dinsdag 6 juni 2017

Kamperen, muziekmaken en boze burgers.

Het is inmiddels een traditie geworden dat we met hemelvaart en Pinksteren op een camping ergens in het land staan.
Ook dit jaar weer. En met een inmiddels 2+ jaar oude Jente, zijn we dus hoofdzakelijk bezig geweest met rennen. Rennen achter Jente aan, want we stonden vlak bij het speeltuintje.
Heerlijk kon ze zich daar uitleven, ravotten en haar energie kwijt. Dus daar ging ze continu naar toe, als we even niet keken.
Of rennen richting zwembad.
Wij, als ouders, zijn daar zeker per persoon 5 kilo kwijt geraakt. Want hoewel er andere kinderen bij waren die helemaal gek op Jente zijn, en best even met haar op het "spjingkusse" wilden, de verantwoordelijkheid voor Jente is van ons. En hoe leuk het spjingkusse ook is, Jente kan er behoorlijk hard van af knikkeren. De boomhut is leuk voor kinderen vanaf 7 jaar, daaronder kunnen ze een doodssmak maken als er geen volwassene is om op te letten.
Dus behalve dat het weer gezellig en leuk was, was het ook behoorlijk vermoeiend.
Een middagdutje samen met Jente was dus niet echt een overbodige luxe, zeker niet aangezien de temperaturen op bepaalde dagen tot boven de 30 graden kwam.
Jente vond het heerlijk om bij haar slaapje in het grote bed te slapen (nu is dat "grote" erg relatief in een caravan van 8 vierkante meter). En het liefst met papa of mama ("ook slapen!").
Dus als we haar in het kleine bedje deden, was het zaak om onze lange ledematen in te klappen, en ons naast Jente in dat bedje te proppen.
Dat ging in de regel goed. Tot ik mezelf heel erg snaaks en stil van het bedje wilde verwijderen. Jente sliep echt nét. Ik schoof mijn bil naar de uitgang en met een luid gekraak brak het steuntje waar het bed op rustte. Ik schrok me dood, en was als de dood dat Jente wakker zou schrikken. Dat gebeurde gelukkig niet.
Het zure is wel dat ik inmiddels dus ook echt 5 kilo ben afgevallen. En dan nu nog eens door het bed zakken.
Wel weer een goeie mogelijkheid om wat te klussen. Een houten framepje maken is een kolfje naar mijn hand.
Er moest dit jaar ook een groepsfoto gemaakt worden. En vanwege het feit dat alle kinderen en volwassenen minimaal 10 keer (zo niet vaker) achter Jente aan, het springkussen van alle kanten bekeken hebben, werd dat de locatie van de foto.
Een vriendelijke mede-campinggast wilde wel een foto maken met de mobiele Samsung.
Nu is het zo dat veel telefoons op zwart gaan als actie op het scherm te lang uitblijven. Zo ook deze Samsung.
We waren nog niet klaar met het positioneren van de groep (en vanwege het instabiele karakter van een springkussen, duurde dat best wel even) en de Samsung ging op zwart. Omdat de eigenaresse vooraan ging zitten, wilde de lieve meneer haar even om raad vragen. Hij liep naar haar toe, maar zij draaide zich wat wankel om (springkussen) en zwaaide haar arm recht op de kaak van de arme fotograaf in spé. Dat ging niet bepaald subtiel ook. Het kenmerkende kletsen van vlees op vlees was hoorbaar boven alle geroezemoes van de te fotograferen groep. Als het met opzet zou zijn geweest, zou je met recht stellen dat het een bevredigende klap moet zijn geweest.

Over anderhalve week is het zover: twee van mijn leerlingen mogen op examen. En ik weet dat ze het kunnen. Maar toch ben ik zenuwachtig. Ik neem aan dat dat voor veel van mijn collega-docenten geldt. Je bereidt het zo goed mogelijk met de kinders voor. Maar als ze dan tijdens les wéér die toonladder verprutsen, zou je ze bijna eigenhandig dat instrument laten opvreten. Dat kind heeft moeite met de hogere noten, en dit kind heeft moeite met ritme. Kortom: nog twee lessen en het moet gebeuren.
Ook ben ik tot mijn verwondering gevraagd om mee te doen met een eindexamen op het conservatorium. Normaal doe ik dat eigenlijk niet. Kost me teveel tijd en dus teveel geld (en aan een student kan je niet echt een gage vragen waar je van kan leven). Maar in dit geval gaat het om een nieuwe aanstormende collega. En het stuk waar ik mag meespelen, is dermate gaaf, dat ik om die twee redenen een uitzondering maak.
En ook hier kriebelt het een beetje. Want dit jaar vier ik mijn 10 jarig jubileum als gediplomeerd beroepsmuzikant. En ik kan me nog heel helder voor de geest halen hoe ik me voelde de aanloop er naartoe. De zenuwen. De organisatie. Het continue herhalen en doorspelen van het programma. De verwachtingen en de eisen.
En uiteraard het feest achteraf (waar ik me weinig van kan herinneren, behalve dan dat de rekening op een gegeven moment maar betaald werd door een van mijn docenten).
Dus muzikaal toch wel weer wat uitdagingen.


Ik krijg vaak de mededeling dat ik me druk maak over dingen. Of dat ik ruzie zoek, omdat ik een compleet andere mening heb (en ventileer) dan heel erg gangbaar is.
Beide is uiteraard niet waar. ik ben alleen zelfbewust genoeg om bepaalde afwijkende meningen te laten horen. Me er druk over maken, is het niet. En zeker als ik mijn blogs schrijf, blijft mijn hartslag gewoonlijk erg kalm.
Dus zullen we het erover eens zijn dat ik mezelf niet ongezond op zit te vreten achter mijn beeldscherm? En dat het ventileren van mijn afwijkende mening niet per definitie bedoeld is als ruziezoekerij?
Fijn.

Nu ik deze disclaimer heb uitgetikt, kan ik me weer druk maken over iets dat me opviel.
De burger is boos. Ten minste, zo lijkt het. En de burger is niet altijd bijzonder behept met intelligentie of zelfs maar basaal fatsoen.
Heel af en toe kan ik het niet laten om me in dergelijke discussies te mengen. In het verleden in een poging om wat redelijkheid toe te voegen, maar aangezien de "boze burger" geen behoefte heeft aan redelijkheid, noch de intelligentie heeft om daarmee om te gaan, ben ik daarmee maar gestopt.
De "boze burger" heeft zichzelf in bijna alle discussies tot specialistischere specialist verklaard (en dat kan niet anders, want geen enkel intelligent mens zou de "boze burger tot specialist verklaren) en heeft dus altijd gelijk. Als ik al reageer in dit soort discussies, is het om de boel nog wat op te stoken. De "boze burger" nog wat bozer te maken. Flauw van mij. Ik weet het. Maar ik kan niet 24/7 met die trompet aan mijn lippen zitten, nietwaar? En het schriftelijke vuurwerk dat dan volgt, is vaak te mooi om te laten gaan.
 Soms echter, nemen discussies zulke walgelijke vormen aan, dat ik met plaatsvervangende schaamte wegklik.

Een paar dagen geleden werden er twee meisjes vermoord. Afgrijselijk. Geen ander woord voor. Wat een onvoorstelbaar verdriet en pijn moet dat opleveren voor alle betrokkenen.
En de sociale media ontplofte. Mensen die er als de kippen bijzijn om de ouders en betrokkenen te condoleren. Kracht toe te wensen. Liefde toe te wensen. En dat is mooi.
Maar ook mensen die gelijk roepen dat de politie het niet goed doet. Dat de politie faalt, blundert, fouten verdoezelt.
Waar de politie nu stelt dat "het erop lijkt" dat beide zaken niks met elkaar te maken hebben, weten deze "boze burgers" het beter. En die hebben hun mening al klaar. En aangezien die mening niet strookt met wat de politie stelt (nogmaals: de mededeling van de politie duidt al aan dat ze het niet zeker weten) heeft de politie het fout.
En dit soort discussies gaan dus schaamteloos onder berichtgeving waar 80% van de mensen gewoon hun afschuw, hun verdriet, hun condoleances uiten.
Tuurlijk. Een nieuwsbericht, waar men open op kan reageren, is natuurlijk geen condoleance-register, maar als 80% van de posts condoleance-posts zijn, dan is het mijns inziens nogal walgelijk om zo'n draadje te kapen om de politie onterecht op hun flikker te geven, en je eigen mening als waarheid te etaleren op een manier waarvan zelfs basisschool kinderen al weten dat het grammaticaal rammelt als het kunstgebit van oma op een weg vol kinderkopjes in de Ardennen (wat een briljante vergelijking, al zeg ik het zelf).
De twee verdachten (ook al zo triest: beiden minderjarig) zijn door deze zogenaamde specialisten al schuldig verklaard en online gelynched. Let wel: ze zijn verdachte. Nog niet schuldig bevonden door de rechtbank, met behulp van bewijs. Maar voor de "boze burger" is een arrestatie al voldoende.
En dan zijn we bij het goeie ouwe volksgericht.
Dat vind ik gevaarlijk.
En onfatsoenlijk.
En heel erg verdrietig.
Maar me er druk om maken doe ik niet echt meer. Ik kan namelijk een ander niet veranderen. Ik kan er niet zoveel aan doen. Behalve dan de minister van onderwijs oproepen om niet te bezuinigen op onderwijs. Om meer capabele docenten aan te stellen. Zodat kansloze blaatgeneraties uiteindelijk uit zullen sterven.
Gooi er wat geld tegenaan, zorg voor meer liefhebbende en goed gekwalificeerde docenten die een goed salaris krijgen.
Hopen mag, toch?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...