nu al kansloos is. Want ik geloof geen seconde dat meneer Baudet thuis wél coherente zaken kan verzinnen, laat staan op een gezonde wijze spelen met dat kind van hem.
Ik hoop dat de kinderbescherming over niet al te lange tijd zijn zaakjes op orde heeft, en een liefdevol huis van dat kind kan vinden. Want heel lang zal dat toch niet goed kunnen gaan.
Om terug te komen op mijn eerdere vraag: nee. Ik ga me niet mengen in het zoveelste gekrakeel dat meneer Baudet over zichzelf heeft afgeroepen. Maar dat arme kind van hem...

Onze zaakjes zijn soms ook maar wankel op orde.
Mijn lief heeft in de afgelopen jaren een collectie aan plastic keukenwaren verzameld waar ik serieus de hik van krijg.
Het is te veel, het past allemaal net, doch uitsluitend als het door Ilse wordt ingeruimd, waarbij er zóveel van die bakjes zijn, dat het ook echt op maar één (1) manier kan, anders kan de kastdeur niet dicht. En aangezien ik degene ben die 99% van de tijd de vaatwasser in- en uitruimen tot huishoudelijke taak heeft, kan de kastdeur niet vaak dicht.
Ik ben gestopt me druk te maken over dat vermaledijde plastic. Ik rammel het in de kast, soms met wat meer gerammel, en als het echt niet wil, prop ik, en kwak ik de deur dicht. Klaar. En denk er verder ook niet meer over na. Gewoon niet. Het is uit mijn hoofd. Want ja, ik ben dan wel zo sociaal onbegaafd dat ik me niet druk kan maken over plastic waar ik de schurft aan heb, dat ik niet wil. Erin is erin.
Van de week waren we als team min of meer aan het koken, en hoorde ik Ilse iets zeggen in de trant van: "wat ben je toch lekker onhandig", waarop een hele stapel plastic uit die kast lazerde en ik daar dus enorm van moest lachen. Tot ik nogal kribbig te horen kreeg dat het mijn gebrek aan interesse in dat vermaledijde plastic is, dat ertoe leidde dat dat plastic ter aarde stortte.
Ja, of Ilse vindt mij onhandig, maar kan zelf vervolgens niet zonder iets te laten pletteren, verplaatsen. En aangezien mijn liefste veel eigenschappen bezit, maar bepaald geen subtiliteit, ga ik er toch vanuit dat zij de onhandige was, die mij onhandigheid verwijt.
We zijn een mooi team, dat vrouwmens en ik. 

Van de week heb ik mijn goeie daden voor 2022 (2) maar weer gedaan.
Het was zo'n vlucht die eigenlijk heel vanzelfsprekend ging. Heel natuurlijk. Iedereen deed zijn/haar werk en redelijk ongestoord kon ik bij het vliegtuig wegrijden. Ook op de plek waar ik de mensen de terminal in zou laten, verliep alles soepel.
Té soepel.
Verdacht soepel.
En jawel: ik was bijna van plan om opgelucht mijn bus in te stappen, toen ik werd aangesproken door een wat verwilderd uitziend echtpaar. Hij was zijn bril vergeten in het vliegtuig en hij keek me daarbij ook nogal onduidelijk aan: zijn linkeroog keek naar mij, zijn rechter ergens anders heen, maar zeker niet naar mij.
Omdat ik als brildrager zijn pijn snapte, kon ik het niet echt over mijn hart verkrijgen om hem direct door te sturen naar lost & found, en vroeg ik de regie of er mogelijkheid was om de mensen even mee terug te nemen naar de kist, en dat kon.
Dus met die bus zo hard als ik kon (30, dus mocht) terug naar die kist in de hoop dat de crew er nog zou zijn, of schoonmakers.
Daar aangekomen kwamen we tot de jammerlijke ontdekking dat die kist al leeg was. En ik mag niet naar binnen. Willekeurige mensen ook niet. Is gewoon een regel, en daar hou ik me aan, want mijn baantje is me lief.
Wel waren er twee technici om dat toestel aan het werk, dus in een laatste poging om de passagier niet continu blindemannetje te laten spelen op een luchthaven, sprak ik ze aan, en zij wilden wel even een kijkje nemen.
Dat duurde behoorlijk lang, die gozer heeft voor mijn gevoel dat hele toestel binnenstebuiten gekeerd, maar mooi dat hij de bril vond. Zelden zo'n blije man gezien, die mij met bril wél recht aan kon kijken. Heb hem in elk geval een hoop koppijn bespaard.
Mijn tweede goeie daad, was een uurtje later, toen ik met een buslading mensen bij een vertrekkende kist stond.
Ik stond even gezellig te kletsen met een passagier, en een beetje te klagen over de wind en de kou en zo, toen het licht in mijn ogen even uitging, ongeveer tegelijk met een kreet van wanhoop en ontkenning.
En die twee zaken hadden met elkaar te maken, want het was iemand's boarding pass die door de wind uit haar handen gerukt werd, en tegen mijn gezicht gekwakt werd. Nou kan ik me niet voorstellen dat je die boarding pass nog nodig hebt, maar goed omdat ik in de weg van de wind stond, en daarmee ongewild de ontsnappingspoging van dit vodje papier verijdelde, kon ik het grinnikend aan de verbijsterde eigenaresse terug geven. Ik denk dus wel aardig wat karma-punten bij elkaar gesprokkeld te hebben.

Mijn eega en ik zijn het over veel dingen oneens. In heel veel zaken laten we elkaar ook behoorlijk vrij. Zoals bijvoorbeeld kleding. Nu is dat in mijn geval niet heel moeilijk, ik moet voor mijn werk inferieure troep dragen, en daarbuiten draag ik gewoon redelijk conservatief sneakers, jeans en een hoodie, het geheel afgetopt met een pet.
Maar die kleding kan soms best nogal eens wat wilder gekleurd zijn. Of niet matchen, want ik loop niet zozeer achter wat mode betreft, ik loop gewoon helemaal niet. Ik koop wat lekker zit, en hoe dat het eruit ziet, vind ik minder boeiend. Nu wil het ding dat Ilse een paar schoenen heeft gekocht. En ik kan het eigenlijk niet beschrijven. De term lelijk voldoet gewoon simpelweg niet. Hysterisch zijn ze wel. Wat kleur betreft. Wat vormgeving betreft. Er naar kijken levert gewoon pijn op aan je ogen, en omdat ze zo hysterisch zijn, ontkom je er niet aan om er naar te kijken. Ze zuigen alle aandacht op en de kijker volstrekt leeg. En langer dan 10 seconden kijken en je bent een kwijlende, lege huls van dat wat ooit mens was.
Zulke heftige emoties heb ik normaal niet bij schoenen van mijn vrouw, ik weet wel beter. Maar dit.... Zo veel felle kleuren, prints en zoetig getekende en vorm gegeven dier(elantijn)tjes, heb ik op maatje 39 niet eerder gezien, en mijn bloedsuiker stijgt tot onverantwoordelijke hoogten.
Maar goed, ik gun het haar.
Zolang ze maar 500 meter achter me loopt.

Dit geschreven hebbende, ga ik mijn weekend in. Volgende week begin ik met een nieuwe taak op mijn werk: ik mag nieuwe collega's gaan opleiden in mijn werkveld. En dat lijkt me best heel erg leuk. Niet alleen het vaktechnische, maar ook het sociale. Ik ben heel benieuwd hoe dat af gaat lopen. Voor zowel aanstormende collega als mezelf.
Ik wens eenieder een goed weekend toe.


vrijdag 14 oktober 2022

Over verzamelingen, gezondheid en veiligheid.

 Jente verzamelt.
En zoals kinderen dat doen, is vrij veel van wat ze vinden, verzamelwaardig. Tot mijn vertedering, verbazing en soms ook wanhoop, moet ik bekennen.
De meest (in mijn ogen) onzinnige objecten moeten mee naar huis voor in de verzameling. En pogingen tot bijsturen eindigen steevast in een plekje in de collectie. Ga maar eens in discussie met een levendig kind dat zo koppig is als haar moeder, zo eigenwijs als haar vader en zo creatief als beiden.
En dan volgen er dus nog kilo's aan ellende. Want zelfs een stukje plastic waarvan een dooie ekster kan zien dat het een geërodeerd stukje colafles-dop is, verandert in dat koppie tot de meest begerenswaardige vondst van het uur.
Ook in de vakantie werden we niet gespaard.
We moesten goed opletten, want een door de zomerzon keihard uitgebakken chi-hua-hua drol, was net zo aantrekkelijk voor in de verzameling als een bijzonder vorm gegeven takje waarvan een kunstwerk werd gemaakt dat tot grote frustratie van Jente, en daarmee later dus ook van ons continu uit elkaar flikkerde.
Maar gelukkig ook leuke dingen, zoals echte fossieltjes uit de bodem van de Loire en mooie steentjes. Of leuke kleine tierelantijntjes, kleine souvenirtjes en ander grut vonden hun weg naar de verzameling van ons creatieve kind.
En creatief is ze, want er worden met grote regelmaat kunstwerken gemaakt die op straffe van intense ellende niet zonder meer de oudpapier bak in mogen.
Dus, ik ben de lulligste niet, en hoofdzakelijk omdat we onszelf willen beschermen tegen al te woeste toorn als we in een onbeheersbare vlaag van opruimwoede zitten, beloofde ik Jente om een klein vitrinekastje voor haar te maken. Zodat ze daar haar verzameling die echt, écht, ECHT niet weg mag in kan opslaan.
Ten slotte, ik ben niet voor niks hobby-matig een prutser met hout, en als ik voor mijn modelauto's een paar vitrinekasten kan maken, kan ik dat voor de kunststukjes en verzamel-objectjes van Jente ook.
En de laatste weken, kwam Jente er steeds vaker op terug. Beloofd, is beloofd, nietwaar.
Dus ging ik afgelopen week aan de slag.
Plaatje hier, plankje daar. Ruitje voor de vitrine zus, latje zo.
De start was even onnadenkend als typerend voor mijn manier van werken: er is geen manier. Ik begin gewoon. Geen tekeningen, geen maten, alleen een ruw idee.
Geen wonder dus dat het eerste poly-acrylaat (of hoe dat spul waarvan ik het ruitje voor de vitrine maakt ook heet) nagenoeg onbruikbaar raakte, nadat ik het vol goede moed met kit wilde verlijmen op houten latjes die het frame van het deurtje moesten worden.
Want kit, heeft als nadeel dat het bij samen drukken, nu eenmaal niet op zijn plek blijft. Maar je moet het wel samendrukken om de lijmkracht ervan te kunnen benutten.
Dit had ik vooraf met enig nadenkwerk ook wel kunnen bedenken, maar zo zit ik niet in elkaar, dus plaatje onder de kit, en geen zin of tijd om het stante pede schoon te maken. Dus dat komt dan weer in mijn eigen verzameling aan herbruikbare materialen (Jente heeft het verzamelen niet van een vreemde, ik hou er ook de meest idiote verzamelingen op na).
Hoe dan ook: met veel gevloek, getier, gescheld, gemopper, doch ZONDER vleselijke verwondingen ben ik erin geslaagd om zowel een leuk deurtje, als een leuk kastje in elkaar te zetten.
Wederom is perfectie geen streven, maar stevigheid en speelsheid wel. Ik heb Jente ook mee laten denken.
En dat was misschien niet een van mijn beste momenten, want los van de speelse inrichting (wat een enorme hoeveelheid extra werk, een "speelse" inrichting) had ze ook zo haar ideetjes over de kleur. Goud, paars, roze, blauw, groen, zilver, rood en regenboog. Alsof die speelse indeling niet bestaat, en ik zomaar overal aan alle kleuren verf kan komen. Ik had het gewoon wit moeten houden, en het toestaan dat ze er zelf een kleur aan geeft. Want nu moet ik dus tussen de speelse inrichting door met kleuren verf gaan stoeien, waar ik het bestaan niet van af weet.
Toen ik dus de kast met speelse indeling aan Jente liet zien, vond ze hem supermooi (haar woorden). Ik heb wel verteld dat het verven nog wel even gaat duren. De lijm enzo moet toch goed drogen en dan moet het geheel, voor zover ik erbij kan nog geschuurd worden, en dan pas kan de verf erover gekwast worden.
Maar hey: (bijna) alles voor dat kleine draakje.

Er is wederom sprake van een overwinning, deze week al voor de tweede keer.
Mijn betere helft en ik togen van de week naar de crossfit. Om ons lekker awkward, ver buiten onze comfortzone te gaan begeven.
Waar we vorige keren vloekend van de tegenzin erheen reden, was dat vorige week en deze week niet aan de orde. We stijgen op de ladder van de frisse tegenzin, van vloekend van "geen zin" naar "de ellende stilzwijgend aan gaan vangen".
En de trots dat we ons toch maar weer ertoe hebben weten te zetten om te gaan, en het toch maar weer te hebben gedaan en toch maar weer overleefd te hebben, begint toch wat prominenter aanwezig te zijn.
En ik begin de humor er ook wel van in te zien dat na afloop van een uurtje fysiek doodgemarteld te zijn, je een hoge vijf krijgt van de instructeur, die oprecht trots is dat hij ons in beweging heeft gekregen.
Ik merk zelf dat ik nog steeds crepeer van de spierpijn, maar wel al een stukje minder. Dat de kilo's er niet afvliegen, maar dat ik wel het idee heb dat ik op zijn zachtst gezegd er ook niet vadsiger van ben geworden.
Dus ja, ik ben wel enigszins opgetogen. Nu mijn lijf nog, die telkens maar weer middels spierpijn aangeeft, er het zijne van te vinden.

Tijdens het "laten instappen" van passagiers, sta ik er niet alleen voor de sier.
Vaak zijn mensen toch totaal niet bedacht op een busreis. (Maar ja, de veiligheidsvoorschriften vinden het terecht niet prettig als mensen zomaar tussen in- en uitkomende vliegtuigen door wandelen, al was het maar omdat het erg slordig staat als een passagier wegwaait en tegen de terminal aan gekwakt wordt omdat hij achter een draaiende vliegtuig motor door wandelt).
Dus soms moet ik mensen echt streng toespreken. Dat ze heus echt veiliger bij hun vliegende bus komen, door eerst even met mijn rollende bus mee te gaan. En ja, dat ze heus op tijd bij hun vliegende bus aankomen, en waarschijnlijk eerder dan wanneer ze zelfstandig gaan lopen dwalen.
Dan moet ik mensen soms toespreken dat roken echt, heus verboden is, ook als je al een paar uur hebt gewacht op je aansluitende vlucht.
Dat koffie en eten heus niet de bus in mag, ook al zegt de gate-agent van wel. We hebben nu eenmaal niet echt voldoende chauffeurs, en ik heb dus geen tijd om alle gemorste drank en eten op te ruimen. En mijn ervaring is dat de mensen die het hardst roepen niet te morsen, de meeste zooi achterlaten.
Maar even vaak, zo niet vaker, maak ik een vriendelijk babbeltje of een gebbetje met mensen. Of het blijft stil. En mensen schuifelen zwijgend langs me, knikken eens vriendelijk, of zijn zo murw van alle vliegveld-indrukken dat ze glazig door me heen staren.
Zo'n vlucht had ik vrijdag.
Prima, niks mis mee. Mijn bus vulde zich langzaam doch gestaag met lieden van divers pluimage. De meeste mensen knikten me vriendelijk toe, maar daar bleef het bij.
Tot een zeer gesoigneerde meneer me een beetje onverwacht "off-guard" pakte door te vragen aan welke kan de deuren open zouden gaan. En ik had gedurende een paar seconden werkelijk geen flauw benul waar de goede man het over had.
Ik zal hem (het was een van de laatste ritten van de dag) net zo glazig aan gekeken hebben, als de gemiddelde passagier mij.
En langzaam, heel langzaam realiseerde ik me dat de goede man er van uit ging dat mijn bus (zoals wel vaker op luchthavens) aan beide zijden deuren heeft, en dat hij wilde weten aan welke kant hij moest gaan staan om als eerste die bus uit te stormen. Ik meldde dat er maar één kant is, want we hebben maar aan één kant deuren, en dat was natuurlijk weer niet heel handig van me, want met dat ik dat zei, zag ik dat de man ponitficaal in de deuropening bleef staan, en dat is op zich onhandig als er nog meer mensen in moeten. Soit. Als ik iets meer op mijn hoede was geweest, had ik de linkerkant aangewezen, en hadden de rest van de passagiers gewoon zonder obstakels in kunnen stappen, maar gelukkig waren dat er vijf of zo, en niet heel klein, dus dat viel nog mee.

Goed, en zo komt er weer een week ten einde, en gaan we zo zoetjes aan naar de feestdagen tijd.
Ik ben me heel af en toe aan het bezondigen aan wat al te vroeg bij de plaatselijke grutter belandde kruidnoten en marsepein.
Dit geschreven hebbende, wens ik eenieder weer een prettig weekeind toe.





vrijdag 7 oktober 2022

Gezemel.

Ik vertelde al eens dat ik met enkele collega's een wat bijzondere samenwerking heb.
Het was een dienst die ik in alle betrekkelijke rust begon met een kopje koffie uit een wederom kwaadaardig slecht functionerende machine, en ik zag haar aankomen in haar autootje.
De kwaadaardigheid van de wederom slecht functionerende machine nestelde zich in mij, en ik sprong op, om me in de gang, om het hoekje te verstoppen, teneinde haar bij haar binnenkomst eens fris en fruitig goed te laten schrikken.
Leuk man.
Ik hoorde de deur en voetstappen, en met dat ze de bocht om kwam, sprong ik met een mild woeste kreet uit mijn verstopplek. (Mild woest, want op kantoor schijnt men aan alles te werken, behalve aan het functionerend krijgen van de koffiemachines).
Om vervolgens net zo hard te schrikken als de collega die het moest ondergaan. Een heel andere collega. Die dus geheel onschuldig zichzelf een hoedje schrok, en zich ook even geen raad wist, omdat hij totaal buiten onze pet-mep en schrik-routine valt. Achteraf was hij gelukkig niet heel erg boos.
Zo jammer.
Ik moest een buslading mensen bij een vliegtuig afleveren, en nadat iedereen boven was, viel mij een passagier op, die zich nogal ongemakkelijk bij de trap ophield.
Ik gebaarde de passagier vriendelijk dat het tijd was om naar boven te gaan. Ik moet ten slotte meer vluchten wegrijden tijdens zo'n dienst, en hoezeer ik ook begrip heb voor de spanning van het vliegen, ik kan er nu eenmaal niet op wachten.
Ik kreeg een wat benauwd knikje terug en de mededeling dat er sprake was van een enorme misselijkheid en drang tot overgeven.
In eerste instantie wilde ik het afdoen met een grapje, en vroeg of ik zo woest gereden had, en dat er boven in het vliegtuig wel een toilet beschikbaar was. Maar het bleek om een slechte kip te gaan, die de passagier voor lunch had gehad.
Oke, daar had ik even niet van terug, en om iemand nu geheel alleen te laten, daar waar er sprake is van een ellendige kip die er anti-peristaltisch uit wil, is ook zowat.
Toch maar even naar boven gelopen om het cabine-personeel in te seinen. Ten slotte is het hun passagier/patient.
Terwijl ik de situatie aan de begripvolle sterwardess uitlegde, klonk er van beneden aan de trap een groots en meeslepend gebrul, geboer, gebraak en gespetter. Jawel, de passagier voelde zich eindelijk misselijk en heldhaftig genoeg om alle égards genoodzaakt overboord te zetten en de kip ruim baan naar buiten te geven.
Een zure meur steeg op.
Samen met de piloot liep ik naar beneden (ik mag passagiers niet onbeheerd achterlaten op het platform, en de piloot of stewardess is dan mijn plaatsvervanger om een oogje in het zeil te houden en zelf poolshoogte te nemen om te zien of de situatie niet om andere oplossingen vraagt) en toen zag ik dat de passagier de zijkant van de trap onder gebraakt had, en van een onaangedane afhandelaar het strenge verzoek kreeg om ergens anders verder te kotsen. Op zich wel terecht, want die trap moet handmatig verplaatst worden, en dan willen afhandelaars liever niet in de braak van een passagier moeten grijpen.
Ik heb meermalen aan de passagier gevraagd of er verder medische hulp gewenst was, maar dat bleek niet zo, en voor zover ik weet, is de vlucht verder zonder gekkigheid vertrokken.
Maar het lijkt me heel erg naar om gemarteld door een rotte kip een vliegreis te moeten ondernemen.

De floriade.
Heel Nederland heeft er zijn of haar heilige mening al wel over gegeven. En dan hoofdzakelijk en het liefst zo negatief mogelijk, voorzien van "feiten", 'feiten' en feiten. En onzin. Heel veel onzin. En negatief, want dat is de heilige mening van mensen die overal een mening over móeten geven. Negatief.
En wat vooral opvalt: die meningen komen vooral van mensen die er nooit geweest zijn, en er nooit zullen komen, want te ver weg, want te duur, vanwege "feiten", 'feiten' en feiten. En natuurlijk omdat die floriade binnenkort ontmanteld wordt, om er (dure) woonwijken neer te zetten.
En laat dat nu net het soort mening zijn dat wel gegeven mag worden, maar feitelijk (voor mij) weinig waarde hebben. De mening van een ervaringsdeskundige sla ik nu eenmaal hoger aan dan de mening van iemand die zijn mening vooral als heilig ziet.
Goed, ik ben dus 2x in de floriade geweest. De eerste keer toen het nog vooral in opbouw was, en er weinig te zien was, en we dus eigenlijk alleen konden óóóh'en en ááááh'en over prachtige modderpalviljoens en in opbouw zijnde zand/schelpen paden, de boot erheen en de kabelbaan over de snelweg.
De periode erna waren het alleen Ilse en Jente die er heen gingen en er ongelooflijk veel plezier in hadden, en ook veelvuldig thuiskwamen met verhalen hoe mooi en interessant het allemaal was. Ik las meer positieve verhalen. En die vallen bij het gemiddelde mening-volk niet goed. Want dan moet er meteen iets negatiefs overheen gemeningd worden. Het lijkt erop dat als je iets positiefs post, je bestraft wordt met een sneer van een Gerda met een heilige mening.
Jammer.
Want Ilse leek het een goed idee om, voor de sluiting een feit is, nog even met ons 3'en naar de floriade te gaan. Ik bruiste van de goeie zin erin, en zo togen we naar de boot, en de floriade.
Ik ben denk ik geen doorgewinterde floriade-ganger, want het kostte me flink veel moeite om er net zo enthousiast van te worden.
Sommige paviljoens werkten me gewoon door alle herrie teveel op mijn zenuwen, anderen leken een beetje op mijn achtertuin. Veel kruiden, bloemen, planten en bomen, die ik in de "vrije natuur" geen tweede blik waardig zou keuren, en waar ik nu 5 euro (Almeerse korting) voor moet betalen. Er waren best leuke en interessante dingen te zien. Vernuftige dingen ook. En een heus Almeers Oerbos, van maar liefst 50 jaar oud. Wat mij eigenlijk nog het meeste bij staat: het feit dat je 5,50 euro moet betalen voor een broodje met een vettige Duitse worst. En dan wordt men geacht hem mee te nemen, waarschijnlijk om het gezeur over die absurde prijs niet aan te hoeven horen.
Hoe dan ook: ik ben niet half zo negatief over de floriade. Ik heb het gezien, en als het meer kans had gehad, en niet door ambtenaren, maar door het bedrijfsleven was georganiseerd en geregeld, dan was het goedkoper geweest en minder een gemeentelijk prestigeproject.
Maar goed, in deze tijd van sociaal onvermogen van de gemiddelde meningenlijer, was het bij voorbaat misschien al wel kansloos. En dat is onterecht.
Want voor mij persoonlijk komt er dan bij dat ik te weinig een groene ziel heb om de wonderen van dat soort bloemen en ontwikkelingen echt naar waarde te schatten.
Dus neemt u mijn mening hierover met een korrel zout. Als we dat allemaal over en weer en vooral bij onszelf doen, wordt het leven een stuk lichter. Wedden?
En misschien moeten we met ons allen juist nu proberen om wat meer de positiviteit te zoeken. En ja, ik realiseer me dat dat uit mijn mond wat 'jomanda-achtig' klinkt. Ik mopper namelijk nogal snel en makkelijk.
In Almere wordt er een soort van lichtfestival-achtig iets georganiseerd. En bij mijn weten volledig gratis. Kun je een wandeling maken langs allemaal mooi gestileerde, artistiek min of meer hoogstaande kunststukjes van licht.
Te gek, in de donkere jaargetijden, en een mooie knipoog tot verlichting in duistere tijden waarin compleet van de pot gerukte Russen ervoor zorgen dat de kosten voor ons levensonderhoud dramatisch gestegen zijn. Kun je toch ergens van genieten.
En ook daar wordt er meteen weer gejankt dat de timing niet goed is vanwege het feit dat "niemand" zijn energie-rekening meer kan betalen.
Godsamme, wordt er iets leuks en positiefs georganiseerd, moet er meteen weer gehuild worden. Oke, Gerda. Blijf jij dan maar lekker binnen, in je kouwe, ongezellige grot zitten jammeren. Maar geef andere mensen gewoon de ruimte om juist nu iets moois en positiefs te zien.

Goed, dus. Nogmaals: komende uit mijn soms te veel mekkerende mond (vingers) kan ik me voorstellen dat de trouwe lezer nu achterover is geslagen van verbazing, dus volgende blog probeer ik weer ouderwets te zemelen.

Voor nu wens ik iedereen een goed weekend toe.





Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...