zaterdag 24 februari 2024

Claus, zeehond en anders....

Al een hele poos hebben wij het idee dat kater Claus, mijn vriendje van meer dan 10 jaar, op zijn laatste benen loopt.
Hij is dement. Hij ziet slecht. Hij hoort slecht. Hij heeft pijn. Zijn neus doet het minder. Hij wordt zwak. Vroeger was hij de buurt-terror-kat, die alle andere katten in elkaar mepte, nu is hij zelfs niet meer tegen Colette opgewassen.
Colette, die angstig van een veilig plekje tegen alle katten blaast, maar naar binnen racet als de uitgescholden kat terug kijkt. Colette, het scharminkeltje, kan Claus vloeren, zo zwak is hij geworden. Oud dus. Oud en op. Als je het mij vraagt. 
Dus met de dierenarts-assistente gebeld. Zij hoorde het verhaal aan, en maakte een afspraak voor Claus. Een afspraak om hem op een humane wijze verder lijden te besparen, dit in overleg met de dierenarts uiteraard. Want de dierenarts heeft een stem in het kapittel.
De dag van te voren hebben we Jente ingelicht, die in tranen uitbarstte. (En dat vond ik verbazend, want Claus en Jente vind ik van alle combinaties die er in dit huis te maken zijn, niet de meest voor de hand liggende, maar goed). Uitgelegd wat de bedoeling was, en dat het goed zou kunnen dat Claus niet meer levend van ons bezoekje aan de dierenarts terug zou komen.
En of ze mee wilde. Dat wilde ze niet.
We gaan het beest begraven in de tuin, of ze misschien een bordje voor bij zijn graf wilde maken. Dat wilde ze wel, dus een plank en een tak verder, maakte ze inderdaad een heel mooi plankje voor op het graf.
Bijpassend gestemd, tilden we Claus in zijn reismandje en vertrokken met hem naar de dierenarts.
Zij hoorde ons aan, en gaf pijnstiller mee. Of we het nog maar eens 2 weken aan wilden kijken.
Begrijp me goed: ik vind het fijn dat Claus nog even niet dood hoeft. Hij is mijn vriendje van vele jaren, en als het aan mij ligt, blijft dat zo. Maar gebaseerd op alleen pijn, vind ik het wel erg magertjes allemaal. Heeft die alsnog geen jofel leven. Want als we hem buiten laten, kunnen we elke 2 weken met hem naar de dierenarts voor antibiotica. Heeft hij weer een pak slaag gehad.
Houden we hem binnen (wat zal moeten omdat hij zó dement is dat we bang zijn dat hij de weg kwijt raakt) wordt hij ook ongelukkig, en door Colette in elkaar getrapt.
Zijn voertjes moeten we praktisch door zijn strot rammen, want hij ziet ze niet en ruikt ze nauwelijks.
Hij kan behoorlijk uithalen als hij schrikt, want hij ziet of hoort ons niet meer aankomen. Dus ja.
Pijnstiller dus.
Ik weet het niet. Ik heb niet het hart om hem zelf maar de nek om te draaien, maar ik vind persoonlijk dat hij lijdt. Lijdt aan een oud en krakkemikkig lijf. En dat is niet wat ik voor me zie voor mijn vriendje.

Ik was dus een paar dagen goed te grazen genomen door iets dat heerste, en met het verstrijken van de tijd kom ik steeds dichter bij een up and running soort van staat. Dat is mooi. Want op een gegeven moment komen de muren op me af. Ga ik me vervelen. NCIS werd gebinged, maar dat maakte niet dat ik niet op een gegeven moment niet alleen meer bezig was met het bevechten van een of ander druiloorderig virus, maar ook met het bestrijden van de verveling. 
Enige restant nu nog, is een blafhoest waar de gemiddelde zeehond jaloers op is. Het is niet zoals met niezen, dat ik de ramen eruit bulder, maar enigszins gewelddadig mag mijn gehoest best genoemd worden. Ik kan ook niet meer schalks rondsluipen, als mijn keel de kriebels krijgt, dan valt mijn locatie hoorbaar op. Ik kreeg het zelfs voor elkaar dat passagiers nogal schrokken van mijn geblaf achter het stuur. Ik meende wat ineengekrompen zieltjes te zien, angstig voor corona, of erger.
Maar ook dat trekt weg. Het trekt weg en dat is niks te laat aangezien we aanstaande maandag het kinderfeestje van Jente hebben. Speciaal gepland op een studiedag van haar juf, zodat we wederom de ouders van haar vriendjes ontlasten op een extra vrije dag voor die kinders.
We gaan wederom naar een krijspaleis, want Jente is dol op krijspaleizen, en nu ze er nog net de leeftijd voor heeft, zijn wij blij als zij blij is. En vorige edities van haar feestje, waren altijd minder vermoeiend dan we op voorhand vreesden, dus dit jaar vrees ik niks.
Hooguit dat ik nog steeds niet echt verstolen aanwezig kan zijn, omdat mijn blafhoest intens gewelddadig door de ruimte schalt als mijn keel de kriebels krijgt en eventuele andere aanwezigheden de bibbers bezorgt.

Verder ben ik een beetje inspiratieloos. Er was ook weinig opzienbarends op mijn werk, maar ik realiseerde me ineens wel iets.
Toen ik het bussen naast het musiceren deed, was er veel meer sprake van een soort van vakantiegevoel. Het "anders" was iets dat het leven als musicus brak en gezien mijn state of mind met betrekking tot het musiceren, leefbaar hield.
Maar inmiddels ben ik dus fulltime buschauffeur en merk ik dat het "anders" normaal is geworden. Niet per se slechter, want dan zou ik gaan rennen, maar het bijzondere is er vanaf. Ondanks dat ik nog steeds heel erg kan genieten van het werk en de omgeving van dat werk.
Dit geschreven hebbende, begint dus mijn wat langere weekend, en wens ik u allen een beste toe.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...