zaterdag 13 februari 2021

Het werkt, klootviool.

Nu zal ik toegeven dat we een imposante collectie nutteloze zaken in huis hebben.
Ik noem een verzamelingetje modelauto's, een trekzak (a.k.a. accordeon) een viool en een keur aan apparaten die verder nergens voor gebruikt worden, maar bij aanschaf heel erg noodzakelijk leken.
En al die meuk, daar moet of kan wat mee.
En al die meuk, doen we of kunnen we niks mee.
Zo ook de viool. Die is niet van mij, ik ben trompettist en dingen met snaren zijn dus ver beneden mijn decibel-verlangen. Oftewel: hard en lomp, anders vertrouw ik het niet.
Die viool is dus van mijn betere helft, en as I type wordt het ding tevoorschijn gehaald, voor het eerst sinds dat ik haar heb leren kennen.
Die viool heeft al talloze verhuizingen min of meer overleefd, en een paar maanden geleden (en dit verwacht je niet, van iemand die inmiddels 2 van mijn brillen gemold heeft) liep het ding averij op.
Dus moest naar een vioolbouwer. Iets met een gestapelde kam of zo. Voor mij reden om geheel altruistisch aan te bieden dat het ding wel in mijn hout-opslag mag, zodat ik er op later moment een leuke, arti-farti vitrine van zou kunnen maken, maar dat was blijkbaar niet de bedoeling. Viooltje moest weer speelklaar gemaakt worden.
En een paar weken later (zegge vorige week zaterdag, toen de sneeuw losbarstte) kon de viool opgehaald worden. Maar goed, om voor een viool nu door sneeuwstormen te gaan rijden, vind ik werkelijk zonde van de benzine, en alle eventuele schade voortkomend uit ongelukken. Gingen we niet doen.
Maar goed, die vioolbouwer heeft blijkbaar ook geen onbeperkte ruimte, en genoeg reserve onderdelen om andere violen op het podium te houden, dus vanmorgen moest het kreng eindelijk eens ophalen.
Ilse ging liever niet, want glad en koud en niet fit, dus als ideale echtgenoot, stapte ik min of meer monter achter het stuur van mijn onvolprezen Citroen om dat ding op te halen.
De eerste 300 meter was het glibberen, en de laatste 300 meter was het glibberen, voor de rest heb ik heerlijk genoten van mijn nieuwe audio.
En dan komt het moment waarop ik mij mentaal beter voor had moeten bereiden: ik kreeg een viool in mijn handen gedrukt.
Er zijn twee soorten muziekinstrumenten: trompet, en trompet-begeleidende-instrumenten. En nu kreeg ik dus voor het eerst in mijn leven zo'n trompet-begeleidend-ding in mijn handen. Ondanks dat het in die straat best normaal zou zijn om met een viool te lopen, voelde ik me toch enigszins beschaamd. Opgelaten. Ongemakkelijk. Gleed nog bijna uit over het ijs, maar ik wist me, met behulp van de viool overeind te houden.

Om vandaag te bereiken, moest ik eerst gisteren door.
En gisteren had ik weer een dienst op het platform, een sluitdienst. Op zich niks aan de hand, heb zelfs nog een paar passagiers weten te strikken om bij mij in te stappen.
Maar dan moet je ook weer naar huis. om 2400 uur. Dus in spertijd. Niemand mag zonder reden op straat zijn.
Nou moet ik zeggen dat ik in sommige opzichten onbehoorlijk naief ben, maar mijn thuisreis ging niet zonder diverse ongemakkelijkheden.
Ik wilde rap thuis zijn, dus zou het zo kunnen zijn dat ik ongewenste, maar terechte aandacht trok van een paar agenten op patrouille. Die aandacht kreeg ik, en ik verwachtte half en half een stevige boete. Ten slotte wie zijn gaspedaal vloert, loopt de terechte kans dat hij snelheidsbelasting moet betalen.
Dat viel mee. Ik kreeg een reprimande voor het feit dat ik maar liefst 5 kilometer per uur harder reed dan toegestaan, en geheel deemoedig accepteerde ik dat.
Maar, of ik ook maar even wilde verklaren waarom ik niet thuis was.
Ik keek wat sullig naar meneer agent, en naar mijn bijzonder herkenbare jas. Keek weer terug. En vroeg toen oprecht verbijsterd wat meneer agent dacht dat ik op dit onzalige uur aan het doen was.
Het dragen van bedrijfskleding met naam van het bedrijf was niet voldoende. Gelukkig had ik de werkgeversverklaring op mijn telefoon staan, waarmee ik aan kon tonen dat ik met een goeie reden op onzalige tijden buiten was.
Mijn verbazing zit erin dat als je bedrijfskleding draagt, die door de kleur licht geeft in het donker, het toch wel duidelijk is dat je aan het werk bent.
Want als ik inbreker of relschopper zou zijn geweest, zou ik daar geen hoge-zichtbaarheids-kleding bij dragen, al was het maar om te voorkomen dat de ME het wel heel makkelijk heeft om me te meppen.
Die kleding is voor een inbreker ook al niet praktisch, dus mijn verbijstering over het feit dat mijn kleding al duidelijk aangaf dat ik moest werken, maar niet als zodanig te accepteren was, zal ongetwijfeld naïef zijn geweest.

Ik mocht dus afgelopen week weer 2 diensten op Schiphol invullen. En dat is weinig. heel weinig. Ik snap dat ze er ongelooflijk blij met me zijn, want als uitzendkracht, ben je wegwerpmateriaal. Ik snap ook dat het zo nu eenmaal werkt in het bedrijfsleven. En ik ben onverminderd blij als ik weer naar het platform mag, want het werken is gewoon top.
Ondertussen verveel ik me de tyfus.
Zozeer dat ik bij PostNL heb gesolliciteerd. Ik moest tijdens dat gesprek aangeven waarom ik solliciteerde, en ik was misschien iets té eerlijk toen ik zei dat met hun salaris, de financiele motivatie nagenoeg 0 was, maar dat ik gewoon iets tegen de verveling zocht.
In de categorie uitdagingen van formaat, heb ik mezelf ook ertoe gezet om te solliciteren als docent in het MBO. Ik heb mezelf nooit echt als docent gezien, maar diverse gesprekken met mensen uit het onderwijs, brachten mij toch op het idee dat dat nu juist wel wat voor me zou kunnen zijn. Groot was dus ook mijn verbazing dat het eerste gesprek met dat instituut best wel positief verliep. Niet gezegd dat ik dat ga kunnen doen, maar het kwam allemaal erg professioneel over. Want er zijn haken en ogen.
De eerste is dat ik gevoelsmatig het platform van Schiphol heel erg ga missen.
Dan is er de financiele component. Want gedurende 1,5 jaar zal het houtjesbijten zijn. En mogelijk financieel gewoon niet haalbaar, omdat ik tijdens het opleidingstraject wel iets maar geen salaris krijg waarvan ik hypotheek en eten kan betalen. En dat zijn twee stevige hobbels. Misschien wel onneembare hobbels. Maar dat moet de toekomst maar uitwijzen, en een beetje onderzoek doen. Avondje googlen of zo.

Ik heb zonet voor het eerst van mijn leven, vrijwillig, op het ijs gestaan. Zonder schaatsen, want als moeder natuur had gewild dat we ons als sierlijke zwanen over het ijs zouden verplaatsen, had hij ons wel smalle voeten gegeven.
Maar Ilse en Jente hebben schaatsen, en wie ben ik om dan de spelbreker te zijn.
Ik was in eerste instantie wat huiverig (pun intended) want de ijsmeesters van de elfstedentocht, verklaarden dat het ijs in Nederland volstrekt onbetrouwbaar was. En zij hadden gelijk, want diverse eigenwijze prutsneuzen moesten van de hofvijver in Den Haag gered worden.
Maar mijn figuurlijke huiveringen gingen over in letterlijke toen ik samen met mijn meisjes het ijs betrad, en Jente al kirrend en koerend samen met ons haar eerste ijskoude stapjes maakte.
Toch leuk.

Goed, dit alles geschreven hebbende, is mijn weekend dan ook min of meer begonnen.
Ik wens u allen een goede.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...