vrijdag 12 januari 2024

Soepel glijden we het nieuwe jaar door.

Omdat mijn vader niet meer echt soepel ter been is, had de terugreis (welke ik samen met hem ondernam omdat hij in Nederland moest zijn voor wat zakelijke aangelegenheden) wel een paar voeten in aarde (en ja: dat is een pun heel erg intended).
Los van het feit dat ik mijn lekkernijen moest afstaan omdat ze een gevaar voor de vliegende mensheid op zouden leveren, moest mijn vader zijn broodnodige wandelstok in de overhead storage flikkeren.
Oke, dat kan. Je kunt je dan ook afvragen hoe zo'n man dan naar het toilet moet, maar die situatie deed zich niet voor. Ergens wel jammer, ik had het misschien nog wel intens vermakelijk gevonden om een man te zien strompelen door het gangpad van een door lichte turbulentie geteisterd vliegtuig, om vervolgens bij een volstrekt onschuldige medereiziger op schoot te belanden en daar de controle over de blaas geheel te verliezen. Dat zou heel andere ranzige uitdagingen hebben opgeleverd. Uiteraard ben ik voor mijn vader dik blij dat dat dus niet gebeurd is.
Maar ik had ook middels het formulier bij het inchecken gevraagd om assistentie. Blijkt dus dat je ergens maar moet weten dat je dat minimaal 48 uur van te voren moet aanvragen. Good luck voor mensen die last-minute ergens heen moeten, die hebben dan dikke pech, denk ik.
Bij aankomst op Schiphol werden we door een collega opgewacht, maar geen assistentie te bekennen. We besloten om dan maar met de bus mee te gaan, en binnen te hopen op iemand die een rolstoel kon fixen.
Je raadt het al....
Er stonden echter wél rolstoelen, dus ik heb mijn pa maar in een rolstoel gemieterd, en hop: naar de douane.
Zonder rolstoel, sta je daar dus makkelijk 3 kwartier in de rij. Mét rolstoel (assistentie of niet) gaan er deuren voor je open, waarvan je het bestaan niet wist. Met 10 minuten waren we geknipt en geschoren, zogezegd. In de aankomsthal was het wel druk, en ik droeg mijn vader op om met die wandelstok wat om zich heen te zwiepen ten einde het gepeupel fysiek aan te moedigen om voor ons aan de kant te gaan, maar helaas: mijn vader is te zeer beschaafd om aan mijn wens tot het spelen van primitieve tank tegemoet te komen. Bovendien: integenstelling tot de heenreis was mijn schoonvader deze keer wél op tijd, en ik denk dat mijn vader zich toch geroepen voelde tot een extra vernislaagje van beschaving. Op zich niet heel erg noodzakelijk, maar ik snap het wel. Persoonlijk had ik het wel leuk gevonden om een spoor van ellende achter me te laten, terwijl ik mijn vader door een van de drukste plekken van Nederland voortstuw.
Grappig genoeg bleken de remmen van de rolstoel niet het sterkste punt van het ding te zijn. Eenmaal op een rolbaan omhoog, was het toch, zelfs met het inknijpen van de remmen, een kwestie van vooral brute fysieke kracht om te voorkomen dat die rolstoel met onnavolgbare snelheid weer achterwaarts naar beneden zou denderen. Ook hier kon ik het niet laten om me te verlustigen aan het idee van de ravage die daardoor zou ontstaan, maar omdat ik mijn vader hier niet per se aan wilde blootstellen, bleef het bij een magnifieke beelddenkerij die een gelukzalige grijns op mijn smoel bracht.
Die rolstoel hebben we uiteindelijk vlak bij de parkeergarage waar mijn schoonvader stond maar gelaten voor wat het was. Ze zullen hem vast wel terugvinden, en zo niet: dan hadden ze er maar vanaf het begin moeten staan, zoals (oké rijkelijk laat) aangevraagd was.

Ik ben altijd erg lyrisch over het Isle of Wight, of in mijn volksmond: het Eiland. Maar wát is er dan behalve "the Garlic Farm" dan zo aantrekkelijk aan dat stuk losgeslagen kalksteen?
Met mijn hang naar ouwe, versleten, middeleeuwse bebouwing, kom ik er goed aan mijn trekken. De gebouwen zijn er op zijn Frans, niet bepaald in concoursstaat, en wel vaak ouder dan een paar generaties.
Omdat het heuvelachtig is, zijn er veel plekken alwaar je kunt genieten van prachtige uitzichten. Uitzichten over die middeleeuws aandoende dorpjes, over de zee, en meeuwen die je met een Engels accent toe krijsen.
De begroeiing die het midden houdt tussen noord- en zuidEuropese flora, en de typsich Engelse heggen langs wegen die zijspiegelmoordend kunnen zijn. (Voor zover je niet eerst in alle "potholes" de ophanging van je auto hebt achter gelaten).
De sfeer op het eiland is rustiek en de mensen zijn er vriendelijk. Makkelijk. En je kunt er een serieus lekkere portie "fish and chips" eten, want de vis komt er nagenoeg levend je bord op zwemmen zo vers is het er.
De pubs zijn een ander stukje cake: die zijn waarschijnlijk gewoon op zijn Engels, maar ook dat heeft en geeft een heel unieke sfeer.
Ergo: bezoek het eiland. Ze leven er van toeristen (en dat is ook gelijk een nadeel: in toeristenseizoenen is het net zo duur als spectaculair) en er zijn dus ook meerdere manieren om er heel aangenaam te vertoeven.
Ik weet niet of het iets typisch "Wights" is, typisch Engels of typisch niet-Nederlands (ik heb het hier nooit gezien in elk geval), en ik weet zelfs niet of mijn vader het bewust kocht (ik vermoed van niet) maar waar ik serieus even aan moest wennen was het toiletpapier. In dit geval was het niet van dat ultragoedkope, extreem dunne papier dat voor toiletgebruik nagenoeg nutteloos is omdat je handen net zo bruin worden als de strepen in de pot, maar juist heel erg comfortabel, luxueus, zacht en dik voelend papier.
Maar er zat een luchtje aan. En dan geen poeplucht, maar een luchtje dat ik op zich best lekker vind: namelijk kokos lucht. Een lucht die ik associeër met dat spul dat sommige mensen in hun haren sprenkelen. Maar dan op toiletpapier. Op de verpakking stond ook dat er kokosolie aan het papier was toegevoegd. Als ik nu dus collega's tegen kom die kokosolie in hun haar hebben gesprenkeld, zal ik altijd denken aan de geur die mijn billen kregen na het verwijderen van poepresten. Een beetje vreemd is dat wel.

Het werkende jaar begon met een potje glow-in-the-dark-midgetgolf. Met een aantal leuke collega's in het donker een balletje in een gaatje proberen te douwen. Het leverde foto's op, waar bepaalde mensen wellicht niet blij van worden. Maar mijn wat vuigere ziel houdt wel van een potje chantage.
Het leerde mij ook iets over mezelf dat ik nog niet wist: ik kan helemaal niet golven, ik kan niet midget-golven en glow-in-the-dark kan ik het helemaal niet.
Mijn uithalen waren dusdanig dat de ballen niet in de buurt van de gaatjes kwamen, maar via 3 muren in diverse parallelle universa verdwenen. En via de schenen van collega Raij, die me terecht wild vloekend verzocht om gedurende 10 minuten NIET mezelf te zijn.
Elkaar zieken met die golfstok was dan wel weer erg komisch, en de uitroepen van pure verbijstering als dat balletje in 6 of 8 pogingen het gaatje wél wist te vinden, waren talrijk. Het geheel werd afgetopt met een diner in een barbeque restaurant alwaar het personeel enorme spiesen gaar vlees rondsleept en je naar believen kan vragen of ze er een homp van af willen snijden voor je. Ook erg gezellig.
Op zich ook wel weer erg prettig om na je vakantie weer aan je werk te beginnen met een personeelsuitje. Vooral als je daarna nog maar twee dagen moet werken voor het weer weekend is.

Los van het feit dat de ouderlijke schenking mij dit jaar in staat stelde om mijn studieschuld af te lossen, kochten we ook een stukje Lego waar we beiden fan van zijn en blij van worden en kochten we eindelijk een setje binnendeuren die we graag wilden. Die nieuwe binnendeuren vervangen 2 exemplaren die op zijn zachtst gezegd hun beste tijd gehad hebben.
Onder de trap hebben wij een trappenkast, afgesloten middels een soort van harmonica-deur, die als je het mij vraagt, nooit een beste (of zelfs maar goeie) tijd gehad heeft. Als je er naar kijkt, lijkt het leuk, maar als je er een kritischer blik op werpt, zie je wat voor ongelooflijk kneuzige, slappe oplossing het eigenlijk is. En als je die deur aanraakt, stort en scheurt hij in. Bovendien is het gewoon niet mooi, dus hop we wilden een echtere deur erin.
De deur op de kamer van Jente is ook niet meer echt dat je zegt: top! Een nadeel van kozijnen met opdekdeuren, is dat de scharnieren in een relatief dun stripje hout moeten, die dat gewicht na 20 jaar niet meer dragen kunnen, en dus uitscheuren. Tel daarbij op dat Jente op zijn zachtst gezegd niet de meest subtiele is en al helemaal niet als ze naar haar kamer wordt gestuurd en met de deuren gaat lopen smijten en je snapt dat die deur met een zucht uit zijn scharnier zakt. Moe en op.
Nou, daarvoor hebben we dus wederom een milde upgrade aan ons huis kunnen doen. Uiteraard ook even over de gangdeur zitten delibereren, want die is mooi met glas. En al die glaslatten zijn inmiddels door ons wat minder subtiele gebruik gescheurd. Maar goed. Dat komt later wel een keer, want slim en vooruitziend als we zijn leggen we ook een potje aan voor andere zaken.

Dit alles maar weer geschreven hebbende, begint morgen mijn weekend. Ik wens ieder een mooie toe.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje vrije herdenkingen.

1 mei geldt als de dag van de arbeid. In de rest van de wereld. De rest van de wereld herdenkt dan het feit dat bedrijven niet kunnen bestaa...