donderdag 26 juni 2025

Navo top, busjes en vergeten pareltjes.

 We hebben ongeveer 3 types bussen. 
Een grijze, oude variant. Rammelend, schuddend, zwalkend. 
Een witte variant met 3 deuren. Minder rammelend. Minder schuddend. Minder zwalkend. Zwaarder sturend. 
Een witte variant met 2 deuren. Nog minder rammelend. Die lijkt op de variant met de 3 deuren. Maar dan anders.

Die laatste is afkomstig uit het oosten van het land. En ter aanvulling van de zomerdrukte. Tijdelijk. Want er zouden afgelopen mei een hele kudde nieuwe bussen geleverd zijn. (Tipje oplichten van de sluier: die zijn nog (lang) niet geleverd). 
Die laatste heeft op zich wel 3 deuren, alleen die derde deur sluit de chauffeurscabine af, zoals dat in het OV gebruikelijk is, maar wat voor ons werk totaal onpraktisch is. Het ontbreken van de derde passagiersdeur is ook onhandig, want het vertraagt het boarding proces. 
Maar goed, vanwege die hele NAVO-poppenkast kwam ik dus terecht op zo'n bus met 2 deuren. En ik ben op zich wél om. Want die dingen rijden eigenlijk, ondanks alle nadelen, best heel erg goed. Relatief gezien dan.
Het nadeel van zo'n deur die de chauffeurscabine afsluit, is dat bij het uitstappen, ik dus die deur moet openen, tegen de passagiersstroom in. En dat houdt per definitie in dat er altijd wel een passagier is, die moet wachten. (Officieel zou ik als chauffeur, om de mensen te monitoren, en te voorkomen dat ze gekke dingen doen, zoals in een motor klimmen voor een instagramfoto, als eerste buiten moeten staan). 
En vaak wachten die passagiers niet, dus lopen ze toch met hun snufferd tegen die chauffeursdeur aan, ondanks dat ik iets roep in de trant van: "opgepast!!!". 
Een ander ding is dat het door die deur (een lage solide deur, met daarop een enorme zware, glazen plaat, zodat ik toch naar buiten kan kijken) lastig is om mensen achter de gele lijn te krijgen. Die glazen plaat houdt mijn stemvolume nogal eens tegen. En als mensen niet luisteren, of keer op keer toch weer voor de gele lijn komen, kan ik ze met mijn arm niet zachtjes aan de kant schuiven. 
Om dan vervolgens weer zo'n pareltje van absurde onnadenkendheid te mogen treffen. 
Het was een binnenkomende vlucht, en ik had juist alle mensen naar achteren gebonjourd, ging zitten en deed alle dingen die noodzakelijk zijn om veilig weg te kunnen rijden. 
Dan kijk je naar links, om te kijken of je weg kan rijden. En dan naar rechts om te kijken of er geen passagier stiekem ontsnapte, en of je rechts met je uitzwaai achter niks omver kegelt. 
Dat rechts kijken, lukte in de spiegel nog wel, maar toen ik door de deur naar buiten wilde kijken, staarde ik in het Grote Zwarte Niets. 
Ik schrok me wezenloos. Ik verwacht op rechts toch minimaal een vliegtuig te zien staan. 
Maar gewoon helemaal niks, nee, dat is schrikken. 
Bij een snelle check, bleek het een tas voor een kostuum te zijn, welke daar was opgehangen door een [vul hier alle terechte bijvoeglijke naamwoorden zelf maar in] passagier van het mannelijke soort. 
Ik tikte de rem maar even abrupt aan, en de kostuumtas gleed van de glazen bovenrand af, en flikkerde met een doffe plof op de grond. De eigenaar ervan was nog verontwaardigd ook. Waarom ik dat deed. 
Of hij zich niet realiseerde dat het enorm debiel is om de chauffeur van een bus, welke verantwoordelijk geacht wordt voor een veilige rit van ongeveer 50 mensenlevens, zijn complete zicht op rechts te ontnemen. Dat snapte hij niet, nee. 
Ongelooflijk. 
Ongelooflijk dat iemand met zo weinig gezond verstand en inzicht, in staat blijkt om een kostuum te kopen. Om een vliegticket te kunnen boeken. 

Toen ik in April eventjes op bliksembezoek in Engeland was, nam ik voor een collega een flesje extreem oneetbaar hete saus mee. De man is daar oprecht mee in zijn nopjes, en een nano-druppel ter grootte van een virusdeeltje is al genoeg om je maaltijd op spectaculaire wijze mee 'up te spicen'. 
Hij vindt dat geweldig. Ik ben al blij als ik een pepertje in mijn maaltijd overleef. 
Van de week had hij dat flesje voor zich staan om zijn kommetje pinda-soep mee op te leuken. Dat ging wederom bijzonder subtiel. 
Enter collega 'R'. Jawel, die ene. 
Die wilde ook wel eens weten wat dat was. En na enige uitleg, wilde hij zijn prakje er ook wel mee uitrusten. Ik gok erop dat de uitleg (bewust?) wat vaag was gehouden, want ondanks dat hij te horen kreeg dat een nano-druppeltje tergrootte van een virus-deeltje voldoende was, volgde er een wat sardonisch "dit is een beetje te veel". Gevolgd door een gretig verwachtingsvolle grijns in mijn richting. 
Het effect was niet minder dan spectaculair. 
Die arme 'R' kon niet stilzitten. De tranen van ellende spoten uit zijn ogen. Zijn bril vloog van pure verbijstering van zijn hoofd. Hij klapte dubbel en de brand in zijn mond was dusdanig heftig dat hij van de hitte rondjes rende door de kantine. 
En daar bleef het niet bij. 
Helaas. 
Ik had toen ik dat flesje gekocht nooit echt naar de ingredienten gevraagd. Gewoon de heetste. 
Dus ten langen leste pakte ik dat flesje eens op om te kijken wat er nu precies in zit. 
Dat bleek aardig vruchteloos, want er stond weinig informatiefs op. Je moest het maar voelen.
Ik had moeten weten dat na een paar weken best wel intensief gebruik, er echt wel wat gemorst was langs de randen. 
En voelen zou ik het. 
Ik besefte mijn fout vrijwel meteen toen ik mijn lippen voelde branden. En stom: ik likte langs mijn lippen om dat branderige gevoel weg te krijgen. 
Redderen met suikerzakjes, bleek er wel hilarisch uit te zien, maar totaal niet te helpen tegen deze 2000000 miljard aan scovilles die mijn mond teisterden. 
Uiteraard begon ik als een complete waanzinnige mijn handen te wassen. 
Maar dat spul was sterker dan ik. 
Veel sterker. 
 Ik kan u vertellen: rijden met brandende mannelijkheid is geen pretje. Hippend van de fik in mijn kloten, stond ik de aankomst van die oranje idioot uit Amerika gade te slaan. Trillend van ellende stond ik mijn passagiers met opeengeklemde kaken te tellen. 
Een gewaarschuwd mens... 
De hel. 

We vinden nogal eens wat in onze bus. Mensen verliezen de meest gekke spullen. De afdeling "Lost and Found" draait jaarlijks overuren met alle zooi die op zo'n luchthaven achtergelaten wordt. 
Hoe mensen het voor elkaar krijgen om bijvoorbeeld hun beenprothese te vergeten, is echt iets dat mijn voorstellingsvermogen te boven gaat. Maar ook kan ik me met regelmatigheid verbazen over vergeten paspoorten of telefoons. 
Ik moest eens achter een jonge moeder aanrennen omdat haar zuigeling zijn speen had uitgespuugd. Dit was een zuiver altruïstische daad mijnerzijds. Het lijkt me vooral voor de overige reizigers wreed om een hele vlucht uit te zitten met een krijsende baby die zijn speen mist. De vrouw in kwestie graaide zonder boe of bah die speen uit mijn handen, stopte hem eerst in haar eigen mond, en toen in die van haar baby. Prima, dan geen dank. Dan zeg ik lekker ook niet dat ik die speen liggend op de vloer vond. Je doet maar. 
De kleuter die door mij herenigd werd met haar knuffel, leverde me een gulle lach en welgemeend "thank you" op. Om vervolgens enrhousiast uitgezwaaid te worden, toen het kind het vliegtuig betrad. 
Zo vond ik eens een briefje van 200. Geen euro's, maar een mijn onbekende munteenheid. Daar heb ik toen de coördinator voor laten komen. Want 200 leek me vrij veel. Bij overhandiging had de coördinator al wat onderzoek gedaan. Bleek uiteindelijk een paar Europese centen te zijn. 
Uiteraard heb ik wel eens wat plakkaten kots gevonden. En ook een volgekakte luier werd eens achteloos in de bus achtergelaten. 
Bij waardevollere zaken, wil ik nog wel eens achter de passagiers aan rennen, al roepende over een tasje. Meestal maak ik dan een grapje dat ik de eigenaar wil vinden, omdat verkopen op Ebay mij teveel moeite is voor een te lage opbrengst. Krijg dan altijd wel de lachers op mijn handen. 
Maar laatst vond ik een theezakje. Hangend onder een klapstoel. 
Hoe die daar kwam, heb ik geen idee van. Het idee dat iemand dus blijkbaar de moeite neemt om dat zakje aan de onderkant van een klapstoel te klemmen, en vervolgens zijn of haar thee gaat maken, door het kopje precies eronder op de grond te zetten, en dan telkens erop te zitten en op te staan. 
Ik weet het niet. 10 voor de creativiteit, 0 voor de opruimkunsten van deze thee-liefhebber? 
En waarom doe je dat op een vliegveld? Waarom ga je niet thuis 1001 creatieve manieren van theezetten ten uitvoer brengen? 
Onder collega's is overigens de concensus dat met name Nederlandse passagiers het meeste doen denken aan varkens die de boel al dan niet moedwillig gewoon smerig maken en achterlaten. Dat geeft wel te denken.

Het zal ook de gemiddelde lezer niet ontgaan zijn: het keffende Nederlandje ging de NAVO top organiseren. En uiteraard moest meneer Poetin ook laten weten dat hij mee zou kijken: hij sloopte wat kabels bij stationnetje Amsterdam Zuid om zo iedereen die er toch moest zijn, lekker op de zenuwen te werken. 
Oprecht medelijden had ik met ons Koninklijk huis. Ik geloof geen seconde dat Maxima en Willem zo wereldvreemd zijn, dat ze het oprecht leuk vinden om zo'n Trump bij zich thuis te hebben. Je zal met die maniakale baviaan onder 1 dak moeten verkeren, mét je gezin. Zouden ze extra kettingen op de deur van Alexia hebben gelegd? Of zouden ze Trump in een of ander vochtig kelderkamertje hebben opgeslagen? Ik vrees van niet. Hoewel ik het wel jolig vind om voor me te zien hoe Donny een muffe boterham met zwetende graskaas als ontbijt probeert door te slikken. Of een daverende hoestbui krijgt, omdat hij een hagelslagje inhaleerde.  
Maar wat er voor mij echt bovenuit stak: mensen die klagen dat die hele NAVO-top 1 miljoen per minuut kost. Ja. Er gaan minuten voorbij dat ik 1 miljoen niet op mijn rekening heb staan. Laat dat maar eens bezinken. 
De keerzijde van die medaille vond ik dan wel weer heel erg geestig: in de hele wijde omgeving van de randstad was er gedurende die top niet één escort-dame te vinden of te boeken. 
Die twee gegevens stelden mij dan weer gerust: die miljoenen komen dus linksom of rechtsom toch wel weer terug in de economie. 

Goed, dit alles maar weer geschreven hebbende, eindigt mijn weekend, het uwe begint. Maak er wat aangenaams van. 







vrijdag 20 juni 2025

Vervoeren en vervoerd worden door pareltjes. En wat viezigheid.

 In de categorie: "Pareltjes van het Platform". 
We hebben een nieuwe collega. R. Ik zal zijn naam niet voluit noemen, maar hij voldoet aan het stereotype dat ik me bij zo'n voornaam heb gevormd. 
Overigens wil ik hier benadrukken, dat de term pareltje hier op geen enkele wijze cynisch dient te worden opgevat. Integendeel zelfs. 
R. is een jong gozertje die voor de verandering zijn werk goed, gemotiveerd doet, zonder bussen kort en klein te rijden. Zonder fouten en stommiteiten. Dat is wel eens anders.... 
R. is ook iemand bij wie het concept "informeel" een geheel nieuwe betekenis krijgt. In no-time was het "maat", "vriendje" en "gabber". 
Ik had, met wat beter mijn best doen, zijn vader kunnen zijn. 
Los daarvan is hij trouwhartig en behulpzaam. Gul en heel erg "tussen neus en lippen". 
Kortom: ik vind het een prima aanwinst. 
Een voorbeeld van zijn gulle behulpzaamheid: als hij toevallig voor de poort staat, zal hij geen seconde aarzelen, hij brengt me wel even naar mijn parkeerplaats. Uiteraard doen we dat niet zonder rokertje, welke hij en passant onder mijn neus houdt. Hij is gul. 
Van de week had hij helemaal een route: hij zou eerst collega M. naar p30 brengen, en dan mij naar p44. 
Hij opent zijn auto, ik stap rechts voor in. Tot onze verbazing, schopt hij de bestuurdersstoel naar voren, en zegt tegen collega M.:"zo, als je naar p30 wil, breng je jezelf maar. Hij zakt in zijn achterbank, en laat collega M. het zelf lekker verder uitzoeken. Grinnikend van ongeloof en toch wat hakkelend, stuurde zij zichzelf keurig netjes naar haar parkeerplaats. Wat de hilariteit vergrootte, was het feit dat R. in al zijn altruïsme pas halverwege de rit een vloermop in zijn rug voelde drukken. En vervolgens 5 minuten bezig was met bedenken van hoe dat ding daar kwam, wat het daar deed, en vooral waarom hij niet op de hoogte was van het feit dat hij überhaupt zo'n ding zou hebben. 
Aangekomen bij p30, was het mijn beurt. Of ik mezelf maar even naar p44 wilde rijden, hij had echt nog even geen zin. 
Toen kwam hij wel voorin zitten, en bij het wegrijden, stak hij een rokertje op. Die gaf hij aan me door, en omdat ik geen spelbreker wilde zijn, nam ik het maar van hem aan. 
Probleem daarbij was, dat ik niet gezien had dat het de peuk was, die hij al aangestoken had. (Servicegerichte buschauffeur, had hij dat gedaan, zodat ik niet tijdens het rijden die peuk nog zelf aan moest steken, daarbij niet op de weg voor me lettend, maar op het vlammetje en de peuk, en dus eigenlijk meer opportunistisch, om zelf zo veilig mogelijk aan te komen). Ik greep die brandende peuk dus ongezien vast bij de gloeiende (GLOEIENDEGODVERSEGLOEIENDE) askegel. 
Aldus opgetekend: we hadden een heel erg gezellige rit. Voor dit soort gozertjes teken ik. Kom maar door.

Een ander pareltje, en ook weer in de positieve zin van het woord: Hij was een piloot, op weg naar huis. En blijkbaar in opgewekte staat. Een kort, nadrukkelijk doend, aanwezig kereltje. Hij kwam als laatste bij de gate naar buiten, en stelde zich op, net achter mijn chauffeursstoel, precies op een plek waarvan ik graag heb dat mensen er gaan staan: buiten mijn blikveld. 
Vanaf het moment dat ik begon te rijden, was het een gezellige spraakwaterval. En niet alleen kletste hij graag, hij luisterde ook graag. En zo ontspon er zich een gesprek over ADHD, over bevriende piloten. Over werkwijze en over gebrek aan inzicht. Over gezinnen en het belang van een goede balans in je leven. Over geluk en verdriet. Het was kortom: een prachtig ritje. Heel erg gezellig. Kan ik een dienst lang op teren.
Ja. Heel prachtig, misschien wel té gezellig.  want ik had net uitgelegd hoezeer wij moeten opletten, op van alles en nog wat, en goed in de gaten houden dat we altijd dubbelchecken of we bij het goede vliegtuig stonden. Uiteraard reed ik prompt dat goede vliegtuig voorbij, en kon vervolgens dus een extra "round of shame" maken, om alsnog bij het juiste toestel aan te komen. 
Daar aangekomen, stapten we uit en onze conversatie ging gewoon op zijn "ouwe-jongens-krentenbrood" verder. Zozeer zelfs dat de turn-around-coördinator ons uiteindelijk bijna kwam smeken of we alsjeblieft een einde wilden maken aan ons gesprekje, want die kist moest nu toch echt wel de lucht in. 

Een ander pareltje: vorige week "vierden" we ons 11-jarig jubileum als getrouwd stel. 
Koraal. 
Staal. 
Gekkengetal. 
We doen het al 11 jaar heel erg goed. Als je niet al te kritisch kijkt. Ga je kritischer kijken, doen we het al 11 jaar heel erg goed. We meppen elkaar niet alle hoeken van de kamer in. We schelden elkaar niet (zonder noodzaak) de huid vol. We zetten het niet op een zuipen en/of spuiten. En ons kind komt er weliswaar niet zonder kleerscheuren vanaf, maar dat doet ze hoofdzakelijk helemaal zelf. Dat kan ze zelfs beter dan wij met ons tweetjes bij elkaar. 
Kortom: 11 jaar lief en leed. Gekkigheid. En nog steeds going strong. (Dat zal er ook wel mee te maken hebben dat Ilse een erg goed besef van fatsoen heeft, en haar minnaars op tijd het huis uit werkt, zodat ik dat niet hoef te doen). 
Volgend jaar, 13 december is ons 12,5 jarig huwelijk. Dit jaar hebben we aan dit jubileum niet zoveel gedaan. Mijn schoonpa en schoonmoe kwamen langs, met overheerlijke gebakjes, maar dat was het wel. 
Ik zat te denken om bij de kringloop een mooi, ouderwets stalen (een mooie verwijzing naar het stalen-jubileum, leek me) strijkijzer voor Ilse te kopen, maar Ilse zei achteraf weinig subtiel dat ze blij was dat ik dat niet had gedaan. 
En dan was er nog vaderdag. Zoals het een echte dochter betaamt, kreeg ik een pracht van een fotolijstje, zelf versierd, met een pracht van een foto erin. Zo'n foto die prachtig is, maar een opname van een moment dat ze niet met allemaal boeven- en andere streken bezig was. Plus een boek van Kluun. Over de pubertijd. Deze man heeft twee boeken geschreven over de pubertijd, en beiden zijn aanraders. Gewoon kopen, als je kind in de (pré)pubertijd terecht dreigt te komen. 

WAARSCHUWING: HET NU VOLGENDE VERHAAL IS NIET, HERHAAL: NIET!!! VOOR MENSEN MET EEN MINDER STERKE MAAG, OF BEELDDENKERS (OF EEN COMBINATIE VAN DIE TWEE)!!!!

U bent gewaarschuwd. 

Ik ben gediagnostiseerd met het 'prikkelbare darm syndroom'.  (U kunt nog afhaken). 
Dat is niet erg. Daar ga ik (vooralsnog) niet aan dood. Het levert (vooralsnog) geen al te genante taferelen op. Het was inmiddels vier jaar geleden dat ik me bij de toenmalige huisarts meldde met wat vage klachten vanuit de onderzijde van mijn ingewanden. Ik moest een potje poep inleveren, ik moest een paar buisjes bloed afstaan, en een paar weken later kwam de uitslag: het is geen Crohn, het is geen kanker (hoera!) maar verder weten we het niet, gaan we niet zoeken, leef er maar mee, succes! So much voor de patiënten-zorg van Castrovalva te Almere. 
En ik leefde nog lang en gelukkig. Dat wil zeggen: de eerste 4 opvolgende jaren. 
Want de afgelopen weken, merkte ik dat het vanuit het vooronder weer onprettig werd. Ik zal de details besparen, vooral ook omdat er weinig tot de verbeelding sprekende details zijn. Anders dan onrustig. Onprettig. 
Ik meldde me inmiddels bij mijn nieuwe huisarts. Een jongedame, die naar me luisterde. Ik wist zeker dat dat vorige onderzoek maar 1,5 jaar geleden was, zij wist me op basis van het dossier te melden dat dat dus al 4 jaar was. 
Ik moest op tafel gaan liggen, en zij begon in mijn buik te prikken, te douwen en te hengsten. En, heel gek, toen ze links op mijn darmen begon te hakken, voelde ik het rechts. En vice versa. Maar:  vooral vlak onder mijn borstbeen vond ik haar aanrakingen niet bepaald het summum van jolijt. Mijn torso is wel eens op erotischer wijze door een jonge vrouw gestreeld, zeg maar. 
Of ik toch maar even een afspraak wilde maken met de echo-afdeling, want ze wilde een echo laten maken van mijn buik. En ik moest wederom een potje poep inleveren en een paar liter bloed afstaan. 
En ik kreeg een pakketje mee voor het verzamelen van mijn verteerde 'hello fresh' maaltijd. 
(Ik zou nu toch écht serieus overwegen om af te haken, u bent gewaarschuwd!!!)
De vorige keer dat ik zulks moest doen, heb ik vakkundig en definitief uit mijn geheugen gewist, en toen ik van de week die excersitie weer moest uitvoeren, realiseerde ik me waarom. En nu weet ik ook weer dat het de vorige keer nog onder het genot van ons oude toilet was. 
Ons oude toilet was namelijk zo'n plateau-pot. De poep kletst met zo'n natte plof op het plateau, en je moet dus met het meegeleverde schepje, het poep-potje vullen. Een walgelijke taak, omdat je met je neus wel heel erg dicht op de opbrengst van een dagje verteren zit. 
Inmiddels hebben we dus zo'n plons-pot. U weet wel: de pizza van gisteren valt een kleine 15 centimeter naar beneden (al dan niet glijdend langs de achterwand van de pot, en een streep trekkend waar de remsporen van een landende Airbus jaloers op zou zijn) en met de plons bewerkstelligt dat een soort van koude billendouche, maar dan minder fris. 
Gelukkig is de medische wereld ook dáárop ingesteld: je krijgt dan een passend zakje mee. Die plak je op de wc-bril, en als het goed is, plas je voor dat zakje langs, en de poep ploft in dat zakje. 
Dat klinkt prettiger dan het in de praktijk is. 
Want nu zag ik mij dus voor de extreem walgelijke taak om met het meegeleverde schepje, dat goed kneedbare zakje te legen. En zie dat maar eens voor elkaar te krijgen, want zo'n plastic zakje beweegt (heel gek) heel erg mee. Daar waar zo'n plateau gemaakt is van solide keramiek. Met als gevolg dat je, omdat je er geen nog walgelijkere bende van wil maken, erg voorzichtig bent, en dus vaker aan het scheppen en roeren bent in de materie. En pech: toen streek ik met het volgeschepte schepje, langs de invouwende rand van het zakje. 
Ik moest kokhalzen. Heel erg kokhalzen. Echt heel erg kokhalzen. 
Zo erg dat Ilse dacht dat ik daar op het toilet groots en meeslepend aan het overlijden was, nog voor er wat voor diagnose dan ook gesteld had kunnen worden. 
De rest van de opbrengst heb ik zonder morsen in een vuilniszak weten te stoppen, die in beton gegoten, met lood bekleed en in de restafvalcontainer geflikkerd. 
Bent u er nog? 
Moest u kokhalzen van de beschrijving? 
Moet u nagaan hoe het is om dat in het echt te doen. En dan de geur erbij. 
U bent er nog! Respect! Maar u was gewaarschuwd. 

Goed, dat geschreven hebbende, heb ik mijn vrije dag er alweer voor de helft op zitten. Ik wens eenieder een uitgelezen weekend toe. 






vrijdag 13 juni 2025

Pareltjes.

 De nieuwe vaatwasser. Een avontuur op zich. 
Wij hadden een Indesit. Een 2e rangs B-merk. Die kochten we, omdat bij aankoop van ons huis de toen aanwezige vaatwasser kaduuk was. Als verse huiseigenaren hadden we natuurlijk geen cent meer te makken, dus het moest iets eenvoudigs en goedkoops worden. Het werd een Indesit, van ik denk toen nieuw een slordige 400 Ekkies. 
 En die Indesit hield het toch een goeie 9 jaar vol. (9 jaar voor een 2e rangs B-merk, vind ik eigenlijk best goed. Tot zover het 2e rangs, en B). Die kreeg een andere keuken om zich heen gebouwd, 2 nieuwe bestek-mandjes waren er nodig, maar uiteindelijk, na 9 jaar was de koek op. Ik moest elke keer het ding opnieuw starten, want hij ging in storing. Soms wel 4 keer achter elkaar. Daar heb ik geen vaatwasser voor. Die heb ik voor het gemak. En niet om continu dat deksel open en dicht te doen. Uit en weer aan te zetten. En dan vervolgens nog vaak maar een lauwig resultaat. 
Wat ook steeds meer op mijn zenuwen ging werken, was het feit dat het bestek-mandje voor de tweede keer zijn bodem aan het verliezen was. 
Dus hoppa, de poeplap trekken en op naar een keukenboer (m/v/x) en een nieuwe halen. 
Zo dacht ik. 
Zo dacht Ilse niet. 
Die wilde eerst kijken online. Goegellen op de reviews. (Waarbij opgemerkt dient te worden dat de waarderingen van de consumentenbond niet zelden een volstrekt ander beeld gaven dan de gebruikerswaarderingen). 
En toen wilde ze naar een winkel, om die apparaten te bezien, betasten en beproeven. 
Mijn eisen waren: simpel en goed. Gebruiksgemak staat voorop. Liefst stil. Hoe economisch dat het ding is, maakt me geen drol uit, want qua stroom, pikken we het wel van de zon. 
Ilse's eisen waren wat hoger. Liefst een energie- en waterzuinig apparaat. Stil, schoon, droog, etc. En het liefst een bestek-lade, in plaats van zo'n mandje, die dan zijn bodem langzaam loslaat. 
We gingen op de bonnefooi naar de Mediamarkt. Niet om er zo'n ding te kopen, want ik gun de Mediamarkt geen rooie cent. Als ik daar de deur door kom, ben ik al gelijk overprikkeld door alle muzak die geen muzak meer mag heten, maar een doodordinaire disco qua volume. 
Het personeel, als het er al is, is volstrekt kennisloos, hulpeloos en kansloos. Maar je kunt er wel apparaten bekijken, betasten en beproeven. 
Uiteraard niks gevonden. 
Kak. 
Bij mijn lieve schoonouders even tot rust gekomen, alle overprikkeling in een stortbakje laten afvloeien, en op hun aanraden, gewoon lekker naar huis gegaan om de volgende dag bij een andere zaak maar eens binnen te lopen. 
Daar werden we door een jongeman vriendelijk te woord gestaan. We mochten best even bekijken, betasten en beproeven (De apparaten dus, niet hemzelf, voor alle duidelijkheid). En hij wilde ons ook heus wel van wat tips, tricks en informatie voorzien, maar een apparaat verkopen, nee, daar piekerde hij niet over. 
Huh?!?!
We moesten eerst maar eens naar huis om een aantal cruciale maten op te nemen. Want dan kon hij ons pas echt van advies voorzien, en ons iets in de maag splitsen dat ook gewoon goed voor ons geld was. 
Rap naar huis maar en meten. En met die maten terug naar de winkel.
 Ik slaagde erin om een aantal eisen toch wat minder belangrijk te maken, en een aantal andere eisen wat belangrijker. Zo simpel mogelijk. Het moet simpel zijn, ik moet niet hoeven nadenken over de knopjes, over programma's over allerlei triviale zaken. Gewoon de zooi erin rammelen en het apparaat doet de rest. Ik wil liefst iets duurzamers dan een lullig mandje voor het bestek. En vooruit: waterbesparing mag ook wel een ding zijn. Maar vooral: ik wil er niet teveel geld aan kwijt zijn. En liefst weer 9 of 10 jaar ermee kunnen doen. 
Die had hij wel staan. Een showroom model voor de helft van de prijs. En deze keer geen 2e-rangs B-merk, maar een heusche Bosch. Nun echte Bosch jonguh!!! 
Met een bestek-la in plaats van een mandje. En een deur die automatisch open springt als hij klaar is, zodat de vaat natuurlijk kan drogen. En veel meer programma's dan de vorige. (Daahaag simpelheid). 

Goed, dat was de aanschaf. Maar net als bij een auto: de aanschaf is vaak het probleem niet. Wat erna komt, is vele malen ingewikkelder. 
Zo moest de ouwe vaatwasser eruit. 
En dát bleek toch net even minder eenvoudig dan dat zinnetje hierboven tikken. 
Loskoppelen was al een opgave die garant stond voor ontwrichtte ruggenwervels. Maar het uit zijn nis slepen van het ding, bleek één amorfe bende van latjes hier, schroefjes daar, tegeltje zus en schakeltje zo. 
Het was dusdanig ellendig dat ik degene die onze keuken en die dekselse vaatwasser geinstalleerd had, uitmaakte voor een ongelooflijke, empathieloze knurft. 
Ilse moest lachen, en wees mij er fijntjes op dat ik nog niet zo lang geleden zo enorm trots was op het feit dat ik (met wat hulp zo links en rechts) eigenhandig onze (toen) nieuwe keuken geinstalleerd had. 
Oh ja. Dat is waar ook. 
En dan moest de nieuwe er in. 
En ook dát bleek toch net even minder eenvoudig dan dat zinnetje hierboven tikken. 
Het stellen van de pootjes was al een grafklus omdat er blijkbaar ooit een verwarmingradiator gezeten had, waarbij de afgedopte leidingen trots en ongelooflijk irritant uit de vloer staken. Precies op de plaats waar dus onze nieuwe vaatwasser erin geschoven diende te worden. 
En ja: dan moet je dus gaan improviseren. 
Dat lukte allemaal best. Of best niet. Uiteindelijk kwam die goeie ouwe schoonvader toch weer van pas met zijn ervaring met dit soort kutklussen. En toen verliep het allemaal veel soepeler. 
Tot we erachter kwamen dat de klep van onze prachtige nieuwe vaatwasser voorzien was van dermate straffe scharnieren, dat het deksel met een dodelijke noodgang weer dichtklapte, als je hem omlaag deed. 
Dat was het moment dat ik Jente maar even van school ging halen. 
Ik was wel even toe aan wat anders, Ilse heeft een iets groter incasseringsvermogen. Althans, zo lijkt het. Zij gaat niet smijten met de zooi als het te lang niet doet wat het moet doen. Ik wel. En om nu een nieuw gekochte vaatwasser door het keukenraam naar buiten te flikkeren, leek niemand -behalve mijzelf- een erg goed plan, dus ik werd erop uit gestuurd om Jente van school te halen. 
Daar aangekomen, kletste ik vrolijk met twee moeders die daar stonden om hun kroost te bevrijden. De bel ging, en één der moeders vroeg me ineens wat ik daar eigenlijk stond te doen. Waarop ik -onschuldig als ik ben- antwoordde dat ik mijn dochter kwam halen. 
Of ik dan niet als de sodemieter een goeie 500 meter verderop wilde gaan staan, want ik moest mijn kind bij de gymzaal ophalen, en niet bij school zelf. 
Kak. 
Aangekomen bij de gymzaal begon Jente me uitgebreid de les te lezen. Want ik was inderdaad een minuut of 5 te laat. 
Geduldig liet ik mij de met ontsteltenis doordrenkte preek van Jente welgevallen, en stuurde ons naar huis. 
Daar aangekomen trok ik toch maar de stoute schoenen aan, en begon te bellen. Want we wisten echt even niet meer hoe we nu verder moesten. Zeker niet omdat die nieuwe vaatwasser nog voor dat we hem in gebruik konden nemen al over moorddadige krachten beschikte, en er niet over zou aarzelen die op de argeloze gebruiker los te laten. 
De jongeman aan de andere kant, was het met me eens, en vroeg me of we de frontplaat al vast geschroefd hadden. Nee, dat hadden we niet, we hadden hem eerst gesteld in zijn nis. 
Ai... 
Dat had precies niet gemoeten. Eerst die frontplaat erop, en dan pas stellen. 
Maar goed, met die frontplaat erop, had de klep voldoende gewicht om niet continu met moorddadige precizie handen af te kappen en borden aan splinters te doen vliegen. En dat was dan wel een fijn vooruitzicht. 
Uiteindelijk zijn we erin geslaagd om ook die frontplaat erop te zetten (nog niet 100% naar onze zin, maar wie weet komt dat nog) en hebben we het ding 2 keer proef laten draaien. (Geslaagd). En inmiddels staat de eerste echte vaat er ook al in schoon te worden. Houzee!!! 
Ilse heeft dit allemaal voor elkaar gebokst, want ik heb me nog niet bemoeid met het inruimen van het ding, daar waar dit tot op heden vooral mijn taak is. Ilse heeft ook al ontdekt hoe die op afstand, via de app (ja ja, met wederom een godsnakendkutaccount) te bedienen is. Tot zover mijn eis van "simpelheid". 
Stil is die wel. En fijn ook dat die met een rond, rood lichtje op de grond aangeeft dat hij in bedrijf is. 
En tot op heden nog geen klachten gehad over het functioneren. 

In de categorie "Pareltjes op het Platform". 
Ik begrijp heus wel dat passagiers niet meteen kunnen bevatten dat als ze de gate verlaten ze eerst in een bus moeten stappen. Zelfs als die bus, met geopende deuren precies voor de deur of trap van die gate staat, is dat voor sommige mensen nog geen reden om de in het fel oranje gestoken snuiter die erbij staat, even te vragen hoe of wat. Als je niet oppast, stormen mensen gewoon naar daar waar ze denken dat ze moeten zijn, en dan kan ik met mijn rondromige lijf erachteraan hobbelen om ze weer in het gareel te krijgen.
Zo ook deze (zeer typische) snuiter van Amerikaanse afkomst. 
Die wees naar een vliegtuig op een heel andere plek dan waar ik stond met mijn bus, en sprak:" Dát vliegtuig moet ik hebben". 
Hij vroeg het niet, hij zei het. (En dat was dan ook gelijk de introductie. Geen "goeiemiddag". Geen "hallo", geen fatsoen). 
En hier vloog ik zelf een heel klein beetje uit de bocht. Hij leek me namelijk jong en vrolijk genoeg om om hem vrolijk en met een knipoog wat informatie te verstrekken. 
Dus ik meldde dat ik de weddenschap wel met hem aan wilde gaan, dat hij ongelijk had, en dat als hij naar Florence wilde, hij dát toestel absoluut niet moest hebben. 
Zijn vriendinnetje, het arme mens, had eerder in de gaten dat ik zijn stemming volstrekt verkeerd had in geschat, en keek wat angstig naar ons beiden. 
Hij herhaalde zijn statement, voorzien van wat "fucking's" en meer van zulke minder beschaafde bijvoeglijke naamwoorden. 
Zijn vriendinnetje, keek me al een beetje beschaamd aan. En probeerde hem te melden dat ik, gestoken in een hesje dat vrij duidelijk voorzien was met de naam van de luchthaven, waarschijnlijk gelijk zou hebben. 
Maar de beste jongen had daar geen boodschap aan. Hij moest dát toestel hebben, naar Florence. 
Oké, beste man, geen reden om onbeschoft te worden. Ga maar terug naar boven, en vertel de gate-agents dan maar dat je dát toestel moet hebben, en dat je naar de bijbehorende gate moet. 
En dat deed hij. Zijn arme vriendinnetje keek op zijn zachtst gezegd beschaamd. En nóg beschaamder toen ze, 5 minuten later, door de hitte en van pure ellende weer terug kwamen. 
De schaapachtigheid was grandioos, maar voor het meisje, dat inmiddels elke andere vlucht wel had willen nemen, om mij, de overige passagiers die het tafereeltje gevolgd hadden, en sardonisch grijnzend hun terugkeer mochten gadeslaan maar niet onder ogen te hoeven komen, vond ik het bijzonder sneu. Ik vrees dat de sfeer er bij hun niet denderend op vooruit was gegaan in die paar minuten. 
Oké, toegegeven: ik had misschien beter in moeten schatten wat de mentale toestand was van deze "loud and obnoxious Yank", maar goed, ook ik ben maar een mens, nietwaar? 

Goed, dit alles maar weer aan het www toe te hebben vertrouwd, begint mijn weekend. En toen kwam ik er achter dat vaderdag dit jaar valt op een dag dat ik als vader daadwerkelijk weer eens vrij ben. 
Ik wens eenieder een beste. 





vrijdag 6 juni 2025

Een weekje met andere dingen.

Het vaderschap is wennen.
Na al die jaren nog steeds.
En het ding is: net als je gewend bent aan bepaalde dingen, hebbelijkheidjes en onhebbelijkheidjes, maakt ze mentaal of fysiek een sprongetje omhoog, opzij of omlaag en mag je weer heel ergens anders aan wennen.
En nét als je.... Enfin, u snapt het concept.
Zo was ik er nog maar net aan gewend dat mijn dochter -beter dan ik- snapt hoe electronica werkt, hoe software van apps werkt, of ik kreeg al schattige filmpjes toegestuurd van wanstaltig getekende monsters die dan met zo'n hoog k-pop achtig stemmetje iets volslagen klefs zeiden.
Of filmpjes die volgens mijn dochter van 10 het summum van dijen-kletserij zijn.
Soit. Ik laat het me (meestal) geduldig aanleunen.
Maar dan ineens een filmpje met de tekst:"stuur dit aan iemand die je superlief vindt".  Uiteraard smelt mijn hart dan. Ik voelde me even helemaal warm worden. Jente is veel beheerster in haar affectie en aanhankelijkheid dan ik. Dus zo'n filmpje is dan best leuk. Mijn ego groeide als een malle. Ik gloeide van trots en blijdschap.
Ik reageerde daarop met een hartjes-emoticon, en vervolgens klonk het vanaf de bank:" Oh, huh?! Die had helemaal niet naar jou gemoeten".
En vervolgens verwijderde ze het bericht zonder verdere ceremonieële poespas.
Daar ging mijn ego. Mijn gloeiende blijdschap werd met een paar liter ijswater geblust.
Ik weet weer waar ik sta. Op het level van de grappige kattenfilmpjes. Of zo.

En hij is weer gevallen. Het kabinet.
Dit heeft ons allemaal een hoop geld gekost. Het is niet bijna genant. Het is een werkelijk blatante, beschamende vertoning van compleet incapabele idiote clowns geweest.
Stuk voor stuk.
Men regeerde niet. Men sneerde elkaar af op sociale media. Men loste geen problemen op. Men deed gewoon helemaal niks. Ja, oeverloos ouwehoeren, kinderachtig schelden.
Maar wat is er nu precies beter geworden? En voor wie? Niet voor Nederland. De politici en hun "achtenswaardige" tweede-kamer melkmuilen. Die wel. Die hebben nog een paar jaar aan wachtgeld, omdat ze zich zogenaamd voor Nederland ingezet zouden hebben. Wat een farce. Wat een schaamteloze diefstal van gemeenschapsgeld.
"De gewone man", waar Wilders voor zou zorgen, is alleen maar geconfronteerd met meer inflatie. De woningcrisis is niet eens in de buurt van een plan van aanpak gekomen. De zorg: duurder dan ooit. Toeslagen-affaire, geen kans op snellere gerechtigheid. Asielcrisis? Voor zover daar al sprake van was: geen oplossing. Lerarentekorten: nog steeds even groot. En "de gewone man"? Door Wilders al net zo hard in de steek gelaten als door al die andere zelfverklaarde wereldverbeteraars.
Oke, laat ik ze niet al te zeer door mijn cynische mangel halen: er zijn inmiddels plekken waar ik weer 130 mag rijden. Ik zou zo snel even niet weten waar, maar dát is ze toch maar mooi gelukt. Poehee...
Ik stel voor dat we in November Geert Wilders zo ongelooflijk hard afstraffen voor alle gebroken beloften en alle walgelijke geld- en tijdverspilling, dat hij van pure vernedering politiek asiel aan gaat vragen in het land van zijn echtgenote. Ik geloof dat hij sowieso wel erg geil wordt van die (al even walgelijke) Hongaarse natnek Orbán, dus hij zal daar meteen statushouder worden, en alles van de Hongaren kado krijgen.
Maar ja. Nu ook Wilders zijn kans op grandioze wijze heeft weten te verkloten, moeten we maar weer zien welke drabzak nu met onze stem mag gaan stunten. 

De afgelopen paar vrije dagen heb ik nuttig besteed.

Mijn werkschoenen waren namelijk in een steeds sneller tempo aan het slijten.
Met 3 jaar klossen over het toch wat stroevere asfalt van een vliegveld, waren de zolen wel aardig van hun profiel verlost, en niet alleen dat: de bovenkant begon tekenen van kunststof-leer-stiksel-vermoeidheid te vertonen.
Ik vind versleten schoenen met gaten niet alleen omwille van het representatieve plaatje niet heel prettig, maar ik heb er ook gruwelijk de pest aan als ik natte voeten krijg tijdens mijn werk.
En voor 60 euro gekochtte Nike Air Max, die het aan mijn voeten 3 jaar volhouden, dat vind ik serieus een mooi resultaat.
Ze mogen met pensioen. Dat wil zeggen: ik heb ze naar de kast verbannen, want ze zijn nog niet helemaal kapot. En als de nieuwe schoenen toch niet helemaal bevallen, kan ik ze nog een weekje aftrappen.
Die nieuwe schoenen, was makkelijker gezegd dan gedaan. Ik wilde dus weer Nike's. Voor de zomer zweer ik bij sneakers. Gewoon omdat officiële werkschoenen mijn voeten net zo nat maken als lekke, ouwe sneakers in de regen. Maar dan niet van regen, maar van overmatige zweetvoeten.
Ik ging naar een heusche Nike "factory-store", alwaar ik een paar keer vergeefs op wat hulp rekende. Het personeel communiceerde simpelweg niet. Ze verstonden geen Nederlands, en waren te belazerd om in het Engels even te kijken of een bepaalde maat voorhanden was. Oke, laat maar dan.
De buren hadden ook Nike's, maar toen trok ik toch weer wat anders aan. Iets dat een soort orgasme voor mijn voeten bleek. Ik had al eens een paar Sketchers waar ik uiteindelijk al binnen 3 maanden mijn voetzolen aan het beton blootstelde, maar sinds ik werkschoenen van Sketchers heb, ben ik wél om.
Vol trots showde ik mijn nieuwe 'patta's' aan Jente.
Om een laffig duimpje van haar te krijgen. Ik snap op zich wel dat effen zwarte schoenen niet heel erg tot haar verbeelding spreken. Ooit hoop ik dat wij op mijn werk schoenen mogen dragen die wél tot de verbeelding van een 10-jarig meisje spreken. Dat zou de boel aardig opfleuren. Ik weet het zeker.
Wat voor mij ook een must was in de afgelopen dagen: ik had van mijn omgeving (lees: schoonouders, schoonbroer, echtgenote, vader, zus etc...) een pracht horloge gekregen. Een heuse Timex, met een olijfgroene, leren band. Een automaat, want dat wilde ik graag. Superblij mee. En elke keer dat ik er naar kijk, kijk ik met genoegen naar een kleine Snoopy die erop staat. Was een tijdelijke uitgave.
Maar goed, zo'n horloge heeft dan wel een aardig lange levensduur, het bijbehorende lederen bandje heeft dat zeker niet. In elk geval niet bij mij. En dat is dan ook gelijk het nadeel van zo'n tijdelijke uitgave. De bandjes zijn gewoon niet te krijgen. En als ik dan al op artikelnummer het wereldwijdeweb afstruinde naar dat bandje, kreeg ik weliswaar een plaatje van dat bandje te zien, ik kreeg de prijs te zien, maar ook een oneindig frustrerende tekst "NIET MEER LEVERBAAR". Uiteraard wil zo'n site dan toch iets aan je verkopen. De suggesties die ze me deden, varieërden van licht roze siliconen bandjes, tot zwarte "kroko"-lederen bandjes. Maar niks dat past bij een vrolijk, olijfgroen horloge met de eeuwig vriendelijke Snoopy erop.
Dus toog ik naar de lokale juwelenman. Daar even wat opties bekeken en uiteindelijk voor een stalen bandje gegaan. Of ik maar met een uurtje terug wilde komen, want hij had er al een stuk of 6 in de wachtrij staan.
Prima, ik woon vlakbij, het kind is op schoolreis, dus ik hoef verder niet zoveel.
Bij het ophalen bleek dat het bandje dat ik koos heel erg sterk te zijn. Niet alleen het bandje was heel erg sterk, de sluiting was dat ook. Eenmaal om mijn pols, bleek dat die nog een paar schakeltjes kleiner mocht, maar wat we ook probeerden, dat sluitinkje wilde niet open. Gewoon niet. De juwelenmevrouw brak haar perfect gemanicuurde nagel op dat bandje.  Gezamenlijk staarden we naar de nu van haar eigenaresse gescheiden nagel die op de toonbank lag te zieltogen. "Dat is nu ook weer niet helemaal de bedoeling, mompelde ze", en kwam vervolgens met een eng uitziende tang op me af om dat bandje te lijf te gaan. Eind goed, al goed. Ik heb een nieuw bandje. Die moet ik wel met een broodmes eerst even losklikken, maar dat zal met de tijd wel beter gaan. En ik kan dus nog lang genieten van mijn horloge.

De pareltjes van mijn werk.                                       Het was een vlucht op een wat verderaf gelegen buffer-platform. Ik was bus nummer 1. Het was er een rommeltje van allemaal net even te dicht bij het vliegtuig staande apparatuur. Mijn bus was vol, de stewardess boven reageerde goed en adequaad op mijn seintje, en ik liep kalm naar mijn stuur. "OOYYY!!!". Werd er geroepen, en ik draaide me toch eventjes om. Normaliter reageer ik daar niet echt op, ik ben namelijk geen hond, maar goed, in theorie kan het zijn dat iemand me probeert te waarschuwen voor levensbedreigende situaties. Dat was niet zo. Een passagier van dik over de 50 balkte me dit toe. Gevolgd door de vraag of ik van de assistentie-bus was. (En dit terwijl ik dus -in mijn werkplunje- op weg was naar het stuur van mijn bus). Ik antwoordde ontkennend, en vervolgde met een vraag of ik meneer misschien zou verder kunnen helpen. Maar tijdens die vraag, draaide de man zich om, negeerde me volslagen en deed alsof ik niet meer bestond.                                          Wauw...  De man beende naar de gereedstaande assistentie-bus, en ik schudde deze onbeschoftheid van me af, stapte in, en reed met mijn passagiers naar de terminal. De rest van de passagiers moet uiteindelijk zo vlot mogelijk naar de terminal. Bij die terminal aangekomen, werd ik aangesproken door een dame: Of ik de chauffeur was van de bus. Ik antwoordde bevestigend, en toen kwam het: zij vond dat ik haar man vergeten was.                     Huh? Ik haar man vergeten? Hoe had ik moeten weten dat ik verantwoordelijk zou zijn voor andermans echtgenoot? Nog even los van het feit dat ik echt niet van alle miljoenen reizigers kan of zelfs maar wil weten met wie ze een relatie of verband hebben. Ik vroeg haar of haar man degene was die mij om assistentie wilde vragen, en vervolgens zonder verder fatsoenlijk te communiceren met mij wegliep, zonder terug te komen, zonder daarbij te denken aan het feit dat zijn vrouw in de bus zat, die toch echt naar de terminal moet, met alle andere mensen?De dame in kwestie begon te schutteren, en ik verwees haar naar de terminal, en dat ze binnen moest wachten op haar man, die vast met die assistentie of een andere bus naar dezelfde plek zou komen. 

Een ander pareltje is een collega. En dit niet in sarcastische zin. (Gelukkig is ze niet het enige pareltje, want er zijn er meer). Deze collega was mij en ons een stapje voor en ging naar Zuid Korea op vakantie. Uiteraard wilde ik weten hoe het daar was, en of ze genoten had van de exotische lekkernijen. Bleek dat ze zomaar een heel klein souveniertje voor me mee had genomen. Een pakketje met een pen (altijd handig als platformchauffeur), een magneet en een sleutelhangertje. En die hangt nu bij Ferrie, de roze flamingo aan mijn tas. Ik vind dat oprecht leuk. 

En dat maar weer geschreven hebbende (wederom op mijn telefoon, want onze laptop heeft besloten dat hij geen verbinding meer wenst te maken met het netwerk, waardoor ik dus niet meer mijn account in kan. Apparaat nummer 2 dat een actieve middelvinger naar me opsteekt, aangezien ook de vaatwasser enthousiast de brui eraan geeft. Dus als de lay-out raar is, ligt het daaraan), begint het weekend. Ik wens u allen een beste.






Botox, poep en scheet.

 In de categorie "Pareltjes van het Platform".  Ik was getuige van een van die zaken waaruit naar mijn mening blijkt dat de menshe...