zaterdag 18 december 2021

Rozengeur en maneschijt

Het komt niet vaak voor, maar gisteren wist ik me met mijn boosheid eventjes niet zo goed raad.
Na jaren van ziek zijn, het opbouwen van dossiers (door échte artsen, die wél kennis van zaken en inzicht hebben) met een omvang waar de Titanic een sullig kanootje bij lijkt, vindt een of ander doktertje bij het UWV dat Ilse gewoon in staat moet zijn om 40 uur per week te werken in een sociale werkplaats, tussen de mongolen.
Dit kreeg ik te horen, omdat Ilse door een juffrouw van het UWV gebeld werd met deze monsterlijke, walgelijke uitslag.
Een uitslag die kwam nadat een verzekerings"arts" een half uurtje met Ilse gebabbeld had. Want het is simpelweg onmogelijk om tot een dergelijk ridicule uitslag te komen als je alle door échte experts en artsen opgestelde dossiers hebt gelezen. Het is simpelweg onmogelijk om tot een dergelijk ridicule uitslag te komen op basis van een babbeltje van een half uurtje, terwijl die dossiers tot stand kwamen na vele uren aan hulpverlening en consulten bij echte artsen.
Dus ja, ik was enigszins boos. Mijn eigenschap om slecht om te kunnen gaan met volstrekte onzin, gebrek aan kennis en inzicht, en ronduit liegen, kwam eruit.
Mijn Ilse zat compleet verslagen, in tranen aan de telefoon.
En dat is waar ik slecht tegen kan. Onrecht. Dat mensen inspraak mogen hebben, zonder inzicht. Zoals een verzekeringsarts, die zijn werk gewoon slecht deed. Of eigenlijk: gewoon niet.
Het UWV maakt Ilse, die heus echt wel wil werken, dus opzettelijk kapot. En gaat er vanuit dat ze nu wel zover kapot zal zijn, dat ze geen bezwaar maakt tegen deze walgelijke, onmenselijke gang van zaken, dat ze gewoon 40 uur gaat werken, en uiteindelijk gewoon maar doodgaat.
Probleem opgelost. Lang leve de participatiemaatschappij.
Maar hey: ik ben er ook nog.
En we gaan uiteraard bezwaar maken.
Een zogenaamde arts, die zonder dat hij de dossiers leest, en op basis van 30 minuutjes kletsen mijn vrouw probeert te vermoorden, daar gaan we tegen in bezwaar. Sowieso ga ik een klacht tegen de man indienen omdat hij zijn werk niet zozeer slecht deed, ik ga bezwaar maken tegen de man omdat hij liegt dat hij zijn werk deed. Hij deed zijn werk niet, en deed dat op kosten van de maatschappij.
Hij denkt dat hij iets weet, maar als dat is op dezelfde basis als een gesprekje van 30 minuten, dan heeft hij geen enkel dossier bekeken. Inspraak zonder inzicht, leidt tot uitspraak zonder uitzicht.
Gelukkig hoeven we dat niet alleen te doen. Er zijn al mensen en instanties die hun hulp hebben aangeboden. En daar gaan we dankbaar gebruik van maken.

Verslagen, gefrustreerd, heb ik Ilse tegen me aan laten huilen. Het is namelijk niet zo dat ze het niet uit alle macht probeert. Ze wil werken. Graag zelfs. Maar als dit de zogenaamde hulp is om mensen verder te helpen, dan heeft de overheid niks geleerd wat betreft menselijkheid.
Dus ja: ik was en ben boos. En dat vrouwtje aan de telefoon (de zogenaamde arbeidsdeskundige, hoewel ik meesmuilend moet lachen om die term, erg veel deskundigheid is er niet) kreeg mijn toorn al voor een deel over me heen. En ik hoop dat ik die zogenaamde arts ook eens te spreken krijg. Ik ben heel benieuwd naar zijn geschutter als ik hem vraag waarom hij liegt. En mijn vrouw kapot wil maken.
Aan de andere kant: het is misschien beter van niet. Beter om de hulp van anderen te aanvaarden, want mijn gebrek aan geduld met dit soort walgelijke, liegende, inferieure beesten, zou kunnen leiden tot toestanden welke niet in mijn of Ilses voordeel zijn.
Boos dus. Het verscheurde mijn hart om mijn meisje zo verslagen te zien. Nee, niet boos. Witheet. Woest. En geen manier om dat echt te uiten. Dat heb ik wel gedaan. Later.

En dan mateloos trots op haar. Want ondanks deze ranzigheid weet ze zich weer samen te rapen. Hulp in te schakelen, zo links en rechts. En toch weer door te gaan.
Dat moet ook wel, want de kerstvakantie is een week eerder in gegaan, dus er moest nogal wat veranderd worden. Waaronder een spelcomputer voor de kleine draak gekocht. Iets waar we (en lees: ze, want ik ben niet bijster goed met spelcomputers, iets met gebrek aan geduld) dansspelletjes en andere leerzame dingen voor haar mee kunnen doen.

Het was niet alleen maar kommer en kwel.
De rozengeur zat hem erin dat ik tijdens mijn werk te maken kreeg met een professional die zichzelf ontpopte tot mens.
Als laatste bus moet je vaak even wachten, tot je af mag rijden naar het vliegtuig. Dat kan meerdere oorzaken hebben, worden mij vaak niet verteld, en zolang als die kist niet gaat vertrekken zonder dat ze mijn passagiers hebben, is het allemaal koek en ei.
Zo ook deze vlucht. Ik moest even wachten.
De laatste passagier kwam er aan, vergezeld door de gate-agent die mij de 'last-bus' kaart gaf.
Voordat ik weg kan, moet ik even een kleine routine uitvoeren.
De deuren moeten dicht, ik moet mijn stoel goed zetten, en in het systeem aangeven dat ik de laatste passagiers heb, het kuchscherm moet dicht, de handrem moet los en dan kijk ik in mijn spiegels en vertrek ik.
Ik was misschien 2 meter verder toen er luid gebons op mijn ruiten klonk, en van achter uit mijn bus klonk er wat hilarisch geroep.
Ik keek wederom in mijn spiegels, en zag niet 1, maar 2 gate-agents wanhopig op de ramen van mijn bus kloppen en meehollen.
Nu ben ik niet de beroerdste, dus ik zette de bus gelijk weer stil, mezelf afvragende wat er voor intense calamiteit was, dat de gate-agents zo in paniek waren dat ze bijkans mijn ramen eruit beukten. Bleek dat de laatste passagier (iemand uit het werkveld, waarvan je dus eigenlijk verwacht dat hij dit soort typsiche gestresste passagiersfoutjes niet maakt) zijn paspoort opgewekt vergeten was.
Daar moest ik dan wel weer om gniffelen.
Aangekomen bij het toestel, moet ik samen met mijn passagiers de bus uit. Het is namelijk aan mij ook de taak om in de gaten te houden dat passagiers niet over een levensgevaarlijk platform gaan lopen dwalen, maar in een min of meer rechte lijn en zo snel mogelijk het vliegtuig instappen.
Dus kwam ik in gesprek met de lieve man.
En het was echt een lieve man. Heel geanimeerd spraken we over onze respectieve beroepen, en hoe mooi dat het kon zijn. Over de nadelen ervan. En over zijn gevoel van schaamte over het vergeten van zijn paspoort. Het werd een ouwe-jongens-krentenbrood gesprek. Waardoor we bijna vergaten dat er nog iets moest gebeuren: jawel: dat toestel moest toch echt eens gaan vertrekken. De verantwoordelijke kwam ons vriendelijk, doch dringend verzoeken of we vaart wilden maken. Ginnegappend namen we afscheid, en wensen elkaar fijne feestdagen.

Goed. Nog maar een paar dagen, en ook 2021 zit er weer op. Misschien nog 1 blogje, en dan gaan we ook 2021 weer afdoen als iets dat niet noodzakelijkerwijs een jaar dat voor herhaling vatbaar is.
Maar goed. Ik heb mijn gevoelens maar weer van me af getikt, en wens iedereen een goed weekend.
Ik ga nog even wat doen om de luchtvaart sector te ondersteunen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...