vrijdag 20 september 2024

Vliegende beestachtigheid

 Het was weer zo'n vlucht. Met veel te weinig informatie, veel te lang wachten en uiteindelijk, murw aan alle kanten, was mijn frisheid ook niet meer echt optimaal.
Ik kwam aan bij de kist, en daar kreeg ik behalve een doodse, lege blik van het betrokken personeel, geen reactie op onze komst.
Wachten maar. En nog even wachten. En nog even wachten.... Maaaaaar....Die pizza kwam niet.
Wel kwam er ten langen leste een piloot met zichtbare tegenzin de trap af, naar mijn deur gestiefeld. Ze konden niet met deze kist vertrekken, en de vervangende kist hing nog ergens in de lucht, dus de mensen moesten terug naar de gate. De vertraging: minimaal een uur.
Of ik dat maar even wilde vertellen, en terug wilde gaan naar die gate.
Nou, nee. Zo vind ik niet dat dat hoort. Ik zei tegen de piloot dat hij zijn passagiers zelf op de hoogte mocht stellen. En nee, ik heb geen microfoon voor hem, want om die te gebruiken (als die het al doet) moet hij plaats nemen achter mijn stuur, en ik laat principiëel niemand anders achter mijn stuur dan ikzelf. Hij moest zijn keeltje maar even smeren.
Dat lukte de stakker niet, heel veel verder dan halverwege de bus, kwam zijn zoetgevooisde stem niet.
Dat loste hij op door achter in te stappen en zijn mededeling nogmaals te doen.
Ondertussen was ik met de regie in conclaaf over de te volgen stappen, en kreeg ik de opdracht om inderdaad die mensen terug naar de gate te brengen.
Ik ging er klakkeloos van uit dat die piloot weer naar zijn cockpit gevlucht was, deed de deuren dicht en vertrok terug naar de gate.
Een hoop hilarisch gejoel en gelach achter me. Daar trek ik me in de regel weinig van aan. Gelach en gejoel is meestal niet omdat mijn gevoel voor humor een hele buslading mensen bereikt, en als mensen mij willen spreken, komen ze naar voren en stellen gerichte vragen aan mij, over mijn werk etc.
Dus: hopfaldera op naar de gate.
Bleek het gelach en gejoel wél voor (of eigenlijk meer: OM) mij bedoeld. Ik had namelijk niet in de gaten dat meneer de piloot nog helemaal niet uitgestapt was, en voordat hij dat had kunnen doen, had ik de deuren al gesloten, en was vertrokken.
Oeps, een piloot ontvoeren. Dat staat me netjes. Ik moet zeggen: voor alles een eerste keer, zo ook voor het ongewild meenemen van een vliegmeneer. Ik had hem echt niet gezien tussen de 45 andere mensen.
Hij kon er ook wel de humor van inzien, gelukkig. Anders had ik me voor allemaal commissies moeten verantwoorden, ben ik bang.

Bij een aantal gates komen de mensen een trap af om naar de bus te lopen. Daar zie ik soms de meest griezelige dingen gebeuren.
Zo maakte ik al mee dat er een kinderwagen, compleet uitgeklapt een hartverzakkende duik naar beneden nam. Hartverzakkend omdat ik er van overtuigd was dat dat met kind en al gebeurde.
Dat was niet zo, de eigenaresse had haar kind eruit gepakt, en geen zin gehad om het ding in te klappen, en dus flikkerde ze het ding naar beneden. Halverwege bleef dat karretje hangen, en toen madam daar was, gaf ze het nog maar eens een woeste stamp naar beneden. Toen zag ik dus ook pas de toedracht. Tja, het is een manier. Toch met enigszins plaatsvervangende schaamte me maar af gedraaid. Ik snap de frustratie van mensen, maar ik hoef er ook niet likkebaardend naar te kijken.
Zo maakte ik ook mee dat een wat oudere passagier de laatste paar treden miste, en met een spectaculaire salto mortale, onzacht voor mijn voeten ter aarde stortte. Die wilde tot mijn verbijstering geen medische hulp maar stapte, alsof er niks gebeurd was, al bloedend mijn bus in. Okee.
In de avond, als het donker is, is die trap behoorlijk goed verlicht. Gelukkig maar. Dan zie je ten minste wat voor ellende mensen zichzelf aan kunnen (laten) doen.
Maar verlichting trekt, zoals we allemaal wel weten, vliegend gespuis aan, in de vorm van muggen, vliegen, langpootmuggen en andere vliesvleugeligen.
En dát groepje lichtaanbidders lokt, hoe kan het ook anders, roofdieren die wel tuk zijn op wat vliesvleugelig bloed en ingewanden.
Daar gaat wel zo eens in de zoveel tijd een bezem langs, maar het tempo waarin het insectenleven zich afspeelt, is geen match voor een periodieke schoonmaakbeurt.
En dat insectenleven, leeft volgens eigen principes. Totaal ongehinderd door enige kennis omtrent of heel veel interesse in het mensenleven.
Zo liepen er allemaal passagiers de trap af, terwijl op dat exacte moment een spin besloot aan een draadje naar beneden te klauteren om te zien of er op een lager niveau wat sappiger prooien te verschalken waren.
Het effect was niet minder dan verbluffend te noemen, want op zeker moment bungelde meneer spin precies op ooghoogte van een nietsvermoedende passagier, die een werkelijk spectaculaire kreet slaakte.
Niet het soort prooi dat de spin voor ogen had. (Pun intended). Door al die commotie zwaaide die arme spin van links naar rechts, terwijl hij wanhopig probeerde de maaiende armen en brullende stem te ontvluchten door naar boven te klimmen.
Ik vraag me af wie van de twee nu de zwaarste hartkloppingen had. De spin of de passagier.

Politiek: "We gaan sigaretten duurder maken, dan verdienen we veel centjes, en misschien stoppen die mensen wel, maar als ze niet stoppen, verdienen we nog meer centjes. Lekker PUH!!!1one1!!!1".
Rokers: "Wat een gezeik, weer de prijzen omhoog. Maar wacht eens: als we nu samen een ritje maken, besparen we enorm veel geld, kom op, we gaan, hebben we nog een mooi dagje uit ook".
Politiek:"MOORD!!! BRAND!!! We verdienen niks meer, want mensen gaan elders hun sigaretten kopen! Dat hadden we NOOOOOOOOOIT kunnen voorzien. Die stoute rokerts!!1one!111! Wat nu??!"
Regeren is vooruitzien, en dit hele spektakel maakt duidelijk dat welke zoutloze lul er ook zit, op welk ministerie dan ook: besluiten nemen en regeren, ze kunnen het allemaal niet. Vrolijk word ik er wel van. Die oprechte verbijstering van die ambtenaren dat ze echt niet hadden zien aankomen dat als je iets zó duur maakt, mensen het vanzelf wel elders gaan halen. Ik vind dat hilarisch.
Het jammere is wel dat wij, Nederlanders, dit soort idioten een bovengemiddeld goed salaris betalen voor dit soort hersenscheten-beleid.
En nog veel grappiger: Geertje Wilders, de voorvechter voor Harry en Ingrid, de messias die het leven voor de "gewone man" weer draaglijk zou gaan maken, is bij de eerste begroting al fenomenaal door het ijs gezakt. Want de "gewone man" gaat helemaal niet vooruit. Niet noemenswaardig. Harry en Ingrid, moeten het doen met alle compromissen die Geertje Wilders moest sluiten om aan de macht te komen. Alle verkiezingsbeloften heeft Geertje Wilders, net zoals al zijn voorgangers, door de plee moeten spoelen omdat hij anders geen kabinet kon vormen, die hij uiteindelijk zelf niet eens gaat leiden. Geertje Wilders, het mooiste verkiezingsbedrog sinds jaren. Ook al niet onverwacht, als je begrijpt wat regeren daadwerkelijk inhoudt. Misschien dat de mensen die vielen voor het ongebreidelde populisme nu inzien dat ook een populist niet per definitie een goede regeringsleider is.

Flash-back naar 1992. Ik had een hondje. Sammy. Of, als we streng waren: SAM!!!
Sammy was een heel erg trouw maatje voor me en dat was belangrijk, want ik kon mijn warrige sociale omgangsvormen minder goed maskeren dan nu. En ja, dat zegt wat.
Sammy was ook een eigenwijze donder, dus paste goed bij mij. Als Sammy iets in zijn koppie had gehaald, moest dat ook. Koste wat het kost. Tijdens een wandeling door het Limburgse landschap, kreeg hij zijn trekken thuis. Wij wisten dat het paadje dat hij per sé wilde nemen, uitkwam in een verlaten drinkbak, vol met kroos. Hij wist dat niet. Hij rook daar iets, en dat iets was vele malen lokkender dan onze brokjes.
Wij, ondanks onze kennis en verstand, moesten het afleggen tegen de onweerstaanbare verlokkingen waar Sammy last van had. Hij schoot weg, dat paadje in, en voor we hadden kunnen uitspreken dat hij het dan zelf maar moest weten, hoorden we een doffe plons, gevolgd door een geschokt gejengel van de hond.
De hond die als zwart-grijzig beest bij ons weg stoof, kwam groen, echt groen van het kroos, en met de staart tussen de poten bij ons terug. Druipend.
Het feit dat wij hem bulderend uitlachten, maakte dat hij de hele dag met zijn kont naar ons toe heeft gezeten. Diep en diep beledigd.
Fast Forward naar het weekend. Gucci, de labradorpup, namen we mee naar het tuinhuisje van mijn schoonouders. Een heerlijk buitentje waar het in de nazomerse dagen erg goed toeven is.
Dat tuintje heeft een vijver, vol met kroos, waar kikkers, vissen, salamanders en andere fauna net zo veel van geniet als wij van het hele tuintje.
Gucci mocht mee, en was de eerste minuten bezig met ontdekken wat er allemaal te doen was. Tot we een luide plons hoorden. Een paar seconden later stond er een (volstrekt uniek, dat dan wel) groene labrador voor onze neus. Druipend. Geen diepe beledigdheid toen we haar uitlachten. Eerder een soort van gelatenheid. Komisch was het wel.
De geschoktheid van de kikkers was wel bijna tastbaar. Die waren zich een hoedje geschrokken toen er ineens een hond in hun habitat sodemieterde.
Soms kun je dieren nu eenmaal, net als mensen, onmogelijk 100% tegen zichzelf beschermen.

Dit geschreven hebbende, heb ik een beetje weekend. Sort of. Ik wens eenieder een beste toe.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Menselijk dwalen

 Uit het nieuws: Je bent een liefdevolle, zorgzame ouder, die zijn of haar kind een goede toekomst wil geven. Je hoopt dat je kind later een...