vrijdag 26 april 2024

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelfs geen inspiratie voor oeverloos, doelloos geouwehoer. Dat is wel voor het eerst in tijden, moet ik zeggen. Ik was en ben bezig met allemaal grote en kleine dingen, die op moment van (niet) schrijven nog niet echt tot grote en kleine veranderingen hebben geleid, dus ach, een weekje pauze is misschien niet eens heel erg. Maar voor de die-hard fan: excuses, ik ga niet eens proberen om mijn leven te beteren.

Ik ga (tegen wil, en zonder dank) iets vertellen over mijn betere helft.
Mijn Ilse.
Zij is een van de meer creatieve mensen, die ook nog eens beschikt over een portie doorzettingsvermogen die alle milde en vriendelijke cynisten vaak met de bek vol tanden doet staan, omdat dat wat ze in haar knappe blonde koppie haalt, ook daadwerkelijk tot een einde weet te brengen. (Ik laat het woordje "goed" even weg omdat ik dat in het midden wil laten).
Al maanden word ik doodgegooid met advertenties van auto's die campers kunnen worden. Advertenties voor vouwcaravans. En filmpjes van mensen die allerlei onwaarschijnlijke autootjes ombouwen tot al dan niet luxe en volwaardige kampeermiddelen.
Heel knap allemaal.
Dat wilde zij ook wel.
Met haar Fiat Panda.
En ja, dat werkte enigszins op mijn lachspieren. Ik zag het werkelijk niet voor me. Waarom zou je jezelf een opgevouwen, verfrommelde slaaphouding willen aandoen, terwijl we een grote tent hebben, waarin we lekker liggen te slapen op zeer comfortabele matrassen.
Maar het was ook niet de bedoeling om er full-size mee op vakantie te gaan, maar meer voor korte tripjes. Voor haar en eventueel het kind.
De twinkeling in mijn ogen was een mix van spot en ongeloof, maar ook aanmoediging. Ga ervoor. Laat mij niet in de weg staan.
En dat deed ze.
Voortvarend ging ze aan de slag. Meten. Rekenen. Tripjes naar de gamma en de praxis. Zaagje hier, zaagje daar. Plankje recht, plankje wat minder recht. Steuntje zus en steuntje zo.
Telkens kwam ze vol trots haar vorderingen en nieuwe ideetjes laten zien en sparren of het haalbaar was.
Mijn aanvankelijke goed- en aanmoedigend bedoelde spot werd allengs meer doorspekt met respect. Want verdomd: haar ideëen werden steeds realistischer en passender uitgevoerd. Tot het punt dat er inderdaad (zij het opgevouwen, maar toch) een goeie slaapplek werd gerealiseerd. Ik geef het je te doen.
Paar stukken spaanplaat en doorzettingsvermogen, en je kunt op de meest ongure plekken in een afgesloten panda overnachten.
Daar bleef het niet bij.
Voor de hoge nood wist zij met gebruikmaking van een los brilletje, biologisch afbreekbare zakjes en zaagsel een biologisch afbreekbaar toiletje te maken, zodat ze niet buiten haar (grote) behoefte hoeft te doen.
Dat wordt wat mij betreft heel erg hoge nood, en eigenlijk ook alleen maar als Adolf Poetin de bom op Europa laat vallen. Want het risico op mispoepen is levensgroot aanwezig. En ondanks het feit dat ik alle vertrouwen heb in mijn allerliefste, heb ik dat niet in de stabiliteit van haar lichaam. En mijn misschien wel verziekte ziel maakt overuren met beelden over totaal bedorven auto-interieurs.
Dit nog los van de geur die dit oplevert, die je van zijn levensdagen niet meer uit de bekleding van die arme onschuldige panda krijgt. Dan durf ik dat autootje van zijn levensdagen niet meer naar de garage te brengen voor een simpele beurt. Die arme jongens komen niet meer bij.
Maar ze flikt het wel. Tegen mijn ongeloof in. Tegen beter weten misschien ook wel in. Ze bedenkt het, maakt het. Is het mooi? Nee, mijns inziens niet. Maar wel functioneel en behoorlijk creatief. En dat met dat intens krakkemikkige lijf van haar, dat als het een auto was, ik het naar de sloop had gebracht.
En niet alleen dat. Ik werk gewoon 40 uur in de week, en los van haar camperproject houdt ze het huis aan kant, zorgt ze voor eten op tafel en dat ons kind niet in alle sloten tegelijk banjert.

Van de week moest ik een onchristelijk vroege dienst rijden. De zogeheten ochtendpendel. Van 0500 uur tot 0700 uur ongeveer 666 keer hetzelfde rondje. Ik vind het op zich geen vervelend ding om te doen. Je zit lekker warm en lekker droog. Radiootje aan en gaan.
Zoals altijd ben ik ruim op tijd om mijn bus in te stellen. Stoel achterover. Spiegels goed. Portofoon aan, boordcomputer aan, verwarming op standje "crematorium" want het duurt lang om 12x2,5 op te warmen.
Dan pak ik koffie, ik klets wat met de collega die op reserve staat, en dan rij ik naar het beginpunt.
Charly Lownoise en Mental Theo knallen uit mijn radio, want de DAB staat op Qmusic '90's. En net als ik tevreden bedenk dat de dag niet beter kan beginnen (los van het onchristelijke tijdstip dat ik mijn warme nest moest verlaten) komt de eerste passagier voor mijn pendel binnen gestapt.
Een meisje van in de 20.
Blonde haren die alle kanten op staan, omdat het grootste deel haar poging tot het maken van een paardenstaart heeft weten te omzeilen. Make-up blijkbaar aangebracht terwijl ze nog half slapend onder de douche stond, en haar tas half open omdat de beveiliging soms onbehoorlijk streng kan zijn.
Dat nam niet weg dat ze een oogverblindende lach tevoorschijn toverde en mij (ik kan oprecht niet stellen dat ik er op die tijd beter uitzie) een heel erg vrolijk "goodmorning!!!!" toe schalde.
Dat zijn wel de leukste passagiers. Die gewoon lekker ongecompliceerd zichzelf zijn, en zich geen zorgen maken over trivialiteiten. Maar gewoon lekker vrolijk iedereen een goeiemorgen toeblaffen, hoe vroeg het ook is.

En dan ineens, 'out of the blue', is onze tv kapot. Jarenlange trouwe dienst en plotseling is de mentaliteit van het ding het raam uit. Bekijk het maar. Meer figuurlijk dan letterlijk, want met een kapotte televisie valt er weinig televisie te kijken.
Het begon ermee dat onze TV spontaan besloot om uit te schakelen. Zomaar. Eerst bij gebruik van het tv-kastje, maar later bij alle opties die erop aan gesloten waren. We hadden eerst het idee dat er iemand met een universele afstandbediening ons zat te trollen. Maar dat bleek niet zo te zijn. Tja, de tijd dat je dit soort goederen voor de rest van je leven in je uitzet koopt, is natuurlijk wel lang en breed voorbij.
En dan is zo'n grote tv best wel een lelijke, zwarte onderbreking van je woonkamer. Dus exit tv.
Nu keek ik al weinig tv. Ik vind er over het algemeen geen flikker aan, de mensen die door die beeldbuis mijn huiskamer in worden geduwd, als zijnde "celebreties" (of "sterren" op zijn Nederlands), vind ik serieus niet om aan te gluren zo oninteressant. Ze verspillen over het algemeen een hoop zuurstof en energie om daar dingen mee te doen of te zeggen waar iedereen met een heel klein beetje verstand plaatsvervangend rood wordt van schaamte.
Het nieuws volg ik via de NOS app of NU.nl en voor de rest...
We hebben een hele stapel DVD's die we nog wel eens afspeelden, maar wat dat betreft: komt tijd komt raad.
Van onze schoonouders hebben we een flinke monitor te leen, zodat we dvd's kunnen kijken, en voor Jente wat dingetjes die zij leuk vindt en het jeugdjournaal.
En dan toch (wederom tegen wil en dank) eens kijken naar een geschikte vervanger.
Ik wil vooral geen hele grote TV. Dat is in ons kleine huiskamertje echt onzinnig. Ik wil niet dat het ding de blikvanger gaat zijn, daar waar we zulke prachtige en fijne stoelen en tafel hebben. Dus een kleine tv. De zoektocht levert een heel scala aan vooral heel erg grote TV's op. Ik denk dat de fabrikanten hun producten te zeer overschatten, want mensen zullen in de toekomst steeds kleiner gaan wonen. Dus waar je dan zo'n half bioscoopscherm nog kwijt moet, Joost mag het weten.
De kleine tv's zijn per saldo eigenlijk schofterig duur en tot mijn grote verbazing het minst energiezuinig. Vind ik gek. Een grote tv zou veel meer stroom moeten verbruiken, om dat hele voetbalveld belicht en in beweging te krijgen, maar blijkbaar is een kleine tv onzuinger. Niet dat me dat zorgen baart, want we hebben zonnepanelen.
Volgens de consumentenbond zijn kleine tv's kwalitatief ook matiger dan grote tv's. Nu geloof ik niet alles wat de consumentenbond zegt, maar ook dat zou een raar teken aan de wand zijn. Alsof fabrikanten alleen voor grote tv's hun best doen om kwalitatief wat goeds te leveren.
Dus voorlopig tv loos, en dat betekent dat ik het contract bij odido kan stopzetten. Huppaaaa besparing in de pocket, met dank aan een overleden Samsung.

Dit alles maar weer geschreven hebbende, wens ik eenieder een mooi weekend toe. Ik moet nog een dag of 4 en dan heb ik ook weer een paar daagjes vrij.




zaterdag 13 april 2024

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven dan "de Bommel meubelen" wat van leren.
En ze zijn prachtig. Ze zitten heerlijk.
Als je eenmaal zit, want dat is wennen, en tot op het moment van schrijven nog geen vanzelfsprekend veilige manoeuvre.
Ze werden geleverd om 0730 uur, en op dat moment lag ik nog te snurken.
Kom ik beneden, met een slaapdronken kop, wil neerploffen op een van de nieuwe stoelen, en ik eindig in de keuken.
Niet omdat ik naast de stoel ben gaan zitten, en achterwaarts salto'end richting vaatwasser en oven kukel. Ook niet omdat die stoel in de keuken stond, toen ik mijn omvangrijke achterste erop wilde neervleien. Nee, niets van dat al, maar simpelweg omdat ik niet bedacht was (en ben, en voorlopig zal zijn) op het feit dat er (erg soepel rollende) wieltjes onder zitten.
Bij een normale stoel, ga je zitten. Je denkt er niet over na. Je ploft neer en je gaat zitten doen wat je voornemens was te gaan doen.
Maar Ilse wilde dolgraag wieltjes onder de eettafelstoelen, want dat zou zo leuk zijn.
Ja, maar als ik aan tafel wil gaan zitten, en mijn stoel lanceert me richting keuken, terwijl ik een blog wil gaan typen aan de eettafel, dan heb ik daar toch zo mijn mening over.
Ons huis is nu ook weer niet zo klein dat ik zittend in de keuken bij de laptop op de eettafel kan. Noch heb ik armen die zo lang zijn dat ik dat voor elkaar zou krijgen.
Die wieltjes zijn zó enorm soepel dat ik bij elke beweging die ik maak, mezelf minimaal een centimeter of 2 van mijn oorspronkelijk geplande zitplaats beweeg.
En dan maak ik nog niet eens een beweging die tot doel had om me te verplaatsen in welke richting dan ook.
En als ik er dan in geslaagd ben om te gaan zitten, zonder dat ik via de gang, door de voordeur in de tuin ben beland, en ik heb de euvele moed om iets te verzitten, dan sta ik alsnog halverwege omdat die wieltjes nu eenmaal extreem soepel rollen.
Kortom: wennen.
En dan slaat mijn middelbare leeftijd me weer tussen mijn ogen, want ik ben het soort mens dat niet zonder geluid te maken gaat zitten, of opstaat.
Bij elke beweging van die stoel moet ik mezelf dus ook weer terug bewegen. Ik blijf geluid maken zo.
Maar zonder gekheid: de stoelen zitten wel serieus erg lekker. Lekker dikke zitvlakken. Lekker dikke rugleuningen. Zacht met veel ondersteuning.
Ja, daar kan ik wel 10 jaar op zitten.
En ze passen ook mooi bij onze nieuwe eettafel, hoewel ik persoonlijk, nu ik wat kritischer kijk, denk dat de tafel eigenlijk 10 centimeter te klein is. Of de stoelen 2,5 centimeter per stuk te groot. Maar dat zijn details. En aangezien ik niet op alle vlakken een kniesoor ben, ga ik daar gewoon wat minder op letten. Kan ook niet, want als ik wil gaan zitten, land ik toch te ver van het doel af om er last van te hebben.

De late diensten zitten er weer op, volgende week weer een poosje vroege diensten.
Ik kan nu al voorspellen wat er gaat gebeuren: ik geniet op dit moment eventjes van het feit dat ik alleen thuis ben, want mijn meiden zijn uit kamperen (niet ver weg, maar gewoon in de tuin bij opa en oma). Maar zondagavond is het vroeg te bed gaan, want ik moet er vroeg uit.
En ik gok er zomaar op dat mijn lijf minder snel als mijn verstand in de "vroege modus" gaat.
Dus dat ik om 2100 uur in bed stap, vol goede moed om een verantwoorde nachtrust te hebben. Om 2110 uur dommel ik in, om 2140 ben ik klaar wakker en stommel inwendig vloekend op die uitblijvende slaap naar beneden. Daar rook ik nog maar eens een peuk. Uiteindelijk stijg ik op naar de slaapkamer, omdat mijn lichaam zich (daartoe aangemoedigd door mijn mekkerende ziel) realiseert dat het om 0400 uur echt tijd is om op te staan, en dus val ik, nog steeds binnensmonds mekkerend, toch in slaap. Wetende ook dat het er blijkbaar bijhoort, en dat dit elke keer weer gebeurt, en ik het elke keer toch weer voor elkaar krijg om van vermoeidheid geen totaal bezopen dingen uit te spoken op dat platform.
De afgelopen week gebeurde er weinig opzienbarends. Anders dan dat een chauffeur besloot dat het een goed idee was om een passagier over het radio-kanaal te laten vertellen waar een vergeten koffer zou moeten staan.
Dat ging zo: "Regie, een passagier is een koffer vergeten, ergens bij de gate. Hier komt ze"
Dat leidde tot nogal wat verbazing en wrevel, aangezien het radio-kanaal uitsluitend bedoeld is voor mededelingen die verband houden met ons werk, en absoluut niet door derden gebruikt dient te worden. Los van het feit dat het een absolute inbreuk op de portodiscipline is, is het alleen maar verwarrend als iemand anders, in een vreemde taal, compleet niet ervaren met het gebruik van een porto en hoe je daarover dient te communiceren, ineens begint te rebbelen over zaken die ons in wezen niet aan gaan. Plus het feit dat je op die manier het kanaal verstopt en eventueel dringende berichten, hulpvragen of calamiteiten niet meer door komen.
Tuurlijk, je kunt als chauffeur zelf even kort met de regie overleggen, maar uiteindelijk is (vergeten) bagage niet ons werk, niet onze verantwoordelijkheid.
En achteraf, nadat de wrevel wat was weggetrokken, konden we er ook wel om grijnzen. Ik vooral ook omdat ik op het moment dat het gebeurde, zicht had op de toren, waar onze regie zich bevindt. En toen dit allemaal over de radio galmde, gevolgd door een nogal pijnlijke stilte, kon ik een enorme wolk vol met vraagtekens en onuitgesproken WTF's??!!??!!! om de toren zien drijven. Uiteraard is de betreffende chauffeur (nogmaals, want tijdens je opleiding leer je dat als het goed is, ook) op de hoogte gebracht over de mores en merites op het kanaal.

Weekend dus.
Eventjes relaxen. Ik heb veel gelezen afgelopen week. Een boek van krijgshistoricus S. Ambrose, over Easy Company, 506 PIR. Wat me uit dat boek vooral is bijgebleven is een bevestiging van mijn beeld van en mening over goed leiderschap. Niet dat ik daar in mijn werk of privé veel mee te maken heb (ik ben ten slotte maar een chauffeur en huisvader) maar ik vind het indrukwekkende literatuur.
Dit valt niet geheel toevallig samen met het feit dat de periode van herdenkingen er weer aankomt. De ere-signalen, de stiltes en het volkslied voor mensen die voor onze vrijheid en veiligheid gewond raakten of stierven.
Persoonlijk was dat voor mij altijd de mooiste tijd van het jaar. Iets kunnen terugdoen. Ondanks dat veel van de veteranen uit die tijd inmiddels allemaal hun rust wel gevonden zullen hebben, vind ik het voor mezelf belangrijk om wel stil te staan bij het feit dat onze vrijheid, niet goedkoop was. En dat er nog steeds mensen rondlopen die op basis van wat er op het wereldtoneel gebeurde en gebeurt dingen doen die ik niet zelf kan. Dingen gedaan hebben, die wij niet zelf zouden hebben gekund.
Ik zal daar op later moment een wat diepgravender blogje over tikken. Want het raakt me nog steeds. 
En deze periode is dan ook de periode waarin ik het meeste baal van mijn beslissing om nooit meer een trompet aan te raken, want in deze periode vond ik mezelf als trompettist het meest waardevol.
Ik zal hoe dan ook op 4 mei mijn bakkes even houden.

Zelf zijn we op heel kleine schaal, want het gaat niet verder dan huisnummertje 49, ook "in oorlog".
Op de een of andere manier en om de een of andere reden, heeft een mierenkolonie het onzalige plan opgevat om ons huis te bezetten.
Toevallig??? ging dat samen met het feit dat we wat planten in huis hebben gehaald om later, bij langduriger beter weer, definitief in de tuin te planten.
Of dat door die planten komt, weet ik niet, feit is wel dat ze hun aanwezigheid bekend maakten met het plaatsen van de potten.
Ik kan inmiddels niet meer voor de geest halen hoeveel stofzuigerzakken ik vol heb gezogen met die mieren. En het is op zich ook niet zo dat ze van de grond kunnen eten. Want die plavuizen van ons zijn zó schoon, dat ik vrees dat ik ze nooit meer smerig krijg. Er is simpelweg geen voer voor ze. Dat ligt buiten. Waarom ze binnenkomen? Geen flauw benul. Waar ze binnenkomen: ook niet. We hebben alles wel zo'n beetje dichtgekit. Ik verwijderde wat tegels in de tuin om te kijken of daar mierennesten zaten, maar nee. Ook niet.
Dus veel meer dan lagen nootmuskaat (houden ze niet van) strooien, en talrijke charges met de stofzuiger kunnen we vrees ik niet doen. In elk geval niet tot na het weekend als we een ondierenverdelger kunnen laten komen.
Die dan de rol van 506PIR kan gaan vertolken in ons eigen kleine drama.

Hoe dan ook: ik ga tussen het uitmoorden van mieren, verder genieten van mijn weekend, en dit geschreven hebbende, wens ik eenieder weer een beste toe.








vrijdag 5 april 2024

Kadoodjes

 Ons huis kent een aantal rariteiten, en dit is los van de bewoners.
Wij kochten het met die rariteiten, met als insteek om er een aantal zo gaandeweg te veranderen en te vervangen. Een groot deel van die plannen is al omgezet in daden, en zoals dat wel vaker gaat bij (ons?) mensen, een heel deel ook niet.
Een van die dingen was de buitenlamp. Die deed het alleen als die er zin in had. Na vervanging voor wat anders, deed hij het, maar die vervanging was erg lastig. Het materiaal waarin die lamp vast gezet is namelijk geen hout of steen, maar een of andere composiet soort waarin het moeilijk is om te boren.
Een snelle oplossing leverde dan op zich wel een functionerende buitenlamp op, maar ook weer tijdelijk. En ook niet echt heel erg mooi.
Na verloop van tijd, gaf ook de vervangende lamp het op, en niet alleen dat: de montage ervan bleek dusdanig kneuzig dat er water in de lamp kwam.
En we weten allemaal dat water en elektriciteit geen heel erg denderende combinatie is.
Het leverde in elk geval heel wat keren een doorgeslagen stop op. En een hoop irritatie.
Het licht uit laten was de enige optie, en helaas kwam het nogal eens voor dat die knop per ongeluk toch aan getikt werd. En dan vloog de stop er weer uit.
Uiteindelijk was het Ilse die gewapend met wat krimpkous, een schroevendraaier en veel geduld de buitenlamp vakkundig heeft vervangen.
En kwalitatief dusdanig goed dat er geen water meer bij kan, en de stop dus niet hoeft door te slaan.
Wat een vakvrouw.
Het is wel zo dat ik thuis kwam, en in eerste instantie mijn eigen huis voorbij liep, omdat ik niet gewend was om zo'n enorme bak licht bij de voordeur te zien.

Op mijn werk kom ik vaak mensen tegen waarvan ik denk: "wat een cadeautje".  Daar heb ik vaker over geschreven, en het is blijkbaar iets van terugkerende aard.
Een meneer die zijn hele levensverhaal stond te delen met de crew. Op zich snap ik dat, maar ik had een bus vol mensen die naar huis wilden. Of hun overstap moesten halen. En ze stopten daarboven maar niet met ouwehoeren. De mensen in mijn bus werden steeds rustelozer.
Uiteindelijk kwam de beste man naar beneden, en vroeg pompeus, bijna op zijn ouwe-jongens-krentenbroods, of hij nog mee mocht. Met een zo veel mogelijk van irritatie verholen "nou, hop maar", maande ik hem om op te schieten.
Zijn reactie, na alle wachten en naar alle wachtenden: "rustig maar".  Mijn onderkaak viel los. De arrogantie was hemeltergend.
Ja, vriend, zeg dat maar tegen de mensen in de bus, die op jou hebben staan wachten. Volgende keer gaat zo'n klant maar met het crew-vervoer mee.
Ik heb blijkbaar ook dagen waarop mijn gezicht blijkbaar uitstraalt dat ik een praatpaal voor piloten ben.
De één na de ander die naar beneden kwam om eens gezellig met me te babbelen. En stiekem vind ik dat best gezellig. Zo vaak hebben ze die tijd niet, en het geeft mij de kans om wat meer te leren over de secundaire zaken waar piloten of crew mee te maken hebben. We lachen samen om de gekkigheidjes van de passagiers, of om de logica-vermorzelende omgeving die een luchthaven vaak is.
De passagier die ongewild mij een mind-fuck verkocht. Hij of zij stapte uit waar het moest, en verdween de terminal in.
Hij of zij verdween de terminal in, ik sloot de deuren van de terminal en maakte vlug een rondje door de bus. Op een van de stoelen zag ik iets liggen, en dacht er verder vrij weinig van.
Mensen laten wel vaker hun zooi liggen voor de eerlijke vinder.
Dat iets, bleek bij nadere inspectie een briefje van 200. Best veel, zo dacht ik met mijn Europese Euro gewende financiele inzicht.
Dus ik roep, zonder verder te kijken, de buscoördinator op met het verzoek om het geld proberen te herenigen met de sufferd die het in mijn bus achterliet.
De busco komt, en vouwt het briefje open. Het blijkt om 200 Tjechische kronen te gaan. We gaan omrekenen. 8 hele euro's, mensen. 8 euro. Tja. Het zijn alsnog niet mijn 8 hele Euro's, dus ik moet er verder vrij weinig mee.
Volgens de letters van de wet gehandeld, helemaal overtuigd van het bijschrijven van extra karma-punten voor de dag, blijkt het om één enkel, heel erg klein biertje op Schiphol te gaan. Met de busco besloten om dat immense bedrag in een van de donatie-tonnen te gooien die verspreid over Schiphol staan. Dan gaat het naar unicef of zo'n soort goed doel. Gebeurt er nog wat goeds mee.

Terug naar mijn eigen kadootje. En dat met nadruk op "doot" in dat woord.
Van de week waren we in gesprek over hoe we het huis zouden verdelen als we ooit tot echtscheiding zouden komen.
Neenee, serieuze plannen in die richting hebben we nog niet. Voorlopig gaat alles helemaal naar wens, en zou ik ondanks komend verhaal, toch niet zo snel van mijn kadootje af willen.
Tijdens dat gesprek bespraken we dat ik de bovenverdieping zou gaan bewonen, en Ilse de benedenverdieping. Of andersom. Met welk recht van welk overpad en welk recht van gebruik van welke tuin.
En tijdens die speelse onderhandelingen, nam ik een hap van mijn wasa.
(Dat zijn gortdroge crackers, die ik vanwege een soepele en gezonde stoelgang eet, en om geen enkele andere reden. Die dingen zijn zó gortdroog dat zelfs weggespoeld met een liter van het allernatste water niet kan voorkomen dat je mond stante pede in de sahara verandert).
Die hap nam de onhandige beslissing om een afslag te missen en zich vast te rollen in mijn luchtpijp.
Ik kreeg de gierende blafhoest die dik 5 minuten aanhield. Een van pure droogte verschrompelde luchtpijp, dat laatste beetje vocht dat ik nog in mijn lijf had, perste zich via mijn traanbuizen naar buiten en mijn neus ging spontaan dichtzitten om een opgewekte bijdrage te kunnen leveren aan mijn naderende ontmoeting met Satan.
Ondertussen hoorde ik Ilse in de verte dodelijk kalm informeren of ze misschien toch maar een klopje op mijn rug moest geven, of dat ze beter 112 kon bellen.
Vanwege die uit de klauwen escalerende gier-hoest kon ik haar niet toesnauwen dat als ze nog rustiger deed, ze die hele echtscheiding wel over kon slaan en het bellen van 112 ook, en dat ze dan blij de DELA op de hoogte kon brengen van het feit dat ik gestikt was in een Wasa.
Dat is toch wel een beetje doodsangst nummer 1. Stikken in een Wasa. Als je dan stikt in een overheerlijk sappige en malse biefstuk, of dat een verse oester zich van keelgat vergist, oke. Dan sterf je ten minste nog terwijl je van culinaire hoogtepunten geniet. Maar stikken in een Wasa.... De tering. Moet er niet aan denken.
Maar goed, ik heb het overleefd, en we zijn dus nog niet naar advocaten op zoek om ons huwelijk te laten ontbinden.

Inmiddels heb ik met dank aan collega P. een reanimatie-cursus mogen volgen, mét AED. Dus nu ben ik wederom gediplomeerd ribbenbreker en electrocuteur. Wat mij dit keer opviel, is dat er kleine verschillen in de uitvoering zitten. Waar ik vroeger leerde om de nek van het slachtoffer te ondersteunen bij de "kin-lift" moet ik nu het voorhoofd gebruiken om de "kin-lift" te ondersteunen.
Wat er in eerste instantie toe leidde dat ik heel erg het gevoel had dat mijn complete en niet bepaald geringe lichaamsgewicht op het hoofd van het zich toch al niet geweldig goed voelende slachtoffer rust. Heeft de arme man niet alleen een hartprobleem, mogelijk gebroken ribben door de ferm uitgevoerde hartmassage, maar ook een hersenkneuzing omdat ik zijn leven redde.
Maar het was een leerzame avond, en goed georganiseerd. En mijn kennis is weer eventjes up-to-date.

Dit geschreven hebbende, is het weekend weer begonnen. Ja, niet voor mij natuurlijk, want ik moet weer bij gaan dragen aan de economie, maar ik wens eenieder een goeie toe.


vrijdag 29 maart 2024

Worstenman, vrije dag en groene vingers.


Die titel klinkt als een clickbait. Want raar. Maar ja, verwacht u iets anders?

De paasdagen komen er weer aan, en wederom ben ik glad vergeten dat dat zou gaan gebeuren, dus drie keer raden wie er weer braaf het Tenderplein af gaat sluiten.
Juist, ondergetekende.
Gelukkig is mijn rooster dan wel weer zo dat ik gemiddeld 5 dagen per week werk, en ik mezelf dus mag verheugen in maar liefst één hele vrije dag, deze week. Want ja, er zijn ook weken waarin ik 4 dagen werk.
Mijn werkgever besloot een 3/4 jaar geleden dat werknemers éénmalig moesten kiezen tussen vroeg en laat, en na lang en pittig verzet bleek dat ik dus gewoon kon blijven afwisselen. Dit omdat ik persoonlijk beter gedij bij late diensten, maar mijn gezin heeft meer behoeftes dan alleen die van mij, dus vandaar dat ik nog steeds late en vroege diensten doe. Wat dan weer tot gevolg heeft dat de avond voor de vroege diensten, ik nauwelijks in slaap te knuffelen ben en de ochtend voor de late diensten, ik onchristelijk vroeg wakker ben. Maar goed, dat is een gevolg van mijn eigen keuze.
Ik vind mijn werk nog steeds heel erg leuk, ik doe het graag, maar geen enkele baan is alleen maar pais en vree. Dat bestaat niet, en het rooster dat het bedrijf verzonnen heeft, in combinatie met de diensten, is één van de dingen die wat mij betreft veel en veel beter kan.

Maar goed, toch een vrije dag, deze week.

Op die vrije dag besloten mijn betere helft en ik om maar weer eens naar de worstenman te gaan, tegenover het tuincentrum. Dit omdat het opkweken van de zaadjes voor de moestuin toch best aardig gaat.
Als alles blijft, zoals het opkomt, vrees ik dat ik over een jaar geen andijvie meer kan zien. En dat mensen in mijn omgeving vluchten als ze me aan zien komen, uit angst dat ik nog een andijvie-struik in hun mik wil douwen.
Voor de tomaten ben ik wat minder bang, die eten we zelf graag (Jente en ik) dus hoe meer hoe beter.
Komkommers komen ook wel op. En we hebben een collega die die dingen nagenoeg zonder te kauwen naar binnen schuift, dus als we een overschot aan komkommers hebben, raak ik die ook wel kwijt.
Maar al die stekjes zijn nog erg fragiel en ik wil ze niet al te vroeg in de tuin zetten, want dan gaat de hele lokale wilde fauna er aan vreten.
Ik gun het wilde gedierte alle goeds, maar het zou fijn zijn als ik van mijn liefdevol behandelde smikkelarij zelf het meeste kan genieten.
Dus er moesten wat kweekbakken komen, aarde, en voor de vorm hebben we ook maar wat extra eetbare planten gekocht. Gewoon omdat het kan.
En een spade, want we vonden het enigszins genant worden dat telkens als er iets groters dan iets kleins de grond in moet, we mijn schoonvader moeten smeken of we zijn spade kunnen lenen. Het is een compleet metalen spade geworden. Ik ben namelijk totaal niet bekend met dat soort tuingereedschap. Als ik ermee kan hakken en klieven in de grond, ben ik al lang blij. En een spade met een houten steel was ongeveer 5x zo duur.
Ik overwoog even om een vergelijkend waren onderzoek te doen tussen de houten steel en de metalen steel, maar ik kon niet zo snel een onvriendelijke medemens vinden om ter plekke dood te meppen en begraven, en bovendien vond Ilse dat een slecht plan. We moesten er maar op vertrouwen dat onze nieuwe spade doet wat we van hem verwachten als het moment daar is, dat er puistige pubertjes voor Jente aan de deur staan. En dat die dan niet is doorgeroest.
Oh en natuurlijk moesten er worsten gekocht worden.
Ik verheug me heel erg op het opkomen van alle eetbaarheden, maar ben me ook wel bewust van het feit dat hoe het er nu bij staat en opkomt, geen garantie is op een succesverhaal. De knoflook van eventjes geleden, bleek een ramp en als ik nu naar de knoflook kijk, zie ik al 1 pot die niks op lijkt te leveren. Dus helaas geen 37 bollen, maar 30. Als we dat al halen.
Maakt niet uit. Het is een leuke besteding van mijn vrije dag om al keuvelend tegen al dat opkomende grut de boel te verpotten naar kweekbakken. Ze liefdevol lispelend aan te moedigen om lekker groot te groeien en ons van maar veel boontjes en tomaatjes, komkommers en andijvie te voorzien. En dan blijkt dat ik niet alleen voor mijn medemens best vaak wel wat vriendelijke woorden over heb, maar ook voor de stillere entiteiten op de aardkloot.
Die worstenman tegenover het tuincentrum verkoopt worsten van een buitencategorie. De beste man haalt ze uit Frankrijk, Italie en Spanje. Uit Groningen, Friesland en Drenthe. De meest wilde smakencombinaties. En lekker. Niet de goedkoopste, maar dat maak ik goed door ze zuinig te gebruiken. Met deze worsten heb je geen dikke plakken nodig voor een smaakexplosie die je smaakpapillen tot ongekende orgasmes krijgt.
En dus kan ik wat het beleg voor mijn lunch betreft erg lang doen met zo'n worst.
Hoewel... Ik heb er -tot mijn schande- nu al één op omdat die wat al te lekker was.

Dat geschreven hebbende, is mijn goede vrijdag dus een lange en late dag, en pasen? Ach, mijn schoonouders zijn zo lief om rekening te houden met mijn bizarre werk, zodat ik toch iets van gezelligheid in familiaire kring mee kan maken.
Fijne pasen, fijn weekend en vergeet die dekselse klok niet naar de zomertijd te zetten. Ja, dat halfjaarlijkse gedoe dat alleen maar tot tekorten aan slaap leidt, maar omdat overheden en de BV nederland dat zo wil, moet het maar. 



vrijdag 22 maart 2024

Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten.
Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel te grote koffer van een oudere dame (zijn oma?). Bijna beneden gekomen, zag ik hem een traptrede missen, en aanstalten maken om een spectaculaire valpartij te ondernemen.
Hoe hij het deed, weet ik niet, maar het eindigde ermee, dat hij zich op het nippertje aan de trapleuning vast kon grijpen, met zijn benen voorkwam dat die koffer een ravage aan zou richten op het platform alwaar de oudere dame en nog wat mensen stonden.
Toen hij eenmaal stabiel hing, pakte hij die koffer weer op en hipte naar beneden alsof er niks was gebeurd, anders dan wat casual acrobatiek zo halverwege de ochtend. Ik heb hem een applausje gegeven en een "thumbs-up".
Het was een vlucht uit het Midden Oosten, en de passagiers in mijn bus waren allemaal erg vriendelijk. Niet op het eerste moment, vlak na het landen, maar toen ik ze bij de juiste plek in de terminal afzette, heb ik mijn keel schor gekletst, omdat iedereen me een fijne dag toewenste, of een "werk ze", of een gebbetje met me maakte.
Dat overkomt me zelden. Bijna elke vlucht is er op zijn minst wel 1 persoon die me vriendelijk gedag zegt, maar dat alle 44 mensen in mijn bus me vriendelijk gedag zeggen, is een unicum te noemen.
Heel gezellig. Maar mijn keel verklaart me voor gek.

Het pubermeisje, dat met haar ouders en broertje veel en veel te vroeg in mijn bus geparkeerd werd. De catering van het vliegtuig was nog niet klaar, en na twee gezinnen boarden, kwamen ze daar bij de gate ook achter.
Deuren weer dicht, en daar zaten we dan. De regie vroeg me om die mensen dan maar te vermaken, want hij wist het ook niet. Of ik nog een clowns-act in mijn repertoire had.
Vader en zoon, moesten terug naar binnen, want de natuur riep. Geen probleem wat mij betreft.
Het pubermeisje was als een ware puber naast haar moeder neergeploft, en deed ook een soort van poging tot acrobatiek. De handgreep boven haar stoel werd vastgegrepen, en haar beide voeten op de stoel tegenover haar geparkeerd.
Ik besloot het aan te kijken. Enerzijds omdat ik wilde weten of een handgreep (voor de staande reizigers) het volle gewicht van een adolescent kan dragen zonder te breken. En als dat zou breken, zou ik dat om zeer duidelijke redenen niet willen missen. Anderzijds omdat ik wilde weten of moeders haar dochter aan zou spreken over het feit dat je thuis misschien wel met je poten op de bank of stoel mag zitten, maar dat dat in publieke ruimtes toch wat minder sociaal gewenst is.
Beide dingen gebeurden helaas niet. Het vallen niet, maar het toespreken ook niet. Oke, dan doe ik het maar. Ik liep naar het wicht toe, en meldde haar dat een stoel geen voetenbank is, en dat andere mensen ook op een enigszins nette stoel willen zitten.
Haar moeder moest daarom gniffelen, en ik weet niet zo goed of dat was omdat ze het met mijn actie eens was, of omdat ze me uitlachte, maar eerlijk gezegd was voor mij de kous af, want het wicht ging rechtop zitten, met haar voeten daar waar ze horen.

De Scandinaviërs die mij een klein applausje gaven.
We waren koud 20 meter onderweg vanuit het toestel naar de terminal, toen ik een 180 graden draai moest maken. En op zich was er, voor de verandering, best wel genoeg ruimte om die draai te maken. Alleen aan het einde van die draai, zo had ik al gezien, stond een collega, maar ik gokte erop dat ik daar geen last van zou hebben.
Ik draaide dus redelijk nonchalant in, tot ik de 180 graden bereikte, en kwam toen tot de nogal kneuzige conclusie dat ik het geheel veel en veel te optimistisch had ingeschat. Het zal me toch niet gebeuren dat ik met passagiers en al achteruit moet terugsteken omdat ik een bocht totaal verkeerd inschatte? Ik besloot vaart te minderen tot stapvoets, en gewoon maar te zien hoe het uit zou komen. In het uiterste geval zou ik de collega kunnen vragen om een metertje op te schuiven. Daar zou ik al rode konen van schaamte door hebben gekregen, maar alles beter dan schade rijden.
Ik drukte door, en door, en door en de bus van de collega kwam steeds dichterbij. Het werd allengs stiller achter me.
Mijn rechterspiegel kwam angstwekkend dichtbij de linkerachterhoek van de andere bus. Heel erg angstwekkend. En net op het moment dat ik mijn portofoon wilde pakken om toch maar mijn collega te smeken een metertje op te schuiven, zag ik hoe mijn spiegel, met minder dan 1 centimeter tussenruimte (het pdc alarm aan de voorzijde van mijn bus brulde inmiddels van pure doodsangst) langs de andere bus ging, en ik vrij baan had.
Mijn trotse "HA!" kwam er iets te enthousiast uit, maar de passagiers die getuige waren van dit kunststukje milimeter proppen, gaven me een welgemeend applaus.
Ik heb maar niet verteld dat als ik de route iets anders ingeschat had, er helemaal geen zweetmomentjes waren geweest.
Maar hey: ook ik ben maar een mens.

De gigantische groep dames van vermoedelijk 20-30 jaar die uit het toestel van een prijsvechter kwamen.
Allemaal geblondeerd haar, opgespoten lippen, en allemaal behoorlijk geurend. Ze hadden zichzelf niet zozeer besprenkeld met zoete, weeë parfum, ik denk dat ze onder een douche van dat spul zijn gaan staan.
En niet dezelfde geur, nee, allemaal hadden ze zich in een ander parfumbad gedompeld. En al die verschillende geuren, zwaar en wee, vermengden zich in mijn bus tot een gifgasbad die in de loopgraven tijdens de eerste wereldoorlog absoluut tot slachtoffers zou hebben geleid.
Ik snap dat je, als je naar een ander land gaat, om wat voor reden dan ook, een goede indruk wil maken. Maar dat je je geurspoor zó agressief achter wil laten, vind ik verbijsterend.

Het is ieder jaar weer een stress-ellende tot en met. Ik ben als mens gewoon niet toegerust op het doen van belasting-aangifte. We weten ten slotte allemaal wat een frauduleuze bende het daar is, maar o wee als je zelf een klein foutje maakt. Dan gaan ze door tot je zelfmoord pleegt, je kind uit huis geplaatst wordt of dat je een belastingkantoor van een bommetje voorziet. Ilse deed dit soort zaken dan ook altijd naar alle tevredenheid. Al was het maar om te voorkomen dat ik van pure ellende computers, kinderen, katten of tafels door het huis zou smijten.
Dit jaar besloten we het aan de kenners van mijn vakbond over te laten. Ten slotte: die service verlenen ze, dus waarom er niet eens gebruik van maken.
Dat maakte de stress iets minder.
Iets dus.
Want we moesten alsnog zelf allemaal zooi aanleveren. En codes opvragen. En zovoorts.
De afspraak was in het gebouw van het leger des heils in Almere. We werden daar opgewacht door lieve mensen van het leger, en in een apart zaaltje zaten aan tientallen tafels allemaal vriendelijk ogende grijsaards die geen pupillen in hun ogen hadden, maar cijfers.
Allemaal waren ze even droog als grijs.
Het stresslevel steeg binnen 10 minuten tot ongekende hoogten. Ik had er namelijk niet op gerekend dat de site van de belastingdienst er minimaal 30 minuten over zou doen, om de belastingmeneer toegang te geven tot onze "omgeving".  Want zelfs met alle correcte codes en zooi, bleef het systeem hem eruit smijten.
En ik moest de volgende ochtend gewoon vroeg op.
Ik heb mijn BSN wel 40 keer opgenoemd (en 39 keer tikte de lieve man het verkeerd in, en moest hij het corrigeren). Ik denk dat hij na die 40 keer mijn BSN wel kan dromen. Dat hij er nachtmerries van gaat hebben.
We krijgen dus terug. Joechei. En we kregen als tip mee dat we door een paar foefjes, het kindgebondenbudget kunnen aanvragen, zonder risico's om tot fraudeur bestempeld te worden, met alle verstrekkende gevolgen van dien.

Dit geschreven hebbende, heb ik weekend. Ik wens eenieder een beste toe.






vrijdag 15 maart 2024

Auto en flora.

Let op: verkapte reclame!!!
Zoals iedereen weet: een auto rijden kost geld. Vorig jaar, vlak na ons huwelijksreisje kocht ik van vriendje Ken een andere auto. Want de auto van Ilse was op dat moment, nadat mijn eigen auto richting de eeuwige snelwegen vertrok, de enige auto die we toen hadden, en die begon ook al aan het einde van zijn latijn te komen.
Inmiddels ben ik dik 20.000 zeer genoeglijke kilometers met Bea verder, en vond ik het tijd worden voor een beurt. Uiteraard net niet synchroon lopend met een APK, maar goed, ik vind goed onderhoud belangrijker dan de apk-datum.
Auto gisteren ingeleverd, en ik kreeg als vraag of er nog bijzonderheden zijn.
Ik vind dat prettig, dat er niet zomaar wordt ingesteld op een beurt en dat is dat. Maar dat een garagist ook vraagt of er bijzonderheden zijn, dingen die me opvallen. Dingen die ik misschien extra of anders wil.
Dat er geen dingen gemist worden. Fijne manier van werken.
Dus ik zei (wat angstig) dat ik vermoedde dat de aandrijfassen, of de homokineten, of stuurpomp aan zijn einde raakte, want ik voelde wat vage en vreemde trillingen.
Hij zou gaan kijken. (Ken kan niet alleen goed auto's repareren, maar ook geruststellend knikken heeft hij tot kunst verheven).
Einde van de dag werd ik gebeld. De auto was klaar.
Verhip, das snel. Ik vroeg gelijk naar de trillingen, en kreeg in bedekte termen te horen dat ze me graag allemaal dure onderdelen zoals aandrijfassen, homokineten of een stuurpomp wilden verkopen, maar dat ik een enorme sukkel was (dat heeft hij niet letterlijk zo gezegd, hij liet het aan mij om tot de conclusie te komen dat ik een sukkel ben, vanwege het gebrek aan bandencontrole mijnerzijds), omdat mijn banden ver, maar dan ook heel ver beneden de minimale spanning zaten, en dat dat verreweg de grootste oorzaak van trillingen was, samen met het feit dat die dure klote banden van het merk Michelin, veel en veel te snel waren gaan cuppen.
Vanmorgen de auto opgehaald, en bij het napraten even gevraagd of er nog apk dingen te verwachten waren, maar veel verder dan die vermaledijde banden kwamen ze niet.
Blij reed ik naar huis. En inderdaad, met opgepompte banden (die hoe dan ook gecupt en dus kut zijn) zijn de trillingen nagenoeg verdwenen, en de nieuwe bougies die komen bij een grote beurt, maken dat Bea weer enthousiast op het gaspedaal reageert, en over het algemeen veel rustiger rijdt.
Ken heeft het een en ander in zijn bedrijf verandert, en ik moet zeggen: dat is niet verkeerd geweest. Ik kwam er graag, en kom er dus nog steeds graag. Zeker als ik een auto mee terug krijg, die weer fris en fruitig rijdt.

Ik vreesde eigenlijk ook dat ik opmerkingen zou krijgen over de geur die in mijn auto hing. Want van de week reed ik naar mijn werk, en begon ik vlak bij de parkeerplaats een heel indringend geurtje te ruiken. Omdat ik het niet meteen thuis kon brengen, opende ik bij aankomst de motorkap, maar kon nergens iets vinden van lekkende zaken.
Na mijn dienst, deed ik de deur open, en een weeïge, scherpe geur kwam als een mokerslag naar buiten.
Ergens in de diepten van mijn hersenpan ging een lampje branden en met angst en beven opende ik de achterklep, om daar mijn jerrycan ruitenvloeistof aan te treffen.
Zonder dop.
Leeg.
Kut.
En ik wist zeker dat daar minimaal 3 liter in had moeten zitten. Maar ja, zonder dop, zijn die 3 liters hun eigen weg gaan bestromen en dat verdween dus in de mazen van de stoffen bekleding van de achterbak.
En 3 liter antivries-ruitensproeier in je bekleding ruikt niet alleen weeïg, ik werd er zelfs een beetje high van.
Bij thuiskomst die auto uit staan schrobben, vloekend en tierend (zachtjes, want het was al tegen middernacht) en alle zooi er maar uit gegooid en weggegooid wat niet meer bruikbaar was.
In de loop van de week werd het al minder, tot het punt dat het mij niet meer opvalt. Ik ga denk ik een rubber kuipmat bestellen voor achterin. Dan kan ik eventueel volgende lekkende verpakkingen gewoon eruit laten lopen zonder dat mijn hele auto ermee bezoedeld wordt.

Ilse en ik staan niet bepaald bekend om onze groene vingers. Wij laten (spreekwoordelijk geschreven) nepplanten nog afsterven van de dorst. Ik vind tuinieren ook helemaal niet leuk. En omdat ik dat niet leuk vind, heb ik besloten dat onkruid geen onkruid is, maar waardevolle en zeldzame flora die louter in onze tuin tot mooie wasdom komt.
Een aantal uitzonderingen: alles wat eetbaar is, heidestruikjes, lavendel, sneeuwklokjes en vergeet-me-nietjes.
En dat staat zowel in voor- als achtertuin tot mijn innige tevredenheid wel of niet te (over)leven.
Dat staat te overleven, maar daar doe ik ook wel mijn best voor. Eetbaarheden worden door mij niet alleen verbaal vertroeteld, ze krijgen wat ze nodig hebben. En laatst kreeg ik van een bevriende collega een aantal zakjes met zaad om allerlei nieuw lekkers in de tuin te kweken.
Die moest ik eerst binnen opkweken, dus die staan nu in kartonnen bekertjes met moestuin aarde binnen te ontkiemen. Als ik ze weer brommerig en verliefd aan het toe-koeren ben, krijg ik nog wel eens vreemde blikken van mijn meiden te verwerken, maar ik verdedig dat met de opmerking dat het ook hun sperziebonen, komkommers, tomaten en andijvie zijn, waar ik liefdevol mee omga.
Maar er vinden ook vreemde dingen plaats.
Van de week trof ik, gewoon op de stoep, een plant aan. In een pot. Random door de wind of een onduidelijk figuur precies op de grens tussen het tuinpad en de stoep neergelegd. Een plant die ik niet kon thuisbrengen. Geen bloem eraan, alleen maar groen struweel in een potje.
Ik vond dat vreemd, maar omdat het niet mijn plant was, en ik het ding niet kon identificeren, zette ik het op het muurtje dat onze tuin van de stoep scheidt. Wellicht dat de eigenaar het ding zou vinden en blij weer mee naar binnen zou kunnen nemen.
De volgende ochtend stond die plant een paar meter verderop in onze tuin. Vreemd.
Beducht op invasieve exoten, vroeg ik mijn schoonouders om raad, en het bleek om een of andere varen-soort te gaan. Maar zij waren ook niet bekend met varens die zelfstandig aan de wandel gaan. Voorlopig komt die plant mijn huis niet in. We kennen allemaal vleesetende planten, stel je nu voor dat dit een wandelende en vleesetende plant is. Ik zie al voor me dat die pot ergens in de gang staat, met alleen nog een rode of zwarte kattenstaart eruit stekend. En de volgende ochtend vlak voor ons bed staan likkebaarden omdat er nog meer uitstekend vlees voorhanden is.
Nee, spontaan aanwaaiende flora moet ik niet echt. Laat ik me maar concentreren op alles wat er toch al staat en mijn aandacht verdient.

Goed, hoe dan ook: ik wederom geen weekend, maar wens eenieder een goeie toe.



vrijdag 8 maart 2024

Finale der feestelijkheden. Voorlopig.

Mijn verjaardag. Een jaarlijks terugkerend evenement waar ik ambivalente gevoelens bij heb.
In eerste plaats vind ik het, vanwege het herhalende karakter ervan, meestal maar gewoon gedoe. Bovendien heb ik voor mezelf in een ver verleden eens bepaald dat mijn verjaardag niet echt waardevol voor me is, waardoor ik elke keer weer in een spagaat sta, om mezelf onkarakteristiek bescheiden te verstoppen als het zover is terwijl ik aan de andere kant heel blij word van alle aandacht die ik krijg tijdens die heugelijke dag.
En een stukje weemoed. Weer een jaar dichter bij de dood. Weer wat ouder, grijzer, en discutabel verstandiger.
Ik ben wederom goed verwend. Elk jaar gebeurt dit, en elk jaar voel ik me er opgelaten doch blij mee. Fijn dat er mensen zijn die er meer dan ik om geven. Misschien wordt het tijd dat ikzelf ook weer eens wat waarde aan die dag geef. Ten slotte, ik ben maar één keer geboren op 7 maart. Ik kreeg van mijn eega en haar ouders, van mijn schoonbroer en zus wat aan lego. Lego is na mijn modelautoverzameling, mijn grote (en dure) hobby. Maar ik ga er goed op. Voor ingewijden in Harry Potter: ik kreeg de uil, dobby en een deel van het kasteel. Geweldig om te bouwen. Sfeervol, mooi en ongelooflijk creatief gemaakt.
En dat mag ik op verstolen momenten bouwen.
Dat deed en doe ik aan tafel. De eettafel. Onze vorige eettafel was wit, vierkant en had rechte randen. Onze nieuwe eettafel, waar we beiden heel blij mee zijn, is niet wit, niet vierkant en heeft schuin aflopende randen.
Dat is met vloeibaar eten en doperwten best lastig, want een ontsnappende doperwt, blijft dus niet op tafel liggen, die rolt van je bord, zonder te remmen, tegen de grond. Want aflopende tafelrand...
En als je soep knoeit, garandeer ik je dat die zonder al te veel obstakels tegen te komen, in je schoot belandt. En hete soep in je schoot, is serieus niet fijn.
Met lego vind ik dit nog griezeliger, want lego die op de vlucht slaat, en via die vaart-versnellende tafelrand het ruime sop van de woonkamer kiest, verdwijnt onder kasten, kattenvoerbakken of gewoon in het luchtledige. Dus ik moet met lego nog eventjes wennen aan onze nieuwe tafel.
Ik ga in elk geval proberen om volgend jaar weer vrij te krijgen, want hoezeer ik 90% van mijn collega's ook waardeer om hun sociale kunnen en hun vakbekwaamheid: als ze gaan proberen te zingen, lijkt het "lang zal hij leven" meer op een dodenmars, dan op iets vrolijks. Ik zal niet zeggen dat ik plaatsvervangende schaamte voelde, een behoorlijke dosis ongemakkelijkheid kwam er wel bij kijken. Vooral omdat ik niet zo goed wist of ik moest huilen van het lachen om de vriendelijke vrolijkheid die er achter het gezang zat, of moest huilen om de erbarmelijk ontbrekende zangtalenten van mijn collega's. In elk geval een reden om vrij te vragen, want altruïstisch als ik ben, vind ik dat je soms mensen ook een beetje tegen zichzelf in bescherming moet nemen.
Gelukkig lieten de meeste collega's het bij een hand en vrolijke welgemeende felicitaties.
De verwennerij voor Jente's verjaardag nam ook dit jaar weer walgelijke vormen aan. Jammer voor haar was wel dat ze dit jaar tijdens het gezamelijke partijtje als een ziek vogeltje op de bank lag.
Dikke koorts, en niet in staat tot het uitpakken van dat wat haar ten deel viel. Het was onmeunig zielig. Ze was de dagen erna nog koortsig, bibberig, koud en warm tegelijk en algehele malaise. En zoals elke ouder weet: een ziek kind is niet alleen ziek, maar ook hartezeer opwekkend zielig. Helemaal als dat juist op die dag is dat ze met een glunderende snoet moet genieten van taart, limonade en kadootjes.
Juist het feit dat Jente zo goed kan glunderen, maakte het tot iets intens zieligs.

Maar goed, dat wil niet zeggen dat ze geen lol heeft van alle speelgoederen die ze kreeg. Want de huiskamer is niet meer op orde te houden door alle lego, kinetische zanden, en plastic prullaria. Van ons kreeg ze een heus grote-mensen-fototoestel, en misschien dat ik straks met dat toestel ga oefenen. Plaatjes maken van alle rotzooi die ze veroorzaakt heeft, en dan haar als opdracht geven om foto's te maken van de kamer zónder alle plastic zooi. (Die ze dus eerst moet opruimen, voor ze met haar camera mag spelen).
Of zou dat opvoedkundig gezien té verantwoord zijn? Marie Condo zou me een schouderklop geven voor dit idee.

En dan zitten de feestelijkheden er voorlopig wel weer op. Eerst komende verjaardag in ons huishouden is die van Ilse. En ik heb al een paar leuke dingen waarvan ik weet dat ze ze graag hebben wil, in mijn gedachten. (Om te kopen).
En natuurlijk ons 10-jarig jubileum als getrouwd stel. Laten we dat niet vergeten. Uitje geregeld, dagje vrij gekregen. Mooi moment om weer eens naar de apenheul te gaan. De vorige keer lukte het Ilse niet om daar een dagje door te brengen zonder een spectaculaire struikelpartij. Misschien dat als we met ons tweetjes gaan, ik haar bijtijds op kan vangen als ze weer acrobatische gedachten krijgt.
Dit is een grapje, we gaan helemaal niet naar de apenheul. We gaan veel verder weg.
Ons eerste echte uitje als stelletje, toen er van een huwelijk nog geen sprake was, was namelijk naar Duitsland. Geen flauw benul waarom, maar toen we net samen waren, belandden we ergens vlak over de grens in Xanthen a/d Rijn. Prachtig mooi Romeins theater gezien, en misschien nog wel meer, maar dat ben ik in die 10 jaar gewoon kwijt geraakt.
Nu gaan we naar een of ander ecologisch volstrekt verantwoord, zwart geschilderd huisje gemaakt van golfkarton en koeienmest, ergens in het noorden van Duitsland. Om te genieten van rust, reinheid en regelmaat.
Ook dat is een grapje. We gaan er helemaal niet genieten van regelmaat. Dat kan ook helemaal niet als je getrouwd bent met een buschauffeur. Buschauffeurs kennen niet zoiets als regelmaat. En dat werkt dan per definitie door in je relatie. Of elke andere vorm van leven buiten het werk
Tuurlijk, mijn rooster is elke 7 weken hetzelfde. Maar aangezien de rest van de wereld een totaal ander rooster heeft, is de regelmaat van mijn werk totaal niet compatibel met de rest van het leven, ergo: regelmaat is in ons huishouden niet bestaand.

Maar goed, de feestelijkheden zitten erop, vandaag kwam mijn laatste kadootje binnen, in de vorm van wederom een ring met lapis lazuli. Ik heb daar wat mee. Ik vind dat mooi. Mooi dus.
Ik zit nog midden in mijn late-diensten serie dus in de ochtenden heb ik lekker de tijd aan mezelf. En vrouw en kind.
Voor de rest van de mensheid die niet in onregelmatigheid werkt, begint het weekend, ik moet morgen gewoon weer in elk geval doen alsof ik werk.
Ik wens eenieder een beste toe.










vrijdag 1 maart 2024

Feestelijkheden.

Jente's feestje moest wederom in een krijspaleis plaats vinden. Want dat vinden kinders op die leeftijd het einde. (Wij ook, om heel veel andere redenen, vooral apocalyptisch van aard).
Omdat er altijd in de week voor (of dicht op) haar verjaardag een studiedag van haar juf is, gebruiken we die dag voor het feestje, want dan is de kans het grootst dat alle uitgenodigde vriendjes ook daadwerkelijk kunnen komen.
Dit ook uit een soort van altruïsme om de ouders van die kinders een beetje te helpen. Iets waar we volgend jaar toch een stop op gaan zetten.
Want 5 uur in een krijspaleis is behoorlijk dodelijk voor trommelvliezen en eerlijk gezegd ook voor de gezondheid van je ziel als vader of moeder.
Jente is door haar vriendinnetjes bijna dood verwend, zoveel leuke en lieve kadootjes als ze kreeg, maar dat kon toch niet helemaal voorkomen dat er ook heel wat meidenvenijn, tekortkomende communicatie en tranen van andere oorzaak werden geplengd.
Dan de ene, dan de ander. En noch Ilse, noch ikzelf konden ons herinneren dat wij op onze kinderfeestjes tranen lieten. In mijn geval was het vaak: de jarige is jarig, dus die mag kiezen. En er waren geen 5 of 6 vriendjes, er waren er 3, tops.
Jente's vriendinnetjes en vriendjes ken ik wel, zijn hartstikke leuke kinderen, maar veel minder van het idee dat de jarige jarig is, en dus bepaalt. De jarige is dan weliswaar jarig, maar moet maar gewoon mee in "the flow" en zo niet, dan niet, maar de flow gaat.
En die dan daar het nadeel van een krijspaleis: communicatie gaat verloren en omdat het groot en overrompelend is, voelen ze zich allemaal soms wat verloren. Wellicht ook omdat er in onze tijd (in elk geval mijn tijd) geen krijspaleizen waren, en we dus veel strakker aangewezen waren op de creativiteit van ouders. (Welke ontbrak, maar goed: ik kreeg louter vriendjes op bezoek met dezelfde interesses dus wij vermaakten ons sowieso wel. Redelijk low-maintenance, zeg maar).
Moe, en totaal overprikkeld, kilo's kadootjes rijker keerden we allemaal huiswaarts.

We keerden huiswaarts, want ik had een etentje met wat collega's.
Gewoon spontaan een etentje geregeld door een paar leuke mensen, met een paar (27!) collega's.
Bij de van der Valk. En gezellig was het. Omdat we gewoon eens konden praten over dingen die niet per se werkgerelateerd waren.
Ik kwam te zitten naast een collega waar ik een heel informatief gesprekje had over ambities. Hij verklaarde zonder enige schaamte dat hij nogal ambitieloos is, en kon dat voor zichzelf ook gewoon goed verantwoorden. En die verantwoording, was voor mij een eye-opener. Want het bleken woorden te zijn die ik al een poosje zocht om voor mezelf te verklaren waarom ik intens tevreden ben met mijn baan als chauffeur. En waarom ik geen enkele motivatie heb, of wil hebben om meer te zijn dan een verdomd goeie buschauffeur.
Tuurlijk: ik heb ambities. Zorgen voor mijn meisjes. Voor mijn gezin. Leuke vakanties, genieten van het leven. 
Maar een carriere-tijger ben ik niet. Nooit echt geweest, en zal ik niet worden ook. Voor mij geen wens om manager te worden. Of meer dan wat ik ben. Geen stress, geen toneelstukjes. En in de hedendaagse maatschappij heb ik het idee dat daar toch wat raar naar gekeken wordt. Of je niet meer wil verdienen. Meer verantwoordelijkheid wil. Doorgroeien. Het wordt ook allemaal gebruikt bij wervingsadvertenties. Je moet haast wel verantwoordelijkheid willen dragen. En je moet willen doorgroeien.
Maar uiteindelijk zijn dat soort dingen niet iets dat ik zoek. Ik definieer mezelf niet aan de hand van mijn carriere. Mijn werk is het middel dat ik gebruik om te leven. Maar mijn leven gebruik ik niet om te werken. En dat is misschien ook wel iets dat me in mijn vorige leven opbrak. Ik ontkwam er niet aan om mijn werk als musicus mee naar huis te nemen. Al was het maar omdat ik die toeter niet op het square kan laten staan na een beëdiging. Staat zo slordig. En voorbereiden en conditie houden moest ook wel.
Nu kan ik mijn werk niet meenemen naar huis. Even los van het feit dat die bussen puur voor het platform bedoeld zijn, en geen kenteken hebben: die elektrische bussen halen Almere waarschijnlijk net aan wel, maar aangezien ik geen laadpaal heb, kan ik ze nooit meer terug naar het platform krijgen. Nog los van het feit dat het manoeuvreren in de wijk hier op zijn zachtst gezegd erg spannend zou zijn, ik zou enorm raar aan worden gekeken, als ik een bus at random mee naar huis zou nemen. Wel een stunt op zich...

Over dat werk gesproken:
Een van de wat meer nadelige aspecten, is dat ik, om überhaupt maar in de buurt te komen van mijn bus, de beveiliging door moet. Door een deur, door een scanner en dan door een scanpoort. Als die scanpoort begint te blèren, moet ik gefouilleerd worden. De meesten kennen je, doen hun werk grondig, en zijn klaar.
Sommigen doen hun werk met het enthousiasme van een kampcommandant uit de jaren dat de mensheid nóg minder beschaafd was. Die hengsten, rukken en trekken. Doen een prostaatonderzoek zonder je de testuitslag te geven en proberen je keel te visiteren via de achteruitgang. En dat met een attitude waar je kriebels van krijgt, want ze hebben "macht" over je.
Als je dan aan de beurt bent, moet je tas ook gecontroleerd worden. De meesten checken en klaar. Sommigen zijn van plan om meteen maar je hele eten handmatig tot puree te verwerken. Daar trek ik een grens. Ik vind alles best, maar hun taak is niet mijn eten te controleren op eventuele nucleaire resten. Voor de rest: ze doen maar.
Maar er gloort hoop. Want inmiddels hebben ze zo'n stokje met een doekje. Daarmee gaan ze over je lijf, en dat doekje gaat in een apparaat. Als dat sein veilig geeft, kan iedereen door met zijn/haar leven.
De eerste keer dat ik dat meemaakte, werd mij verzocht mijn armen uit te steken, zodat er met dat stokkie over geaaid kon worden. Toen kreeg ik een verzoek dat ik blijkbaar compleet verkeerd interpreteerde. "Omdraaien".
Ik ben de lulligste niet, en maakte op mijn allercharmantst een pyrouette. En keek vervolgens in de compleet verbijsterde gezichten van de beveiligers die dat niet hadden zien aankomen. Die verwachtten dat ik mijn handen zou omdraaien, en niet mijn complete lichaam. Maar goed: dat soort kampbewakers moet je soms een koekje van eigen deeg geven: totaal onverwachts exact doen wat ze zeggen, in plaats van wat ze verwachten dat je doet, als gevolg van een incompleet gedaan verzoek. We konden er uiteindelijk hartelijk om lachen.
En voor de duidelijkheid: er lopen een paar van die machtsgeile bewakers rond, het merendeel is gewoon erg leuk en vriendelijk. Kun je gezellig een saffie mee roken als het zo uitkomt.

Dit alles geschreven hebbende, begint mijn weekend.
Het wordt wederom een drukke zaterdag, want bezoek voor Jente's en mijn verjaardagen komende week.
Ik wens eenieder een mooie toe.




zaterdag 24 februari 2024

Claus, zeehond en anders....

Al een hele poos hebben wij het idee dat kater Claus, mijn vriendje van meer dan 10 jaar, op zijn laatste benen loopt.
Hij is dement. Hij ziet slecht. Hij hoort slecht. Hij heeft pijn. Zijn neus doet het minder. Hij wordt zwak. Vroeger was hij de buurt-terror-kat, die alle andere katten in elkaar mepte, nu is hij zelfs niet meer tegen Colette opgewassen.
Colette, die angstig van een veilig plekje tegen alle katten blaast, maar naar binnen racet als de uitgescholden kat terug kijkt. Colette, het scharminkeltje, kan Claus vloeren, zo zwak is hij geworden. Oud dus. Oud en op. Als je het mij vraagt. 
Dus met de dierenarts-assistente gebeld. Zij hoorde het verhaal aan, en maakte een afspraak voor Claus. Een afspraak om hem op een humane wijze verder lijden te besparen, dit in overleg met de dierenarts uiteraard. Want de dierenarts heeft een stem in het kapittel.
De dag van te voren hebben we Jente ingelicht, die in tranen uitbarstte. (En dat vond ik verbazend, want Claus en Jente vind ik van alle combinaties die er in dit huis te maken zijn, niet de meest voor de hand liggende, maar goed). Uitgelegd wat de bedoeling was, en dat het goed zou kunnen dat Claus niet meer levend van ons bezoekje aan de dierenarts terug zou komen.
En of ze mee wilde. Dat wilde ze niet.
We gaan het beest begraven in de tuin, of ze misschien een bordje voor bij zijn graf wilde maken. Dat wilde ze wel, dus een plank en een tak verder, maakte ze inderdaad een heel mooi plankje voor op het graf.
Bijpassend gestemd, tilden we Claus in zijn reismandje en vertrokken met hem naar de dierenarts.
Zij hoorde ons aan, en gaf pijnstiller mee. Of we het nog maar eens 2 weken aan wilden kijken.
Begrijp me goed: ik vind het fijn dat Claus nog even niet dood hoeft. Hij is mijn vriendje van vele jaren, en als het aan mij ligt, blijft dat zo. Maar gebaseerd op alleen pijn, vind ik het wel erg magertjes allemaal. Heeft die alsnog geen jofel leven. Want als we hem buiten laten, kunnen we elke 2 weken met hem naar de dierenarts voor antibiotica. Heeft hij weer een pak slaag gehad.
Houden we hem binnen (wat zal moeten omdat hij zó dement is dat we bang zijn dat hij de weg kwijt raakt) wordt hij ook ongelukkig, en door Colette in elkaar getrapt.
Zijn voertjes moeten we praktisch door zijn strot rammen, want hij ziet ze niet en ruikt ze nauwelijks.
Hij kan behoorlijk uithalen als hij schrikt, want hij ziet of hoort ons niet meer aankomen. Dus ja.
Pijnstiller dus.
Ik weet het niet. Ik heb niet het hart om hem zelf maar de nek om te draaien, maar ik vind persoonlijk dat hij lijdt. Lijdt aan een oud en krakkemikkig lijf. En dat is niet wat ik voor me zie voor mijn vriendje.

Ik was dus een paar dagen goed te grazen genomen door iets dat heerste, en met het verstrijken van de tijd kom ik steeds dichter bij een up and running soort van staat. Dat is mooi. Want op een gegeven moment komen de muren op me af. Ga ik me vervelen. NCIS werd gebinged, maar dat maakte niet dat ik niet op een gegeven moment niet alleen meer bezig was met het bevechten van een of ander druiloorderig virus, maar ook met het bestrijden van de verveling. 
Enige restant nu nog, is een blafhoest waar de gemiddelde zeehond jaloers op is. Het is niet zoals met niezen, dat ik de ramen eruit bulder, maar enigszins gewelddadig mag mijn gehoest best genoemd worden. Ik kan ook niet meer schalks rondsluipen, als mijn keel de kriebels krijgt, dan valt mijn locatie hoorbaar op. Ik kreeg het zelfs voor elkaar dat passagiers nogal schrokken van mijn geblaf achter het stuur. Ik meende wat ineengekrompen zieltjes te zien, angstig voor corona, of erger.
Maar ook dat trekt weg. Het trekt weg en dat is niks te laat aangezien we aanstaande maandag het kinderfeestje van Jente hebben. Speciaal gepland op een studiedag van haar juf, zodat we wederom de ouders van haar vriendjes ontlasten op een extra vrije dag voor die kinders.
We gaan wederom naar een krijspaleis, want Jente is dol op krijspaleizen, en nu ze er nog net de leeftijd voor heeft, zijn wij blij als zij blij is. En vorige edities van haar feestje, waren altijd minder vermoeiend dan we op voorhand vreesden, dus dit jaar vrees ik niks.
Hooguit dat ik nog steeds niet echt verstolen aanwezig kan zijn, omdat mijn blafhoest intens gewelddadig door de ruimte schalt als mijn keel de kriebels krijgt en eventuele andere aanwezigheden de bibbers bezorgt.

Verder ben ik een beetje inspiratieloos. Er was ook weinig opzienbarends op mijn werk, maar ik realiseerde me ineens wel iets.
Toen ik het bussen naast het musiceren deed, was er veel meer sprake van een soort van vakantiegevoel. Het "anders" was iets dat het leven als musicus brak en gezien mijn state of mind met betrekking tot het musiceren, leefbaar hield.
Maar inmiddels ben ik dus fulltime buschauffeur en merk ik dat het "anders" normaal is geworden. Niet per se slechter, want dan zou ik gaan rennen, maar het bijzondere is er vanaf. Ondanks dat ik nog steeds heel erg kan genieten van het werk en de omgeving van dat werk.
Dit geschreven hebbende, begint dus mijn wat langere weekend, en wens ik u allen een beste toe.





vrijdag 16 februari 2024

Shenanigans deeltje veel en vaak.

 Onze zomervakantie is een feit. Dat is die elk jaar, en ook dit jaar zijn we erin geslaagd iets te vinden waar we beiden blij van worden.
Ilse wilde na de extreem natte ervaring van afgelopen jaar, iets met meer zon. Ik wilde vooral niet al te veel of te ver rijden.
We gaan dus naar de zon, en we moeten er ongeveer 12 uur over rijden.
Dát is een record.
Waarom ik niet zover wil rijden? Nou simpel: ik heb de schurft aan het rijden met een aanhanger. Dit kostte me namelijk vorig jaar de wiellagers van ons kleine karretje. En dat karretje hebben we nodig om alle kampeerzooi te vervoeren.
Oke, maar dat allemaal gezegd hebbende: we gaan zonder karretje. Want via een vriendin van Ilse kunnen we een huisje huren op een park nabij Montpellier. En dat schijnt serieus een toffe stad te zijn, half uurtje rijden van het strand en op twee uur van het Dali-museum in het noorden van Spanje.
Zonder karretje hoef ik geen rekening te houden met een maximale snelheid (waar ik, getuige het versneld aftakelen van dat karretje toch al geen rekening mee hield), en misschien gaan we zelfs wel met Ilse's panda, gewoon omdat we nog nooit met een Fiat op vakantie zijn geweest, en we de ruimte dit jaar minder nodig hebben. Wat schone onderbroeken, wat zwemspullen een paar speeltjes voor Jente en gas op de plank. Het zou zomaar eens een goedkope trip kunnen worden. Qua brandstof....
Maar omdat het lang nog niet zeker was waar en hoe we op vakantie zouden gaan (Engeland speelde ook door ons hoofd, maar dat vonden we om meerdere redenen een onhandige optie), waren we ook naarstig aan het zoeken naar een nieuw karretje.
Liefst iets dat een hogere snelheid aan zou kunnen, zonder meteen zijn wielen los te willen laten.
Liefst iets dat opklapbaar was, omdat we eigenlijk beiden wel klaar waren met een karretje in de voortuin, waardoor iedereen ziet dat je er wel of niet bent.
En zo kwamen we op het idee om een karretje met huif te kopen, die eraf kan. Huifje los, karretje op zijn kont en zo, hopla de steeg door en de achtertuin in.
Nieuw zijn die dingen niet gek duur, maar via de verkoophoek van het alomtegenwoordige gezichtenboek, zag ik een "als nieuw" geadverteerd exemplaar staan.
Interesse gewekt, en ik stuurde de verkoopster een bericht dat ik interesse had en met expliciet de vraag of de huif afneembaar was.
Korte, duidelijke communicatie. Hou ik van.
Haar antwoord: "is reeds verkocht".  Toegegeven: ook haar communicatie was kort en helder.
Oke, dat vroeg ik niet, mijn vraagstelling was toch erg duidelijk. Ik heb namelijk geen interesse in die kar als die huif niet afneembaar is, en dus vraag ik niet of die reeds verkocht is, want als die advertentie nog zichtbaar is op marktplaats, ga ik er vanuit dat die niet al verkocht is. Lijkt me logisch, toch?
Dus ik reageerde, wat flauw: "Hoe laat is het? Het is 10 graden celsius".  Daarmee liet ik het voor wat het was.
Kreeg ik als reactie: "Zaterdag om 10:00".
Schiet mij maar een boom in. Antwoord geven op een niet gestelde vraag, en dan nog serieus in gaan op een flauwe uitspraak. Zoals een lieve ex-collega dat omschreef: Can't argue with stupid.
Maar goed: onze vakantie staat, en ik leef er nu al helemaal naar toe.

Een deel van deze blog (of sowieso deze hele blog, dat moet nog blijken) tik ik op valentijnsdag. Elk jaar claim ik dat ik het maar onzin vind, dat hele valentijnsdag, en elk jaar weet ik op het laatste nippertje de romantiek in onze relatie te redden met een paar kilo chocola.
Ter ere van valentijnsdag wil ik toch even mijn mening geven over een of andere Anouk. Een of ander zingmokkel die een fotootje plaatste van een bebloede lap die ze in haar schijthok omhooghield, met de tekst: dit maakt je vrouw. Of zoiets.
Behoorlijk wansmakelijk om op die manier aan te geven dat je de ontwikkelingen van de 21e eeuw en die van de mensheid als geheel niet meer bij kan benen, nietwaar?
Ik bedoel: het is ook wel supereng om geconfronteerd te worden met het feit dat je wereldbeeld misschien niet meer helemaal in de 21e eeuw past, maar om dat op die manier kenbaar te maken...
Dan heb je wel heel erg aandacht nodig omdat je muziek blijkbaar niet meer genoeg aandacht genereert.
Dat hele Anouk-onding, met haar 20e eeuwse, jaren '80 jongens bloempot-kapsel is volgens mij wel de laatste die iets over andermans leven en levenskeuzes moet zeggen. Zelf leeft ze, op zijn zachtst gezegd ook niet volgens (populistische? Calvijnse??) normen en waarden, met haar kroost van talloze verschillende kerels. De hypocrisie van dat vrouwtje is stuitend.
Het is helaas wel een uiting van iets wat me steeds meer opvalt: we leven in de 21e eeuw. En mensen veranderen. En mensen staan op barricades of geven uiting aan dingen die voor hen, op dit moment belangrijk zijn. Populistische lieden vinden dat griezelig, en verzuchten vaak hoe het vroeger allemaal beter was. Dat we eens "normaal" moeten doen. Maar die lieden vergeten vaak dat het vroeger helemaal niet zoveel beter was. Ook zij hebben geprotesteerd voor dingen. Of tegen dingen. Ook zij hebben veranderingen geforceerd omdat zij vonden dat dingen anders of beter konden. En anders hun ouders wel. Of hun broers of zussen. Ik ben blij dat er toen ook gestreden was tegen bepaalde mores. Tegen dat "normaal", want anders hadden we nu geen kapsalon, chinees of shoarma en sushi. Dan waren we nooit verder gekomen dan die (ook heel lekkere, voedzame, maar toch saaie) kruimige piepers en het sudderlapje.
Dus laten we niet doen alsof geluk vroeger zo gewoon was. Laten we elkaar eens niet de maat nemen met zogenaamd grappige plaatjes, of zoals in het geval van flutje Anouk met wansmakelijke bullshit.
Volgens Ilse ben ik het tegenovergestelde van "woke", en maar zeer ten dele "inclusief".
Veel van de problemen die door anders-zijnden worden ervaren of aangekaart, raken mij niet. En ik kan er letterlijk niks mee. Niet eens uit onwil, maar letterlijk uit onbegrip. Ik snap ze niet. Maar laat mensen in vredesnaam gewoon hun ding doen. 99% van al die "dingen" raken mij niet. Heb ik geen last van. Dus waarom zou ik ze omlaag trappen? Heb ik niet nodig. Misschien kan zangflutje Anouk met haar jaren '80 jongenskapsel daar een voorbeeld aan nemen.
Oeps, ben ik ook even hypocriet. Ik had namelijk Anouk ook niet omlaag hoeven trappen, en dat deed ik toch, ondanks dat ze daar zelf veel beter in is gebleken. Ach ja: ook met hypocisie is het zo: it takes one to know one. En uiteraard hadden Ilse en ik daar op valentijnsdag een best levendige discussie over.

Het is inmiddels zaterdag en ik zit nog steeds mijn blog te tikken. Met tussenpozen.
Ik zit mijn blog te tikken, en moet alle zeilen bijzetten om wat leesbaars op het wit te krijgen, want de griep heeft me een fikse dreun op mijn kanis gegeven.
Het begon eergisteren al te sneeuwen achter mijn ogen, en tijdens het laatste uurtje van de poetskoets merkte ik dat de holtes in mijn hoofd dicht gingen zitten. Mijn luchtwegen het moeilijk kregen. En mijn interne thermostaat begon zeer gemengde signalen af te geven. Zozeer, dat de verwarming van de bus (en op de thuisreis het systeem van mijn auto) het niet meer bij kon benen. Warm koud... Zo snel als ik de temperatuur comfortabel wilde van warm naar koud, kreeg geen enkel systeem voor elkaar zonder volstrekt in de war te raken. Doe maar een raampje open of zo.
Het heerst, en ik heb er een klap van gekregen.
De nacht was serieus voor bepaalde gezinsleden niet leuk. Ik snurkte zó hard, dat Ilse letterlijk gevlucht is. Ik snurkte zó hard, dat mijn huig geen klein fliepertje achter in mijn mond is, maar opgezwollen is als een bal gehakt, die ik niet meer doorgeslikt krijg. Het ding zit met praten dan ook vreselijk in de weg.
Ik had ijldromen. Ik droomde dat de kapper mij met zo'n mesje waarmee ze ook de nekharen wegscheert, mijn hele hoofd aan het scheren was. Toen ik na een minuut of tien aangaf dit toch niet te willen, begon ze te mauwen.
Maar dat mauwen bleek dus echt, want toen ik haar hand wegsloeg, bleek ik kater Claus een mep verkocht te hebben. Die was namelijk enthousiast aan mijn kop aan het likken...
Weg ijldroom.

Ook een manier om je weekend in te gaan. To be honest: ik had liever gewoon gewerkt, want dit is niks...
Ik wens eenieder een goede toe.








vrijdag 9 februari 2024

Luchtige huiselijkheden.

 Er zijn ongelooflijk veel mensen die onze aardkloot bevolken, en ook ik ontkom er niet aan om te moeten toegeven dat ik (op basis van een té snelle inschatting) bepaal dat iemand wél of niet in mijn straatje past. Dat betekent niet dat ik gelijk de oorlog aan iemand verklaar, iemand doodwens, of dat iemand ook daadwerkelijk slecht is, maar gewoon dat ik niet iedereen té knus in mijn aura wil laten paraderen.
En ja, dat is vaak puur subjectief, en het zegt net zoveel over mij als over de ander.
En net zo vaak heb ik het mis, als dat ik gelijk had.
De gesoigneerde heer die zijn troep in de bus achterlaat, en "not amused" is als ik de kans grijp om hem zijn troep alsnog in zijn handen te duwen. 
De sjofele slons die keurig netjes komt vragen of ze mag roken, want haar overstap was 8 uur en ze heeft dringend nicotine nodig.
Ondanks dat ik probeer om mensen zo neutraal mogelijk te behandelen, blijkt dat dat soort neutraliteit eigenlijk niet echt stand houdt. Nu, zo blijkt maar weer: ook ik ben maar een mens.
Tijdens een van mijn ritjes, stond er een vent voor in mijn bus, die ik eigenlijk al ingedeeld had onder het kopje "Niet In Mijn Aura Alsjeblieft".
Sowieso vind ik het vervelend als mensen te ver voor in de bus staan, het ontneemt me zicht naar buiten, en het is een veiligheidsrisico. De meneer in kwestie reageerde vlot en zelfs vriendelijk op mijn verzoek om naar achteren te stappen. Veel plaats had hij niet, maar het metertje dat hij meewerkte, was voldoende. De rit kon aanvangen.
Mijn radiootje kabbelde zachtjes en ineens kwam de beroemdste zanger van het Levenslied eruit gekabbeld. Dreetje Hazes. Die zong over een vrouw die in hem geloofde. Ik ga daar persoonlijk goed op. Ik hou van Hazes. Andre Hazes senior wel te verstaan, die jonge snotneus die op de faam van zijn vader meelift, lust ik minder.
Hoe dan ook, tijdens dat liedje hoorde ik op de cabinedeur van mijn bus een zacht getrommel, en een snelle blik naar rechts onthulde dat de eerder vernoemde passagier in vervoering mee stond te trommelen en te pommen op de muziek van Dré.
Ik kon een glimlach niet onderdrukken, en de man sprak me aan. Hij sprak me aan met een stemgeluid dat veel vriendelijker en zachter klonk dan ik op basis van zijn uiterlijk had ingeschat. 
Hij liet zich ontvallen dat hij dit zulke mooie en gevoelige muziek vond. Dit deed hij in een Zuid- Europees klinkend Engels. Hij verstond er geen woord van, maar genoot intens van de muziek. En zo kon het dat ik een Zuid Europeese reiziger ineens begon te vertellen over het onvervalschte Hollandse Levenslied, André Hazes en zijn leven, en de lieve reiziger begon meteen op spotify allemaal Hazes liedjes te downloaden, vlak voor zijn vlucht zou vertrekken. Voor onderweg. Als fijne herinnering.
Een box en een high-five later, en ik zat eventjes alleen in mijn bus te genieten van het feit dat ik toch weer te snel was met iemand in de verkeerde categorie indelen. Liever zó, dan andersom.
En precies op dat moment kwam "Wonderful World" de radio uit. Ik lieg niet. Hoe mooi moet je het hebben.

Voor buitenstaanders kan ons werkveld er behoorlijk onoverzichtelijk uit zien. Een groot betonnen terrein, met allemaal op elkaar lijkende vliegtuigen erop, en ik breng mijn bus met lading naar een schijnbaar willekeurig exemplaar. En dan heb je het nog niet over bagagetrekkers die je links en rechts om de oren vliegen, over de meest futuristisch uitziende apparatuur die rond rijdt, soms schijnbaar zonder enige vorm van bestuurder (hoewel ik vaak het gevoel heb dat de bestuurders van dergelijke apparaten weinig veiligheid toevoegen, hooguit laten verdwijnen, met hun armzalige rijkunsten en dito verkeersinzichten). 
Daar krijg je soms vragen over.
Veel collega's, zo weet ik,  hangen dan de meest bizarre antwoorden op, zo vertellen ze in de kantine.
Een vriendelijke zakenachtigeman, vroeg mij op een gegeven moment hoe ik zo zeker wist welk vliegtuig ik hem moest afzetten. Ik zag mijn kans schoon om ook eens iemand een totaal bezopen verhaal op te dissen.
En met mijn meest uitgestreken gezicht antwoordde ik dat ik dat helemaal niet zeker wist, maar dat het een blauwe is, er staat KLM op, dat die er in mijn ogen niet beschadigd uit ziet, en dat deze dus wel goed zou zijn.
De uitdrukking op het gezicht van de man was extreem priceless, en ik zag hem gewoon denken...
Toen toch maar even uitleg gegeven over registraties, opstelplaatsen en gatenummers.
De opluchting was ook priceless, maar ik zag hem boven bij de trap toch nog even voor de zekerheid vragen of...

Ik vertelde al dat we op zoek waren naar wat nieuwe eetkamer-ameubelementen. Een nieuwe tafel en eettafelstoelen stonden op ons wensenlijstje. Die tafel hadden we, ondanks de treurniswekkende ervaring in een "flagship-store", ver van huis, online besteld bij datzelfde bedrijf. Zo zie je maar: internet is vaak een betere en goedkopere winkel dan hun real-life tegenhanger.
Maar ja. Dat was alleen nog maar de tafel. We wilden eigenlijk ook wel bijpassende stoelen. Of in elk geval: nieuwe, betere en comfortabeler stoelen.
En daartoe ontkom je er al helemaal niet aan om naar zo'n winkel te gaan, want je wil ze toch een heel klein beetje bezeten hebben, om zeker te zijn dat je een comfortabele stoel onder je kont koopt.
Gelukkig bleek de maandagmorgen een uitstekende dag voor zo'n excursie te zijn. De fysieke winkel was nagenoeg leeg, dus wij konden naar alle hartelust zitten en kiezen.
En elke keer vonden we uiteraard de duurste optie, het fijnste zitten. En op zich: voor comfort en kwaliteit dien je te betalen.
Ik moet eerlijk bekennen: ik heb tot heel erg recent (zegge 2 jaar geleden, toen we deze stoelen kochten) nooit erg veel geld of interesse gehad in het kopen van meubels. Het moest functioneel zijn. En niet veel kosten. Ilse was al meer van de "looks" zeg maar. Mij boeide dat niet veel.
Maar op een gegeven moment kom je op een punt in je leven dat comfort ook belangrijk wordt, en dat de kringloopwinkel eigenlijk niet meer kan leveren wat jij wil.
Ik wist niet dat het zó ongelooflijk veel geld kon kosten. Bijna 2 ruggen voor een tafel en wat stoelen. Voor bijna 2 ruggen koop je de hele kringloopwinkel.
Toen ik mijn verbijstering over dit soort bedragen ventileerde tegenover al wat ervarener collega's keken ze me grijnzend aan, en er waren collega's die zeiden dat 2000 euro alsnog niet overdreven veel geld was voor een eetkamersetje.
Een ander wist het te relativeren door te zeggen dat je die eettafel over 10 jaar eens een schuurbeurtje en een nieuw laklaagje geeft. Iets wat onze huidige tafel ook al een aantal malen heeft ondergaan.
De stoelen zijn dus echt iets wat wij willen. Dat wil zeggen: het comfort. Alsof je op een wolkje gaat zitten, zo zacht. Zonder hun steun te verliezen. Het zijn echter ook en vooral op aandringen van Ilse, stoelen met wieltjes eronder, en ik vrees dat ik daar wel een beetje spijt van ga krijgen met 3 adhd'ers in huis, en vooral voor de inboedel- en zorgverzekeraar lijkt het me een crime. Ik zie Jente met stoel en al door de tv of tuindeuren heen denderen, en ik denk dat we voor Ilse regelmatig naar de spoedeisende hulp moeten om haar stuitje te laten repareren.
De kleuren zijn op zijn zachtst gezegd bijzonder te noemen, maar dat went vanzelf.
Blijkbaar moet de pigment van die kleuren nog geoogst worden, ergens in allemaal onherbergzame jungles, want de levertijd is pas in week 18. Dus ik heb nog eventjes om me mentaal voor te bereiden, en de verzekeringspolis uit te breiden.
Zonder gekheid: ik denk dat we best wel een mooie set hebben gevonden, die in elk geval een jaar of tien mee zal gaan.
En als update: de tafel staat! Afgeleverd. We moesten zelf de poten eronder schroeven, maar dan heb je ook wel een plaatje. Iets minder massief, lichter. Maar qua kleur donkerder en door zijn vorm wat frivoler. We zijn er blij mee, en dat is wat telt.
De oude tafel is verbannen naar buiten tot we voldoende rommel hebben om de grofvuil ophaaldienst te laten komen.

En dan zijn we er nog niet, qua wonen. Want we vinden eigenlijk dat we ruimte gebrek hebben, zelfs met alle soorten van opruimen die we wel (en juist niet) doen.
Verderop in de straat zijn er bewoners reeds begonnen met het ophogen van hun huis. En het ziet er best appetijtelijk uit, een extra verdieping op het huis. Vooral als ik bedenk wat ik allemaal met die extra ruimte kan "hobby'en". En Ilse ook. Met haar naaikamer.
En wellicht een grotere kamer voor Jente. En een logeerkamer voor het geval er iemand zo gek is om in ons huishouden van Jan Steen te willen logeren.
Zulks zou idealiter gefinancieerd kunnen worden uit de overwaarde, en stiekem hoop ik daar op, dan is die overwaarde ineens geen leuk item voor de kringverjaardag, maar een daadwerkelijk nuttig iets.
Dus de stoute schoenen aangetrokken, en het betreffende bouwbedrijf dat nu al een dikke week door onze straat rijdt gebeld om eens te vragen wat zo'n grapje moet kosten. Dus die komen binnenkort langs voor een gesprek, waarin onze wensen, vragen en andere formaliteiten worden besproken en omgezet in een vrijblijvende offerte.
We zijn heel benieuwd. Ik vind het ook wel spannend, want ik heb zulks nog nooit gedaan.

Dat geschreven hebbende, vangt het weekend voor sommigen weer aan, en wens ik ieder een beste.








zaterdag 3 februari 2024

Voorliefdes en suffigheden aan tafel.

Op het platform rijden we met 4 verschillende bussen rond. 3 varianten zijn elektrisch aangedreven, 1 ervan is diesel aangedreven.
De laatste tijd heb ik een voorliefde ontwikkeld voor de dieseltjes, die ik liefkozend Bertha Breedreet 1, 2 of 3 noem, afhankelijk van hun rugnummer, we hebben er namelijk drie van rondhoesten. Pardon: rijden.
Die dieseltjes hebben prettiger stoelen voor de chauffeur, een goed werkende kachel, hebben een wat kortere draaicirkel, liggen als een huis op de weg en rammelen minder.
Een ander groot voordeel van de Bertha's is dat ze van binnen veel ruimer zijn dan hun op prik rijdende tegenpolen. Zelfs met handbagage kan ik er 60 mensen in kwijt, terwijl de prikbussen met 45 passagiers soms al propvol lijken, zeker als mensen de veiligheid van hun kind weer eens ondergeschikt maken aan het gemak van het niet inklappen van hun vermaledijde kinderwagens.
Nadelen hebben ze ook: de versnellingsbakken zijn niet per se ingericht op een leven op een platform waar de maximale snelheid 30 km/u bedraagt, en dat merk je omdat het schakelmoment precies rond de 30 km/u ligt, wat soms voor gekke gevoelens bij alle betrokkenen kan leiden. Denk je braaf 30 te rijden, gaat die overschakelen naar een hogere versnelling, waardoor je ongemerkt sneller rijdt dan is toegestaan. En als je het wel opmerkt, en je gas loslaat, schakelt Bertha terug en dat voel je, gevolgd door hoorbaar voetengeschuifel achter je. Kortom: je moet subtiel rijden. Of snel rijden.
Een ander kleinigheidje waar ik niet erg blij van word bij de Bertha's: er zijn geen prullenbakken in gebouwd. Dat betekent dat mensen, als ik ze niet tijdig aanspreek, het doodnormaal vinden om hun rotzooi maar gewoon achter te laten. Bijna dagelijks dat ik mensen nog even snel hun rotzooi in hun handen moet drukken, omdat ik simpelweg hun poetsvrouw niet ben.
Maar ik zeg: lang leve Bertha Breedreet 1, 2 of 3. En als je een witte bus met blauwe banen en soms een grijszwarte rookpluim voorbij ziet rijden, met op de bok een breed grijnzende chauffeur: het zou kunnen dat ik het ben.

En omdat ik ik ben, en dus niet altijd even oplettend kan zijn bij sommige basale taken die het leven me toegooit, kon het gebeuren dat ik een kleine stommiteit uithaalde.
Dat zit zo:
Mijn auto heeft een poosje geleden nieuwe lichtbronnen gekregen. LED lampen. Prachtig lichtbeeld, heel erg blij mee. Erg fijn in het donker.
Alleen vindt de BSM (board-system-moteur) dat er een lamp kapot is. En telkens als de automatische verlichting uit gaat (bijvoorbeeld als ik een tunnel uit rij) kakelt ze dat er een dimlicht defect is. Dat is niet zo, want ik controleer dat vrij frequent, maar toch denkt zij dat dat zo is.
Om dat gekakel te voorkomen, schakel ik vaak de dagrijlampen in. Dat geeft in tunnels voor en achter goed licht, en voorkomt dat ze bazelt over kapotte verlichting, omdat de automatische dimlichten dan uit staan.
Op een zekere dag, het was een woensdag, sterker nog: het was afgelopen woensdag, reed ik op die manier naar mijn werk. Ik had het een en ander aan mijn hoofd. Een paar minder positieve zaken die men op mijn werk naar mijn hoofd had geslingerd, die toch meer onder mijn huid zijn gaan zitten, dan ik wenselijk vind. En dus parkeerde ik mijn auto, stapte uit en snelde naar de bus.
Ik startte Bertha 2 op, had lol met mijn collega's en de paxen en heel erg bijtijds klonk de stem van de regie dat we naar huis konden.
Een lieve collega bracht ons naar de parkeerplaats en daar aangekomen wandelde ik in de richting van mijn auto. In de verte zag ik wat lampen branden, en dacht nog bij mezelf:" die sukkel is niet blij, dat hij zijn lampen vergat uit te doen".  Ik grijnsde er zelfs bij.
U voelt hem zeker aankomen?
Tot mijn grote verbijstering kwam ik er na nog wat passen achter dat ík dus inderdaad die sukkel was.
Mijn gegrijns vervaagde tot een somber gestaar en in gedachten zag ik de wegenwacht al aan komen, om een sukkel te helpen die zijn accu leeg had laten lopen.
Toch maar eventjes proberen, en tot mijn opluchting besloot mijn auto toch maar te starten. Zij het moeizaam en langzaam, alsof ze me humeurig een uitbrander gaf voor mijn stommiteit, maar het niet erg genoeg vond om me in de kou te laten staan.
En met de thuisreis, was de accu weer volledig geladen om de volgende dag gewoon weer dienst te doen alsof er niks gebeurd was.

En dat was nodig, want na alle deuren die dicht zijn gegaan (letterlijk en figuurlijk) vinden we het nu tijd worden om een nieuwe tafel te kopen en nieuwe eettafel stoelen.
We zijn op verschillende plekken wezen kijken, tot in Lekkerkerk aan toe, waar een "flagship-store" van een bepaald "hip" merk zit. Voor een flagshipstore, vond ik de hoeveelheid tentoon gestelde waar teleurstellend, maar we vonden er wel een tafel die ons qua kleur, vorm en poot heel erg aan sprak. Aangezien die tafel ook het enige was dat aanspraak verschafte (het aanwezige personeel zei boe noch bah) hebben we die na een lange terugreis online maar gewoon besteld. Stoelen doen we later in Almere zelf wel, aangezien de opgestelde stoelen in dat specifieke woonwarenhuis dusdanig harteloos en onhandig waren opgesteld dat we daar niet echt een fijne keuze uit konden maken.
De terugreis was een letterlijke trip down memorylane, want we reden langs de lek, de route van buslijn 90, die ik in mijn tijd als OV-chauffeur regelmatig reed. Nog steeds prachtig langs de Lek, kleine smalle straatjes waar ik mijn auto doorheen moest loodsen. Mooi man.
Het overtochtje met de pont, voorafgaand aan dat stukje van mijn werkzame leven, was een leuke kers op de taart voor Jente die erover ging vloggen. Het tussenstopje bij een lokale bakker in een van die dorpjes was voor de maag dan weer erg leuk.
En dan een nieuwe tafel bestellen.
Ik ben heel benieuwd.

Hoe dan ook: ik heb eventjes weekend, en ik geniet van het verbeterende weer, want het betekent weer wat reuring in de tuin omdat Jente met haar vriendinnetjes op de trampoline kan ravotten.
Ik wens eenieder een goeie toe.



vrijdag 26 januari 2024

Bloemrijke avonturen.

Het vergeet-me-nietje.
Een bloempje dat ik als kind al een onweerstaanbaar charmant, lief bloempje heb gevonden. En met al mijn fratsen in de tuin met eetbare struiken en planten, is het planten van één van mijn meest favoriete oneetbare tuinvulling een beetje achtergebleven. 
Een vergeet-me-nietje is klein, heeeeeeel fragiel ogend en heel erg bescheiden. De bloemige tegenhanger van mezelf, als het ware.
Ik kan me herinneren dat ik als kind me regelmatig vergaapte aan die kleine, tere bloempjes in de tuin.
[Het vergeet-me-nietje heeft net als de brem een legende, waardoor hij aan zijn naam komt. Sterker nog: het vergeet-me-nietje heeft wel twee legendes.
Ik zal ze beiden vermelden, ze zijn niet heel erg lang.
1) Ergens in de middeleeuwen, toen er nog echte ridders leefden, maakte ridder Roy met zijn geliefde een wandeling langs een rivier. Ze hadden fijne gesprekken en fantaseerden over hun huwelijk en eventuele kinderen. En over de talloze overwinningen die ridder Roy ongetwijfeld op diverse slagvelden zou behalen. Vlak bij de waterkant viel ridder Roy's oog op een heel erg mooi, vriendelijk bloemetje, en romanticus die hij was, plukte hij dit bloemetje voor zijn geliefde. Romanticus was hij wel, maar erg handig niet. Hij raakte uit balans en kukelde pardoes het water in. Zijn harnas was te onhandig en te zwaar, en vlak voor hij naar de bodem van de rivier zonk en verdronk, gooide hij het bloemetje naar zijn geliefde en riep:"Vergeet mij niet!!"
2) Voor de wat meer religieuzen: Toen God de flora op aarde had gezet, begon ze systematisch alles een naam te geven. Na een paar uur dacht ze eindelijk klaar te zijn, en een lekker kopje hemelse thee te gaan drinken met al haar engelen, hoorde ze een klein, blauw bloemetje roepen:"Vergeet mij niet!" Waarop ze sprak:"En voortaan zul jij zo heten"

Een ander bloempje waar ik als kind al enorm van kon genieten, was het sneeuwklokje. Een klein fragiel bloemetje, uit een bolletje. Hagelwit, hangend aan zijn groene staak in de vorm van een klokje.
Vooral in Velp, bij mijn oma op de veluwe veel van die dingen gezien. Of gewoon in haar tuin. Altijd weer een fijn moment als mijn oma verheugd uitriep dat ze weer een jaar blij mocht zijn met het ontluiken van de sneeuwklokjes. En in mijn herinnering was het ook altijd wit van de sneeuw, als het om die sneeuwklokjes ging, maar dat zal een verhaspeling van mijn geheugen zijn.
Zowel sneeuwklokjes als vergeet-me-nietjes zijn veel charmanter, bescheidener en sierlijker als die arrogante rozen, tulpen, narcissen en geraniums en noem al die overpriced, overhyped PC. Hoofd-bloemen maar op. Veel vriendelijker.

Mijn schoonvader is dit weekend jarig, en wilde vooral bloemen en planten voor in de tuin. En dan het liefste bloemen en planten die een aanzuigende werking zou hebben op bijen en vlinders. Insecten.
Ik vind het ook leuk om bijen en vlinders in de tuin te hebben, maar bij ons komen er hoofdzakelijk slakken af op alle eetbaarheden. Helaas. En muggen.
Hoe dan ook: Een goeie reden om weer eens naar het tuincentrum te rijden, te meer daar er naast het tuincentrum een worstenman zit, die exquise worsten verkoopt. Helaas was die op vakantie (ik hoop naar een bestemming alwaar hij nieuwe exquise worsten kan ontdekken en meenemen naar Nederland, want ik beschouw mezelf van zowel hem als het tuincentrum een vaste klant).
Hoe dan ook: in het tuincentrum stapelden we bloem op bol op plant om mijn schoonvader blij te maken, en liepen we tegen een enorme stelling aan met... Jawel: Vergeet-me-nietjes. En Sneeuwklokjes. En rabarber.
U kunt zich voorstellen dat ik niet aarzelde om die rabarber in mijn kar te flikkeren. Ik ben dol op rabarber. Heerlijk opkoken, tot je er rabarbercompote van krijgt. En dat is weer smullen op die verrekte wasa-crackers die ik eten moet in plaats van brood, teneinde mijn bloedsuikers aan de normale kant te houden.
Toch weer een aanvulling op mijn moestuin kunnen doen.
Oh, en ik heb inderdaad ook drie kleuren vergeet-me-nietjes mee genomen, en een stuk of 8 sneeuwklokjes. Gewoon, omdat ik die charmantheid in mijn tuin, tussen alle eetbaarheden erg leuk vind.

Ga nu in vredesnaam niet denken dat onze tuin er spic en span uit ziet, want dat is niet zo. Het is er een bende van gras, bruin, eetbare en oneetbare dingen. Maar ergens heb ik er ook wel lol in.
De appelboom, de vijgenstruik, alle bessen.... Ik klets ze tot groei en bloei en ik hoop dat mijn liefdevol geouwehoer tegen die flora leidt tot rijke oogsten.
Maar een mooie Engelse tuin zal het met mijn soort karakter nooit worden.

Ilse en ik hebben weer iets keigoeds gedaan: we hebben 2000 euro bespaard. Wij zijn over het algemeen geen brassers. We gaan redelijk zorgvuldig om met ons geld en een grote uitgave wordt altijd harmonieus besproken.
Soms met wat valse noten ertussen omdat ik wél en Ilse niet de waarde inziet van dat wat ik wél en zij niet wil kopen. Of andersom, en dat we dan wat mopperiger worden naar elkaar omdat mannen van Mars komen en vrouwen van Venus, en de weg naar de Maan blijkbaar geplaveid is met minder genuanceerde woorden.
Maar over het algemeen zitten we dicht bij elkaar, als het op grote zaken aankomt.
Ilse is nogal bezig met ons vakantie-materiaal. Dat kan een campertje zijn uit de jaren dat wij beiden nog niet verschoten zaadjes waren. Of een aanhanger of auto die als zodanig om te bouwen is.
Gisteren liet ze iets zien, waarvan ik had gezworen dat ze er mordicus op tegen was: een klapkar. Een soort van vouwwagen, maar dan met een vast of hard dak. De wanden als van een tent. Eerst even wat heen-en-weren over dat het me verbaasde, maar blijkbaar had ik dan toch de verkeerde klapkar voor ogen die Ilse dan wel niet wilde hebben, kortom: van Mars via Venus ergens op de maan beland en nooit meer aan gedacht, tot ze dus een advertentie doorstuurde, van iets dat ze geniaal leuk vond.
En ik ook.
Het dingkie moest 2000 euro kosten, en daar wilden we best even voor naar Purmerend rijden.
Naar Caravan Centrum Waterland.
En daar aangekomen, bleek dat de verkoper vreselijk veel talent had voor fotografie en vooral photoshop. (Meer dan voor het klantvriendelijk ontvangen van mensen, we werden er nog net niet keihard genegeerd).
Letterlijk alle lelijke, bijgewerkte en slechte plekken die zelfs van grote afstand met blote oog zichtbaar waren, waar door de afdeling 'verkoop' vakkundig weggewerkt. De slechte rubbers, die verkruimelden, waren bewust niet op de foto gezet, de kruimelende bodem was niet genoemd, de doorgeknipte draad van de waterpomp was buiten beschouwing gelaten en de gasslang die er gevaarlijk oud uit zag, werd niet vermeld. En dan hadden we de voortent (waarover de advertentie repte) nog niet gezien. Ik vroeg me wel nog af of ze al die punten zouden aanpakken in het kader van de "kosten rijklaar maken" van 225 euro, maar aangezien er niemand was die ons te woord kwam staan, heb ik die opmerking niet kunnen maken.
Er stond een kar die mijns inziens 500 euro waard was, en niet 2000 euro. Ik wilde voor de grap nog gaan vragen naar de caravan van de advertentie, maar mijn gezelschap (bestaande uit Ilse en een vriendin) vond dat een beetje té cynisch. Gezien het feit dat we er dik een uur voor hebben moeten rijden, vind ik het helemaal niet té cynisch.
Goed, een slechte en misschien zelfs wel oneerlijke advertentie van Caravan Centrum Waterland, want als je alle plekken zo goed weg-photoshopt, wek je verkeerde verwachtingen.
Aan de andere kant: we weten nu dat we bij Caravan Centrum Waterland helemaal niks moeten kopen. Want het is er simpelweg veel te duur.
Maar het bespaarde ons wél 2000 euro, die we mooi achter de hand kunnen houden, voor andere dingen.
Misschien wel een andere paradiso vouwcaravan met dak, want we hebben wel gezien of ontdekt dat dat wel iets is dat ons zou kunnen liggen.

Dit maar weer geschreven hebbende, begint voor de meeste mensen hun weekend, die van mij eindigt alweer. Ik wens eenieder een beste.








vrijdag 19 januari 2024

Klussen, kletsen en dat op stevige stappers

Op sommige vlakken van het leven sta ik behoorlijk goed in contact met mijn wat meer feminine kant. Een uiting daarvan is schoeisel.
Ik ben namelijk een ongelooflijk pietje precies als het op schoenen aan komt. En extreem behoudend in mijn merken-trouw.
Op nummer 1 Nike. En dan specifiek de Air-Max.
Op nummer 2 All Stars, van Converse.
Op nummer 3 Crocs. Voor in huis of voor op de camping. Ja, echt. Crocs. Ze lopen goddelijk lekker, en poep aan alle haters.
Je kunt me dus op heel veel soorten schoeisel rond zien banjeren, en liefst lekker kleurig, zeker buiten werk om.
Want als het in de winter op werken aan komt, dan draag ik mijn onvolprezen Meindl's. Ik wil warme en droge voeten hebben. Zeker op het toch iets koudere en nattere platform.
Tot de vorige week.
Mijn Meindl's had ik een paar maanden geleden bij de schoenmaker van nieuwe hakken laten voorzien. De hakken waren bijna 10 jaar oud, versleten en omdat ze verder nog heel erg fijn liepen, leek het me de investering wel waard. Ja, tot ik dus na een paar weken alweer terug moest omdat de lijm losliet. Na de vakantie in Engeland kwam ik er op de eerste werkdag achter dat ook de tweede keer lijmen niet echt leidde tot het definitief vasthouden van de zool. Ik vermoed dat het verzolen van schoenen, niet echt de leest was van de schoenmaker.
Ik draag die Meindl's dus omdat ze mijn voeten droog en warm houden in de winter. En winters op het platform zijn koud en nat. Als de zool dan voor me uit vliegt tijdens het lopen, beschouw ik dat als een vervelend iets. En het staat armoedig. Zo'n buschauffeur die flapperende geluiden maakt omdat de schoenzool eerder tegen het platform petst dan de rest van de schoen.
Met een nog niet gespecificeerde winter in aantocht, wilde ik mezelf een volgende vruchteloze tocht naar een schoenmaker besparen, en dus toog ik naar de stad om mijn licht op te steken in een lokale schoenenwinkel. Ik wil warme, droge voeten houden. Een goeie dikke zool. Een comfortabel voetbed. Dat bleek wel aardig mogelijk. Dus kwam ik helemaal trots terug met een paar Sketchers. Ja.... Sketchers....
Daar had ik al eens een paar sneakers van besteld, want ze liepen goddelijk lekker, en dat leek me voor het platform in de zomer wel wat. Na 3 maanden was de zool nagenoeg volledig weg, iets wat me met nikes nog nooit gebeurd was. En daar heb ik nu een paar winterschoenen van gekocht. De winkelmevrouw liet de wat duurdere exemplaren zien, en die waren alsnog dusdanig vriendelijk geprijsd dat ik hoop dat ik er wel twee winters op kan lopen. Mijn Meindl's mogen nog één keer verlijmd worden, en dan als reserve in de kast.
Dat brengt mijn hoeveelheid schoenenparen op 8.
3 paar werkschoenen.
1 paar wintersneakers van leer (gekocht in Engeland, want daar bleek dat het huidige paar, dat ook al even meegaat, niet meer denderend waterdicht waren en in Engeland vindt men heel terecht dat kleding onder de eerste levensbehoeften valt, en daarmee dus laag belast. Zouden die rechtse rukkers van de afgelopen en komende kabinetten ook eens moeten doen).
2 paar zomersneakers.
2 paar crocs.
Dat is om en nabij evenveel als Ilse heeft. Alleen Jente heeft meer schoenen.
Schoenen kopen doe ik ook graag. Liefst online, want ik ken mijn maten en dan heb ik geen last van andere mensen. Maar ik vind het best leuk om een paar schoenen te kopen, liefst in een buitennissige kleur of kleuren, waarvan ik zeker weet dat ik een van de weinigen ben, die zo gek is om erop te lopen. Of passend bij dat andere gekkigheidje: happy socks.
Dus ja, wat schoenen betreft ben ik wel een beetje een vrouw.

Wat overigens niet betekent dat ik mezelf identificeer als zijnde vrouw. Want verder ben ik gewoon een lompe mannelijke boer, die met een speciaal Marnix-filter (of gewoon geen filter) het leven gadeslaat en becommentarieert.

En uiteraard was er wel weer wat te klussen.
Onze bestelde deuren komen binnenkort aan, het meebestelde beslag zoals dat heet, kwam al eerder. We wilden namelijk eens wat anders op die deuren. Wat mooiere, metalen, zwart gepoedercoate klinken op de wc-deur, de huiskamerdeur en ook op de nog te leveren trappenkastdeur komt een sierlijk zwarte klink. Allemaal van dezelfde soort, in plaats van het ratjetoe dat er nu op zit. 
Omdat er 2 deuren behouden blijven, leek het me een goed plan om alvast eens wat ruimte te maken, en die 2 deuren te voorzien van het nieuwe beslag. Dat ging net niet zo makkelijk als ik me dat had voorgesteld. Prachtig deurbeslag, niks op aan te merken. Goeie keuze, goeie smaak.
Maar die schroefjes die er bij geleverd werden, zijn dan weer van een intense treurigheid waar je onnavolgbaar agressief van wordt. Ik in elk geval wel.
Het begon ermee dat die schroefjes eigenlijk niet echt het hout in wilden, en zelfs met gebruik van het perfect passende bitje, ogenblikkelijk uit sleten.
Daar sta je dan, met je goeie gedrag. Met een tang uiteindelijk dat knurfterige schurftschroefje eruit gewrongen, en omdat ik nu eenmaal een torx-liefhebber ben, uit mijn schuur een paar torxen gepakt.
Blijkt dat het hout van die deur uit het juiste gesneden is, want ook die torx had er moeite mee. Schoot weg, en in mijn duim, die ter plekke was om de deurklink-schild (of hoe zoiets heet) op zijn plek te houden. 
Een schroef in je duim. Dat is pijnlijk. Heel erg pijnlijk. En bloederig. Ik kon mezelf weer eens niet beheersen, en braakte een paar creatieve liederlijkheden uit. Ik vrees dat mijn echtgenote weer compleet nieuwe scheldwoorden heeft geleerd.
Mijn duim, het slachtoffer, sprak door mijn mond, denk ik.
Hoe dan ook: twee van de 3 deuren beneden zijn van nieuwe klinken voorzien. En het ziet er best mooi uit, al zeg ik het zelf. En voor die schijtschroefjes verzinnen we wel een oplossing. Eigenlijk zou het verboden moeten zijn dat leveranciers die mooie deurklinken kunnen leveren, dat doen met schroeven die kwalitatief dusdanig ondermaats zijn, dat het lachwekkend is. Of jankwaardig, als je mijn duim moet geloven.
Bijkomend nadeel aan mijn gewonde rechterduim: ik kan mijn telefoon niet meer ontgrendelen met mijn vingerafdruk, want die is van de bewuste duim, en nu dus water-, wind- en luchtdicht verpakt in een plijster. Dus ook dat levert wat ongemak op.

Tijdens mijn werk word ik regelmatig voor wat onvoldongen feiten geplaatst. Meestal zijn dat mensen die oprecht hele onhandige of gevaarlijke plannen hebben.
En dan moet ik (afhankelijk van hoe gevaarlijk of onhandig) mild tot ferm ingrijpen om die mensen van hun voornemens af te brengen. En in de regel doen ze dan braaf wat ik ze opdraag.
Het meenemen van hete koffie of thee in niet goed af te sluiten verpakkingen, is bijvoorbeeld niet toegestaan. Dit heeft te maken met het feit dat als die hete drank gemorst wordt, in het beste geval ik het moet opruimen. In slechtere gevallen kleddert die hete drank over andere passagiers of hun kinderen, en is het lijden in last.
Er kwam een dame de gate uit, met een grote, dampende beker koffie. En in plaats van dat ze dat binnen in de gate al melden (zoals zou moeten) lieten de gate-agents het aan mij om dit op te lossen. Ik sprak de dame in kwestie aan, en ze verzuchtte dat ze al sinds Sidney zo'n ongelooflijke behoefte had aan koffie met havermelk. Dus haar teleurstelling was groot. Heel groot.
Ik kon haar enigszins tegemoet komen door haar te zeggen dat zolang als we niet gingen vertrekken, ze wat mij betreft haar koffie op mocht drinken.
En zo ontspon er tussen de dame en mij een heel erg leuk en gezellig gesprek. Over koffie, over mijn werk. Over Australie en Europa. Het werd dusdanig gezellig dat ik eigenlijk niet meer aan het opletten was, en ik totaal miste dat de gate-agent al een paar minuten stond te gebaren dat ik weg kon. Inmiddels was de koffie van de passagier wel op. De gate-agent had op zich ook wel in de gaten dat het een vrolijk en geanimeerd gesprek was, dus die kwam ten langen leste maar naar buiten om te melden dat de laatste passagier niet kwam opdagen, en we dus nu echt wel eindelijk weg mochten.
Koffie met havermelk. Je zou verwachten dat het zo'n van etherische olieën doordrongen Gerda met dito kapsel en gedrag was. Maar hier werd ik dus serieus vrolijk van. Een frisse, jonge meid die gewoon lekker kletste, en toevallig een koffie met havermelk drinkt. En laten we wel wezen: ik eet Foye Gras, dus wie ben ik om over andermans smaak te oordelen.

Goed, dit geschreven hebbende, ga ik gewoon maar weer eens een weekendje werken, zodat ik ondanks dat ik 1 dag vrij heb op 10 dagen, ik toch gemiddeld aan 5 werkdagen toekom, ofzo.
Ik wens eenieder een beste toe.




Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...