Inmiddels 9 jaar geleden voegden wij ons bij het clubje van bevoorrechte lieden die een huis kon kopen.
En zeker in de tegenwoordige tijd, is dat geen vanzelfsprekendheid. Met de prijsstijgingen van de laatste jaren is het bij verjaardagsborrels niet eens meer interessant om over de 1,5 tot 2 ton waardevermeerdering te praten. Niet in het minst omdat je er niks aan hebt. Voor die waardestijging koop ik alsnog niet gek veel meer dan een camper zonder wielen, dus voorlopig zitten we goed.
Ons huisje heeft op zich best wel wat gekkigheidjes, door vorige eigenaren voor ons achter gelaten.
Een van die zaken betreft de elektra, iets waar we toch met enige regelmaat mee geconfronteerd worden.
Zo vond de vorige eigenaar een enkel telefoondraadje naar boven, om daarmee zowel zijn wasdroger als wasmachine mee te koppelen, meer dan voldoende.
Dat leidde bij ons bijna tot vurige hitte.
Oplossen dan maar.
Toen wilden we een nieuwe keuken. Bleek de groepenkast één grote bende van niet bij elkaar passende zaken te zijn. Onoverzichtelijk, en totaal onlogisch ingedeeld.
Oplossen dan maar.
Dat lijkt te werken.
Maar dan zijn we er nog niet.
Diverse zaken als lampen (zowel buiten als binnen) geven het op, om de meest uiteenlopende redenen.
Ik overdrijf een klein beetje als ik stel dat onze vaste elektricien inmiddels tot de kring der intimi behoort.
Onze badkamer was de laatste ontdekking in de rij van vele verrassingen.
We wilden er namelijk een stopcontact, want om de een of andere reden was die er niet in de badkamer.
Omdat onze elektriciën (vanaf nu EIEO) enorm druk is, zelf maar geprobeerd om te kijken wat we konden verzinnen.
We hebben 2 lampen met twee knoppen in de badkamer. Fijn. Veel licht. Met je nog slaapdronken hersens gelijk een ochtendhumeur omdat je je doorgeslapen en/of doorgelopen kop wel erg helder in de spiegel op ziet doemen.
We wilden dus beide lampen op 1 schakelaar, met daarnaast een stopcontact. Ja, dat moet kunnen, volgens vriendjes die kennis van zaken hebben.
Maar hoe we ook zochten, we misten pertinent één blauwe draad. Gewoon niet te vinden.
EIEO maar om raad gevraagd. Ja, die was nog druk, maar als we dat goed vonden, zou hij tussendoor wel even snel kunnen komen, het klonk dan ook als een relatief klein klusje.
Dat tussendoor even snel, bleek veel rapper dan we dachten, en van de week stond hij voor de deur. We legden uit wat we wilden, en zonder veel woorden eraan vuil te maken, ging de man aan de slag.
Mooi dat ook hij de blauwe draad niet vinden kon. Hoe die ene lamp functioneerde, was hem volstrekt onduidelijk, maar die blauwe draad was zoek. Ja, hij was ergens, anders zou het heel donker zijn in de badkamer, maar hij was niet daar waar die zou moeten zijn, als je de regels van de logica zou volgen.
Uiteindelijk heeft de beste man dik 1,5 uur tussendoor staan zoeken naar de oplossing van de zoveelste elektrische kneuzen-puzzel van ons huis, en even leek het erop dat het eindresultaat bevredigend was.
Helaas, toen Ilse haar föhn wilde gebruiken in ons verse, nieuwe stopcontact, bleek er veel te kunnen. Maar niet dat. Bij het aanzetten van de föhn gingen de lampen ook aan, en bij het wisselen van hittestand op de föhn kon je de lampen dimmen.
Gelukkig is onze elektromeneer niet van gisteren, en kwam hij terug om de zaken nogmaals goed door te nemen. De puzzel bleek toch wat groter. Uiteindelijk besloten om een heel ander idee maar door te voeren. Wél een stopcontact, maar op een andere plaats. Ten slotte moet die badkamer toch ooit verbouwd worden, dus voor nu hoeft het ook nog geen überhippe optie te zijn.
Maar als ik er ooit achter kom welke kneus deze deuzige elektra ooit aan heeft gelegd, zet ik hem op een elektrische stoel, aangedreven door onze zonnepanelen, terwijl hij moet luisteren naar "baby shark".
Ik reis dus wel eens eerste klas. En niet omdat ik nu zo blasé ben dat ik me boven het volk verheven voel, maar vooral eigenlijk om niet al te zeer geconfronteerd te worden met mensen.
Je zou bijna zeggen dat ik introvert ben, maar dat is het niet eens. Ik vind de betrekkelijke rust gewoon lekker. Geen mensen die in grote drukte naast, op, aan of in me gaan zitten. Geen mensen die ondanks mijn (non)verbale afwezigheid toch tegen me gaan kakelen.
En dan (en dit met name in de intercities) het grotere zitcomfort van de stoelen. Ik vind het in mijn werkzame leven altijd erg fijn als ik gewaardeerd wordt, dus dan doe ik dat maar op deze manier. Van de werkgevers moet je niet al te veel verwachten, zo is mijn ervaring.
De eerste klas van de stoptreintjes, daar moet je niet teveel van verwachten. Er zijn twee merkjes: de ene, die het meeste rijdt tussen Schiphol en Almere, heeft een eerste klas die zich uitsluitend kenmerkt door een ander kleurtje op de bank. Want voor de rest is alles hetzelfde, en de zit is onbehoorlijk oncomfortabel.
Dan heb je een ander stoptreintje, waarbij het daadwerkelijk de moeite is om toch in eerste klas te zitten. Mijn bottige billen komen veel lekkerder tot zit in dat treintje. Fijn.
De goeie ouwe koploper (die al meegaat sinds ik nog maar een rondklotsend zaadcelletje was) heeft een mooie upgrade gehad, en die eerste klas is werkelijk prima. Zachte feautuils waarin ik lekker weg kan zakken en als ik niet oppas, Schiphol of Almere stomweg al soezend voorbij rij.
Maar ik schreef eerder al: er is dus een nieuwe trein aan het firmament. Niet zonder problemen, overigens, de deuren willen nogal eens muiten. Maar de eerste klas in die trein is niet minder dan fenomenaal te noemen. Breed, zacht, verstelbaar. Ik zou bijna mijn auto ervoor inruilen.
En ze hebben er verschillende soorten verlichting, zo leerde ik van de week.
Ik stapte in, zette me neer. Keek eens om me heen, genietend van het feit dat ik de enige was in die hele coupé.
En toen ik wat beter rondkeek, viel me op dat een deel van de verlichting rood was. Ik moest gniffelen. Rode leren feautuils, rode verlichting, het leek wel een hoerenkast op wielen.
De conducteur die mijn kaartje kwam knippen scannen, vroeg ik naar de achtergrond van die in mijn ogen toch wel curieuze keuze. Hij wist mij te vertellen dat elke "zone" zijn eigen kleur had.
Er was paars, dat was stilte-zone. Er was blauw, dat was de gewone zone. En er was rood. Dat was dan de "werk-zone". Mijn gegniffel ging over in een milde schater. Hoe verzin je het om een compleet rode coupé als "werk-zone" te betitelen. Of een werkzone een rode kleur te geven. Dat roept toch wat associaties op, zal ik maar zeggen.
Helaas was mijn werk-coupé gespeend van elke vrouwelijke vorm van bestaan, dus ik kon mijn associaties niet in de praktijk gebracht zien worden. (Uiteraard als toevallige passant, voor men denkt dat ik een of andere ordinaire hoerenloper ben).
De conducteur snapte niet echt wat ik zo grappig vond, en leek me eigenlijk ook wat te puriteins om verdere uitleg te geven. En dat op zich maakte het nog veel koddiger.
Ik stap volgende keer wél veel bewuster een "werkzone" van de NS binnen. Dat is zeker.
In de categorie Marnix' keukengepruts:
Ik had wel weer eens zin in een stoofpotje. En dan kun je nagenoeg alle kanten uit. Van Caraibisch (dank aan Jurino Ignacio, volg deze gozer, kan heel leuk vertellen hoe je de lekkerste (Antilliaanse) gerechten uit je pan tovert), naar oer-Hollands en alles ertussen of erbuiten.
Ik kwam niet zo lang geleden een Duits stoofpotje tegen, waar ik wel oren naar had, en dat ging gruwelijk mis.
Er is niks Duits meer aan, behalve de kartoffelen, die ik toch al over had, maar zelfs dat waren gewoon Opperdoezer aardappelen. Want voor de rest, is het eigenlijk een grote bende geworden.
Het begon er al mee dat ik het originele recept kwijt was geraakt, en dus in de winkel stond te bedenken wat er ook alweer in moest.
Uiteindelijk is dit het ingredienten-lijstje geworden:
Guanciale-blokjes (fout 1: dat is Italiaans, geen Duits).
1/2 Spaanse peper (fout 2, voordehand liggend).
700 gr Runderlappen.
2 uien
1 winterpeen
1 bol knoflook (volgens mij niet in het originele recept, en al helemaal geen bol)
2 eetlepels bloem
500 ml runderbouillon.
3-4 medium grote aardappelen. (Die stonden er wel op).
1 rode paprika (dit wordt link, zie latere uitleg).
1 gulle scheut azijn (wijn azijn, balsamico, ik had zelf kersenazijn uit Engeland, fout 3).
Oke, tot zover de ingredienten.
Ik begon met het op milde temperatuur los bakken van de guanciale blokjes. Laat het vet loskomen, en als de blokjes donkerbruin zijn, een kledder roomboter erbij.
Snij ondertussen de twee uien in grove halve ringen, en de tenen knoflook in stukjes. De halve (of hele als je van extreem pittig houdt) peper snij je in 2 of 4 stukken, en haal de zaden eruit. Als de guanciale lekker donkerbruin is, schep je die uit de pan, en doe je de ui en de knoflook erin om goudbruin te fruiten, samen met de peper.
Dan ga je aan de slag met het vlees. Ik wat meer dan een ander, want ik ben niet zo van al die vetrandjes, dus die snij ik weg. Het vlees zelf in grove stukken, die je met de bloem een goeie "coating" geeft.
Als de ui en knoflook goed goud zijn, gooi je het vlees in de pan en dat laat je lekker bruin bakken.
Is het vlees lekker bruin aan het worden, mik je de bouillon erover en laat je het 3 kwartier lekker pruttelen.
(Dat krijgt in de pan een bruin-grijze kleur, die niet heel denderend aantrekkelijk is maar maak je geen zorgen, dat kan geen kwaad, het wordt vanzelf bruiner).
Ondertussen maak je je even kwaad op de wortel, want die moet in stukken, samen met de aardappel en de paprika.
Als het vlees 3 kwartier heeft staan sudderen, gooi je de wortel, aardappel en paprika erbij en laat je het nog lekker 3 kwartier op hetzelfde lage standje doorpruttelen.
Nu het gevaar: die rode, Spaanse peper, is misschien voor sommige mensen wat te heftig. En die kun je er dan uitvissen, als die zijn werk heeft gedaan. Maar dat moet je dan doen vóór je de paprika toevoegt, anders zou je ze misschien niet meer herkennen als zodanig. En loop je het risico dat je een hele hete hap achter je huig probeert te duwen, terwijl je eigenlijk een stukkie paprika verwachtte. Dit is dus allemaal redelijk optioneel.
Ja, en wat was nu precies het hele achterliggende plan met die azijn? Geen flauw benul. Ik las ooit ergens dat azijn gebruikt wordt om het vlees in draadjes uit elkaar te laten vallen. Dat was niet helemaal mijn opzet, maar ik heb het er maar gewoon doorheen gedaan, vlak nadat ik de bouillon toevoegde. En aangezien ik geen andere azijn in huis had dan schoonmaakazijn (leek me niet geschikt) of de Engelse kersenazijn, deed ik dat maar. Je zou het ook kunnen laten.
Oh, en die lekker bruin gebakken guanciale blokjes? Die heb ik samen met de aardappelen en wortels terug de pan in gedaan. Waarom niet? Gewoon maar kijken wat er gebeurt.
En, ADHD, Olé Olé, ik typte deze blog (deels) tijdens het koken, 3x raden: jawel, ik vergat de peper weg te halen, voor ik de paprika toevoegde.
Maar het eindresultaat mag er wezen: een smaakvolle prak.
Zomaar, gratis receptje voor de trouwe volger.
En dat geschreven hebbende, moet ik nog 3 dagen werken vooraleer mijn 5 dagen vrij weer beginnen. Daar heb ik nu echt eens goeie zin in.
Ik wens eenieder een grandioos weekend toe.
Van alles veel, en dáár een beetje van.
vrijdag 7 februari 2025
Onder spanning.
vrijdag 31 januari 2025
Al dan niet lichamelijke gekkigheid.
Toen Ilse en ik in een steeds grijzer wordend verleden besloten samen te gaan wonen, moest mijn toen al verregaand versleten bank vervangen worden voor wat anders.
Ik woonde in Tiel, en toen ik daar kwam wonen, was het verhuizen van de bank die ik had een vreselijke toer.
Door de voordeur kon niet, want die voordeur was te smal, het halletje erachter was nog smaller. Gelukkig had ik een paadje naast het huis ontdekt, waar die bank wél langs kon. (Dit overigens niet zonder het definitief molesteren van overwoekerend onkruid en legio vogelnesten die daarin waren gebouwd).
Een krappe 6- 12 maanden later, ik weet echt niet meer welk tijdsbestek dat had, mepte ik Ilse met een zak aardappelen tegen haar hoofd, secondes na- of voordat zij besloot bij mij in te trekken.
En een van de eerste dingen die we wilden, was een iets frissere bank. (Kon beslist geen kwaad, aangezien de bank vanuit een studentenhuis met de daaraan gekoppelde ranzigheid afkomstig was).
Dit leidde tot wat logistieke domheid. Zo besloten we eerst om de oude bank eruit te werken. Dat paadje naast het huis? Dat was inmiddels dusdanig dichtgegroeid dat alleen een Vergeltungswaffe 1 uit het 3e rijk daar een eind aan had kunnen maken.
We besloten overmoedig om met messen en zagen die bank een stevige kop kleiner te maken. Dat lukte. Dat lukte erg goed, zelfs.
Ilse vond via-via een vervangende, zo goed als nieuwe bank bij een vriendje van haar, en we gingen opgewekt op pad om het ding te bezitten, bekijken en bevoelen. En mee te nemen.
Daar aangekomen, zagen we al heel gauw, dat die bank op geen enkele wijze het huis in te krijgen was. Niet via de voordeur. Niet via dat paadje, waarschijnlijk ook niet als we wél aan een Vergeltungswaffe 1 of 2 van meneer Hitler hadden kunnen komen.
Kut...
Ouwe bank in 1000 stukjes, nieuwe bank niet binnen te hengelen.
Iemand meldde ons toen dat het op zich best gebruikelijk was om dan via de ramen te gaan, en dat een bedrijf in principe in staat zou moeten zijn een ruit eruit te halen, bank naar binnen en dan die ruit terug te plaatsen.
Daar had ik zo mijn twijfels bij. Het huis in Tiel stond dan wel op de nominatie om gesloopt te worden, was in deplorabele toestand, maar ik ging er vanuit dat het verwijderen van een raam tot alleen maar meer (administratieve) ellende zou leiden. In elk geval tot veel moeilijke vragen van betrokken instanties.
Onze zoektocht naar een nieuw bankstel leidde ons naar de Seats and Sofa's. Een typisch Amerikaans bedrijf. Verkoopt ééndagsvliegen. Herstel: ééndagsbanken, heel leuk, maar kwalitatief om te janken.
Na 2 maanden al volslagen doorgezakt. Maar die kon wél ons huisje binnen.
Uiteindelijk was de prijs daar ook naar. En die heeft het tot aan onze verhuizing via Rotterdam naar Almere volgehouden.
Uiteindelijk hebben we dat ding in Rotterdam achter gelaten. Ik geloof bij het stort, maar wellicht is er toen nog iemand voor gekomen, weet ik zo niet meer.
Daarna betrokken we onze huidige woning, en was het tijd voor een andere bank. De Ikea dan maar.
Zat de eerste jaren prima. Maar was erg krap. Ik vervloekte het ding vaak, omdat mijn meiden er prima op konden zitten, maar dan was er nauwelijks comfortabele plek voor mij omdat er ook altijd wel 1 of 2 katten lekker de warmte op kwamen zoeken.
En omdat de kussens ook al niet denderend comfortabel waren, besloten we om de ouderlijke schenking om te zetten in een echte 'grote-mensen-bank'.
De Ikea werd op zich wél in overweging genomen. Want ook daar verkopen ze 'grote-mensen-banken'.
Maar goed, dan geef je een klap meer geld uit, om alsnog thuis te komen met een bank van de Ikea. En ik blijf het een Zweedse boevenbende vinden, met toch een wat "studentikoze-huizen-uitstraling".
Dus togen we naar de winkel waar we ook onze eetkamer stoelen kochten. (Waar ik immens spijt van heb, vanwege die "fenomenaal geweldige" wieltjes, die je, als je minder dan extreem voorzichtig gaat zitten, tot ver in de voortuin lanceren). We kwamen, liepen door de opstelling van de showroom meermaals tegen de onhandig afgehangen lampen. We lieten ons er voorlichten, we mochten bevoelen, bekijken, bezitten. En we kochten een bank.
Zoéén met van die opklapbare hoofdsteunen voor extra zit-, en ligcomfort. Met meer plekken dan we nu hebben (waarover zometeen meer). En met een elektrisch verstelbare beensteun. In een stofje dat ons kon bekoren.
Uiteraard een miskoop, want het ding is groter dan we kwijt kunnen. Dat wil zeggen: als we de hele woonkamer grondig op de schop nemen, kunnen we hem kwijt. Anders wordt het struikelen over de bank of over meubels die anderszins in de weg staan.
Volgende keer toch beter meten, of een groter huis kopen. Of zo.
In de categorie walgelijke kort-pittige-kroketjes:
Het was een avond waarop we lekker bijtijds naar huis mochten, maar je raadt het al: never happened. Ergens een aanrijding, of we maar even via Utrecht om wilden reizen.
In Utrecht hadden we 6 minuten om naar het sprintertje aan de andere kant van het station te komen, en we belandden in een veel te korte, veel te volle trein.
Gelukkig, heb ik eerste klas geboekt, heb ik ten minste zitplaats, zo dacht ik. En dat klopte, maar daar was dan ook alles mee gezegd. Die trein was stampvol. De conducteur had simpelweg geen ruimte om zijn rondje te doen. Zijn kniptang (een nieuwerwetse scanner) had misschien wel door elke reiziger doorgegeven kunnen worden, maar die zou waarschijnlijk door het voorraam van de trein alleen zijn achter gebleven ergens tussen Utrecht en Almere.
En zoals dat gaat: mensen wilden gewoon zitten. Om meer ruimte te maken voor alle nog binnenstromende passagiers. Dus ook in de eerste klas.
Ging allemaal goed, tot er een jongeman plaats wilde nemen naast een, -en ik kan dit op geen enkele andere wijze correct omschrijven- kortpittige fucking Gerda.
Nee, zij ging haar tas niet aan de kant halen, want ZIJ had voor eerste klas betaald, en hij niet.
Er ontstond een discussie over het feit of deze Gerda dan wel conductrice was, maar het mocht niet baten, zij ging haar tas niet verplaatsen.
Toen ik vroeg naar het eerste klas plaatsbewijs voor haar tas, bleef het stil. Dat wil zeggen: van haar kant, want zij was uitgeluld. De overige passagiers moesten lachen en ze bleef de hele reis de beschimpte pispaal. Even overwoog ik om op te staan, Gerda toe te snauwen dat ik wél een eersteklas kaartje had, en op haar tasje neer te ploffen met mijn (inmiddels nog maar) 86,5 kilo, maar een andere reiziger was me voor en liet de jongeman zitten. Dat was de verstandige keuze. Plus dat ik ergens ook nog wel een zekere trots heb om niet meer dan strikt noodzakelijk is, me met dergelijke Gerda's te bemoeien. Als ik het zelf was geweest, had ik geen seconde geaarzeld, en had ik haar tasje met alle vormen van plezier en dit niet gelimiteerd tot een paar extra intense ruften, onder mijn poezelige achterste vermorzeld.
Ik snap het argument wel: ik betaal ook graag een beetje extra om eerste klas rustig te zitten. Maar als er door allemaal omleidingen zo veel mensen in zo'n kleine trein moeten om thuis te komen, ben je toch wel een extreem inferieur en arrogant mormel als je je tasje weigert weg te halen omdat je GELOOFT (je bent ten slotte geen conducteur) dat iemand geen eerste klas kaartje heeft.
Kom op zeg. Wees geen kort-pittige-gerda, en hou gewoon je gemak.
Zondag erop dus maar gewoon weer eens met de auto. Omdat er sowieso al werkzaamheden zijn, waardoor er geen intercities rijden, en als er dan weer iets of iemand op het spoor belandt, ben ik weer de klos, terwijl ik zondag juist een wat vroegere dienst heb, en maandagochtend in alle godsvroegte mezelf weer mag melden in de bieb van Jente's school.
Ook ik ontkom er niet aan: af en toe vindt mijn lichaam het noodzakelijk om mij op wat minder subtiele wijze te laten weten dat er iets schort. Van de week was zo'n dag. Ik was al de hele ochtend wat gammel en weinig vooruit te branden.
Toch maar manmoedig besloten om met het fietsje naar het station en naar mijn werk te gaan. In de tweede trein begon het eigenlijk al: mijn maag en de daaronder gelegen ingewanden begonnen te borrelen. Te rommelen. Maar ik kon het doorslikken. Tegen de tijd echter dat ik bij de poort kwam, was er weinig meer te slikken. Duizelig, misselijk, beroerd. Winderig tot een level waarvan ik vreesde dat het niet alleen maar bij gebakken lucht zou blijven.
Paar collega's van de ochtenddienst kwamen me tegemoet en voordat ze me begroetten, zeiden ze gelijk al dat ziek ziek is, en dat ik (zoals ik eruit zag) totaal niks te zoeken heb achter het stuur van een bus. (Of welk voertuig dan ook). En dat ik eigenlijk ook niks te zoeken had in de buurt van collega's, mocht ik besmettelijk zijn.
Kokhalzend gaf ik aan, dat ze eigenlijk ook wel gelijk hadden, en dat ik mijn meissie maar ging bellen om me op te halen. Ik zag het niet zo zitten om dan weer met de trein naar huis te moeten.
Maar goed, ik was bij de poort, dus vlak bij kantoor. Besloot me maar in real-life ziek te melden. Wel zo netjes.
Het was een hele toer om boven te komen. Ik klopte aan, en struikelde letterlijk van ellende door de deur het kantoortje der teamleiders in. De ene slaakte een hoge gil van schrik (ik kies er voor om te geloven dat ze gilde omdat ik zo onverwacht en lomp bijna op mijn gezicht stortte, en niet vanwege mijn grauwe, ellendige smoel) de ander zag al wel ongeveer wat er mis was en vroeg me of ik uberhaupt de poort nog wel zou halen. Wederom kokhalzend probeerde ik duidelijk te maken dat het me heel erg speet, maar dat het niet handig was om in die conditie passagiers te vervoeren. Dat snapten ze ergens wel. Het is voor de passagier natuurlijk geen porum als hij/zij/het (voor het eerst) op Schiphol komt, en wordt verwelkomd door een kokhalzende, kotsende en ruftende buschauffeur die van ellende niet weet waar hij het zoeken moet, en ogenschijnlijk niet capabel geacht kán worden om zonder veroorzaken van allerhande ellende een bus te besturen.
Thuis gekomen, heb ik eerst het toilet eens vereerd met een werkelijk adembenemend bezoekje en vervolgens als een dood vogeltje op de bank gehangen. Wat er nu zo vreselijk dwars zat, is me niet geheel duidelijk, maar een dag later was het er voor het grootste deel wel uit.
Gelukkig had ik nog een paar dagen vrij om mijn lijf een beetje bij te laten komen van deze al te enthousiaste uiting van ellende.
Goed, dit alles maar weer getikt te hebben, wens u allen een net zo fijn vrij weekend als het mijne niet vrij is.
vrijdag 24 januari 2025
Shenannigans deeltje veel.
Een jaar of 5 geleden, tijdens een bezoekje aan het door mij zo geliefde Isle of Wight, kon ik wel een nieuwe winterjas gebruiken. De vorige was ook al weer een jaar of 5 oud, sleets en niet meer lekker warm. Mijn vader, geld-bewust, bracht me naar een tent met de welluidende naam "Matalan". En voor wat ik er van mee kreeg, leek het me op een soort van kruising van de Wibra, de Zeeman en de Primark. Maar ik vond er wat ik zocht: een lekkere, comfortabele, dikke en warme winterjas. Of die heel hip was, waag ik te betwijfelen, het ding was 2 kleuren bruin, en merkloos, maar dat maakte me allemaal geen flikker uit. Ik was de koning te rijk met mijn fijne, gevoerde en warme jas.
De afgelopen 5 jaar heeft die jas mij in winters warm en droog gehouden en comfortabel om mijn romig ronde lijf gezeten.
Tot ik de afgelopen tijd begon te merken dat het warme er wel een beetje af ging. De voering werd dunner, de jas sleetser. En als het zo was dat hij me warm bleef houden, zou het plaatje me de pis niet lauw maken. Maar helaas. Ik kreeg het steeds kouder in een jas die me voorheen bij veel lagere temperaturen juist wel lekker warm hield.
Tijd voor een nieuwe jas.
Ik heb Zalando bekeken. Bol, en nog wat van die webwinkels. Maar ik vond niet wat ik zocht. En als ik al wat vond, kon ik niet helemaal uitmaken of het ook in de praktijk zou bieden wat ik wilde.
Uiteindelijk Ilse en Jente meegetroond, want ik wilde dan wel naar Bataviastad. Want daar kun je nog wel eens voordelig een lekkere warme jas kopen.
Als eerste liep ik tegen een heerlijk ogende jas aan, in een fel donker gele kleur. Val je wel mee op, want je loopt erbij als een uitgedijde pisvlek. Hij viel veeeeeel te groot. Helaas. Zelfs ik zag, dat dat los van de kleur, geen kijk was. Het zag er wel hoogst komisch uit, ik stond mezelf in de pas-ruimte hartelijk uit te lachen.
Als tweede liepen we een winkel in, waar ik geen fijne jassen zag, voor prijzen waar ik eerst een hypotheek voor op mijn lever zou moeten nemen.
En bovendien waren ze niet helemaal naar mijn wens.
We eindigden in een soort van pop-up winkel van het merk Timberland. (Nooit van gehoord, maar navraag leerde me dat het een goed bekend staand merk is).
Ik kocht er voor 60 ekkies een werkelijk heerlijk gevoerde jas, met capuchon. (In mijn zoektocht leerde ik een nieuwe marketing-term kennen: puffer. Dat puffer slaat dan niet op die inhalator die astma-patienten gebruiken, en verwijst ook niet naar de vissoort, maar op het feit dat een jas lekker dik gevoerd is. Het moet een naam hebben, als het niet per se in het Nederlands mag).
De jas van mijn keuze is uitgevoerd in een soort van goudgele kleur met zwart. En een rits die ik niet dicht krijg zonder eerst een error in mijn hoofd te krijgen. Het runnertje van die rits zit namelijk aan de verkeerde kant, waardoor ik het oprecht niet voor elkaar krijg om die rits soepel te sluiten. Wat dat betreft ben ik dus blijkbaar absoluut linkshandig.
Je moet namelijk het eindstukje van de rits in het runnertje schuiven, en bij al mijn jassen zit dat runnertje links. Prima. Lekker makkelijk en logisch. Bij mijn nieuwe jas zit dat rechts, en dat leverde een enorme foutmelding op in mijn hoofd. Ik was er van overtuigd dat ik op de dames afdeling was beland, maar het meisje van die winkel wist me te vertellen dat dit merk er ineens voor had gekozen om ritsen te gebruiken met het runnertje aan de andere kant. Waarom ze deze pesterij deden, was haar ook niet bekend, maar blijkbaar was dat de keerzijde van de medaille die "goedkope, comfortabele, warme, mooie jas" heet.
Eenmaal thuis gekomen, moest ik nog even boodschappen halen, deed mijn nieuwe jas aan, en kreeg het niet voor elkaar om het ding dicht te ritsen. Laat maar. Ik heb een warme auto.
Nooit eerder in mijn leven dat ik als goed voornemen heb om te oefenen met het sluiten van een rits. Het kan verkeren.
Ik sta niet echt bij uitstek bekend om mijn extatische, "outgoing" karakter. Ik kan uitvliegers van puur enthousiasme of gekkigheid hebben, maar over het algemeen beschouw ik mezelf als redelijk -"re-de-lijk"- evenwichtig.
Dus als ik eens een uitbarsting heb van welke emotie of aard dan ook, kan dat best eens indrukwekkend overkomen.
Het was een heel erg kalme vlucht, waarbij ik enkele minuten voordat mijn afhandelingsdeel begon al gelijk de fout beging om de gate voorbij te rijden. Normaal niet zo heel erg, maar nu, met alle wegomleggingen op het platform, toch wel onhandig, want volgens de letteren der platformwet zou ik dus eerst helemaal om de B-pier heen moeten rijden, terug langs de gate waar ik had moeten wezen, helemaal naar de C-pier, om daar weer te draaien en terug te rijden. Dat leek me, gezien het feit dat ik mijn gate maar met 3 meter voorbij was gereden, een heel klein beetje overdreven, dus ik besloot om toch maar iets onorthodoxer te werk te gaan.
Dat leverde me waarschijnlijk tot in de nek opgetrokken wenkbrauwen op van de collega die nietsvermoedend achter me stond, maar in elk geval geen onnodige wachttijden voor de passagiers.
Die passagiers kwamen uiteindelijk als een roedeltje stille schapen mijn bus in. Ik kreeg het seintje en vertrok. Wat waren die mensen stil.... Geen geluidje. Normaal is er altijd wel wat geroezemoes. En anders wordt er wel het een en ander aan (on)nodige communicatie over het porto-kanaal geslingerd.
Het was heerlijk stil. Uniek stil. Ik vergat gewoon zowat dat ik mensen achter me had.
En dat zou niet heel erg lang duren...
Ergens gedurende die rit, voelde ik hem komen. Vanuit mijn tenen. Langzaam, doch heel erg zeker, kriebelde hij omhoog.
Een nies.
En het was er een voor in de boeken. Vanuit mijn tenen op vol vermogen, niets ontziend: WHATCHAAAAAAHAAAA!!!!!!!!
De voorruit puilde uit van de luchtverplaatsing en achter me hoorde ik 2 gilletjes van schrik, van twee van mijn paxen. Maar voor ik me kon realiseren dat ik inderdaad passagiers aan boord had, kwamen er nog twee van die werkelijk spectaculaire niezen uit. Alsof de god van de donder sprak via mijn neus.
Achter me hoorde ik gegrinnik, en een bedeesd met een van schrik pieperig stemmetje: "bless you, feeling better now?"
En zie dan nog maar eens niet schutterig uit te stappen, terwijl je je realiseert dat je bijna twee passagiers een hartverzakking van schrik hebt geniest.
Maar denk nu niet dat ik verkouden ben. Want dat is dus niet zo. Heel gek, maar sinds ik dagelijks op mijn fietsje door weer en wind (ik heb het eigenlijk tot nu toe bijna altijd toevallig zo uit weten te kienen dat ik nog geen doorwekende regenbuien op mijn kop heb gehad tijdens dat fietsen) naar het station ga, ben ik dus nog niet verkouden geweest.
Ik klop wat halfhartig af, maar serieus. Misschien fiets ik wel zo hard dat de bacillen me niet bij kunnen houden. Of heb ik het intense geluk dat alle besmettelijke lieden gewoon niet naast me willen zitten in die trein.
Want verder denk ik dat ik, nu ik de 44 nader, een soort van mensen magneet aan het worden ben.
Jan, Alleman en zijn ouwe moer komt naar me toe om te vragen waar welke trein gaat en of die ook in Schubbekutteveen stopt.
Mijn borstelige pornobezem is schijnbaar niet afstotend en mijn 'resting bitch-face' (waar ik nog niet zo lang geleden van beticht werd) is blijkbaar alleen voor degene die me daarvan betichtte een ding, want zelfs als ik non-verbaal duidelijk maak dat ik 'uit' sta, krijg ik mensen naar me toe met de meest ingewikkelde vragen.
Let wel: ik heb daar geen bezwaren tegen. De wereld is al zo'n kloteplaats aan het worden, en ik schiet er niks mee op om mensen weg te blaffen. Beter kan ik iemand vriendelijk op weg helpen, maar aangezien ik niet bij de NS werk, is mijn antwoord even waardevol als de ontbrekende kennis van de vragensteller. En zulks meld ik dan ook altijd. Blijkbaar lijken die pakjes op elkaar of zo. En ach, die dienstverlenende instelling zit er ook best wel in, na bijna 7 jaar als buschauffeur gewerkt te hebben. Of ik maak eens een grapje. Ook altijd leuk.
Heel soms trakteer ik mezelf dan ook op een eerste klas ritje. Ik heb dan wat meer ruimte. Zeker in de intercity kan zelfs ik, met mijn volronde lijf, me oprollen in de stoel en doen alsof ik dood ben. In elk geval niet benaderbaar. Want na een dienst van 9 uur, waarbij ik gemiddeld 600 mensen met hun gekrakeel heb vervoerd, mijn pauze heb moeten doorbrengen met lieve lieden, die wél allemaal het hoogste woord willen hebben (mijn collega's zijn lief verder hoor, maar de pauze ruimte is schokkend veel te klein, voorzien van veel te weinig stoelen en veel te gehorig), ben ik ook wel een beetje klaar. Dan mag ik 'uit' staan.
De meneer die naast me plofte (het was helaas wat drukker, maar eerlijk gezegd niet zó druk dat er geen andere plek meer was), leek niet bepaald onder de indruk te zijn van mijn tot dan toe en naar mijn mening uitstekend gecultiveerde non-verbale 'uit-stand'.
Hij had gezien dat ik op Schiphol werkte, en wat ik daar dan wel niet deed.
"Chauffeur".
"Op zo'n karretje?"
"Ja, op zo'n karretje"
Ik trok mijn pet nog wat dieper over mijn snuit, dook dieper weg in mijn jas, maar de meneer begon een heel exposé over Schiphol en zijn vakantie.
Het zal allemaal vast super interessant zijn, en spannend en zo, maar mijn korte, beleefde antwoorden in combinatie met het feit dat ik non-verbaal heel duidelijk maakte dat ik moe was, en geen zin meer had in communicatie, maakte voor meneer niks uit. Hij bleef maar doorratelen.
Sorry. Ik ben best bereid om iemand vriendelijk te woord te staan, maar na een lange werkdag wil ik ook gewoon rust en even niemand. Dat is absoluut het nadeel van een trein. Ik ben maar opgestaan, heb de man een goede avond gewenst en ben elders gaan zitten.
Je zou kunnen zeggen dat dat onbeleefd is: ik vind het aangeven van juist dat soort grenzen goed. Je kunt niet altijd 100% aanstaan. En als je bewust 'uit' staat, kun je dus op het moment dat je 'aan' staat, beter om gaan met alle menselijke wissewasjes.
Ik voel me dus niet echt schuldig.
Het waren weer behoorlijk wat wissewasjes, en dat voor een normale, doordeweekse week.
Dit geschreven hebbende, begint uw weekend. Ik wens u een fijne toe.
donderdag 16 januari 2025
Kluchtjes.
Het reizen met de trein begint me steeds beter te bevallen. Niet in de laatste plaats omdat ik minder geld via de benzinetank zie verdampen, maar ook omdat er verder van mij niks wordt verwacht. Ik val als een zak zout in een van de stoelen, en zonder veel plichtplegingen laat ik de boel de boel tot ik mijn eindbestemming bereik.
Ik hoef me maar basaal als normaal mens te gedragen, en dat is meer dan voldoende.
En als het zo voorkomt, heb ik best aardige interacties met de medemens. Zoals bijvoorbeeld het triootje aan Oost- Europeanen die mij in zeer gebrekkig, en naar exorbitante hoeveelheden genuttigde alcohol geurend Engels vroegen hoe ze in Zwolle moesten komen. Ik probeerde hun benevelde breinen duidelijk te maken dat ze dan de volgende trein moesten hebben, en daarop volgde een met veel "KURWA" doorspekt gekoeterwaal onderling. Ze waren het duidelijk oneens met ofwel mijn uitleg, ofwel degene die het woord voerde jegens mij, kreeg op zijn flikker omdat hij klaarblijkelijk iets niet goed duidelijk wist te maken. Degene van het trio die het minste Engels kon, bleek wél in staat om het woord Zeewolde uit zijn ook al naar alcohol geurende strot te krijgen. Maar aangezien er geen NS op mijn jas staat en geen Keolis, kon ik daar écht geen antwoord op geven. Ik moest wel in mezelf grinniken. Had ik die gozers KURWA-nog-an-toe bijna naar de andere kant van het land gestuurd.
Uiteraard moet dat druk bezette spoor met grote regelmaat onderhouden worden, en dan zijn er ineens werkzaamheden. Minder treinen. Kortere treinen. Grotere drukte.
Mijn eerste reactie: op blasfemische wijze mijn bankrekening checken om te kijken of het zinnig en haalbaar was om de heilige koe aan het werk te zetten. Mijn tweede reactie: jamaar, ze betalen voldoende voor OV, niet voor de auto, jammer dan. Ik kom met OV, en als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat.
En in mijn gedachten zag ik mezelf al hutjemutje opgepropt 52 minuten lang staan afzien in het enige treintje dat nog rijdt: het boemeltje. Daar had ik eerlijk gezegd ook weinig zin in. De NS-app maar eens aan een nadere inspectie onderwerpen. Verhip: ik kan mijn abonnement tijdelijk ophogen naar de eerste klas. Dan heb ik iets meer mogelijkheden om mijn bolronde lichaam in vegetatieve toestand op een stoel te vleien. En kost me alsnog minder dan de auto, zeker als ik dat doe tijdens dit soort werkzaamheden.
Zo gezegd, zo gedaan.
En het was allemaal behoorlijk prima. Hoewel het comfortverschil in die boemeltjes tussen eerste en tweede klas, beperkt blijft tot de kleur van het verder keiharde interieur. Ik kan in elk geval min of meer ongestoord zitten. Het comfortverschil bij de intercities is veel groter.
De eerste conducteur die mijn kaartje kwam "knippen", meldde me dat zijn dank voor mijn toestemming in dezen heel erg groot was.
Waarop ik hem zonder verder nadenken vroeg om dat eens te laten zien.
Verbluft keek de man me aan, hapte een paar keer naar adem. Wilde iets zeggen, maar wist niet zo goed wat. "Verdomd, daar heb je me. Ik zou het niet weten". En toen schoot hij in een bulderende lach, die tot de laatste wagon hoorbaar was.
Een andere conducteur vroeg me of ik op Schiphol werkte. Hij herkende mijn pas, want hij had er zelf ook gewerkt, op allemaal verschillende plekken. En zo ontstond er een leuk gesprek over het wel en wee op airside, bij de NS, en hij vond dat ik ook maar bij de NS moest solliciteren. Iets wat wél in mijn hoofd is blijven zitten, voor als ik weer eens wat anders wil.
Het was een zondag. Ik had de laatste sprinter naar Almere. Stapte helemaal achterin de trein, want daar was de eerste klas. Ik groette de daar zittende conducteurs (blijkbaar onderweg naar huis) en plofte neer om lekker 52 minuten kansarm voor me uit te staren.
Die conducteurs zagen eruit alsof ze geen enkele moeite zouden hebben om ongemanierde passagiers stomweg op te vreten als ze het in hun hoofd haalden om onrust te stoken in "hun" trein.
Ze waren ook geanimeerd aan het praten over hun trainingen bij een vechtsportschool. Veel details ontgingen me verder want ik zakte weg in een staat van apathie. Ten slotte is van alle mogelijkheden die sprinter mijn minst favoriete.
Totdat ik mij bij stationnetje Amsterdam Zuid ineens realiseerde dat ik niet had ingechecked.
Welke gek checked er nu niet in?
Welke gek reist er zwart, om vervolgens wel heel brutaal in dezelfde coupe te gaan zitten als 3 potige conducteurs? Dat is wel een serieuze uiting van de brutalen die meer dan de halve wereld denken te mogen hebben.
En hoe moet dat dan bij mijn stationnetje? Als ik niet ben ingechecked, gaan die poortjes niet open. En ondanks mijn stoere verschijning: over die poortjes heen klauteren, zie ik mezelf echt niet zonder dodelijke gevolgen (voor mezelf of voor omstanders) doen.
Fuck, wat nu?
Oke, ik ben een grote kerel, laat ik die conducteurs maar eens aanspreken en gewoon eerlijk mijn stommiteit melden. Misschien dat ze me uit medelijden laten leven.
Ze maakten er echter geen enkel punt van, sterker nog: ze gaven me te kennen dat "we" op Weesp mijn probleempje wel even zouden verhelpen.
Want op Weesp hebben we 10 minuten wachttijd, en daar zou het allemaal wel goed komen.
Hóe "we" mijn probleempje op zouden lossen, bleef in het ongewisse, en eventjes was ik
bang dat ze me voor straf onder de trein zouden proppen, me op zouden
sluiten in het toiletje tot de ME zou komen om me af te voeren, of dat ik als boxbal zou fungeren voor hun dagelijkse krachttraining, maar niks van dat al.
Een van de drie liep met me mee naar het poortje, liet me uit, om me vervolgens volgens de regelen der kunst weer in te laten checken zodat ik weer (en nu legaal) met de trein mee naar Almere Parkwijk kon, om aldaar geen dodelijk mislukkende toeren uit te hoeven halen om bij mijn fietsje te komen.
De conducteur die me hielp, vertelde me dat mensen meestal gewoon strak achter elkaar dat poortje doorlopen, en op zich, als je serieël zwartrijder bent, zal dat vast een puik plan zijn. Maar mijn soort geluk kennende, zou er dan 1 bloedmooie, jonge vrouw uitstappen, waar ik dan strak achteraan dat poortje door moet limboën. Dat is dan ook meer dan voldoende om zo'n kind ptss voor het leven te geven.
Als er een reiziger onwel wordt, of anderzins onheil over zichzelf uitgestort krijgt, staan wij machteloos. We zijn geen medici, we zijn chauffeurs. Niet opgeleid om mensen op te kalefateren. Als er zulks gebeurt, moeten we de nooddienst bellen, indien nodig.
Verder kunnen we niks, en om aansprakelijkheid verder uit te sluiten, mogen we weinig tot niks. Ja, hulp inroepen. En eventueel geruststellend koeren tegen het slachtoffer.
Bij één van de ritten, riep iemand het onheil over zichzelf af, door gemakshalve de laatste 2 trappen over te willen slaan. Niet verstandig. Diegene ging plat, maar dan ook echt pijnlijk plat op het gezicht.
Ik stond achter mijn collega, als tweede bus, en we stonden wat te kletsen en te geinen toen we dit zagen gebeuren.
We waren beiden wat geschrokken door alle consternatie, maar voor het helemaal tot leven kwam, vluchtte de gevallene diep de bus in, en was alles weer normaal.
Goed, little harm, no foul. En we gingen door met kletsen en geinen. (Ik zei nog tegen mijn collega dat als ik nog tanden zou vinden, ik hem wel zou oproepen).
Op dat moment stapte er een blijkbaar moreel zeer gewichtige meneer uit, die ons de les begon te lezen over het feit dat we "niks" deden. Alleen maar kletsen en lachen.
Meneer stapte uit, met zijn telefoon en begon foto's te maken van de plek des onheils, ons voortdurend de maat nemend over "iets" dat we in zijn ogen hadden moeten doen. Mijn collega vroeg wat de man bedoelde, maar blijkbaar was die taalmatig toch wat beperkt, want meer dan dat we "iets" hadden moeten doen, wist hij niet te zeggen. Ook niet wat dat "iets" in zijn ogen dan had moeten zijn.
Vreemd, want toen de passagier in kwestie haar tanden onzacht in aanraking liet komen met de betonnen tegels, kwam die meneer de bus niet uit. Stak hij zelf ook geen poot uit om wél "iets" te doen, dat dan blijkbaar in zijn ogen had moeten gebeuren. Ik vond het eerlijk gezegd een hypocriete zak, met zijn morele gewichtigheid, zonder zelf een poot uit te steken.
Als iemand niet opstaat na zo'n val, of er een enorm drama ontstaat, tuurlijk, dan helpen we. Maar als het slachtoffer gelijk opstaat, en doorgaat alsof er niks gebeurde, moeten wij het dan beter weten? We zijn geen artsen. Wij kunnen en mogen ook op geen enkele manier mensen ongezond verklaren of dood verklaren, als ze dat niet zijn. Maar neem mij niet de maat, als je zelf niet veel verder komt dan niks doen en fotootjes willen maken. Dan ben je gewoon een zak aardappelen in hypocriete-mensengedaante.
Het was een wat rafelig figuur. En hij stapte als allerlaatste uit het toestel. Tree voor tree kwam hij naar beneden. Gelukkig was het nog net niet aan het vriezen, maar als hij nog langzamer was geweest, was hij terug in de tijd gegaan.
Maar goed, er stonden maar 40 mensen in die bus te kleumen, en mijn einde dienst was nog lang niet in zicht, dus wie ben ik.
De beste man had ook beslist geen haast toen hij stapje voor stapje naar de voordeur kloste. Het was duidelijk: iedereen moest maar wachten op deze smoezelige baas.
Ik liep achter hem aan, om plaats te nemen achter mijn stuur, en maakte de opstap mijn bus in.
Dat was het moment dat meneer Rafel zich vliegensvlug (hij kon dus blijkbaar wél snel bewegen, alleen niet om de juiste redenen) omdraaide, telefoon paraat om nog snel een kiekje te maken van het toestel waarmee hij net geland was.
Maar ja. Ik stond inmiddels al pal achter hem.
Waardoor hij een spectaculaire foto nam van mijn neusharen in een werkelijk adembenemende close-up.
Ik kon er wel om lachen. Of hij dat ook kon, weet ik niet. Ik moest achter mijn stuur, en daartoe dwong ik hem als het ware verder van de opening dan handig is voor het nemen van een foto.
Bam, deuren dicht en rijden maar.
Het had lang genoeg geduurd, die mensen willen allemaal vast niet langer hoeven wachten dan strikt noodzakelijk. En die noodzaak was er vanaf begin al niet.
Sommige mensen....
De reiziger die ik aansprak omdat hij geen aanstalten maakte om mijn bus in te stappen richting terminal, zei me dat hij op zijn vrouw wachtte. Hij mocht van mij kiezen: terug omhoog het toestel in, of in de bus mee naar de terminal en daar wachten op zijn vrouw die met de 2e of 3e bus mee zou komen. In het donker, in donkere kleding op het platform staan wachten, is een ongeluk dat wacht om te gebeuren.
Hij struikelde bijna in zijn haast om die bus in te komen. Ik vraag me dan toch af of zijn vrouw nu echt zo erg was...
Ik ben toch niet gek???
Ik moest een paar maanden geleden op stel en sprong mijn Samsung Flip vervangen. Superhandig, een opvouwbare smartphone, jammer dat die na 1 jaar al zo dood was als een lijk. Mijn oude telefoon had ik gelukkig niet weggegooid, maar die was ergens in de stoffige krochten van onder ons bed beland.
Het was zeker niet behelpen, hoor, met die ouwe, trouwe koelkast. Alleen moest ik wel met 2 powerbanks slepen omdat die batterij na jaren van gebruik gewoon zo gaar was als een verkoolde biefstuk. Plus erbij dat ik gewend was aan dat kleine, opvouwbare wondertje der communicatie, dus die enorme telefoon was al niet te verslepen zo onhandig, koppel er een powerbank aan, en je loopt de rest van de dag zo krom als een hoepel.
Tijd voor een nieuwe.
Om 1000 uur meldde ik me bij de plaatselijke Media Markt, alwaar muzak luider klonk dan de motor van een vertrekkende Embraer E175. Het was verschrikkelijk gewoon. Geen seconde stilte, geen seconde rust. Alles wat aan kon, maakte geluid. En een licht waar je ogen scheel van worden. Een paar keer gesmeekt of iemand me alsjeblieft snel een telefoon wilde verkopen, maar tevergeefs.
Ik stond er 5 minuten te wachten, dat werden er 10 en bij 15 minuten was ik er klaar mee. Herrie muziek, te veel prikkels, te veel mensen maar te weinig mensen die me daadwerkelijk een telefoon wilden verkopen. Compleet overvoerd met allemaal ellende, waar geen telefoon bij zat, vertrok ik. Je kunt jezelf maar enthousiast kwakend de markt uit prijzen. Op naar CoolBlue. Daar was het rustig. Ik mocht een nummertje trekken, en dat voorzien van mijn naam. In wezen onnodig, want nog voor ik me van dat apparaat af kon draaien, werd ik geholpen door een vriendelijke jongeman die werkelijk de tijd voor me nam. Zijn benen onder zich vandaan liep voor me, en ook zo eerlijk was om me naar een ander te sturen voor een bepaald hoesje. Oh, en de telefoon was er 20 euro goedkoper dan bij die schreeuwlelijkerds van de MediaMarkt. Krijg ik die korting vanwege deze lofbetuiging? Nee! Ik vind dat mensen best mogen zeuren. Maar ik vind ook dat een compliment of een positieve reactie of recensie net zo vanzelfsprekend moet wezen.
Maar dat even geheel terzijde:
Weet u nog? Vloekend en tierend een telefoon instellen? Ilse woest omdat ik woest ben, Jente sidderend onder de bank, rologend om mijn onvermogen en Colette blazend achter de wc-pot? Marnix heeft een andere telefoon, de rest van het huishouden wordt beloond met 10 dagen korter leven van alle stress die ik ze bezorg?
En dat dus 2x in 3 maanden tijd.
NIET DUS! HA!!!! Fooled Y'ALL!!!!
Het ging (en dit kan mijn beste helft bevestigen, al dan niet op straffe van een zeer ongewisse toekomst) heel vreedzaam. Genoeglijk. Bijna makkelijk. Met uitzondering van een paar apps die begonnen te melkmutsen over passwords en wat andere ongein, waar ik maar zeer beperkt op mopperde, ging het van een leien dakkie.
Mijn nieuwe telefoon is overigens niks fancy, hip of """Flagship""". Het is een van de goedkopere telefoons die ik vinden kon. Collega J. raadde me deze aan omdat de prijs acceptabel was, het ding een betere camera heeft dan wat ik had en de batterij beter is dan die van de vorige twee """Flagships""" uit de Samsung-stal.
Een voetbalclub in Rhenen wilde iets speciaals: een parachutist die op hun veldje zou landen. Zo zie je maar: sport komt niks tekort. Moet je als plaatselijke muziekvereniging eens willen. Dan loopt Jan en Alleman te mekkeren dat er zoveel subsidie verstookt wordt. Maar goed, dat vergelijk zal ik niet teveel uitdiepen.
Wat ik dan wél heel hilarisch vind: de parachutist landde niet op het voetbalveldje, maar in het Bonobo-verblijf van de naastgelegen dierentuin. Helaas voor ons, waren de apen binnen, want Bonobo's staan bekend om hun nogal buitennissige fysieke eigenaardigheidjes.
Ik vraag me dan af hoe een bedrijf dat zulke stunts verkoopt, dát aan hun verzekeringsmaatschappij uit gaat leggen. En hoe zouden de krantenkoppen eruit hebben gezien? "PARACHUTIST VERKRACHT EN VERMOORD DOOR MENIGTE WOEDENDE BONOBO'S!"
Of zo.
Een paar meter naar links, en hij was op de rug van een olifant terecht gekomen. Die zou daar waarschijnlijk ook met zekere afkeuring op gereageerd hebben, een paar meter naar rechts, en hij was als die kip die zonder enige doodsangst voorbij een vestiging van Kentucky Fried Chicken marcheert. Want daar zitten de leeuwen.
Ook dat lijkt me iets dat extreem lastig uit te leggen is aan verzekeringsmaatschappijen. Maar legendarisch was de beste man er wel mee geworden. Hij stond in elk geval goed voor aapoals
Misschien maar goed dat een plaatselijke fanfare voor dat soort fratsen geen geld heeft. Zul je net zien dat de snuiter die aan zo'n doekje naar beneden komt, in de voor actie gereedstaande sousafoon landt. Dan heb je heel andere uitdagingen.
Met dit alles maar weer geschreven hebbende, begint morgen mijn weekend. Dat u allen maar een beste mag hebben.
vrijdag 10 januari 2025
Tekorten.
Er is een schrijnend tekort aan buschauffeurs. Dat is geen nieuws. Dit speelt zowel in de OV sector als in het besloten busvervoer. (En die laatste nog wat erger, want die CAO is gewoon ruk, en zowel FNV als CNV zijn ondanks al hun gekwaak en gekrakeel veel te laf, veel te slap en niet van zins om voor ons besloten buschauffeurs eens een goeie CAO af te spreken, maar dat is een heel ander verhaal).
Dat is een van de redenen waarom het ov nu zo regelmatig negatief in het nieuws is. Er gaan veel chauffeurs met pensioen, en niet alle chauffeurs gaan over naar de nieuwe concessiehouder. Dus niet alleen het tekort aan elektrische bussen is een probleem.
Kortom: er wordt met man en macht geworven. Met wisselend tot zeer tegenvallend resultaat.
Van gekkigheid (letterlijk, figuurlijk en tweeledig) weten bedrijven niet hoe ze aan mensen moeten komen. De OV sector is zelfs zover gegaan dat er een of andere open "denktank" is uitgeschreven, waarbij de "winnaar" maar liefst 25.000 euro kon krijgen, en een leuk baantje om zijn of haar idee in de praktijk te brengen.
Ik schreef me in met een fantastisch en simpel plan: meer salaris en menselijke roosters voor de buschauffeur!.
Werd hem niet.
Want blijkbaar moet het moeilijk zijn. Blijkbaar moet die 25.000 euro vooral niet naar de buschauffeur gaan, maar naar een of andere bijgoochem die nooit een stuur vast hield. Of zo.
Goed, hoe dan ook: een oplossing lijkt er dus, ondanks dat ik die al heel erg vaak gegeven heb, niet te zijn. En ik vergeet misschien ook wel erg gemakkelijk dat niet de reiziger, niet de chauffeur, maar de aandeelhouder het belangrijkste is, sinds de privatisering van het Openbaar Vervoer.
(Extra zuur: de provincies-ambtenaren stellen dat de provincie niet de kennis en kunde heeft om zelf weer een OV-operatie op te tuigen. Maar gezien het feit dat het overal bij die OV-busboeren één groot drama is, durf ik te stellen dat die OV-bedrijven ook geen idee hebben).
Oke, een sprong naar een jaar of 4-5 geleden.
Ik was nog uitzendkracht op het platform, ik werkte nog bij defensie, het einde van corona en ik wilde wel iets meer vastigheid.
Dus kwam ik uit bij een verstopte vacature voor buschauffeur hier bij het lokale OV-bedrijf. Ik ging uit interesse eens een babbeltje maken.
In een zeer oninspirerend kantoortje, maakte ik een zeer oninspirerend babbeltje met een nog veel minder inspirerende "team-manager". De beste man zat alleen maar te mekkeren over alle schades die gereden werden, over het feit dat hijzelf geen busrijbewijs had, en nog meer zaken waarvan ik me oprecht afvraag waarom je dat met een eventueel nieuwe chauffeur zou willen bespreken.
De lijst aan eisen was lang. Heel erg lang. Je moet met een wagen van ongeveer een half miljoen op pad, bent verantwoordelijk voor de levens van alle passagiers en ook alle loslopende mensen buiten je bus. De mensen in je bus, moet je vlot, comfortabel maar vooral veilig door het hedendaagse verkeer loodsen.
De lijst aan beloningen was kort. Heel erg kort. En karig.
Want voor al die eisen, mocht ik maar liefst instappen in schaaltje 4. Schaaltje 4 in de OV-cao was toen ongeveer 5 euro netto per uur minder, dan wat ik op dat moment verdiende. Maar daar hield het niet op. Neenee, ik moest dan ook beginnen in wat ze daar een wisselrooster noemen. In de tijdspanne van een week diende ik vroege diensten, late diensten en gebroken diensten te rijden. Dus van een gezonde balans tussen werken en privé, was simpelweg geen sprake.
Mijn verbluftheid over deze waanzin was zo groot, dat ik ter plekke meldde dat ik er toch even over na moest denken. Maar eenmaal bij thuiskomst, schoten Ilse en ik in de lach, en mailde ik de beste "teammanager" vriendelijk dat ik afzag van dit spectaculair(e) (stompzinnige en beledigende, hoewel ik dat dan weer niet typte) aanbod.
Fastforward naar 2025. Inmiddels is ook de OV-vervoerder van hier tot de conclusie gekomen dat het werven van nieuwe chauffeurs echt een dingetje is, en op nagenoeg álle bussen staan smekende posters over dat passagiers met wat opleiding her en der best wel op de leukste stoel van die bus plaats kunnen nemen. En niet alleen proberen ze te doen alsof dat beginsalaris ook maar iets van leefbaarheid met zich meebrengt, ze bieden nu zelfs 3000 hele euro's aan startpremie.
Goed, uit interesse mailde ik een recruiter, om eens te kijken of er 4-5 jaar na dato voor mij ook een kans was om de overstap te maken.
Daags erna werd ik al gebeld door een op zich vriendelijk klinkende "corporate recruiter". Ik meldde haar dat ik best interesse zou hebben om voor hun te rijden, maar dat ik wel wilde horen of er in die 4-5 jaar tijd iets veranderd was in het aanbod dat ze me konden doen.
Tot mijn verbazing, begon ze meteen al te melden dat ik toch echt in schaaltje 4 moest beginnen en toch echt dat bespottelijke wisselrooster zou moeten rijden.
Ze wist wel te melden dat er ergens in het bedrijf men zich begón te realiseren dat ze er "iets mee moesten". Lekker op tijd ook. Want ook hier zal de leeftijd dusdanig zijn dat er velen met pensioen gaan.
Ik gok er maar op dat zo'n bedrijf geen extra bussen heeft om mij in te laten wonen, want van dat salaris kan ik simpelweg niet leven. En buschauffeurs willen ook gewoon naar huis, maar als de beloning zo karig is, is er geen sprake van het hebben van wat voor woning dan ook. Dan moet je wel met je hele gezin in een bus gaan wonen.
Ik kwam dus van verbazing niet veel verder dan dat vrouwtje te melden dat ik daarvoor ook 4-5 jaar later echt niet van plan ben om voor ze te komen rijden, en dat als ze écht op zoek gaan naar goede chauffeurs, en écht een goede chauffeur in dienst willen nemen, dat ze dan maar moeten bellen met een bijpassend en goed aanbod.
Wetende dat ze dat waarschijnlijk niet zullen doen. Wetende ook dat ik mezelf niet voor het lokale OV-bedrijf zie rijden. Want als je als bedrijf zó weinig vooruitgang laat zien, als je als bedrijf zó weinig affiniteit met de werkelijkheid hebt, dat je in die tijd niks hebt gedaan om aan chauffeurs te komen, laat je zien dat je totaal niet flexibel bent, dat je geen moer geeft om (het werven van nieuwe) mensen. En dat vertelt mij dan ook iets over hoe er met mensen om wordt gegaan en een dergelijk toxische werkomgeving, dat hoef ik niet, daar heb ik uitgebreid ervaring mee.
Ook meneer Zuckerberg stapt af van "fact-checking".
Dit waarschijnlijk onder dreiging van meneer Trump, die de waarheid (of eerlijk fatsoen) nog niet zou herkennen als hij ermee in zijn oranje geschilderde smoel geslagen zou worden.
Maar laten we wel wezen: sociale media zijn niet per se bedoeld voor feitelijkheden. Nieuws verspreiding is helemaal geen onderdeel van de taakomschrijving van sociale media. (Met als treurige dieptepunt dat vrouwmens dat voor de camera van Powned stond te hakkelen dat iets waar was, want "DaT HeP Op FeEsbOeK gEsToAN!11!1one!).
We gaan dus onder leiding van meneer Zuckerberg (ik persoonlijk dus niet onder leiding van de walgelijke, ranzige meneer Musk, want ik heb geen account op Twitter) een facebook krijgen, waarin iedereen nog meer en nog ongecontroleerder alles kan roeptoeteren, en feiten niet meer te onderscheiden worden van onderbuik-gevoelens. (Grenzeloos gebrek aan censuur, levert niet altijd iets beters op. Denk daar maar eens over na).
Prima, ik zal er weinig last van hebben, lijkt me. Want als ik alle feitloze onderbuikgevoelens moet zien te destilleren tussen alle reclames, zou ik geen tijd meer over hebben voor het schrijven van dit blogje, ik zou mijn werk niet meer kunnen doen en mijn kind niet meer zien opgroeien. Daar heb ik dus helemaal geen tijd voor. Of zin in.
Het doel van mijn blogs is niet om feiten te verspreiden. Ook ik ben geen nieuwsdienst. Het doel van mijn blogs, is gewoon mijn meninkjes te spuien, mijn ervaringen te delen. De gekkigheden die ik meemaak. De mooie en verdrietige dingen.
Het doel is om de lezer een paar aardige minuten leestijd te geven.
Met die reden post ik met grote regelmaat foto's waarvan ik denk dat ze grappig, leuk of mooi zijn.
Dát is voor mij social media. En misschien is dat wat we met ons allen zouden moeten doen. Maak van dat sociale media nu eens iets leuks. Iets echt sociaals. Al dan niet in (besloten) groepen, waar je zielsverwanten vindt. Iets waar iedereen gewoon iets leuks of positiefs zegt, in plaats van iets negatiefs, omdat wat je ziet of leest niet helemaal bij jouw denkbeeld past.
Maar goed, in mijn eentje kan ik dat niet. Ik hoop dat mensen dit idee volgen, over nemen. Het is overigens niet nieuw, en ook niet van mij. Maar desalniettemin wél een goed idee.
Een ander tekort:
In een recent verleden was ik (en dit helaas niet voor het eerst) iets té enthousiast met de tondeuze in de weer. Het leverde me op dat mijn baard voor de helft in de wastafel belandde, en mijn snor in volle glorie de verwoesting overleefde. (Plus een hele serenade aan blasfemische coupletten en refreinen).
Ik maakte het maar af. Mijn snor mocht blijven, de rest van mijn baard voegde zich zieltogend bij de afgehakte haren.
Het levert wel een ander plaatje op.
Ilse zei meteen iets in de trant van: "lekker fout, kun jij hebben!". Ik weet nog niet of dat een compliment of een belediging is. Complediging. Belliment.
Collega's met een Nederlandse achtergrond noemen het:
BEFBORSTEL!!!
PORNOBEZEM!!!
Terwijl ik van collega's met een niet-Nederlandse achtergrond juist complimenten krijg over de vorm, de staat, de kleur en de uitstraling van mijn gezicht, louter versierd met deze snotfilter.
Ikzelf ben er eerlijk gezegd nog niet over uit. Mijn wensdroom zou zijn dat ik uiteindelijk van die opgekrulde punten erin kan maken. Maar ervaringen uit het verleden leren me dat mijn gezichtsbeharing tergend langzaam groeit.
Hoe dan ook:
Straks weekend. Ja, uiteraard niet voor mij, maar ik wens u toch een prettige toe.
maandag 6 januari 2025
We stralen wat af.
Ik ben nog steeds een beetje zoekende voor wat betreft de reis die ik sinds een maandje onderneem om op mijn werk te komen.
Richting mijn werk is er meer mogelijk dan terug, want terug is laat en dan willen er volgens de NS minder mensen reizen. (Een nogal pijnlijke misvatting, gelet op de hordes mensen die de perrons van Schiphol bevolken, maar goed het kan niet alles koek en ei zijn).
Om iets te besparen op reistijd op de heenreis, ben ik ertoe over gegaan om toch een overstapje te maken.
Die overstap maak ik al op het eerstvolgende stationnetje, en daar heb ik dan een redelijke keur aan mogelijkheden.
Zo kan ik in die goeie ouwe "koploper" stappen. Een intercitytrein die al sinds de jaren '70 van de vorige eeuw het Nederlandse spoor opfleurt met zijn aanwezigheid. Kenmerkend voor dat ding is het feit dat de machinist hoog boven alles uit kan kijken omdat hij op de neus van het ding zit.
Die heeft volgens de NS een aantal keren een levensverlengende kuur gehad, en een van de gekkigheidjes van de laatste kuur, was dat op kniehoogte, een prullenbak gemonteerd is, die zó sadistisch geplaatst is, dat bij in-of uitstappen, je een enorm risico loopt dat je je knie er tegen ramt en als dat maar hard genoeg gaat, je je knieschijf volledig amputeert. Een ander ding is dat het ouwe oranje skai vervangen is door modern blauw canvas-achtig stof, dat inmiddels niet meer fris te krijgen is na alle ruften en incontinentie van vorige reizigers. En het rammelt.
Maar: het rijdt.
Een andere optie is de Intercity Direct. Die stopt in tegenstelling tot zijn naam, op meer stationnetjes dan de gewone intercity, dus is in mijn ogen minder direct dan de gewone intercity, maar hey: ik ben geen kniesoor.
Officieel hoor je daar een toeslag voor te betalen, nadat hij Schiphol verlaten heeft, maar aangezien ik niet voorbij Schiphol kom, laat ik dat maar voor wat het is. En dat was goed, want als je die toeslag niet gebruikt, omdat je op Schiphol uitstapt, moet je die weer terugvorderen. Binnen een half uur. (Update: dit schijnt niet te hoeven, maar ik werd in verwarring gebracht door het toch aanwezig zijnde, speciale incheckpaaltje voor die trein, maar soit).
Die nieuwe trein, is van een futurisme waar je bijna pijn van krijgt aan je ogen. Onmogelijk om te bepalen wat voor- of achterkant is, onmogelijk om te bepalen wat onder of boven is, en vooral: wat eerste en tweede klasse zou zijn.
Ik ging maar gewoon zitten, de conducteur zou het me wel vertellen, als hij zou langsstiefelen.
Toen ik eenmaal zat, viel me op dat er in de hoofdsteun van de stoel tegenover me (een extreem comfortabele, doch op de gemiddelde mens vorm gegeven fauteuil) een soort van kunstwerkje gestanst was.
Vond ik best leuk.
Bij nadere bestudering bleek het te gaan om een uitbeelding van een obese persoon.
Ik keek wat verder om me heen, en zag dat het tafeltje aan mijn plekje maar voor de helft was ingebouwd, daar waar het tafeltje bij de 4-zitter rechts van me het hele plekje bereikte.
Toen realiseerde ik me dat de NS hier een mooie daad verrichtte.
Want als je meer bent dan de gemiddelde mens, moet die omvang ergens blijven en is het makkelijker om je extra gewicht niet langs zo'n tafeltje te moeten wringen. Na nóg wat nadere bestudering, realiseerde ik me dat het poppetje dat uitgebeeld was, een vrouw was en het licht ging aan: het was natuurlijk in eerste instantie een plek waar zwangere vrouwen hun toekomstige kroost wat comfortabeler kunnen stallen. Hoe dan ook: een mooie geste.
Overigens: Op een van die stationnetjes bleef deze futuristische trein erg lang stilstaan. Probleempje met de deur, zoals gezegd. Met 10 minuten was dat verholpen.
Als wij met onze bus een dergelijk probleem melden, duurt het minstens 10 dagen, en komt die terug met een andere defecte deur dan waarvoor die weg ging.
Op de terugreis zijn de mogelijkheden beperkter. Ik pak meestal wel de intercity die ná de stoptrein vertrekt, want die is eerder in Almere Centrum en voor het laatste stukje van 3 minuten, pak ik dan de stoptrein die door de intercity voorbij geraasd werd.
Die intercity is dus zo'n oud monster, en toch wat krapper.
En het was dus zo'n avond dat ik had gewild dat er een plek speciaal voor zwangere vrouwen, of personen met een paar maatjes meer. Want tijdens de eerste (en enige) tussenstop plofte er een behoorlijk uit haar krachten en lichaam gegroeide dame naast en helaas ook op mij neer. Niet gehinderd door mijn gekreun van ellende porde ze met haar ellebogen in mijn zij om het zich gemakkelijk te maken, en dat was het moment dat ik woordelijk toch maar even aangaf dat ze te dicht in mijn aura kwam.
Ik snap best dat ook de wat vollere mensen lekker willen zitten, maar andermans volheid (en ik ben zelf echt geen sprietje) hoeft niet ten koste te gaan van mijn aura. (En lichaam).
Maar goed, als dat alles is...
Want over het algemeen gaat het zoals het gaat. Ik vind het steeds minder vervelend.
Hoewel.... Ik moest serieus wel even een enorme berg moed verzamelen en meerdere keren (met toenemend geweld) mezelf schoppen onder mijn kont geven, toen het bij vertrek met bakken uit de hemel stortte. Prakkezeren of ik niet toch, bij wijze van uitzonderlijke uitzondering toch maar met de auto zou gaan, al dan niet naar het stationnetje. ("Nee, Coster, wees een vent. Hoppa! Op die fiets met je kadaver!!". Dit tegen mezelf). Bij aankomst op het station had ik, dank zij een goede waterdichte en warme jas met een prima rits, nog best wel wat droge draden aan mijn lijf, maar mijn schoenen... Iets minder droog. Het water klotste tegen de plinten omhoog, zeg maar. Die moest ik maar eens gauw even opnieuw impregneren of zo. Want natte voeten met die kou is een ernstig beperkt genoegen, zeg maar.
Een voordeel van die trein, is natuurlijk ook dat ik gewoon stom niks kan gaan zitten doen. Ik kijk glazig naar buiten (tot lezen komt het zelden, want daartoe mis ik toch een beetje de focus), of ik kijk naar mijn medepassagiers. Mezelf verbazend over kledingkeuzes van sommige mensen. Mezelf verbijtend om me niet te mengen in al te stupide conversaties over politiek, mannen, vrouwen, hun relaties en ander soortige actualiteiten. Dan kan ik me zitten vergapen aan de briljante schoonheid van sommige mensen, of juist de abjecte lelijkheid. Of gewoon een beetje mijmeren, en dan alsnog vergeten over te stappen, of juist vergeten dat de bedoelde overstap betrekkelijk nutteloos is omdat de intercity direct op zondag niet rijdt.
Ik kom in elk geval lekker uitgerust aan op mijn werk, klaar om te shinen achter mijn stuur.
Ik straalde mijn eerste werkdag van 2025 dan ook als nooit te voren.
Door afwezigheid. Dat dan weer wel.
Dat zat zo:
Ik zag een ritopdracht binnenkomen, en grinnikte een beetje. Typisch voor één van onze regisseurs om een ritopdracht lekker ver van te voren te geven. Een uur. Kan ik even rustig naar de wc, koffie pakken, wat ouwehoeren, en meer van zulks.
Binnen eventjes zitten kakelen met de explo-dienst, toen ik op zijn porto iets paniekerigs hoorde over mijn busnummer. En dat ik nergens in zicht was. En niet reageerde.
KAK.
Ik had mezelf royaal een uur vergist in de starttijd van die opdracht. Mezelf gemeld en verontschuldigd en in recordtijd van de kantine naar het betreffende vliegtuig geraced. Ik denk dat ik de startsnelheid van een vliegtuig met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wel overschreden heb, maar ik kwam bijtijds aan om zonder mankeren die mensen op tijd dat toestel uit te trekken. Het leidde in elk geval tot gegrinnik en wat hilariteit.
Ook in 2025 zitten er weer ware kadootjes bij die reizigers.
Waarvan er één besloot om tegen de achterkant van een bus aan te willen pissen, één presteerde het om op het bordes van een van de terminal ingangen te willen poepen.
De zeikstraal, dat is gewoon honds-asociaal. Een bus is iemands gereedschap, en transportmiddel voor passagiers. Geen toilet. En als er reparaties of controlebeurten nodig zijn, grijpt de monteur naar een ondergezeken paneel. Tuurlijk, de regen zal wat wegspoelen, maar als je serieus niet snapt dat er in een redelijk modern land als Nederland op een luchthaven echt wel toiletten zijn, of daar gewoon simpelweg geen gebruik van wil maken, ben je (althans, en niet alleen in mijn ogen) een minderwaardige mislukkeling.
Degene die per sé op dat bordesje wilde poepen... Ik vraag me af welke bacterie in dat hoofd voor hersenverrotting heeft gezorgd, en hoe ik voorkom dat dat op mij overspringt.
Dat bordes is aan alle kanten open. De reiziger binnen kan ongehinderd door glazen panelen naar buiten kijken, en de mensen die buiten aan komen... Geen greintje privacy gun je jezelf met zo'n stunt. Ik was er zelf niet bij, maar ik vraag me af op basis waarvan je je keuze dan maakt. Ga je met je blote reet naar binnen gericht zitten kakken, of doe je dat naar de aankomende medereizigers en alle camera's. En dan, bij gebrek aan toiletpapier, hoe los je dat dan op? En voel je dan echt geen enkele gene ten aanzien van alle reizigers die een ongewenste blik kunnen (en zullen, al dan niet gewapend met een camera) werpen op jouw uitpuilende poepgat? Ik snap ergens de roep van de Natuur echt wel. Maar dat je zó vreselijk van god los slaat, dat je alle decorum overboord gooit, en ten overstaan van heel veel internationale reizigers je poepert in volle glorie aan het noodzakelijke, doch in dit geval buitengewoon walgelijke werk zet, is me een raadsel. Voor je het weet, sta je op dumpert of zo.
Persoonlijk werd ik narrig van een stelletje "jolige" reizigers die in de regen op de trap van een vliegtuig gingen spelen, waardoor alle mensen achter hun nodeloos lang in de regen moesten wachten, maar erger: IK moest ook nodeloos lang in de regen wachten. En dan wel slijmerig een goeienavond wensen... Jaja. Als je dan niet in de gaten hebt, dat jouw nodeloze speeltuin gedrag anderen benadeelt, kan ik niet anders dan hardop doortellen, want ik mag natuurlijk maar een beperkt aantal mensen in mijn bus proppen. En een groet terug, ik kan nu eenmaal niet tellen en praten tegelijk. Een vliegveld is geen speeltuin. Ook en zeker niet voor volwassenen. Horken.
Wees niet als zeikstraal, schijtlijster of kinderlijke hork. Zorg er gewoon voor dat je vlot en soepel meewerkt met het luchthavenpersoneel. Scheelt een hoop. Heus.
Gelukkig waren de eerste dagen van 2025 op het platform weer als vanouds gezellig. Met veel lachbuien, gekkigheden en onzin.
En gelukkig was er een collega die uitgeleend was uit Groningen die naar huis moest, anders had ik gisteren toch wel een klein probleem, want uiteraard moest het een keer gebeuren dat de bovenleiding naar de galemiezen ging, bij Schiphol, waardoor de treinen even betrouwbaar werden als het huidige kabinet. De beste man aarzelde geen seconde en bood aan om mij bijna thuis af te zetten. Mijn betere helft attendeerde me op het feit dat ik mogelijk in een bus op airside zou moeten tukken, en of ze mij moest komen halen. Maar omdat ik dus een lift kreeg, ging zij samen met Jente mijn fietsje bij het station ophalen, en kon ik mijn collega instrueren om mij aan het begin van de wijk af te zetten.
Fijn, want dan kan ik in elk geval een klein loopje maken.
Gezellige rit gemaakt. Deze collega is net zo'n smulpaap als ik, en dus hadden we heel wat te kletsen over Italiaanse recepten, het wel en wee in Groningen en meer van zulks.
Nu weer weekend. Mooi. Ik ga lekker een Caribische stoofpot maken, en voor de rest.... Lekker weinig doen.
Ik wens iedereen met terugwerkende kracht een prima weekend toe.
woensdag 1 januari 2025
Welkom in 2025
118 miljoen aan vuurwerk de lucht in geschoten. Een nieuw record, jubelde de branchevereniging van vuurwerkverkopers.
Als je bedenkt wat de oorsprong is (het verdrijven van kwade geesten) snap ik dat ergens wel. Ik zou dan bijna spijt krijgen dat onze persoonlijke bijdrage beperkt bleef tot 6 euro aan sterretjes. Want er vallen op zich best wel wat kwade geesten te verdrijven, in de hoop dat ze in elk geval het jaar 2025 weg blijven. Ik vrees echter dat het een gebed zonder eind zal zijn, omdat wij mensen nergens zo goed in zijn, als het elkaars leven zo zuur mogelijk maken.
Zo lijkt het althans, want gelukkig zie ik ook nog steeds de goede en leuke dingen die we over elkaar uitstorten.
Het begin van deze blog begon ik te tikken in de laatste uren van 2024.
En als ik kijk naar het gemiddelde van de afgelopen jaren, zit ik voor dit jaar niet aan een record van gepubliceerde stukjes. 50 stuks slechts. Ik kom ergens een weekje te kort ondanks dat het een schrikkeljaar was, met een hele extra dag. Blijkbaar had ik op de momenten dat ik had moeten tikken, een writers' block of zo. Hoewel het nog niet zo karig was als 2018, waarin ik niet verder kwam dan 41 stukjes.
Het getik van mijn toetsenbord gaat momenteel een beetje verloren onder al het geweld van vuurpijlen, granaten, bommen en gillende keukenmeiden. En dat terwijl het dus nog niet eens 12 uur is. De tijd zal leren of ik straks nog terugkom een dramatische nacht voor overmoedige mensen die hun vuurwerkkunsten overschatten en de kwaliteit van het gekochte schromelijk onderschatten. Likkebaardende anesthesisten en chirurgen die hun feestdagen-toeslagen maar al te graag verdienen met het weer aan elkaar naaien van weggeblazen lichaamsdelen, en het toedienen van eindeloze sloten morfine. En alle overige schade.
En, even later: het viel mee. Gelukkig. Hoewel....
Ik vind het grappig dat ondanks dat heel veel gemeenten een vuurwerkverbod hadden opgelegd, het handhaven geen prioriteit geniet. Leg dan zo'n verbod niet op. Kost minder ambtenaren-uren. En dus ambtenaren-geld.
Maar laat ik niet vergeten de trouwe lezer van harte welkom te heten in 2025. Ik wens dat u allen een beter jaar krijgt dan het vorige, dat alles maar mag verlopen zoals u zou willen. Het is inmiddels een dikke 10 uur later dan toen ik begon met deze blog, nog in 2024.
Goede voornemens hebben het bij mij nog nooit veel verder geschopt dan de eerste week van het jaar, dus het vinden van een hobby beschouw ik niet als zodanig. En daarover gesproken: as I type, ben ik wel heel voorzichtig bezig met een hobby. Dat is niet iets waar ik me meteen voor de volle 100% in stort, maar het idee is spontaan bij me op komen borrelen, en laat me nu al een poosje niet los. Het zou me enig lijken om in de tuin een rook-oventje neer te zetten, om zelf worsten te gaan roken. En daarover ben ik me aan het, en ga ik me verder inlezen. Samen met het plan om wat vaker naar Engeland te gaan om mijn vader te bezoeken (en de daarbij behorende visites aan de Knoflookboerderij) moet dat toch haast wel leiden tot fenomenale rookworsten. (In het begin waarschijnlijk totaal verkoolde staketsels van verbrand vlees). Het is een idee, nietwaar? Maar goed, mezelf kennende kan het ook iets worden in de trant van:
Puik idee!!!
Doen we helemaal NIKS mee!
Een andere wens, die is afhankelijk van het verloop van de komende maand, is een elektrische fiets. Een fatbike. Niet zozeer omdat ik mezelf schaar onder de minder verlichtte doelgroep van die dingen, maar omdat ik zulke gedrochten dus oprecht leuk vind. En ik wellicht wat verder met de fiets kan en mijn OV-avontuur wat uit kan breiden. Ik kan dan makkelijker en prettiger een stationnetje verder opstappen en daarmee mijn reistijd wat bekorten.
En dan heb ik nóg een wens: namelijk een nieuwe telefoon. Na het debacle met die fliptelefoon ben ik aangewezen op een monsterlijk groot ding, met intens slechte camera. En niet alleen dat: die telefoon loopt niet leeg, die rent leeg. Dus wellicht een nieuwe telefoon.
Ons gezamelijke doel is natuurlijk een nieuwe vloer in de woonkamer, want deze heeft zijn beste (en hipste) tijd gehad, dus komende tijd gaan we wat vloerboeren uitnodigen om eens een klinkende offerte te maken. Oké, nauwelijks hobbies te noemen, zelfs geen goede voornemens, maar toch doelen om naartoe te werken/handelen.
De dag voor oudjaarsdag moest ik mijn laatste daadwerkelijke bijdrage leveren aan één van 's lands economische motoren. We werden bedankt en ik wandelde kalmpjes naar de trein. Normaliter is dat boemeltje niet denderend druk, en als er al meer mensen in zitten dan ik op persoonlijke titel wenselijk acht, houden ze in de regel meestal gelukkig gewoon hun bek, en gaan ze ver bij mijn aura vandaan zitten. Bij deze reis was dat anders.
Naast me kwam een redelijk jong stel zitten, aan hun bagage te oordelen terug van een reis in den vreemde. Ze zagen er beiden niet al te slonzig uit, en hun gesprek ging (voor zover ik op kon vangen, en voor zover mijn interesse reikte) vooral over iets dat op de meegebrachte laptop stond.
Wat mij vooral bovenmatig intrigeerde was het feit dat de jongedame op kauwgom aan het kauwen was. Niets bijzonders, zou je zeggen, ware het niet dat ze dat deed met een gesmek en gesmak dat serieus oorverdovend werd. En niet alleen dat, met elke kauw-beweging, ging haar onderkaak onwaarschijnlijk ver naar beneden. Zo ver, dat ik in staat was om te zien hoe de afzonderlijke ingredienten van haar avondmaal verteerd werden in haar maag.
Ik vind dat herkauwen van zo'n stuk rubber met een smaak er sowieso nogal koeiig uitzien maar met dergelijk natte klets-geluiden, is het iets dat op geen enkele wijze nog representatief voor de mensheid te noemen is. En dat op verbijsterende manier in tegenspraak met de verdere uitstraling van het wicht. Vreemd. Heel vreemd.
Gelukkig stapte er op het stationnetje Duivendrecht een groepje jongelui in, die in eerste instantie qua conversatievolume het her-ge-kauw van die chick overstemden, al gauw begonnen ze een soort van karaoke in de trein. En dát was dus wel heel erg geestig. Niet eens omdat ze slecht zongen, in tegendeel zelfs. Ze legden hun hele ziel en zaligheid in die liedjes, met teksten die ik hier niet zou durven herhalen.
Ik wilde bijna opstaan voor een staande ovatie, maar net op tijd zag ik dat het om een opname van een of andere Tik-Tok snuiter ging, en ik zit nu weer net niet te wachten op een spontaan optreden op een medium waar ze in China wellicht mijn kop vanaf trekken. Helaas stapten deze muzikale opfrissers op stationnetje Almere Centrum uit, en werd het oorverdovend stil.
Hoe dan ook, dit alles maar weer aan het wereldwijde web toevertrouwd te hebben, wens ik u allen nogmaals een goed 2025 toe. Ik heb nog even "weekend", maar als u weekend heeft, wens ik u ook wat dat betreft maar weer een allerbeste toe.
Onder spanning.
Inmiddels 9 jaar geleden voegden wij ons bij het clubje van bevoorrechte lieden die een huis kon kopen. En zeker in de tegenwoordige tijd, ...
-
We verblijven onze vakantie in een huisje dat niet het onze is. Twee lieve mensen stelden dit belangeloos aan ons ter beschikking, en heel ...
-
We zijn weer thuis. Alweer een week. Nog één weekendje en ik vertrek weer als de eerste de beste brave huisvader naar mijn werk. Lunchtromm...
-
Het reizen met de trein begint me steeds beter te bevallen. Niet in de laatste plaats omdat ik minder geld via de benzinetank zie verdampen...