vrijdag 25 november 2022

Katers, ballen en vanillevla.

 Kater Claus.
Sinds 2010 mijn vriendje. Een chagerijnig, veeleisend, zeikend mormel. Net zo snel met zijn nagels als Max Verstappen over een circuit, als hem iets niet zint, en ook dat is al vrij snel.
Vele verhuizingen en grote veranderingen waren, zeer tegen zijn zin, zijn deel.
Maar sinds we in Rotterdam woonden, mocht hij die kuren lekker buiten uitvechten.
En dat deed hij. In Rotterdam werd hij al snel de buurt-terror-poes. Een infame naam die hij de eerste jaren in Almere hoog hield.
En ook Colette, ons vervelende knuffelige poesje, moest het dagelijks meerdere malen ontgelden.
Bij controle bij de dierenarts bleek dat Claus iets had met zijn schildklier, en dat hij zich daarom zo onhebbelijk zou gedragen. Maar een pilletje zou uitkomst bieden.
Nououou, daar heb ik zo mijn mening over.
Stel je voor dat je een chagerijnige, zeikende (en toen nog) lenige en behoorlijk slimme kater een pil moet geven. Ik zag mezelf al dagelijks met pleisters, verbanden en hechtdraad rondlopen omdat het beest twee keer per dag een pil moest.
Maar dat lukte wonderwel.
Ilse gaf en geeft de voorkeur aan zo'n easypill. Een soort van kneedbaar snoepje waarin je die pil kan verstoppen. 90% van de keren gaat dat goed. Na een paar jaar (Claus wordt oud). Ik geef de voorkeur aan de klassieke nekklem pil in zijn strot rammen en bekkie dicht drukken.
Maar mooi dat Claus er geen vriendelijker dier van is geworden. Zijn schildklier is goed, met dank aan de pillen. Maar het is en blijft gewoon een humeurig kreng.
Claus wordt oud. Dat doet hij al een poosje. Maar de laatste tijd komt hij steeds vaker gehavend en gewond uit de strijd.
Andere katten lijken hem steeds meer de baas te worden, en inmiddels zijn we vaker bij de dierenarts om zijn verwondingen te laten behandelen dan voor een herhaalrecept van de voorgenoemde pillen.
De laatste keer was het ook weer bal.
Een enorme jaap in zijn nek. Dik, opgezwollen, pussig. En Claus was groggy.
Dus maar weer naar de dierenarts, voor de zoveelste antibioticakuur, een middeltje tegen de jeuk en ga zo maar door.
We besloten om hem binnen te houden. In elk geval tot de verwondingen genezen waren.
En dat binnenhouden, was uiteraard zeer tegen zijn zin.
Maar wel voor zijn eigen bestwil.
We gingen eens bedenken hoe we het beest binnen konden houden. Talloze opties, van extreem onhandig tot extreem duur en alles ertussen in hebben we de revue laten passeren.
Uiteindelijk vonden we bij een ijzerwarenwinkel een betaalbare optie die ons het ei van Columbus leek: anti-inbraakspikes voor op of tegen muren en schuttingen.
Van de week dus aan het schroeven gegaan. De hele tuin hebben we voorzien van die strips. Want, zo kwaakte de verpakking ons in stoere, neonletters toe: óók geschikt voor huisdieren.
Ja, maar dat was buiten de waard gerekend van een slimme en gefrustreerde kater, die per sé zijn strooptochten door de wijk moet maken.
Want daags na het installeren van alle "cat-proof" spullen, lieten we met een gerust hart ons oude vriendje de tuin in. Om nog geen 20 minuten later toe te zien hoe hij op de een of andere manier erin geslaagd was om op het dak van de berging te klauteren.
En als een soort van extra middelvinger, sproeide hij nog even in mijn richting om vervolgens de kuierlatten te nemen.
Goed, een gehavende kater is 1 ding. Ik ben nu maar gewoon geneigd om de natuur zijn gang te laten gaan en het dier dan maar af en toe met wat halen over zijn lijf naar de dierenarts te brengen. Ten slotte: hij wordt in de wijk ook wel schandalig verwend door iedereen die hem koekjes geeft, en iedereen die hem binnenlaat om daar de voerbak van kat en hond eens lustig leeg te vreten.

Het WK. Voetbal. In Qatar. Nederland heeft al gespeeld en ik geloof dat ze niet eens gelijk gespeeld hebben.
Maar om me heen hoor ik vooral dat het "niet leeft".
In ons huis sowieso niet. Persoonlijk word ik al moe als ik er aan moet denken.
Misschien ook wel omdat zelfs de grootste fans toch enigszins ongemakkelijk worden bij het idee dat dat WK alleen maar mogelijk werd, doordat er onnoemelijk veel menselijk leed aan te pas kwam om het tot stand te brengen. Dwangarbeid, slavenarbeid, dodelijke slachtoffers. Met dank aan die arme drommels, (letterlijk en figuurlijk) is een nationaal elftal ter waarde van vele miljoenen in staat om 90 minuten en een beetje hun kunstje te laten zien.
Maar ja. Wat maakt het uit. Zolang de FIFA maar zijn centen krijgt, maakt het niet uit of er een paar dooien vallen. Of de mensen die het mogelijk maken, zelfs maar recht hebben op een basale, menswaardige compensatie voor hun werk.
Want nee, de FIFA kan zich niet bezig houden met mensenrechten.
Tja, dan geef je ook wel aan waar je staat met je bondje. En elk meespelend team hetzelfde.
En terwijl Virgil van Dijk over een paar weken weer lekker in zijn dikke auto stapt, stapt de dwangarbeider in... Oh nee, als die het al zonder ellende overleefd heeft, heeft die er zeker geen auto aan over gehouden.
Dus nee, bij mij leeft het ook niet zo, moet ik bekennen.
Maakt het dan nog uit wat voor bandje een team draagt? Ik lees vele verontwaardigde reacties dat een team, of dat walgelijke FIFA bondje weer eens een verbod op een of ander mensenrechten bandje heeft gelegd.
Maar kom op: Als de rechten van welk mens dan ook, zo godsgeklaagd genegeerd worden om zo'n kampioenschap te organiseren, maak je mij niet wijs dat het dragen van een of ander mensenrechtenbandje niet gewoon vreselijk uit de klauwen gierend hypocriet zou zijn. Ik geef ze daarin dan groot gelijk. Gewoon spelen. En voor dat salaris niet verliezen. En wegwezen. Vol schaamte, dat je lid bent van een of ander voetbalbondje dat een mensenleven als totaal waardeloos kan bestempelen.

En dan weer over dat kleine stukje communicatie.
Het toetje is bij ons, zoals in veel gezinnen een dingetje.
Meestal krijgt onze kleine draak een toetje als we vinden dat het bord voldoende is leeg gegeten. Dit omdat noch Ilse, noch ik erg goed in staat zijn om goed te portioneren.
En indien niet voorradig, helaas voor ons allen: geen toetje.
Ongewild zijn wij nu dus bezig om dat kind van ons iets te vroeg te leren om te onderhandelen.
Hoeveel hapjes.
Wat moet ik nog?
Etc. Etc. Etc.
Van de week was het zo'n dag.
Voor de verandering had ik dus voor 3 man een toetje gehaald. Een pak vanillevla. En wat lekkers voor erop, omdat vanillevla nu eenmaal vanillevla is. Weinig opwindend. Weinig opwekkend. Maar met een handje van dit en een paar van dat, verandert zo'n bakje kleffe brij al gauw tot iets waar we alle drie wel van kunnen kwijlen.
Ja, alle drie.
Maar ik vond dat Jente wel een toetje verdiend had. Ze had haar bord goed leeg en zo vroeg ik haar of ze een toetje bliefde.
Uiteraard. Welk kind blieft er geen toetje?
En hier volgt een compleet blanco moment.




[Bovenstaande paar regels dus blanco, om aan te geven hoe blanco dat moment was in mijn brein].

Ik zette de toetjes voor mij en Jente neer, en nadat we klaar waren, toog ik naar buiten voor mijn na-maaltijdse sigaret.
Bijna klaar met die peuk, hoorde ik wat gerammel uit de keuken, en toen ik binnenkwam zag ik Ilse op de bank zitten. Verwoed slurpend en knagend uit iets dat op musli met vanillevla leek.
Dus ik zei haar, dat als ze toch een toetje had gewild, ik dat met liefde voor haar gemaakt zou hebben.
Blijkt dus dat ik op een eerder moment een complete conversatie daarover totaal gewist heb uit mijn werkgeheugen.
Want volgens Ilse had ik haar wel degelijk gevraagd of zij ook een toetje wilde. Ik had wel degelijk haar instemming gehoord. En vervolgens dus tot haar verbijstering er totaal niks mee gedaan.
Terwijl ik dus op geen enkel moment een actieve herinnering heb gehad aan dat hele gesprek. Gewoon niet. Zo blanco als blanco regels van een maagdelijk blogvel op mijn pc.
Ik snap nu waarom vrouwen denken dat mannen nooit luisteren. Dat klopt ook gewoon.
Maar niet opzettelijk.

Goed. Dit alles geschreven hebbende, ga ik maar weer eens een weekendje werken. Lekker de late dienst in. Jammer dat mijn lichaam vanmorgen vond dat ik toch om 0550 wakker moest zijn. Wordt een lange dag zo.
Ik wens ieder een prettig weekend toe.

vrijdag 18 november 2022

Landelijke en persoonlijke beslommeringen.

 Zoals ik al zei: het is weer die tijd van het jaar: kerst komt eraan. En dan eerst nog Sinterklaas. En elk jaar denk ik dat het hypere van Sinterklaas bij zo'n opgroeiend kind minder zal worden. Elk jaar heb ik het mis. Maar dat daargelaten.
Dit jaar was het hommeles met ouders en het sinterklaas journaal, want die inmiddels overrijpe pakjesboot is eindelijk eens gezonken. Tijd voor een nieuwe.
En omdat die pakjesboot gezonken is, kwam die goeie ouwe Klaas met het vliegtuig.
Ja, lieve mensen: hij kwam met het VLIEGTUIG!!!1!11!1one!
Nog geen week na het uit de klauwen geëscaleerde partijtje van groenepies en uitstervensrebellie, kwam Klaas aan met een vliegtuig. En daar moest over gelamenteerd worden.
De schande.
De ramp.
Hoe konden ze.
Niemand van die groene beeldenstormers die zich druk maakte over een afgezonken schuit, en het feit dat er binnen een dag al een nieuwe, zwaar vervuilende, kolen gestookte stoomboot op die goeie ouwe Klaas lag te wachten. Nee, wat voor signaal geef je af als die ouwe Klaas met een vliegtuig komt. Ach en wee.
Ik moest erom grijnzen. Grijnzen omdat ik toevallig weet wat een milieuvervuilende plastic-troep die groene beeldenstormers achter laten, maar wel lopen te jammeren over een (zelfs voor een leek zichtbaar) nep vliegtuig op tv waarin onze goeie ouwe Sint aan komt waaien. Compleet, totaal, onomkeerbaar van de pot gerukt, die lieden.
Mijn grijns werd breder toen de vlag op het Sinterklaas huis omgekeerd gehesen werd, en dat men erachter kwam dat het de verkeerde vlag was. Puik werk van de redactie. Goedbedoelde sneren. Net als dat de verstrekker van de vlag, de buurman, een boer zou zijn.
Ik hoop dat die figuren van boerenverdedigingsmacht meer humor hebben dan die figuren van viruswaanzin. Ik hoop het echt, want ik vrees stiekem dat die geestige zielen van de redactie van het sinterklaasjournaal straks ook bedreigingen te verwerken krijgen.
Persoonlijk heb ik genoten van alle goedaardige sneren naar pakketbezorgers, Schiphol, boeren, (klimaat)wappies en andere entiteiten.

Juni 2012.
Mijn moeder ging hemelen, en ik kocht een laptop, want in alle consternatie stierf de vorige (ja moeders dood, dan de laptop ook maar. Praktisch ook, als je veel van dat soort zaken maar via de computer moet regelen).  En de vers (te goedkoop) aangeschafte tablet (leek me toen praktisch omdat ik in Limburg geen laptop/computer met internet had, en dus een tablet wel via mijn telefoon met internet zou kunnen verbinden (u raadt het al: never happened)) heb ik na een week al de deur gewezen, en zaken regelen met een toen nog veel minder intelligente smartphone was ook geen doen.
Ik kocht betrekkelijk goedkoop een Acer. Volgens mij geen a-merk. Maar inmiddels zijn we dus dik 10 jaar en een beetje verder, en begint deze laptop zo langzamerhand duidelijk te maken dat hij dan weliswaar nog niet dood is, maar dat dat niet heel lang meer zal duren.
De lijst met gebreken begint absurde proporties aan te nemen.
Het enige waar het ding nog geschikt voor is, is het typen van deze blogs, en het doen van zaken die ik echt op geen enkele manier op en uit mijn telefoon getoverd krijg.
Maar de eerlijkheid gebiedt me te melden dat dat in 90% van de gevallen ook niet op deze pc lukt, omdat die te langzaam is of te dom geworden. En mijn eigen gebrek aan inzicht en geduld.
10 jaar en een flink beetje is behoorlijk oud voor een laptop. Zo niet bejaard.
We hebben meer laptops in huis, die net zo oud, en in elk geval niet beter zijn. En al een hele poos zijn Ilse en ik aan het bedenken wat we willen. Hoeft voor mij niet kleiner. Want met tikken van deze schrijfsels, is het handig om iets van beeldscherm en toetsenbord te hebben.
Groter ook niet, ik wil per definitie geen kast in mijn huis. Ik vind dat lelijk en ontsierend in onze toch al Jan Steense woonkamer. En los van dat ik het lelijk vind, is zo'n kast ook gewoon een vreselijke sta in de weg en zie ik al gebeuren dat ik er per ongeluk met de stofzuiger tegenaan ros, waardoor ik alle componenten met de AEG de stofzuigerzak in jaag.
Ilse wil iets met foto's kunnen. Ik wil hoofdzakelijk een ding dat zonder te zeiken doet wat ik zeg. En niet zoals de huidige, zelfstandig en enthousiast zich ontdoet van zijn toetsen, voor zover dat toetsenbord nog functioneert (vandaar dat er een los toetsenbord bij zit, omdat het eigen toetsenbord een soort van zombie is geworden, die te pas en te onpas dingen doet, waarvan ik niet wil dat ze gebeuren, zoals het willekeurig weg schieten van toetsen, of (wat ook heel vervelend is) tijdens het typen ineens random allemaal e's en m'men op je blanco blogvel laten verschijnen).
Dus heeeeeeeeeeel erg langzaam beginnen we met een behoedzame zoektocht naar een laptop, waarbij we laveren tussen ultiem en prompt gebruiksgemak (iets met mijn geduld) en fijne opties. En voor ons beiden geldt: het moet wel een laptop van schokbeton zijn, want ik sta nu eenmaal weinig bekend om mijn engelengeduld als ik iets niet begrijp, of het ding doet niet meteen wat ik wil zodat ik weer ga schelden op dure apparatuur die door mijn eigen onkunde faalt. En Ilse is natuurlijk niet bovengemiddeld subtiel.
Wellicht dat we dus over nog eens 10 jaar een keuze hebben gemaakt.

Goed. Een aantal jaren geleden kocht ik een auto waarvan ik zou zweren dat het de slechtste auto was die ik ooit van het illustere merk Citroën kocht.
Dat is nog steeds zo, maar inmiddels rij ik in een auto die een verdomd zekere tweede plaats in beslag neemt.
Die was tijdelijk, want ik was de lol in het hobby'en met auto's een beetje kwijt, ondanks de motivering die ik van mijn vriendjes kreeg en krijg.
Ik kocht als tijdelijke auto een soort van omgevallen paasei op wielen, tot ik er over uit was wat ik dan wel zou willen. Hoe ik mijn hobby dan vorm ging geven.
En tot mijn verbazing bleek het een auto te zijn, die ondanks zijn wat bezopen uiterlijk (Xsara Picasso, google maar eens) toch behoorlijk comfortabel rijdt en veel laadvermogen heeft, en ons comfortabel naar Frankrijk op vakantie bracht.
Voor mij was dat voldoende. Als hij de APK zou halen, mocht hij nog een jaartje mee, maar anders was het mij ook wel best, zolang ik er maar geen kosten aan zou hebben.
En mogelijk heeft dat hondenhok op wielen toch iets van een wraakzuchtige ziel, want de laatste weken begon het kreng steeds meer moeite te krijgen met het binnenhouden van zijn olie (gelukkig geen lekplekken op straat, maar ergens vreet hij het op), vindt hij dat zijn kathalisator te oud is en begint hij meer benzine te slurpen per kilometer dan Max Verstappen er in een weekendje racen doorheen jaagt. Dat alleen al was reden tot fronsende wenkbrauwen, maar soit.
Van de week begon het ding ineens geluiden te produceren waar ik serieus even van dacht dat de motor op zou stijgen, met achterlating van de rest. Een kabaal uit dat vooronder alsof er in plaats van olie zaagsel in het blok zit. En de "heuveltjes" tussen Almere en Schiphol, bleken dusdanig steil te zijn, dat ik de 100 kilometer niet meer aan kon tikken. Doodeng. En sowieso. Van 0-100 km/u bleek ineens niet meer meetbaar in seconden, maar in uren.
Dus dat hondenhok gaat zo spoedig mogelijk de pers in. Wat mij verkocht werd als een auto van een pietje precies qua onderhoud, lijkt meer op een auto van een pietje precies qua besparing op onderhoud.
En laat Ilse nu in het bezit zijn van een uitermate leuke C3 (een soort van baby-blauw bolhoedje) net als die waar ik tot 2012 enorm veel genoeglijke en comfortabele kilometers in maakte.
En we kunnen het lijden om tijdelijk maar 1 auto te hebben. In elk geval voorlopig, tot ik een leuke C3 voor mezelf vind.
Vooral omdat er nog steeds een toilet-renovatie wacht, en ook onze groepenkast moet uitgebreid worden, of in elk geval even netjes geordend. Want dat blijkt ook nog geen heldere zaak, voor wat ons gebruikers betreft. Dus luxeproblemen worden gewoon opgelost door rijdende ellende naar de sloop te brengen. Zo makkelijk kan het wezen.

Hoe dan ook: dit geschreven hebbende, wens ik eenieder een prettig weekend.




vrijdag 11 november 2022

Gedonderjaag.

 Het moest er natuurlijk eens van komen: ik ben op mijn werk gekiekt. Groenevrede en Uitstervensrebellie vonden het nodig om op mijn werk te gaan lopen demonstreren.
En ergens, heel ver weg, zonder alle media-framing en vooringenomen standpunten, wil ik best toegeven: ze hebben een punt.
Het is overigens niet zo dat dit nieuw is, lijkt me, ik heb dit vaker geschreven: we moeten echt eens wat beter voor onze aarde zorgen.
Maar dat allemaal daar gelaten: ik kreeg samen met wat collega's de opdracht om de mensen die uiteindelijk op moesten krassen, ook daadwerkelijk op te laten krassen. Hoppetee allemaal in de bus en naar de diverse locaties rijden.
Ik moet bekennen: ik heb me kostelijk vermaakt, ik zat er dicht op. Zó dicht dat mijn wenkbrauwen zich achterover richting mijn kont draaiden van verbijstering over de grote hoeveelheid halve waarheden die er verkondigd worden, en over het onuitputtelijke zelfmedelijden dat sommigen van de voorgenoemde, zelfverklaarde strijders hadden.
Waar ik het allermeest om moest lachen was wel dat die mensen steen en been klaagden over het feit dat ze anderhalf uur moesten wachten in een lekker warme, comfortabele bus.
Eerst liggen ze uren achtereen op een koude, betonnen platform, geketend aan een vliegtuig. En ingepakt in van die milieu-onvriendelijke thermo-plastic wegwerp folies tegen de kou.
En dan mogen ze lekker in mijn warme bus tot rust komen, is het ineens te moeilijk om daar eventjes te moeten wachten tot duidelijk is waar ze naar toe moeten gaan. Nee, 12 uur in de kou is appeltje-eitje, maar 1,5 uur in een warme bus: een mensonterende hel!!11!!!1!1one!
Nou poepoe.
Er werd ook gezeurd over het feit dat ze geen eten of drinken kregen. Dat kregen ze wel. Oke: toegegeven, het was dan niet veganistisch, halal, koosjer, rauw, holistisch, woke, of humanistisch, maar ze kregen eten.
En voor zover ze het niet kregen: ik kan u vertellen dat toen die mensen mijn bus verlieten, ze een teringzooi aan etensresten en verpakkingen (jazeker: van die milieuvervuilende plastikken wikkels, bakjes, dekseltjes, bekertjes en zo) achter lieten. Dus tot zover de morele waarde van zulke milieustrijders: de milieuverontreinigende plastic zooi, werd gewoon achter gelaten voor de eerlijke vinder.
Hoewel ik ook een ploeg naar elders te vervoeren kreeg, welke zeer beschaafd en erudiet waren. Die na afloop van de rit me bedankten, en in waren voor een vriendelijk praatje.
Ik stond even met de dienstdoende motorbegeleider te praten over de volgende ritten en stappen, toen een van deze lieve doch onmiskenbaar geitenwollensokken dragers op mij af stapte met de vraag of ik hem voor 10 euro weer mee terug kon nemen, omdat deze rit volgens hem juridisch niet mocht. Dát was even "off-guard". Die zag ik niet aankomen, en de begeleider evenmin. We keken elkaar even totaal blanco aan, en moesten toch wel een beetje grinniken.
Verder was het veel wachten, en me verbazen over de inventiviteit van alle betrokkenen, aan alle kanten van het spectrum.
En daar werd ik dus op de foto gezet, waarbij de tekst op mijn bus nogal opviel: die luidde namelijk: "airside tour". En ik kan u verzekeren: hoewel het op dat moment een komische, en wellicht wat cynische aanduiding was: ik had er bij het begin van mijn dienst geen seconde aan gedacht om zelfs maar te kijken naar die tekst. Ik start mijn bus op, check of alles het doet en ik meld me in dienst om ritten te gaan rijden. Tekst komt vaak zelfs niet in me op, zozeer ben ik gewend aan het feit dat ik met die lijnfilm verder niks hoef te doen. En ik kon bij aanvang van mijn dienst niet vermoeden welke taak ik kreeg. Dus misschien wat onhandig. Misschien cynisch. Misschien voor betrokkenen niet echt leuk. Mea Culpa.
Zoals ik al aangaf: ik ben gekiekt. En niet door het demonstranten-volk om aan te tonen hoe kwaadaardig alle anderen zijn, en hoe vreedzaam, schoon en lief en zacht zij zijn. Nee ik werd door iemand van de KMAR gekiekt terwijl ik schuin naar achter zit te wijzen in de richting van een hunner collega's. Dat zat zo: ik kreeg de opdracht om door te rijden, en de man die mij die opdracht gaf, keek mij verwachtingsvol aan. Ik keek even verwachtingsvol terug.
Hij [glimlachend]:...
Ik [glimlachend]:....
Hij [glimlachend]:....
Ik [glimlachend]:.... Ja, zou u dan misschien met uw hoofd uit mijn spiegel willen gaan, anders rij ik over die fietsende bende heen, en dat geeft meer troep en rompslomp dan u en ik op zitten te wachten.
Hij [breed grijnzend]: ja, die rompslomp willen we allemaal niet. Sorry man.
En tijdens dat ouwe-jongens-krentenbrood-onderonsje kiekte de twitterman van de kmar ons.
Ook een manier om je werk-weekend te beginnen. Het duurde lang. En het had wellicht wat soepeler kunnen gaan allemaal, maar ergens heb ik me toch wel vermaakt.

Dat vermaak ging verder, toen Ilse en ik ons jaarlijkse rondje door het tuincentrum maakten. Dit is een soort van traditie geworden. Elk jaar, als de kerstmarkt er zijn intrede doet, gaan wij struinen naar een of meerdere nieuwe, glazen versierselen voor in de nog aan te schaffen boom.
Een boom waarover (net als met onze gewezen caravan en onze gewezen tent) jaarlijks weer discussie is. Moeten we een voor dat doel gekweekte boom kopen. Een echte met of zonder kluit, of kopen we eenmalig een dure nepboom, die vanuit China met boot of vliegtuig ingevlogen moet worden, en op die manier middels zijn productieproces niet denderend is voor het milieu. Pro de nepboom is dat het een eenmalige belasting is, contra is dat we het ding dan ook ergens op moeten bergen, nadat we het vloekend en tierend uit elkaar hebben gehaald, wat daarom dus ook langer duurt dan wenselijk en Ilse me er elk half jaar aan moet herinneren dat dat klereding nog weg gehaald moet. En dat heb je met een echte niet. Dan ben je dat gestrooi met die naalden zat, en bovendien komen de buurtkinderen langs om een centje te verdienen met het afslepen van bomen. Heeft ook wel wat.
Tot nu toe wint mijn sentimentele ziel het, want ik vind een lelijke, kromme, echte boom nog altijd veel charmanter dan een perfect geproportioneerde, steriel geurende en uit zijn takken kijkende Chinese nepboom.
En jaarlijks lopen we ons te vergapen aan de werkelijk walgelijke kitsch waarvan men hoopt dat wij het kopen en in onze nog nader te bepalen boom hangen.
Walgelijke kersttaferelen uit de Alpen, versieringen waar je als je geen ADHD hebt, het ervan krijgt. En het ene elektronische kerstdeuntje nog valser dan het andere. 
Maar dan ook ineens een waanzinnig toffe, glazen kerstman-piek die je boven op de boom kan zetten door de top van de boom in zijn reet te schuiven.
U raadt het al: ik ga de rest van het jaar lamenteren over het feit dat ik die niet gekocht heb, maar een ongelukje zit in een klein hoekje, dus wellicht volgend jaar...
En omdat tegenover het tuincentrum een worstenman zit die de meest lekkere en exquise worsten verkoopt, koop ik jaarlijks en dus veel te weinig intens lekkere worsten.
Een leuk extraatje aan ons ludieke uitje voor ballen. En natuurlijk dat ik maar eens moet toegeven dat ik de periode naar kerst en kerst gewoon erg fijn vind, zo met mijn gezin.

Dit geschreven hebbende, wens ik u allen een goed weekend.








vrijdag 4 november 2022

Opbouwen, opbouwen en afbreken.

 Ik was dus bezig met een vitrinekastje voor mijn kleine draakje. Belofte maakt schuld.
Omdat ik nu eenmaal mezelf ben, heb ik mezelf tijdens het bouwen weer lekker in de weg gezeten. Kostte me uiteindelijk twee acrylplaten, omdat ik de eerste vernaggelde door de verkeerde lijm veel te kwistig te gebruiken. De tweede onderging eenzelfde lot, maar dan doordat ik te enthousiast begon met snijden. En pas achteraf nadacht over hoe ik dat dan het beste kon verwerken.
Maar....
Ik ben nu op het punt gekomen dat ik de vitrine ook daadwerkelijk een vitrine kan noemen.
Het gekke is: ik kan prima een kast in elkaar zetten. Maar telkens loop ik tegen de deur. Figuurlijk dus. Ik wil het te mooi maken. En zelfs als ik mezelf opleg om het zo simpel mogelijk te maken, vind ik mezelf uiteindelijk dus terug in een proces dat helemaal niks meer met simpelheid te maken heeft.
Integendeel.
Ook deze kast in wording heeft flink wat blasfemie over zich heen gehad, maar omdat er nog diverse meisjesachtige kleuren overheen gekwast gaan worden, ga ik er vanuit dat de poriën zich wel sluiten en dat de blasfemie in het hout trekt. Ja, of ik zou een afspraak moeten regelen met een trauma-psycholoog, gespecialiseerd in houten kasten.
Of zo.
Maar toch: wel weer een leuk projectje (voor mij is schelden en vloeken niet iets dat een projectje meteen tot hels bombardeert). En ik heb voor het deurtje ook al een heel mooi deurknopje/deurgreepje gemaakt.
Ilse kwam ooit eens thuis met 2 edelstenen, geslepen in de vorm van een hartje. Voor mij een van Lapis Lazuli (en bijgelovig als ik ben, heb ik die als geluksbrenger gelijk in mijn portemonnee gestopt) en voor Jente een van Rozequarts. (En ondanks dat het roze is, was haar enthousiasme niet denderend genoeg om er nu de waarde heel erg van in te zien, anders dan dat het leuk en roze en een hartje was).
U raadt het al: ik hoop dat Jente niet uitzinnig van razernij wordt, als ze ontdekt wat ik met dat edelstenen hartje heb gedaan.

Ongeveer 8 dagen geleden ben ik dus als instructeur begonnen op de werkvloer. En ik moet bekennen: ik vind het serieus heel erg leuk.
Het was wél heel erg wennen om weer eens les te geven. Toen ik op het platform begon, leverde ik daar mijn zeer bescheiden lespraktijkje voor in, en ik vroeg me anno 2022, dus na dik 4 jaar, af of ik het nog wel in me zou hebben.
De kennisoverdracht is ongeveer hetzelfde gebleven.
Maar daar waar ik bij muziekles een leerling maanden, zo geen jaren onder mijn hoede had, heb ik hier maar zeer beperkt de tijd om alle kennis die ik heb over een leerling uit te storten. En met mijn eigen ervaring nog redelijk vers in mijn geheugen, zie ik enigszins vermaakt de verwilderdheid en de "OMGWTFBBQ" uitdrukking op het gezicht van mijn toekomstige collega.
Het komt op zich wel goed, ten slotte is het met mij ook goed gekomen, maar de verbijstering over alle procedures, do's en don't's en de nabijheid van die gierende en bulderende apparaten, zijn haast tastbaar.
En er zijn natuurlijk wel meer verschillen tussen instructie op het platform en muziekles, en ik hoop maar dat mijn uitleg dusdanig blijft hangen, dat ik binnenkort mijn eerste leerling op het platform af kan leveren.
Wat ik persoonlijk erg lastig vind, is het "goede voorbeeld geven". 
Ik ben namelijk nogal nonchalant van aard, en dat in combinatie met ADHD, levert zonder dat ik als instructeur door het leven ga, al vaak zat tot achter in de nekrol opgetrokken wenkbrauwen van collega's op.
Ach, ik probeer er dan maar mee weg te komen dat ook iets als "zo moet het niet" een goed voorbeeld is. Zeg maar een soort van foto-negatief.

In mijn roerige verleden, nog niet zo gek ver terug, opende ik een Twitter-account. Om het direct te vergeten. Nog iets minder ver terug, leek het me aardig om een Twitter-account te openen. Hetgeen ik deed, en toen tot de conclusie kwam dat ik er al één had. En nooit gebruikte. Dat nieuwe account staat tot op heden ook op exact 0 tweets van mij. Ik heb mijn blog en gezichtsboek en dat vind ik genoeg.
Met weinig verbazing volg ik de strapatsen van meneer Musk.
Meneer Musk, dat mannetje van de Tesla, heeft twitter opgekocht, de top van twitter ontslagen, en kondigde tussen neus en lippen door dat er nog eens 7500 mensen op mogen rotten.
Als je dan een mail op je werk-adres krijgt, mag je blijven. Als je een mail op je prive-adres krijgt, ben je de lul en geen werknemer meer.
Lekker persoonlijk ook. En laf. Kom dan de mensen die je op wil laten rotten onder ogen, maar dat zal meneer Musk niet durven.
Voorts is hij van plan om mensen een "geverifiëerd account" op te dringen, middels betaling van 8 dollar per maand of zo. En dat zou dan meteen een invloed hebben op de eeuwige advertenties die je te zien krijgt. Waardoor niet alleen medewerkers en gebruikers woest aan het twitteren geslagen zijn, maar ook adverteerders krijgen het spaans benauwd.
Maar om het geheel weer op het rechte pad te krijgen, zijn er offers nodig, volgens meneer Musk.
Goed, wat dat rechte pad dan is, is tot op heden onduidelijk, maar op zich zou ik het geen probleem vinden om voor mijn facebook-account een paar euro te betalen, als ik daarmee geen stompzinnige advertenties meer te zien krijg.
Want laten we wel wezen: zoiets als Facebook en Twitter zijn voor de gebruikers gratis. De inkomsten komen van adverteerders. Die daarvoor terecht vinden dat ze met hun tyfuszooi wel zichtbaar dienen te zijn. Dat is de keerzijde van dat gratis platform. Dus dat een lidmaatschap van een platform geld zou moeten gaan kosten, is na het zien van de zoveelste vacature-advertentie waarin teveel verantwoordelijkheid voor te weinig salaris gepromoot wordt als toffe baan, ineens helemaal zo gek niet.
Blijft overeind dat ik meneer Musk een misselijk mannetje vind, en ik dus geen zin heb om nu nog mijn account(s) tot leven te wekken. Integendeel zelfs. Als je zó Amerikaans met mensen omgaat, heb je in mijn ogen geen account van me verdiend. En ja, dat gezegd hebbende, realiseer ik me dat Facebook geen haar beter is.
Ach, misschien moeten we dat hele digitale leven maar eens vaarwel zeggen en gewoon weer ouderwets in real life met elkaar gaan kletsen.

Dit alles maar weer geschreven, wens ik eenieder een goed weekend. Ik sluit vanavond mijn weekend af met een paar kruidnoten.




Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...