vrijdag 16 juli 2021

Relativeer, en je zeurt niet meer.

 De wereld is naar de klote. Officieel. Onomkeerbaar. Kapot.
Dat was hij al langer natuurlijk, maar nu voor mij ook.
Covid trekt eens even lekker aan, en als klap op de vuurpijl huilt God eens even lekker met ons mee. Dat doet ze zo gruwelijk hartverscheurend dat Limburg, delen van Belgie en Duitsland de tranen niet meer weggewerkt krijgen, en met een wateroverlast zitten waar je U tegen zegt.
Het zand voor de zandzakken was bij de diverse overheidsorganisaties rap op, en een privaat bedrijf dat wel nog zand in overvloed had, ging om 17.00 uur dicht.
Dat snap ik, want dat bedrijf heeft ook werknemers in dienst die hun gezin en huis willen redden, maar kom op. Dat had je beter kunnen regelen.
Of als overheid had je kunnen zeggen: oke, we knippen het slot door, we graaien je zand en je mag de rekening later sturen (geen reden om zo'n bedrijf maar te beroven, ook die mensen moeten eten).
Dat er dan serieus mensen zijn die hotels in Valkenburg gaan bellen om kamers te reserveren om daar op de eerste rang te zitten als toeschouwer bij deze ramp, is iets dat ik niet kan bevatten. Dat de ME ingezet moet worden, niet om meteen plunderaars tegen te gaan, maar om ramptoeristen weg te trappen, gaat mijn pet te boven. Dat mensen in Schin op Geul gleuven graven, en vervolgens door filmende toeristen gevraagd wordt hoe ze toch bij de camping kunnen komen, is iets waar mijn nekharen van overeind gaan staan.
Ik had ze in die gleuven geflikkerd, zand erover en een metertje verder een nieuwe gleuf gegraven. Maar ik ben op sommige momenten net wat minder genuanceerd of mild.
Ik heb ook moeite met mensen die aandacht gaan vragen voor hun eigen leed: een vakantie die daardoor letterlijk in het water valt. Een tentje dat door het water aan gort gaat. Ja, heel erg. Net zo erg als die mensen die hun huis in zagen storten. Net zo erg als voor de nabestaanden van de brandweerman die het leven liet. Want je tentje, dat is onoverkomelijk leed.
Van Ilse mocht ik zo niet denken. Want dan zou ik ook nooit meer kunnen bloggen over dat wat mij overkomt. En misschien heeft ze hier een punt. Maar toch.
Ergens vind ik het walgelijk dat je stelt in doodsangst te zitten, je tentje ziet vergaan, maar toch alle tijd en rust hebt om je onnoemelijke leed op twitter te smijten. Bovendien: ik ben misschien te ervaren met doodsangst, maar ik kan me voorstellen dat je, als je werkelijk in doodsangst zit, met alles bezig bent, maar niet met het plaatsen van je verwoestte tentje op twitter.

Ik wil alle mensen in Limburg, Belgie en Duitsland sterkte wensen. Kracht wensen. Want de nasleep komt nog.

Is de wereld echt helemaal naar de klote? Nee, natuurlijk niet. Ik liet me even leiden door mijn gedachten, en misschien ook wel een beetje door mijn inspiratiebron: Youp van t Hek. Die kan ook altijd zo lekker overdrijven.

Een heel ander avontuur, waar gebeurd gisternacht, na mijn late dienst.
Het was een leuke, lange dienst geweest, waarbij ik toch flink wat reizigers mocht vervoeren, flink wat gezelligheid mocht ervaren met mijn collega's en gewoon, lekker vermoeid weer naar huis mocht.
Mijn auto staat een kleine 4 kilometer verderop op een personeels-parkeerplaats.
Met een glimlach stapte ik in, en reed rustig naar de uitgang toe.
In het schijnsel van mijn koplampen zag ik iets voorbij schieten. Een kat. Ik schrok me wild, want ik reed daar dus bijna overheen.
En: een kat hoort niet op het Schiphol terrein. Met al die auto's en vrachtwagens en bussen die er langs denderen.
Mijn medelijden won het van mijn wens om naar huis te gaan, dus ik zet de auto stil, alarmlichten aan, en ik stap uit om het dier naar me toe te lokken.
Op mijn knieen begon ik te "poespoespoes'en" en andersoortige lok geluiden te maken. Meestal werkt dat, want Claus en Colette komen dan aanstormen in de verwachting dat ze een lekkertje en een aai krijgen.
In dit geval werkte dat niet.
Achter me stopte een andere auto, waaruit een stewardess stapte, die in eerste instantie dacht dat ze met een overspannen gek te maken had.
Maar ik legde haar uit dat ik een kat gezien had, en ik dat dier daar weg wilde halen, om het later te overhandigen aan de dierenambulance of zo. Beter dat dan daar een roemloos, eenzaam einde onder de wielen van een voertuig te hebben.
Stewardess was het met me eens en begon me te helpen.
En verdomd: daar kwam wat aangehuppeld. "Ja, dat is hem", zei ik tegen de stewardess. Op een meter of 10 afstand bleef het dier zitten, en toen ik me oprichtte om iets dichterbij te komen, huppelde het geschrokken en snel weer weg.
Achter me hoorde ik een giechel die uitmondde in een schaterlach. "Man, dat is een haas!!!".  En warempel: toen ik het vluchtende dier beter bekeek, en het gehuppel beter in me opnam, zag ook ik heel duidelijk dat ik bezig was om een haas naar me toe te lokken...
Over jezelf stom voelen gesproken.
Ik had echt durven zweren dat ik een kat had gezien, maar met wat langer nadenken realiseerde ik me ook dat ik vaker hazen op het terrein had gezien. En waarom ik daar, midden in de nacht een kat van maakte, is me een volstrekt raadsel. Misschien omdat ik in een app-groep zit met allemaal meiden (en Frank) die hoofdzakelijk over katten gaat.

Goed, dit geschreven hebbende, maak ik me op voor een laatste late dienst voor deze week, en dan een weekend, waarin ik me ga voorbereiden op een nieuwe uitdaging: de CAP route op schiphol.
Een lijn die bouwvakkers vanaf hun hub naar de diverse bouwplaatsen moet brengen.

Ik wens eenieder alvast een heel prettig weekeinde.
Kijk uit met water. Kijk uit met covid, blijf veilig, vrolijk en gezond.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje vrije herdenkingen.

1 mei geldt als de dag van de arbeid. In de rest van de wereld. De rest van de wereld herdenkt dan het feit dat bedrijven niet kunnen bestaa...