donderdag 12 december 2024

De trein, karate, en andere akkefietjes

 Wat een timing. De druilerigste tijd van het jaar kiezen om vrolijk op de fiets te stappen en 5 minuten noest peddelen naar een tochtig en koud station om daar een trein te pakken naar mijn werk.
Wat een timing.
Oke, toegegeven: het druilde niet. Het was "droog". Dus ik kwam zelfs droog aan op het station, want het was zó koud dat mijn zweetdruppels simpelweg weigerden om mijn lijf te verlaten. Ik snap dat, want als ze de euvele moed hadden gehad om in mijn oksels te gaan parelen, waren ze gegarandeerd eerder op Schiphol gewaaid dan ikzelf, zelfs met in achtneming van het feit dat ik volledig gekleed was.
Het stationnetje vanwaar mijn reis begint is Almere Parkwijk. Een desolaat, treurig stukje beton en ijzer. Met een hint van beschutting tegen de weersinvloeden. De praktijk is dat je gewoon uit je onderbroek waait, als het waait. En het waait er, want het is een flink eind boven zeeniveau gebouwd.
Het is er eigenlijk best schoon, voor een station, maar dat komt denk ik omdat de wind de boel schoon waait. En niet omdat de NS schoonmaakbeurten als prioriteit ziet.
De trein die ik hebben moet vanaf dat stationnetje is een sprinter. Een naam die zou vermoeden dat je er snel mee van A naar B komt. En op zich zal dat kloppen. Ware het niet dat tussen A en B het hele godversakkerse alfabet ligt, en elke molshoop wordt door die sprinter aan gedaan. Zo erg dat op het stationnetje Weesp, die sprinter 10 minuten staat te wachten om alle snellere treinen voor te laten gaan. Die snellere treinen stoppen dan helaas weer niet op mijn instapstationnetje.
Dus dik een uur later kom ik aan op Schiphol.
Ik zou in theorie ook een stationnetje verderop kunnen instappen. Dan kan ik een intercity nemen. Die heeft 2 stops of zo. Het grote nadeel daaraan is dat ik dan niet 5 minuten moet fietsen, maar 10. En nu overdag gaat dat nog wel, maar in het donker me moeten orienteren op de terugweg, is vragen om ellende. Dan eindig ik in Den Haag of zo'n soort oord waar je niet dood gevonden wil worden. 
De eerste keer dat ik op het fietsje stapte om naar het station te komen, leed ik aan een soort van tijds-orientatie-hick-up. Ik vertrok zó vroeg, dat toen ik bij het station mijn fiets op slot gooide, ik de vorige trein zag vertrekken. En ja, ik kon dus 30 minuten zitten bibberen op het perron. Er is daar verder niet zoveel. Een Albert Heijn. Maar ik was voorzien.
De volgende trein bleek stampvol te zitten met mensen die naar een dance-feest gingen. En helemaal uitgelaten waren. Vrolijk en blij. En niet in staat tot enige contemplatie over de betekenis van het woordje stil, en de uitvoering daarvan.
Sommige mensen krijgen tinnitus van dancefeesten zelf, ik zou het bijkans krijgen van de mensen die op weg zijn naar een dancefeest. Serieus: een bulderende vliegtuig-motor is timide bij het volk dat naar een dancefeest gaat.
Nu had een goede Sint mij een spannend boek kado gedaan, lekker voor tijdens die treinreizen. Maar denk maar niet dat je aan lezen toe komt, tussen gillend en hakkend dancevolk. Vrolijk was het wel. Er ging geen agressie van uit.
De derde dag was ook al zo'n avontuur. Alles ging heel erg soepel (té soepel. Onwaarschijnlijk soepel), tot ik me bij de bushalte op plaza realiseerde dat ik was vergeten om uit te checken. Over dat in- en uitchecken met zo'n shitkaart heb ik wel een mening. Ik was vergeten langs dat paaltje te lopen, en vloekend vreesde ik dat dat nu te laat was. Transdev (het bedrijf achter connexxion) bestraft dat meteen met inbeslagname van geld, dat je maar heel moeizaam terugkrijgt. Want een simpele fout als uitchecken vergeten (of niet kunnen omdat die poortjes in de bus nogal eens stuk gaan) moet bestraft worden. En hard ook. Kuttransdev. Maar de NS is vergevingsgezinder. Ik kon zo naar zo'n paaltje gaan en het was geregeld.
Met de bus naar mijn werk en ik check uit. In de verte zie ik een collega lopen, dus in ferme pas ging ik er achteraan. Gezellig keuvelend betreden we het terrein, en daar kom ik er achter dat mijn ov-shitkaart verdwenen is. GODVERDESAKKERSETERINGKUTZOOI. En meer kleurrijke en liederlijke termen rolden soepel over mijn tong. Nadat ik een bus in beslag nam, stond ik op het punt om dan maar weer met het achterliggend bedrijf te bellen om dat kutding te laten blokkeren, toen er een andere collega naar me toe kwam stiefelen. Met die dekselse shitkaart. Hij vond de foto erop wel een beetje op mij lijken, en vond het lullig om me op straat te laten liggen. Als de beste man er niet als een clochard had uitgezien, had ik hem van pure blijdschap op zijn bek gepakt. Fijn.
De terugreis met de trein...
Het is allemaal kut. Want de sprinter vertrekt dus 5 minuten eerder dan een intercity. En als gevolg daarvan moet die ook dan op stationnetje weesp 10 minuten wachten. Dat ze dat niet omdraaien, is me een raadsel. Na 2 minuten heb ik dat hele Weesp wel zo'n beetje gezien, laat staan dat je 10 minuten naar dat griebusachtige kutstation moet staren.
Maar met de eindtijden van mijn werk, mis ik altijd de vroegste optie, dus wordt het een half uur later. Maakt op zich ook niet uit, want alles bij elkaar ben ik alsnog op ongeveer dezelfde tijd thuis.
Maar zonder al te veel te willen mekkeren, merk ik al na 2 dagen dat ik het eigenlijk niet eens zo heel erg vind.
Ja, die treinen wel. Maar het fietsen naar het station en naar huis, vind ik eigenlijk helemaal zo erg niet. Sterker nog: ik vind het wel prettig. Maar dat zal ik hardop niet uitspreken. Straks krijg ik nog een fatbike kado of zo.

Maar tot zover mijn sportieve aspiraties. Ik vind fietsen al heel wat.
Jente doet het wat dat betreft stukken beter.
Weerbaarheid is een niet te onderschatten karaktertrek die goed getraind moet worden. Zeker in onze maatschappij, waarin allemaal anti-wokies menen dat fatsoen en empathie iets viezigs is.
Weerbaarheid mentaal, om dat soort lieden figuurlijk van je af te kloppen. Maar ook fysiek, omdat vele van die anti-wokies verbaal weinig voorstellen, en hun antipathieën fysiek ook wel eens op je los willen laten. Dan is het fijn dat ze ze niet alleen mentaal van zich afklopt, maar ook fysiek.
Om Jente wat meer weerbaarheid mee te geven, besloten we om haar in elk geval een poosje op karate te doen. En tot onze opluchting vond ze het "leuk". (Jente lijkt qua enthousiame uitingen heel erg op mij. Verwacht geen extatische uitroepen, tenzij het gaat om knuffelbeertjes en konijnen).
Zo leuk, dat ze besloot door te gaan.
De lessen duren een uur, waarin ze als complete beginner op haar eigen tempo zich mag ontwikkelen, en mag groeien. In de sport, in zichzelf. Met elkaar. En ja, soms ook tegen elkaar.
Van de week was er een kijk-les en examen.
Van de gradaties begrijp ik weinig, anders dan dat Jente begon met niks, oftewel een witte band. (Die ze prompt kwijt raakte, wellicht heeft de hond hem opgegeten). Vorige maand hoorden we dat Jente een examen mocht doen, voor gele slips aan de witte band. Dat lijkt me dus een gradatie hoger. En bij dat examen waren wij als ouders van harte welkom. (Dank aan mijn planner die dit mogelijk maakte).
Het begon met een mooie warming up. Waarbij ook een stuk respect voor de meester en elkaar (spreken met 2 woorden, en het groeten d.m.v een buiging naar elkaar), aan bod kwam.
Ik krijg bij het feitelijke examen het idee dat het niet zozeer een feilloze uitvoering van alle uitgeschreeuwde commando's (waar ik geen letter van verstond, maar dat geheel terzijde) telde, maar je inzet, je doorzettingsvermogen en je discipline getoetst werd. Er werden ook heuse wedstrijdjes gedaan, waarbij ook hier weer, niet het doel was om je tegenstander tot pulp te meppen, maar leren uitdelen en leren incasseren het belangrijkst was. Wat ook opviel, en wat ik heel erg leuk vond om te zien: er waren in haar groepje heel wat lange jongens, die blijkbaar doordrongen waren van het feit dat ze groter waren, zich toch inhielden naar de kleinere kinderen. En ook de kleinere, maar ervarener kinderen hielden als vanzelfsprekend rekening met de minder ervaren kinderen.
Ik vond het hoe dan ook erg mooi om te zien. Jente blijft een vlindertje, maar ik hoop dat ze wel een vlindertje wordt dat niet alleen mooi kan vlinderen, maar ook als een havik zichzelf en anderen kan beschermen als het nodig is.
Goddank vindt ze het leuk.
En toch een gevoel van trots, dat ze ondanks haar vlinderige gedrag zich staande weet te houden.

Ook apotheek Castrovalva, van de zorggroep Almere, heeft inmiddels mogen ondervinden dat mijn geduld behoorlijk begrensd is.  Nadat ik voor mijn diabetes te lang heb moeten aanmodderen, waren de dames daar uiteindelijk zover dat ze me aan de insuline brachten, en dat was dan dat. Het receptje ging naar de apotheek aldaar, en ik kon het verder wel uitzoeken, tussen alle jaarlijkse controles door.
Maar ja. 1 pennetje insuline gaat maar zoveel dagen mee. En reken maar niet dat je een herhaalreceptje krijgt van Castrovalva. Daar moest ik maar voor bellen. Elke keer weer dik een uur in de wacht, omdat ze er te weinig personeel hebben. Na herhaaldelijk te hebben geklaagd bij de leidinggevenden aldaar, kwam ik tot de conclusie dat als je diabeet bent, en de pech hebt om van Castrovalva afhankelijk te zijn, dat je dan dubbel genaaid bent.
De druppel: ik belde voor een herhaalrecept, en toen wist de dame me te melden dat er nu even niks op voorraad was, en ik over een 3 dagen pas mijn medicatie in huis zou hebben.
Oké ik geef toe: misschien was ik wat laat met bestellen. Aan de andere kant: insuline, het lijkt me niet een heel erg zeldzaam medicijn. Ik vroeg of er niet ergens een reserve-pennetje lag. Maar zo werkte dat niet. Ik moest maar naar een andere apotheek gaan.
Ik onderbrak die muts, en vroeg haar of we, met alle andere keren dat het bestellen van insuline zo ongelooflijk onmenselijk en moeizaam moest gaan, niet gewoon konden besluiten dat ik geen diabetes meer heb. Blijkbaar ziet de apotheek het belang van insuline niet in, blijkbaar moet een diabeet altijd door moeilijke hoepeltjes heenspringen, zullen we het maar gewoon voor gezien houden? Daar wist dat mokkeltje aan de andere kant van de lijn weinig op te zeggen.
(Die andere apotheek waar ik naartoe werd gestuurd, was overigens verbaasd: zij konden zien dat er gewoon voorraad was, aangezien dat op een gedeelde database zichtbaar was).
In een opwelling heb ik toen de huisarts gemaild met de vraag of zij niet kon bemiddelen. Ik vind het werkelijk onbestaanbaar dat je zo met patienten omgaat. De huisarts verwees me terug naar de apotheek van Castrovalva.
Ja. Oke, doei Castrovalva van zorggroep Almere. Ik verrek het om mijn gezondheid neer te leggen bij een zorggroep die het werkelijk waar geen ene ruk kan schelen hoe het met hun patienten gaat. Bij een zorggroep die van alles doet, behalve zorgen.
Ik kwam terecht bij een andere praktijk, een praktijk met de welluidende naam "de Waterlelie", met aangesloten diabetenverpleegkundige. En die wilde mij wel even spreken. (Op haar initiatief welteverstaan, niet het mijne).
En wat een leuk mens. Serieus. Zij zit daar uit interesse voor mij, de diabetes en hoe we die ongelooflijke kut-combinatie leefbaar kunnen houden. En omdat ze naar me luistert, en me wil verder helpen, schreef ze me een pilletje voor, dat mijn nieren helpt om de extra suikers af te voeren, in plaats van in mijn lijf te houden in de hoop dat de extra toegevoegde insuline het klusje wel zal klaren.
Dat levert thuis een significante stijging in toiletbezoek op. Niet alleen dat, maar omdat mijn nieren nu enthousiast alle overtollige suikers afvoeren, ruikt het toilet na elk bezoek alsof er een verse suikerspin gemaakt is.

Wat anders: we hadden ooit een hond in huis. En ik heb daar bewust weinig over geschreven. Was het een voorgevoel? Het was meer Ilse's ding.
Die hond, Gucci, is vertrokken. Niet omdat ze klaar was voor de opleiding, maar omdat wij klaar waren. We hebben moeten besluiten dat, ondanks onze goede wil, en inzet, wij niet afdoende toegerust waren op een labrador met jack russel inborst en stafford lompheid.
In Gucci was geen kwaaie vezel, maar wel een hoop ondeugendheid. ADHD beyond the max, zeg maar.
Ik durf niet te becijferen wat die hond ons aan kleding van Ilse en Jente heeft gekost, maar dat is dan zeg maar de vrijwilligersbijdrage. Ik mocht dat ook niet becijferen, want later zou Gucci een goede hulphond worden.
Dat zag en zie ik niet, maar ik ben dan ook geen ervaren opleider van hulphonden. Ik zag alleen het spoor van ellende en verwoestingen die ze door het huis (niet alleen de kleding) trok. En de complete gestoordheid van zo'n beest om het voor elkaar te willen krijgen om letterlijk álles in haar bek te proppen en op te vreten. Tot ritalin aan toe, en nee daar werd ze niet kalmer van.
Goddank waren de dierenartsrekeningen niet voor ons, want een heel speeltouw verdween in haar maag, samen met een ongekauwd stuk gedroogde huid, papier, stukken vloerkleed en kartonnen dozen.
En dan denk je dus alles veilig opgeborgen te hebben; die hond vond het, en vrat het.
We waren geen goede match. We hebben alles gedaan wat de stichting ons vroeg, maar het werkte niet. En dan moet je toegeven: stop ermee, want er zijn vast ervarener mensen die dit veel beter kunnen. Is beter voor de hond, de stichting en ons.
Ik vond en vind dat de introductie, maar vooral de begeleiding erg minimaaltjes was. Er kwamen trainers langs om ons te begeleiden in de opvoeding, maar gemiddeld 1x per 6 of 7 weken, en verviel er al een keer omdat de hond het speeltouwtje van de trainer opvrat, in plaats van erop knabbelde, waardoor we een kostbare begeleidingsdag misten vanwege dierenarts bezoek.
Persoonlijk vind ik de voorbereiding te mager. Maar goed. Het zal zo zijn.
Gucci gaat naar een veel ervarener pleeggezin, en wij zitten met een kater na te branden. Ilse ruimt de boel op, en is logischerwijs meer van de leg dan ik.
Het was ook voor ons een dure, maar heel erg leerzame les. Voor wat mij betreft: geen labrador meer. Geen pup. De eerst komende 20 jaar.
Colette kan weer rustig eten, zonder een gretige pup eerst voor haar bek te moeten slaan.
Maar aan de andere kant: we hebben het geprobeerd, en een ervaring rijker. En eerlijk gezegd: ik zal de nachtelijke loopjes met het beest wel missen. Waarin ze vriendelijk, kalm en aanhankelijk was. Waarin ik haar kon aanhalen, zonder dat ze meteen haar tanden in mijn klauwen wilde zetten.

Goed, dit alles maar weer aan het www toevertrouwd te hebben, eindigt mijn weekend en begint het uwe.
Ik wens u een even goed weekend toe, als het mijne was. Zo niet beter.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Kluchtjes.

 Het reizen met de trein begint me steeds beter te bevallen. Niet in de laatste plaats omdat ik minder geld via de benzinetank zie verdampen...