Van de week moest ik een 2-tal vragenlijsten invullen. De eerste ging over mijn persoonlijkheid, de tweede over mijn werkhouding.
Voor de eerste stond 13 minuten, voor de tweede stond 7 minuten. Ik geloof dat ik in totaal 5 minuten bezig ben geweest.
Dat zegt dan in elk geval veel over mijn werkhouding. Vlotjes, zou ik zo zeggen.
Wat het over mijn persoonlijkheid zegt: vooral dat ik dit soort vragenlijsten blijkbaar makkelijk doorzie, en makkelijk in vul. De waarheid verloopt in dit soort dingen sneller dan dat je bij elke volgende vraag na zou moeten denken over de vorige leugen. Dus hoppa: vaart erin, eerlijk zijn. Dan komt er vast wat goeds uit.
Of niet.
Ik denk ergens wel te snappen waarom bedrijven kosten noch moeite sparen om dit soort bureautjes in te huren. Maar dit hadden ze in 5 minuten ook zelf met me kunnen bespreken. Het zal belastingtechnisch gezien wel prettig zijn om de winst mee te drukken. Maar om nu te zeggen dat je in de gestelde 13 minuten met 99 vragen zelfs maar een fractie van mij (of wie dan ook) kunt doorzien: lachwekkend. Onzin.
Vragen waarbij het antwoord zelfs niet een heel klein beetje in de buurt komen van dat wat je over zo'n vraag zou kunnen zeggen. En waarbij je later in een gesprek erop terug komt. Had die vraag dan bewaard voor een later moment. In een gesprek bijvoorbeeld. Had mij toch 5 seconden gescheeld.
Bovendien haalt het inhuren van een externe partij sowieso al een stukje persoonlijk contact weg, daar waar je dat misschien beter wél intern kan houden. Maar goed, wie ben ik.
Dit hele verhaal gaat over een sollicitatie waar ik mee bezig ben. Een sollicitatie naar een heel erg leuke baan, waar (helaas) ook een heel aantal mindere kanten zitten. En dus ben ik er nog niet over uit of ik het überhaupt moet doen. Ik twijfel nog heel erg. Maar goed, aangezien ik tot het moment van het tekenen van het contract nog altijd een ferm "nee" kan brullen, kan ik twijfelen tot ik een ons weeg (iets dat tegenwoordig ook al best aardig lukt, gezien het feit dat ik inmiddels dik 6 kilo van mezelf kwijt ben).
En dan dus een heusch 'psychologisch onderzoek'. Mede naar aanleiding van de questionnaires die ik in minder dan geen tijd invulde.
Dat onderzoek vond vrijdag plaats. Deels achter de computer, deels achter de computer met een levend wezen aan de andere kant van een of ander communicatieprogramma. Gedurende dat hele proces, heb ik niet één keer in real life met iemand gesproken, die ik ook daadwerkelijk de hand kon schudden. Alles vanachter een beeldscherm.
Ook een manier.
Hoewel...
Uiteraard was me niet volstrekt duidelijk dat ik een eerder ingesteld wachtwoord moest onthouden, omdat ik dat op de locatie in Amsterdam ook nodig had. En dat had ik niet. Een reset bleek niet te helpen, hoezeer het baliemeisje me ook ter wille was. Uiteindelijk moest de ict-afdeling betrokken worden om mij aan een nieuw, werkzaam wachtwoord te helpen. Echt wat voor mij, met mijn wachtwoordenfobie. Echt wat voor mij, met mijn volstrekt afwezige talent om wachtwoorden te onthouden. Of zelfs maar een basale interesse in dit soort 'accounts'....
Maar goed, aangezien ik op één (1) gebied niet helemaal goed scoorde (bij herkansing zelfs minder. Iets met reactietijden) en aangezien ik opzag tegen meer onregelmaat dan op voorhand duidelijk gemaakt kon worden, besloot de dame aan de andere kant van de lijn dat ik toch niet helemaal geschikt was. Verder heb ik niks nieuws over mezelf gehoord. Was allemaal wel bekend. Als ze dat negatieve advies nu meteen gedeeld had, konden we ons rollenspel en een gesprek van ongeveer 30 minuten over hebben geslagen, en was ik dik 30 minuten eerder thuis.
Ach ja. Wie weet wat de toekomst verder brengt.
Het was een wat verder gelegen plek van de terminal waar die buslading mensen naartoe moesten. Maar tot ik er aankwam, was er vrij weinig aan de hand. Alles en iedereen gedroeg zich keurig, het enige dat voor wat weinig zelfredzaam gekrakeel over de radio zorgde, was het feit dat we een nieuw boordcomputer-systeem hebben. Maakt niet uit. Komt goed. Ooit. Hoop ik.
Ik opende de deuren van de terminal, gevolgd door de deuren van mijn bus en langzaam stroomde mijn bus leeg.
De laatste passagier die uitstapte was een middelbare vent met een wat vreemd gezicht. Maar goed, dat heb ik ook, wie ben ik om te oordelen.
De man wilde mij vriendelijk bedanken, ten minste, zijn gezichtsuitdrukking deed me niet meteen denken aan pure moorddadigheid, en hij murmelde me iets toe.
Met dat murmelen, klonk er een wansmakelijk nattig zuigend geluid en ik mocht getuige zijn van een zoveelste slap-stick op mijn werk: de man verloor tijdens zijn gebrabbel zijn kunstgebit. Dat kletterde tussen ons in, op de vloer van mijn bus.
Ik keek ernaar. Keek de man aan. En keek weer naar dat eenzame en totaal misplaatste (letterlijk én figuurlijk) gebit op de grond. De arme donder wist zich geen houding te geven, maar was godenzijdank wél in staat (zij het piepend en krakend) om zelf zijn kunsttanden op te rapen. Voor geen goud zou ik, ook niet met minimaal 3 latex handschoenen over elkaar, die bijters opgeraapt hebben. Ook ik heb zo mijn grenzen, en andermans vers uitgespauwde tanden gaan extreem ver de grens over. Blijf ik af. Ik meldde nog wel even, dat het in het kader van zijn gezondheid erg raadzaam zou zijn om de rest van zijn reis die tanden niet meer in zijn mond te schuiven. Je wil niet weten wat er dagelijks aan internationale schoenzolen over die vloer zijn geweest, en in welke internationale smeerzooi die zolen zijn geweest. Ze zullen per ongeluk maar in een rochel van Trump of zijn walgelijke billenmaat Musk zijn gaan staan.
Als ik met de trein ga, stap ik eerst op mijn inmiddels 3 jaar oude verjaardagskadootje: mijn vouwfietsje. Dat dingetje heeft een aantal kilometers dienst gedaan tussen P30 en het Tenderplein. Maar toen ik naar P40 ging om mijn auto te parkeren, vond ik dat serieus te ver fietsen, en besloot ik Transdev te vereren met mijn frequente gebruik. Dus stond het vouwfietsje werkeloos in de schuur. Niks te lijden.
Maar omdat lopen naar het station echt te ver is om comfortabel te zijn, en de auto meer reistijd oplevert dan simpelweg de fiets te pakken, heeft mijn fietsje sinds december een nagenoeg full-time baan.
En omdat de kilometers hard oplopen (1300 meter enkele reis, berg op en berg af) is de slijtageslag niet meer te overzien.
Die rubberen fliepertjes die eerst aan de nieuwe bandjes zaten, zijn inmiddels al lang en breed verdwenen, de voorrem krijst als een mager speenvarken dat levend aan het spit wordt geprikt, de achterrem heeft steeds meer druk nodig voor er een remactie plaats vindt die enigszins behulpzaam is, en de versnellingen willen wel, maar kunnen niet. Dat wil zeggen: 1 tot en met 3 willen best, maar zijn voor mijn route nagenoeg onbruikbaar, 4-6 is als een oude LandRover waar je mee probeert te schakelen: op hoop van zege.
Kortom: hoogste tijd voor eens wat onderhoud. Volgens mijn beste helft, had ik daarbij twee opties:
1) de waanzinnig dure fietsenmaker waar zij haar fiets kocht, en in onderhoud heeft. Maar dat gaat om een heel erg fancy fiets. Niet om een "simpele" vouwfiets.
2) De dagbesteding hier in de wijk. Klein, onooglijk tentje, waar mensen die dagbesteding nodig hebben, fietsen repareren en andersoortige zaken doen waar ze niet minder van worden. Die zou goedkoper zijn.
Gekozen voor die laatste. Ik ging er op de bonnefooi naartoe en toen ik aanbelde, kreeg ik na een paar seconden de deur net niet in mijn smoel geslagen toen ze open kwamen doen. Allemaal heel vriendelijk. Mijn wensen werden opgeschreven, en ik zou wel een berichtje krijgen wanneer het klaar was.
Dat kreeg ik. Dezelfde dag nog. De prijs.... Als de kwaliteit net zo groot is als de prijs klein, ga ik er vaker heen.
Want de voorrem krijst niet meer, de achterrem remt weer zoals de fabriek het bedoelde en de versnellingen doen weer wat ze moeten doen.
En dat waren mijn 5 vrije dagen. Op naar een werkzaam weekend. Ik wens eenieder een alleraardigste toe.
vrijdag 14 februari 2025
Het was weer zo'n week.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Opgefietst!
Hij hoorde het remmen van het voertuig wel, wielen krijsten over het wegdek. Het geloei van de claxon kwam heus wel binnen, maar in zijn on...
-
Het marsenboekje. Een lullig plastic ding, met hetzij marsen erin, hetzij koralen. Een beetje afhankelijk van het soort dienst dat we moeten...
-
We verblijven onze vakantie in een huisje dat niet het onze is. Twee lieve mensen stelden dit belangeloos aan ons ter beschikking, en heel ...
-
We zijn weer thuis. Alweer een week. Nog één weekendje en ik vertrek weer als de eerste de beste brave huisvader naar mijn werk. Lunchtromm...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten