vrijdag 28 februari 2025

Opgefietst!

 Hij hoorde het remmen van het voertuig wel, wielen krijsten over het wegdek. Het geloei van de claxon kwam heus wel binnen, maar in zijn onmetelijke arrogantie, ging hij ervan uit dat dat met hem niks te maken had.
De klap was alles-verpletterend.
Hij voelde de eerste impact.
En pijn was alles wat hij nog kende. 
Zijn heup leek in een witte waas te exploderen in een alles versplinterende, hels-witte pijn.
Hij voelde hoe zijn ribben braken, en enigszins verbijsterd nam hij waar dat de gebroken uiteinden, rafelig en scherp, zijn ingewanden rauw en telkens weer stekend doorboorden.
Maag, darmen, en longen.
Meteen proefde hij bloed, maar hij kon toen al niet meer bepalen of dat bloed uit zijn maag kwam, of bij elke ademhaling door zijn longen naar boven werd gestuwd.
Door de klap werd hij van zijn fiets geslagen en teleurgesteld zag hij in een flits hoe zijn nieuwste aanwinst onder het rechtervoorwiel van die bus vermorzeld werd.
Vaag bedacht hij zich nog dat het wel fijn was dat hijzelf niet onder dat wiel terecht kwam...
Met een keiharde bons sloeg zijn hoofd tegen de stoeprand te pletter, en zijn laatste gedachte was:" van die fiets heb ik minder lang plezier gehad dan ik had gehoopt".  Bloederig schuim vormde zich met elke ademtocht om zijn lippen.
En pijn was alles dat hij nog kende.
Toen werd het donker. Heel donker, en alle gedachten aan fietsen, en andere ongein die hij andere mensen aan had gedaan, vervaagden tot niks....

Bovenstaande is een uitwerking van een klein, doch gezien en ondanks de omstandigheden, vreugdevol fantasietje van me. Uiteraard gaat dat om de klootzak die mijn fiets jatte op het station.
Dat fantasietje kwam in mij op toen ik naar huis liep (godzijgedankt tussen de buien door) nadat ik ontdekte dat mijn fietsje meegenomen was door iemand die niet over de sleutels beschikte.
"Nounounou, is het doodwensen van een inferieure fietsendief niet een beetje al te sterk, Marnix?"
Ja, misschien wel.
Maar als u goed heeft gelezen, staat er nergens dat die minderwaardige kaffer doodgaat. Hoewel ik er moreel en praktisch geen bezwaren in zie, om te fantaseren over diens dood.
Puur pragmatisch: Stel de minderwaardige overleeft het door mij gefantaseerde ongeluk. Dan kostte hij mij een fiets, krijg ik niet meer terug. Geld weg. Een aangezien dit vast niet de enige fiets is die hij jatte, heeft hij de maatschappij meer dan voldoende op kosten gejaagd.
Maar als hij het overleeft, mag de maatschappij óók nog opdraaien voor de gezondheid, de eindeloze revalidatie en ziekenuitkering van zo iemand. Kost vele tonnen per jaar. Voor iemand die weinig tot geen maatschappelijke waarde heeft.
Terwijl als hij wel dood zou gaan, wij als maatschappij verlost zijn van iets dat weinig normen en waarden heeft meegekregen, en uitsluitend een dodelijk irritante onkostenpost is. Ik zie werkelijk weinig sociale en economische waarde in een fietsendief. Echt niet. Wat mij betreft liever dood dan levend.

Maar goed, wat ik fantaseer, is uiteraard niet meer dan dat. Gebeurt weinig mee. (In sommige gevallen: helaas).

Waarom het voor mij leidt tot een behoorlijk heftige, doch ook wel gelukzalige fantasie over het lijden van de dader?
Het was --->mijn<--- fiets.
Een paar jaar geleden voor mijn verjaardag gekregen van mijn betere helft (die zich door mij onheus bejegend voelde, toen ik briesend en stomend van wilde razernij eindelijk thuis was gekomen, waarover later meer).
Het was, zover ik weet, de 2e keer in mijn leven dat ik voor mijn verjaardag een hele nieuwe fiets kreeg.
Voor mijn 12e kreeg ik er één, omdat ik toen van Schin op Geul naar Heerlen moest gaan fietsen. Retour 22 kilometer, over de glooiende, heuvelachtige wegen van Limburg). 
Een heuse Gazelle, met (voor Limburgse begrippen erg weinig, doch maar toch) drie hele versnellingen. En het was een prachtige fiets.
Die heeft het behoorlijk lang vol gehouden.
Bijna de totale destructie ingereden door tijdens een stunt (je blijft een pubermannetje) bergafwaarts over de kop te slaan, en net niet plat gereden te worden door achterop komend verkeer. Voorvork krom, ik verstrikt in het frame, zieltogend op het asfalt.
Toen kwam er een mountain-bike. Zelf voor gespaard. Top ding. Mocht mee naar Amsterdam. En tijdens een verhuizing waarschijnlijk stomweg vergeten.
Nog een paar krakkemikkige karretjes tussendoor gehad, mag geen naam hebben.
Tot ik dus van mijn beste helft, een hele mooie vouwfiets kreeg. Eigenlijk helemaal niet zo bijzonder. Gewoon massaproductie. Per 1000 tegelijk door de decathlon naar Nederland verscheept.
Maar wél uit liefde gegeven. En dus per definitie waardevoller dan de winkelprijs. En inmiddels ben ik de 40 ook al weer ruim gepasseerd, dus ben ik beter op de hoogte van de waarde van spullen. Zowel in economisch opzicht als in emotioneel opzicht.

Goed, ik ontdekte dus dat een of andere drabzak mijn fiets gejat heeft, en kokend van woede en diep beledigd, marcheerde ik hetzelfde stuk naar huis. Ondertussen dus fantaserend over een welverdiende dood voor de minkukel die liever jat dan werkt.
Ik moet bekennen dat ik per stap toch wel een centimeter hoger in mijn emotie kwam.
Dus toen ik thuis kwam, moest ik serieus even bekomen, voor ik naar mijn bed kon. Dat is sowieso al met late diensten: je komt thuis en kan niet gelijk naar bed. Als ik dat gisteren gedaan had, waren de lakens in de brand gevlogen van de hitte.
Ik ging uiteindelijk naar bed, en toen Ilse mij slaapdronken vroeg hoe mijn dag was, antwoordde ik naar waarheid dat mijn fiets gejat was.
Ilse schoot wakker, en vroeg me hoe of ik dan naar huis was gekomen. In mijn wederom opborrelende ongenoegen meldde ik dat ik was komen vliegen.
Dat was niet helemaal gestoeld op de waarheid, hoewel ik zó boos was, dat het had gekund.
Het arme mens kon er natuurlijk ook niks aan doen.

Het beste mens (Ilse dus) had wel al een andere oplossing: haar 15 jaar oude Batavus. Ooit eens middels een fietsenplan belastingtechnisch voordelig bij de Marine vandaan gehaald (waarvoor nog dank aan alle belastingbetalers, met terugwerkende kracht), belandde die uiteindelijk bij ons in en naast het schuurtje.
Een behoorlijk goed onderhouden, donkerroze cq. lichtpaarse (vraag me niet naar de kleur, want ik ben niet zo goed met het benoemen ervan) damesfiets, mét krat op het stuur.
Daar moest wel een nieuwe voorband op, een nieuw zadel (ik zal de plattitudes overlaten aan de fantasie van de lezer, ik heb hierboven ten slotte al een pracht van een fantasie beschreven) en een slot. Want ja. Als ik na het weekend weer ga fietsen, gaat er een slot op, waarmee ik indien nodig (zo'n moment komt, als ik mijn ouwe vouwfietsje zie rijden, zonder mij als rechtmatige bestuurder) ferme meppen uit kan delen. Zo'n slot die dat gore tuig niet zomaar doorgeslepen of doorgeknipt krijgt.
Dat krat wordt nog uitdagend. Want hoewel ik de voordelen van dat krat echt wel zie (denk aan mijn tas met voer erin, zodat ik die niet op mijn rug hoef te hangen, waardoor mijn rug een klamme, kleffe, zweterige plakboel wordt), zie ik ook wel wat nadelen. Zoals het feit dat het sturen daarmee toch wat ongebalanceerder wordt.
Dus fijn. Fiets gejat, fiets erbij. Of zo.
Ik zat zelf te kijken naar een elektrische step of zo. Die kan ik gewoon meenemen naar mijn werk. Maar ja. Die dingen schijnen niet op de openbare weg te mogen. En zul je uiteraard net zien: als ze mijn fiets jatten, ligt de dikbetaalde prinsemarij te snurken in hun verstopte dienstwagens, als ik voorbij kom zoeven op mijn elektrische stepjes, worden ze wakker, en zijn ze er als de kippen bij om me te beboeten.
Hoewel, aangezien ze toch nooit aanwezig zijn, hoef ik daar misschien niet eens bang voor te zijn.
Dus toch maar geen elektrische step. Niet omdat ik het braafste jongetje van de klas ben, Ilse is wél het braafste meisje, en ik durf er gif op in te nemen dat ze deze alinea rologend en facepalmend leest.

Na weken opgewekt, bemoedigend te hebben staan kletsen tegen mijn knoflook in de tuin, beginnen alle 33 gepootte tenen te ontspruiten. En niet alleen die 33 tenen komen op: ik had laatst een enthousiast uitgelopen ui gestript, en doormidden gesneden, en beide delen in de grond gezet. Gewoon om te kijken wat voor pracht van een plant eruit komt, en of er toevallig animo is voor het kweken van maar liefst 2 uien.
Voor de achterburen, die eventueel uit hun slaapkamerraam in onze tuin kijken, moet het een bizar gezicht zijn: een grote, stoere kerel. Petje op zijn hoofd, tattoo, oorringetje, die vertederd staat te koeren tegen wat sprieterige plantjes. Je zou bijna zeggen dat ik macrobiotische, biologische wiet aan het kweken ben.
Dit stinkt net zo hard, alleen dan lekkerder.

Goed, ook dit maar weer aan het wereldwijde web toevertrouwd te hebben, begint hiermee uw weekend. Ik wens u een mooie toe.








1 opmerking:

  1. "¡Artículo interesante! Es genial leer sobre experiencias en bicicleta y la importancia de mantenerse activo. Siempre es inspirador ver cómo el ciclismo puede influir en nuestra vida diaria. Para quienes buscan atención ocular de calidad en la India, recomiendo The Eye Foundation en Coimbatore, un centro líder con tratamientos avanzados y excelente cuidado de la visión. ¡Gracias por compartir este contenido!"
    The Eye Foundation Coimbatore

    BeantwoordenVerwijderen

Opgefietst!

 Hij hoorde het remmen van het voertuig wel, wielen krijsten over het wegdek. Het geloei van de claxon kwam heus wel binnen, maar in zijn on...