vrijdag 4 december 2020

Mijn avonturen van deze week.

 De tong.
Ik kan waarschijnlijk een heel epistel schrijven over de/mijn tong. Wat het ding is, en waar het toe kan dienen. Met name als trompettist heb je veel met je tong te maken, eigenlijk op de zelfde wijze als wanneer je praat. Je articuleert ermee.
Vrij vaak heb ik te horen gekregen dat ik dat niet zo goed doe. Ik schijn onduidelijk te praten, en ik betrap me er bij het trompetspelen ook wel eens op dat het allemaal wat beter gearticuleerd kan worden.
Maar dat is niet waarom ik over dit oh zo belangrijke stukje spier wil praten.
Ik heb een wat wankele verstandhouding met mijn tong.
Begrijp me niet verkeerd: het is een onmisbaar ding, zonder dat zou ik niet kunnen praten (en ik vind het extreem belangrijk dat ik mijn mening gewenst, en (maar) vooral ook ongewenst kan spuien).
Van de week zaten Ilse en ik gezamenlijk op de bank. Iets te kijken of luisteren. Jente was naar bed en wij uitgeteld. Ik knaagde aan een stukje koek, en Ilse was voornemens om een grapefruit soldaat te maken.
Tot zover niks geks, ware het niet dat het niet helemaal verliep zoals het zou moeten. En uit ongeduld (ja, ook Ilse) bracht zij de nog beschilde grapefruit naar haar waffel, om met haar tanden die schil kapot te bijten, om zo een beginnetje voor het pellen te maken.
Nu ben ik beslist niet vies van een zuurtje in mijn mond. Een citroen of een limoen drink ik zo weg. Een mandarijn kan me niet zuur genoeg zijn, en appels die niet zuur zijn, bevallen mij maar matig. Maar de schil van een citrusfruit is gewoon té bitter. Ik zag haar het doen, begon te protesteren, maar mijn tong kromp gewoon in elkaar bij het zien van de mishandeling van de hare. Instant complete droogte. Rimpelde in elkaar tot tegen mijn verhemelte om daar van pure ellende te blijven plakken.
Op zich een bekende sensatie. Mijn CPAP heeft tot gevolg dat ik in de ochtend een tong heb die zo droog is, dat de Sahara er een oceaan bij lijkt. Ik heb voor de grap wel eens gevoeld, met mijn vingers aan mijn tong na een nachtje CPAP. Van mijn vingerafdruk bleef weinig over. Effect van een schuurmachine op een zacht houten plankje. Praten is een onmogelijkheid, laat staan articuleren.
Spa rood drinken is dan de enige optie. De koolzuur maakt mijn tong dan net even wat sneller weer vochtig. Ik heb me eigenlijk nooit echt afgevraagd of dat nu zo gezond is. Elke ochtend wakker worden met een sponzige schuurlap in mijn mond. Zo'n ding dient volgens mij vochtig te wezen, al was het maar omdat je je voedsel ook niet in een droge schuur wil vermalen.
Maar soit. Zo verbaas je je nog eens over je echtgenote. Wie bijt er nu vrijwillig in de bittere buitenkant van een toch al bitter-zure vrucht?

Mijn karma punten voor deze week heb ik ook weer binnen geharkt.
Tijdens de laatste rit van mijn  nachtdienst werd ik op een gegeven moment aangesproken door een mooie, jongedame die mij verdwaasd vroeg hoe of dat ze bij P4 (parkeerplaats 4, voor langparkeren) moest komen. En of ik daar ook heenging.
Neen, want bij mijn beste weten is P4 vanwege covid dicht en gaan er dus geen pendelbussen meer naartoe.
Echter in al haar wijsheid heeft Schiphol besloten om er dan maar een XL teststraat neer te zetten voor vakantiegangers en zakenreizigers. Dat was waar de jongedame naartoe moest. Want zij zou er als werkstudente (ze studeerde aan hbo-v) tests gaan afnemen. Maar haar werkgever had verzuimd haar te laten weten hoe of dat ze er zou moeten komen.
Ze besloot zelf om dan maar met me mee te rijden tot P3, en dan van daar te gaan lopen of een über te bestellen.
Prima.
Aangekomen bij het eindpunt (P3 dus) sprak ik mijn aflos collega aan, of die wist hoe lang het lopen was. Die begon te lachen, en zei dat dat wel een half uur zou duren. Een ritje met de auto van nog geen 5 minuten, maar lopend langs een slingerend fietspad is net even anders.
Het meisje in kwestie was druk bezig een über te regelen. Maar dat bleek voor de app van über te moeilijk. En lopen een half uur, zag ze niet helemaal zitten.
Dat was het moment dat ik me realiseerde dat ik mijn diepe respect voor verpleegkundigen en zorgpersoneel om kon zetten in wat hulpvaardigheid. Ik bood het meisje een lift aan, omdat ik het in de mottig regenende kou toch niet heel erg verantwoord vond om een meisje alleen te laten wandelen. Zeker daar, waar er op zich nog wel veel verkeer is, maar verder helemaal niks.
Gelukkig accepteerde ze na enige (terechte, want vreemde vent) twijfel mijn lift, en heb ik haar 7 minuten later bij haar werk af kunnen zetten.

In een duister verleden, toen ik nog in Tiel woonde, had ik een babyblauwe Citroën C3. Een diesel.
Die maakte haar kilometers tussen Tiel en Limburg. Afmattende, strontvervelende, nare kilometers, want ik wilde niet in Limburg zijn. Maar dat is een ander verhaal.
Die auto was een van de beste auto's die ik had. Voordelig, comfortabel en met die babyblauwe kleur toen al een verfrissing op de weg, tussen het toen al grijzige leaseblik dat het beeld van vaderlands snelwegen tot een deprimerende sliert maken.
Weggedaan, BMW gekocht, vrouw gekregen, hobby gekregen, kind gekregen en ettelijke malen verhuisd. Toch heeft die auto altijd een heel speciaal plekje gehad. Omdat ze zo betrouwbaar de kilometers maakte. Omdat ik er nagenoeg in woonde. En voor een man alleen was het groot zat.
Goed, inmiddels toegetreden tot het gilde der citrogestoorden, een boel Citroëns gekocht, in de prak gereden, miskopen, etc in bezit gehad, was er nooit een moment dat er een C3 weer ter sprake kwam. Terwijl het juist die auto was, waar ik zo fijn mee heb gereden.
Fast forward naar vandaag.
Ilse durfde het toch niet meer aan. Nog meer geld steken in de saxo, die ik zo ongelooflijk charmant vind. Er moet gewoon nog teveel aan, en ik kom er niet toe. Ik kom toe aan mijn eigen auto. Maar daarmee is eigenlijk mijn laatste vrije tijd die ik heb, zonder dat ik mijn gezin verwaarloos, op. En dus moest er een andere auto komen. Liefst iets dat betrouwbaar was. Maatje meer geen bezwaar, liefst wat meer opties en wederom niet al te duur. Ten slotte is het ook niet zo dat we bulken van het geld, daarvoor verdient een armetierige chauffeur te weinig.
Mijn oog viel zomaar ineens op een Citroën C3. Die Ilse ook wel beviel. En dat ding staat gewoon in Almere te koop. En zit nog eens dik in de opties ook.
Goed, mijn insteek was, dat omdat het niet voor mezelf was, en ik er dus ook geen tijd voor heb, dat er maar een klein Japannertje moest komen. Voor mezelf vind ik het niet zo bezwaarlijk als er eens een ANWB aan te pas moet komen (is me dus ook nog nooit gebeurd, en nu zit ik dus keihard op de tafel de beuken). Maar voor Ilse (en Jente) vind ik dat dus wel. Niet dat ik er problemen mee heb als de ANWB komt om haar weer op weg te helpen, maar net als bij de verpleegster van het vorige onderwerp vind ik het voornamelijk vervelend dat ze dan in haar eentje, mogelijk in het donker, moet wachten op de wegenwacht. Niet iedereen is een brave huisvader die een ander goedbedoelend verder wil helpen, en dat leed wil ik Ilse toch besparen.
Maar die Japanner die we probeerden, werd door Ilse afgeserveerd, de C3 die ik voorbij zag komen werd ook geprobeerd, en die voelde goed. Dus dat maar gedaan.
En de trip down memory-lane was compleet: het is namelijk een C3 in exact dezelfde kleur als die ik 10 jaar geleden kocht. Exact dezelfde auto. Nou, bijna. Want dit is natuurlijk geen diesel. En is wat meer luxe. Maar toch. Staat er toch weer een guitige snuit naast haar grote zus.
Ik ben grote blij. Ilse ook, en wederom klop ik als een lijpe lotje op tafel, dat dit maar lang zo mag blijven.

Sinterklaas is in aantocht, en ik vraag me oprecht nogmaals af: is dít dan wat je ervoor terugkrijgt? Een kind waar totaal geen land mee te bezeilen is. Janken en krijsen om de meest onbenullige dingen. Dramalama-gedrag waar je koud van wordt, allemaal in afwachting van wat die Sint al dan niet komt brengen. En net als je denkt dat je de boel gesust hebt, flikkert ze van de bank, landt op haar kop en begint het hele circus weer opnieuw.
Ze is lief, echt, heus. Maar de laatste paar weken bijna uitsluitend als ze slaapt, of net wakker is. Want van pure spanning, kan ze weinig meer hebben.
Ergens vind ik het ook wel sneu voor haar.
Het zal goed komen. Volgend jaar. Na de feestdagen.

Dit geschreven hebbende, wens ik u allen een prettig weekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...