vrijdag 26 april 2024

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelfs geen inspiratie voor oeverloos, doelloos geouwehoer. Dat is wel voor het eerst in tijden, moet ik zeggen. Ik was en ben bezig met allemaal grote en kleine dingen, die op moment van (niet) schrijven nog niet echt tot grote en kleine veranderingen hebben geleid, dus ach, een weekje pauze is misschien niet eens heel erg. Maar voor de die-hard fan: excuses, ik ga niet eens proberen om mijn leven te beteren.

Ik ga (tegen wil, en zonder dank) iets vertellen over mijn betere helft.
Mijn Ilse.
Zij is een van de meer creatieve mensen, die ook nog eens beschikt over een portie doorzettingsvermogen die alle milde en vriendelijke cynisten vaak met de bek vol tanden doet staan, omdat dat wat ze in haar knappe blonde koppie haalt, ook daadwerkelijk tot een einde weet te brengen. (Ik laat het woordje "goed" even weg omdat ik dat in het midden wil laten).
Al maanden word ik doodgegooid met advertenties van auto's die campers kunnen worden. Advertenties voor vouwcaravans. En filmpjes van mensen die allerlei onwaarschijnlijke autootjes ombouwen tot al dan niet luxe en volwaardige kampeermiddelen.
Heel knap allemaal.
Dat wilde zij ook wel.
Met haar Fiat Panda.
En ja, dat werkte enigszins op mijn lachspieren. Ik zag het werkelijk niet voor me. Waarom zou je jezelf een opgevouwen, verfrommelde slaaphouding willen aandoen, terwijl we een grote tent hebben, waarin we lekker liggen te slapen op zeer comfortabele matrassen.
Maar het was ook niet de bedoeling om er full-size mee op vakantie te gaan, maar meer voor korte tripjes. Voor haar en eventueel het kind.
De twinkeling in mijn ogen was een mix van spot en ongeloof, maar ook aanmoediging. Ga ervoor. Laat mij niet in de weg staan.
En dat deed ze.
Voortvarend ging ze aan de slag. Meten. Rekenen. Tripjes naar de gamma en de praxis. Zaagje hier, zaagje daar. Plankje recht, plankje wat minder recht. Steuntje zus en steuntje zo.
Telkens kwam ze vol trots haar vorderingen en nieuwe ideetjes laten zien en sparren of het haalbaar was.
Mijn aanvankelijke goed- en aanmoedigend bedoelde spot werd allengs meer doorspekt met respect. Want verdomd: haar ideëen werden steeds realistischer en passender uitgevoerd. Tot het punt dat er inderdaad (zij het opgevouwen, maar toch) een goeie slaapplek werd gerealiseerd. Ik geef het je te doen.
Paar stukken spaanplaat en doorzettingsvermogen, en je kunt op de meest ongure plekken in een afgesloten panda overnachten.
Daar bleef het niet bij.
Voor de hoge nood wist zij met gebruikmaking van een los brilletje, biologisch afbreekbare zakjes en zaagsel een biologisch afbreekbaar toiletje te maken, zodat ze niet buiten haar (grote) behoefte hoeft te doen.
Dat wordt wat mij betreft heel erg hoge nood, en eigenlijk ook alleen maar als Adolf Poetin de bom op Europa laat vallen. Want het risico op mispoepen is levensgroot aanwezig. En ondanks het feit dat ik alle vertrouwen heb in mijn allerliefste, heb ik dat niet in de stabiliteit van haar lichaam. En mijn misschien wel verziekte ziel maakt overuren met beelden over totaal bedorven auto-interieurs.
Dit nog los van de geur die dit oplevert, die je van zijn levensdagen niet meer uit de bekleding van die arme onschuldige panda krijgt. Dan durf ik dat autootje van zijn levensdagen niet meer naar de garage te brengen voor een simpele beurt. Die arme jongens komen niet meer bij.
Maar ze flikt het wel. Tegen mijn ongeloof in. Tegen beter weten misschien ook wel in. Ze bedenkt het, maakt het. Is het mooi? Nee, mijns inziens niet. Maar wel functioneel en behoorlijk creatief. En dat met dat intens krakkemikkige lijf van haar, dat als het een auto was, ik het naar de sloop had gebracht.
En niet alleen dat. Ik werk gewoon 40 uur in de week, en los van haar camperproject houdt ze het huis aan kant, zorgt ze voor eten op tafel en dat ons kind niet in alle sloten tegelijk banjert.

Van de week moest ik een onchristelijk vroege dienst rijden. De zogeheten ochtendpendel. Van 0500 uur tot 0700 uur ongeveer 666 keer hetzelfde rondje. Ik vind het op zich geen vervelend ding om te doen. Je zit lekker warm en lekker droog. Radiootje aan en gaan.
Zoals altijd ben ik ruim op tijd om mijn bus in te stellen. Stoel achterover. Spiegels goed. Portofoon aan, boordcomputer aan, verwarming op standje "crematorium" want het duurt lang om 12x2,5 op te warmen.
Dan pak ik koffie, ik klets wat met de collega die op reserve staat, en dan rij ik naar het beginpunt.
Charly Lownoise en Mental Theo knallen uit mijn radio, want de DAB staat op Qmusic '90's. En net als ik tevreden bedenk dat de dag niet beter kan beginnen (los van het onchristelijke tijdstip dat ik mijn warme nest moest verlaten) komt de eerste passagier voor mijn pendel binnen gestapt.
Een meisje van in de 20.
Blonde haren die alle kanten op staan, omdat het grootste deel haar poging tot het maken van een paardenstaart heeft weten te omzeilen. Make-up blijkbaar aangebracht terwijl ze nog half slapend onder de douche stond, en haar tas half open omdat de beveiliging soms onbehoorlijk streng kan zijn.
Dat nam niet weg dat ze een oogverblindende lach tevoorschijn toverde en mij (ik kan oprecht niet stellen dat ik er op die tijd beter uitzie) een heel erg vrolijk "goodmorning!!!!" toe schalde.
Dat zijn wel de leukste passagiers. Die gewoon lekker ongecompliceerd zichzelf zijn, en zich geen zorgen maken over trivialiteiten. Maar gewoon lekker vrolijk iedereen een goeiemorgen toeblaffen, hoe vroeg het ook is.

En dan ineens, 'out of the blue', is onze tv kapot. Jarenlange trouwe dienst en plotseling is de mentaliteit van het ding het raam uit. Bekijk het maar. Meer figuurlijk dan letterlijk, want met een kapotte televisie valt er weinig televisie te kijken.
Het begon ermee dat onze TV spontaan besloot om uit te schakelen. Zomaar. Eerst bij gebruik van het tv-kastje, maar later bij alle opties die erop aan gesloten waren. We hadden eerst het idee dat er iemand met een universele afstandbediening ons zat te trollen. Maar dat bleek niet zo te zijn. Tja, de tijd dat je dit soort goederen voor de rest van je leven in je uitzet koopt, is natuurlijk wel lang en breed voorbij.
En dan is zo'n grote tv best wel een lelijke, zwarte onderbreking van je woonkamer. Dus exit tv.
Nu keek ik al weinig tv. Ik vind er over het algemeen geen flikker aan, de mensen die door die beeldbuis mijn huiskamer in worden geduwd, als zijnde "celebreties" (of "sterren" op zijn Nederlands), vind ik serieus niet om aan te gluren zo oninteressant. Ze verspillen over het algemeen een hoop zuurstof en energie om daar dingen mee te doen of te zeggen waar iedereen met een heel klein beetje verstand plaatsvervangend rood wordt van schaamte.
Het nieuws volg ik via de NOS app of NU.nl en voor de rest...
We hebben een hele stapel DVD's die we nog wel eens afspeelden, maar wat dat betreft: komt tijd komt raad.
Van onze schoonouders hebben we een flinke monitor te leen, zodat we dvd's kunnen kijken, en voor Jente wat dingetjes die zij leuk vindt en het jeugdjournaal.
En dan toch (wederom tegen wil en dank) eens kijken naar een geschikte vervanger.
Ik wil vooral geen hele grote TV. Dat is in ons kleine huiskamertje echt onzinnig. Ik wil niet dat het ding de blikvanger gaat zijn, daar waar we zulke prachtige en fijne stoelen en tafel hebben. Dus een kleine tv. De zoektocht levert een heel scala aan vooral heel erg grote TV's op. Ik denk dat de fabrikanten hun producten te zeer overschatten, want mensen zullen in de toekomst steeds kleiner gaan wonen. Dus waar je dan zo'n half bioscoopscherm nog kwijt moet, Joost mag het weten.
De kleine tv's zijn per saldo eigenlijk schofterig duur en tot mijn grote verbazing het minst energiezuinig. Vind ik gek. Een grote tv zou veel meer stroom moeten verbruiken, om dat hele voetbalveld belicht en in beweging te krijgen, maar blijkbaar is een kleine tv onzuinger. Niet dat me dat zorgen baart, want we hebben zonnepanelen.
Volgens de consumentenbond zijn kleine tv's kwalitatief ook matiger dan grote tv's. Nu geloof ik niet alles wat de consumentenbond zegt, maar ook dat zou een raar teken aan de wand zijn. Alsof fabrikanten alleen voor grote tv's hun best doen om kwalitatief wat goeds te leveren.
Dus voorlopig tv loos, en dat betekent dat ik het contract bij odido kan stopzetten. Huppaaaa besparing in de pocket, met dank aan een overleden Samsung.

Dit alles maar weer geschreven hebbende, wens ik eenieder een mooi weekend toe. Ik moet nog een dag of 4 en dan heb ik ook weer een paar daagjes vrij.




zaterdag 13 april 2024

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven dan "de Bommel meubelen" wat van leren.
En ze zijn prachtig. Ze zitten heerlijk.
Als je eenmaal zit, want dat is wennen, en tot op het moment van schrijven nog geen vanzelfsprekend veilige manoeuvre.
Ze werden geleverd om 0730 uur, en op dat moment lag ik nog te snurken.
Kom ik beneden, met een slaapdronken kop, wil neerploffen op een van de nieuwe stoelen, en ik eindig in de keuken.
Niet omdat ik naast de stoel ben gaan zitten, en achterwaarts salto'end richting vaatwasser en oven kukel. Ook niet omdat die stoel in de keuken stond, toen ik mijn omvangrijke achterste erop wilde neervleien. Nee, niets van dat al, maar simpelweg omdat ik niet bedacht was (en ben, en voorlopig zal zijn) op het feit dat er (erg soepel rollende) wieltjes onder zitten.
Bij een normale stoel, ga je zitten. Je denkt er niet over na. Je ploft neer en je gaat zitten doen wat je voornemens was te gaan doen.
Maar Ilse wilde dolgraag wieltjes onder de eettafelstoelen, want dat zou zo leuk zijn.
Ja, maar als ik aan tafel wil gaan zitten, en mijn stoel lanceert me richting keuken, terwijl ik een blog wil gaan typen aan de eettafel, dan heb ik daar toch zo mijn mening over.
Ons huis is nu ook weer niet zo klein dat ik zittend in de keuken bij de laptop op de eettafel kan. Noch heb ik armen die zo lang zijn dat ik dat voor elkaar zou krijgen.
Die wieltjes zijn zó enorm soepel dat ik bij elke beweging die ik maak, mezelf minimaal een centimeter of 2 van mijn oorspronkelijk geplande zitplaats beweeg.
En dan maak ik nog niet eens een beweging die tot doel had om me te verplaatsen in welke richting dan ook.
En als ik er dan in geslaagd ben om te gaan zitten, zonder dat ik via de gang, door de voordeur in de tuin ben beland, en ik heb de euvele moed om iets te verzitten, dan sta ik alsnog halverwege omdat die wieltjes nu eenmaal extreem soepel rollen.
Kortom: wennen.
En dan slaat mijn middelbare leeftijd me weer tussen mijn ogen, want ik ben het soort mens dat niet zonder geluid te maken gaat zitten, of opstaat.
Bij elke beweging van die stoel moet ik mezelf dus ook weer terug bewegen. Ik blijf geluid maken zo.
Maar zonder gekheid: de stoelen zitten wel serieus erg lekker. Lekker dikke zitvlakken. Lekker dikke rugleuningen. Zacht met veel ondersteuning.
Ja, daar kan ik wel 10 jaar op zitten.
En ze passen ook mooi bij onze nieuwe eettafel, hoewel ik persoonlijk, nu ik wat kritischer kijk, denk dat de tafel eigenlijk 10 centimeter te klein is. Of de stoelen 2,5 centimeter per stuk te groot. Maar dat zijn details. En aangezien ik niet op alle vlakken een kniesoor ben, ga ik daar gewoon wat minder op letten. Kan ook niet, want als ik wil gaan zitten, land ik toch te ver van het doel af om er last van te hebben.

De late diensten zitten er weer op, volgende week weer een poosje vroege diensten.
Ik kan nu al voorspellen wat er gaat gebeuren: ik geniet op dit moment eventjes van het feit dat ik alleen thuis ben, want mijn meiden zijn uit kamperen (niet ver weg, maar gewoon in de tuin bij opa en oma). Maar zondagavond is het vroeg te bed gaan, want ik moet er vroeg uit.
En ik gok er zomaar op dat mijn lijf minder snel als mijn verstand in de "vroege modus" gaat.
Dus dat ik om 2100 uur in bed stap, vol goede moed om een verantwoorde nachtrust te hebben. Om 2110 uur dommel ik in, om 2140 ben ik klaar wakker en stommel inwendig vloekend op die uitblijvende slaap naar beneden. Daar rook ik nog maar eens een peuk. Uiteindelijk stijg ik op naar de slaapkamer, omdat mijn lichaam zich (daartoe aangemoedigd door mijn mekkerende ziel) realiseert dat het om 0400 uur echt tijd is om op te staan, en dus val ik, nog steeds binnensmonds mekkerend, toch in slaap. Wetende ook dat het er blijkbaar bijhoort, en dat dit elke keer weer gebeurt, en ik het elke keer toch weer voor elkaar krijg om van vermoeidheid geen totaal bezopen dingen uit te spoken op dat platform.
De afgelopen week gebeurde er weinig opzienbarends. Anders dan dat een chauffeur besloot dat het een goed idee was om een passagier over het radio-kanaal te laten vertellen waar een vergeten koffer zou moeten staan.
Dat ging zo: "Regie, een passagier is een koffer vergeten, ergens bij de gate. Hier komt ze"
Dat leidde tot nogal wat verbazing en wrevel, aangezien het radio-kanaal uitsluitend bedoeld is voor mededelingen die verband houden met ons werk, en absoluut niet door derden gebruikt dient te worden. Los van het feit dat het een absolute inbreuk op de portodiscipline is, is het alleen maar verwarrend als iemand anders, in een vreemde taal, compleet niet ervaren met het gebruik van een porto en hoe je daarover dient te communiceren, ineens begint te rebbelen over zaken die ons in wezen niet aan gaan. Plus het feit dat je op die manier het kanaal verstopt en eventueel dringende berichten, hulpvragen of calamiteiten niet meer door komen.
Tuurlijk, je kunt als chauffeur zelf even kort met de regie overleggen, maar uiteindelijk is (vergeten) bagage niet ons werk, niet onze verantwoordelijkheid.
En achteraf, nadat de wrevel wat was weggetrokken, konden we er ook wel om grijnzen. Ik vooral ook omdat ik op het moment dat het gebeurde, zicht had op de toren, waar onze regie zich bevindt. En toen dit allemaal over de radio galmde, gevolgd door een nogal pijnlijke stilte, kon ik een enorme wolk vol met vraagtekens en onuitgesproken WTF's??!!??!!! om de toren zien drijven. Uiteraard is de betreffende chauffeur (nogmaals, want tijdens je opleiding leer je dat als het goed is, ook) op de hoogte gebracht over de mores en merites op het kanaal.

Weekend dus.
Eventjes relaxen. Ik heb veel gelezen afgelopen week. Een boek van krijgshistoricus S. Ambrose, over Easy Company, 506 PIR. Wat me uit dat boek vooral is bijgebleven is een bevestiging van mijn beeld van en mening over goed leiderschap. Niet dat ik daar in mijn werk of privé veel mee te maken heb (ik ben ten slotte maar een chauffeur en huisvader) maar ik vind het indrukwekkende literatuur.
Dit valt niet geheel toevallig samen met het feit dat de periode van herdenkingen er weer aankomt. De ere-signalen, de stiltes en het volkslied voor mensen die voor onze vrijheid en veiligheid gewond raakten of stierven.
Persoonlijk was dat voor mij altijd de mooiste tijd van het jaar. Iets kunnen terugdoen. Ondanks dat veel van de veteranen uit die tijd inmiddels allemaal hun rust wel gevonden zullen hebben, vind ik het voor mezelf belangrijk om wel stil te staan bij het feit dat onze vrijheid, niet goedkoop was. En dat er nog steeds mensen rondlopen die op basis van wat er op het wereldtoneel gebeurde en gebeurt dingen doen die ik niet zelf kan. Dingen gedaan hebben, die wij niet zelf zouden hebben gekund.
Ik zal daar op later moment een wat diepgravender blogje over tikken. Want het raakt me nog steeds. 
En deze periode is dan ook de periode waarin ik het meeste baal van mijn beslissing om nooit meer een trompet aan te raken, want in deze periode vond ik mezelf als trompettist het meest waardevol.
Ik zal hoe dan ook op 4 mei mijn bakkes even houden.

Zelf zijn we op heel kleine schaal, want het gaat niet verder dan huisnummertje 49, ook "in oorlog".
Op de een of andere manier en om de een of andere reden, heeft een mierenkolonie het onzalige plan opgevat om ons huis te bezetten.
Toevallig??? ging dat samen met het feit dat we wat planten in huis hebben gehaald om later, bij langduriger beter weer, definitief in de tuin te planten.
Of dat door die planten komt, weet ik niet, feit is wel dat ze hun aanwezigheid bekend maakten met het plaatsen van de potten.
Ik kan inmiddels niet meer voor de geest halen hoeveel stofzuigerzakken ik vol heb gezogen met die mieren. En het is op zich ook niet zo dat ze van de grond kunnen eten. Want die plavuizen van ons zijn zó schoon, dat ik vrees dat ik ze nooit meer smerig krijg. Er is simpelweg geen voer voor ze. Dat ligt buiten. Waarom ze binnenkomen? Geen flauw benul. Waar ze binnenkomen: ook niet. We hebben alles wel zo'n beetje dichtgekit. Ik verwijderde wat tegels in de tuin om te kijken of daar mierennesten zaten, maar nee. Ook niet.
Dus veel meer dan lagen nootmuskaat (houden ze niet van) strooien, en talrijke charges met de stofzuiger kunnen we vrees ik niet doen. In elk geval niet tot na het weekend als we een ondierenverdelger kunnen laten komen.
Die dan de rol van 506PIR kan gaan vertolken in ons eigen kleine drama.

Hoe dan ook: ik ga tussen het uitmoorden van mieren, verder genieten van mijn weekend, en dit geschreven hebbende, wens ik eenieder weer een beste toe.








vrijdag 5 april 2024

Kadoodjes

 Ons huis kent een aantal rariteiten, en dit is los van de bewoners.
Wij kochten het met die rariteiten, met als insteek om er een aantal zo gaandeweg te veranderen en te vervangen. Een groot deel van die plannen is al omgezet in daden, en zoals dat wel vaker gaat bij (ons?) mensen, een heel deel ook niet.
Een van die dingen was de buitenlamp. Die deed het alleen als die er zin in had. Na vervanging voor wat anders, deed hij het, maar die vervanging was erg lastig. Het materiaal waarin die lamp vast gezet is namelijk geen hout of steen, maar een of andere composiet soort waarin het moeilijk is om te boren.
Een snelle oplossing leverde dan op zich wel een functionerende buitenlamp op, maar ook weer tijdelijk. En ook niet echt heel erg mooi.
Na verloop van tijd, gaf ook de vervangende lamp het op, en niet alleen dat: de montage ervan bleek dusdanig kneuzig dat er water in de lamp kwam.
En we weten allemaal dat water en elektriciteit geen heel erg denderende combinatie is.
Het leverde in elk geval heel wat keren een doorgeslagen stop op. En een hoop irritatie.
Het licht uit laten was de enige optie, en helaas kwam het nogal eens voor dat die knop per ongeluk toch aan getikt werd. En dan vloog de stop er weer uit.
Uiteindelijk was het Ilse die gewapend met wat krimpkous, een schroevendraaier en veel geduld de buitenlamp vakkundig heeft vervangen.
En kwalitatief dusdanig goed dat er geen water meer bij kan, en de stop dus niet hoeft door te slaan.
Wat een vakvrouw.
Het is wel zo dat ik thuis kwam, en in eerste instantie mijn eigen huis voorbij liep, omdat ik niet gewend was om zo'n enorme bak licht bij de voordeur te zien.

Op mijn werk kom ik vaak mensen tegen waarvan ik denk: "wat een cadeautje".  Daar heb ik vaker over geschreven, en het is blijkbaar iets van terugkerende aard.
Een meneer die zijn hele levensverhaal stond te delen met de crew. Op zich snap ik dat, maar ik had een bus vol mensen die naar huis wilden. Of hun overstap moesten halen. En ze stopten daarboven maar niet met ouwehoeren. De mensen in mijn bus werden steeds rustelozer.
Uiteindelijk kwam de beste man naar beneden, en vroeg pompeus, bijna op zijn ouwe-jongens-krentenbroods, of hij nog mee mocht. Met een zo veel mogelijk van irritatie verholen "nou, hop maar", maande ik hem om op te schieten.
Zijn reactie, na alle wachten en naar alle wachtenden: "rustig maar".  Mijn onderkaak viel los. De arrogantie was hemeltergend.
Ja, vriend, zeg dat maar tegen de mensen in de bus, die op jou hebben staan wachten. Volgende keer gaat zo'n klant maar met het crew-vervoer mee.
Ik heb blijkbaar ook dagen waarop mijn gezicht blijkbaar uitstraalt dat ik een praatpaal voor piloten ben.
De één na de ander die naar beneden kwam om eens gezellig met me te babbelen. En stiekem vind ik dat best gezellig. Zo vaak hebben ze die tijd niet, en het geeft mij de kans om wat meer te leren over de secundaire zaken waar piloten of crew mee te maken hebben. We lachen samen om de gekkigheidjes van de passagiers, of om de logica-vermorzelende omgeving die een luchthaven vaak is.
De passagier die ongewild mij een mind-fuck verkocht. Hij of zij stapte uit waar het moest, en verdween de terminal in.
Hij of zij verdween de terminal in, ik sloot de deuren van de terminal en maakte vlug een rondje door de bus. Op een van de stoelen zag ik iets liggen, en dacht er verder vrij weinig van.
Mensen laten wel vaker hun zooi liggen voor de eerlijke vinder.
Dat iets, bleek bij nadere inspectie een briefje van 200. Best veel, zo dacht ik met mijn Europese Euro gewende financiele inzicht.
Dus ik roep, zonder verder te kijken, de buscoördinator op met het verzoek om het geld proberen te herenigen met de sufferd die het in mijn bus achterliet.
De busco komt, en vouwt het briefje open. Het blijkt om 200 Tjechische kronen te gaan. We gaan omrekenen. 8 hele euro's, mensen. 8 euro. Tja. Het zijn alsnog niet mijn 8 hele Euro's, dus ik moet er verder vrij weinig mee.
Volgens de letters van de wet gehandeld, helemaal overtuigd van het bijschrijven van extra karma-punten voor de dag, blijkt het om één enkel, heel erg klein biertje op Schiphol te gaan. Met de busco besloten om dat immense bedrag in een van de donatie-tonnen te gooien die verspreid over Schiphol staan. Dan gaat het naar unicef of zo'n soort goed doel. Gebeurt er nog wat goeds mee.

Terug naar mijn eigen kadootje. En dat met nadruk op "doot" in dat woord.
Van de week waren we in gesprek over hoe we het huis zouden verdelen als we ooit tot echtscheiding zouden komen.
Neenee, serieuze plannen in die richting hebben we nog niet. Voorlopig gaat alles helemaal naar wens, en zou ik ondanks komend verhaal, toch niet zo snel van mijn kadootje af willen.
Tijdens dat gesprek bespraken we dat ik de bovenverdieping zou gaan bewonen, en Ilse de benedenverdieping. Of andersom. Met welk recht van welk overpad en welk recht van gebruik van welke tuin.
En tijdens die speelse onderhandelingen, nam ik een hap van mijn wasa.
(Dat zijn gortdroge crackers, die ik vanwege een soepele en gezonde stoelgang eet, en om geen enkele andere reden. Die dingen zijn zó gortdroog dat zelfs weggespoeld met een liter van het allernatste water niet kan voorkomen dat je mond stante pede in de sahara verandert).
Die hap nam de onhandige beslissing om een afslag te missen en zich vast te rollen in mijn luchtpijp.
Ik kreeg de gierende blafhoest die dik 5 minuten aanhield. Een van pure droogte verschrompelde luchtpijp, dat laatste beetje vocht dat ik nog in mijn lijf had, perste zich via mijn traanbuizen naar buiten en mijn neus ging spontaan dichtzitten om een opgewekte bijdrage te kunnen leveren aan mijn naderende ontmoeting met Satan.
Ondertussen hoorde ik Ilse in de verte dodelijk kalm informeren of ze misschien toch maar een klopje op mijn rug moest geven, of dat ze beter 112 kon bellen.
Vanwege die uit de klauwen escalerende gier-hoest kon ik haar niet toesnauwen dat als ze nog rustiger deed, ze die hele echtscheiding wel over kon slaan en het bellen van 112 ook, en dat ze dan blij de DELA op de hoogte kon brengen van het feit dat ik gestikt was in een Wasa.
Dat is toch wel een beetje doodsangst nummer 1. Stikken in een Wasa. Als je dan stikt in een overheerlijk sappige en malse biefstuk, of dat een verse oester zich van keelgat vergist, oke. Dan sterf je ten minste nog terwijl je van culinaire hoogtepunten geniet. Maar stikken in een Wasa.... De tering. Moet er niet aan denken.
Maar goed, ik heb het overleefd, en we zijn dus nog niet naar advocaten op zoek om ons huwelijk te laten ontbinden.

Inmiddels heb ik met dank aan collega P. een reanimatie-cursus mogen volgen, mét AED. Dus nu ben ik wederom gediplomeerd ribbenbreker en electrocuteur. Wat mij dit keer opviel, is dat er kleine verschillen in de uitvoering zitten. Waar ik vroeger leerde om de nek van het slachtoffer te ondersteunen bij de "kin-lift" moet ik nu het voorhoofd gebruiken om de "kin-lift" te ondersteunen.
Wat er in eerste instantie toe leidde dat ik heel erg het gevoel had dat mijn complete en niet bepaald geringe lichaamsgewicht op het hoofd van het zich toch al niet geweldig goed voelende slachtoffer rust. Heeft de arme man niet alleen een hartprobleem, mogelijk gebroken ribben door de ferm uitgevoerde hartmassage, maar ook een hersenkneuzing omdat ik zijn leven redde.
Maar het was een leerzame avond, en goed georganiseerd. En mijn kennis is weer eventjes up-to-date.

Dit geschreven hebbende, is het weekend weer begonnen. Ja, niet voor mij natuurlijk, want ik moet weer bij gaan dragen aan de economie, maar ik wens eenieder een goeie toe.


Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...