vrijdag 9 april 2021

Een flinke week maandagochtend

Het zal de trouwe lezer niet geheel tot verrassing zijn: ik heb bijzonder weinig met fietsen. De sport niet, de recreatie niet, de verkeersdeelname niet. Gewoon niet. Het feit dat iemand voor zijn lol op 2 wielen gaat balanceren, snel rijden, asociaal doen en levensmoeie acties onderneemt, omdat zij als bedreigde en dus beschermde maar vooral volstrekt ontoerekeningsvatbare diersoort toch nooit schuldig bevonden kunnen worden, is me een doorn in het oog.
Dat laat niet onverlet dat zowel Ilse als Jente zich behoorlijk goed kunnen verplaatsen per 2 wieler. Jente veelal op haar stepje, maar die heeft dat fietsen ook behoorlijk goed onder de knie. Zelfs zonder zijwieltjes. En Ilse trapt er op haar elektrische variant ook lustig op los.
En dus staat er in onze tuin regelmatig een fiets.
Normaliter keur ik het ding geen blik waardig. Het staat er te staan, en het is niet van mij, dus bemoei ik me er niet mee.
Maar ja. Ik sta soms wel in de tuin een peuk te roken. En ik ben dan weer niet zo dat ik gedurende dat verrukkelijke proces alleen maar met mijn ogen omhoog gerold van puur genot op mijn zelfgebouwde krukje leun. Ik sta ook tijdens het roken niet met mijn ogen louter op mijn telefoon gericht.
Ik kijk soms eens wat om me heen. Ik loer eens naar het (on)bekende volk dat door de straat schuifelt of rijdt of rolt. Ik kijk eens met verwondering naar het piepkleine stekje fruitplant dat ik eigenlijk al dood had verklaard, maar sinds ik het geplant heb, toch ineens nieuwe knopjes en blaadjes heeft gekregen.
En zo valt mijn oog dus ook op de fiets van Ilse.
Om de een of andere reden op de voorband. En ik ontdek een flink gat in die band. Kan ik mezelf toch niet helemaal bedwingen, en nieuwsgierig geworden knijp ik eens stevig in die band.
Keihard. Niks mis mee. Maar toch een flink gat.
Ik realiseer me dan dat dat nauwelijks kwaad kan. Oude band. Maar fietsband dus ook nog een binnenband. Vandaar dus niet lek.
Ik was het gelijk vergeten, want nogmaals: het gaat om een fiets.
Vandaag stond ik buiten weer even te roken, en waarom weet ik niet, maar ik zag het gat er niet meer in. Mooi, zo dacht ik. Giant levert elektrische fietsen met zelfreparerende banden. Mijn volgende gedachte was weinig vleiend voor mezelf, want zelfreparerende banden bestaan helemaal niet. Dus even gedraaid, en verrek: het gat zat er nog.
Dus toen maar even aan Ilse gemeld dat er een gat in die band zat. En dat ik die voor haar gemak precies voor het spatbord had gedraaid, zodat ze het makkelijk kon zien. Ik zei haar dat de binnenband verder goed was, omdat de band gewoon hard was.
Ilse ging haar loopje maken, en ik de vaatwasser inruimen. Door het raam zag ik haar om haar auto heenlopen. Op zoek naar het door mij genoemde gat.
Ik wees, naar haar fiets. Ilse liep naar de achterwielen van haar auto.
Ik snapte het niet. Ik had toch duidelijk gezegd dat de band niet slap was, en dus de binnenband goed moest zijn. Ze weet toch wel dat een autoband geen binnenbanden heeft. En een fiets wel?
Wist ze niet, spraakverwarring alom, want zij vroeg zich af hoe ik die band had kunnen draaien, zonder haar auto op te tillen of te verplaatsen.

Ik heb al een paar dagen het gevoel dat het maandagochtend is.
Dat begon gisteren, rond 0500 uur in de ochtend. Ik zou voor mijn 3e werkgever een ritje rijden, en die begon om 0500 uur met het laden van mijn bakwagen.
Ik moet eerlijk bekennen: met alle administratieve bijkomstigheden ben ik nog niet zo vertrouwd. Het rijden, laden en lossen, gaat me aardig af.
Ik moest dus om 0500 gaan laden, en toen alles naar mijn eigen tevredenheid vast stond, koos ik het geasfalteerde sop.
Dat ging met meer enthousiasme mijnerzijds, dan met werklust van de betreffende bakwagen.
Een hoop herrie, een hoop toeren, maar die automaat weigerde verder te schakelen dan de tweede versnelling, en 45 kilometer per uur was alles wat ik kreeg. Beetje het picnic-bezorgbakkie idee. Maar dan met een hoop herrie.
Alles geprobeerd. Ding herstart. Ding handmatig proberen te overtuigen van het feit dat het op een 80-weg erg hinderlijk is om 45 te rijden. Geen sjoege.
Gelukkig was ik nog niet bij de snelweg, dus omgekeerd, en bij het distributiecentrum gevraagd om een ander wrak voertuig. (ja, dit heb ik zo gezegd, want ik was behoorlijk knorrig).
Dat kreeg ik. En ik mocht zelf de zooi eruit halen, en in de ander laden. Normaliter zou ik daar hulp bij krijgen, maar nu was het een drukke dag.
Kortom: met een uur vertraging kon ik weg. Ook dit voertuig was niet vooruit te schelden, maar uiteindelijk kon ik 2 minuten inlopen.
Mijn laatste adres was een adres waar men bijzonder verbijsterd was over de levering.
Namelijk 1 kratje, met 4 artikelen, voor een hele afdeling van een instelling.
Ik had alles keurig netjes op leveringsnummer gezet, en dit nummer correspondeerde met het afleveradres. Voor mij was het daarmee klaar.
De dames van de instelling waren verbluft door de geringe levering, en door mijn stellige bevestiging dat dit het was, en mijn vrolijke afscheid.
Bij mijn wagen aangekomen, vond ik het toch ook wel wat vreemd. En ik ging eens op de rittenlijst kijken. En alle andere kratten, hadden weliswaar een ander (oplopend) nummer, maar wel exact hetzelfde adres.
He, da's gek...
Mijn rittenstaat er eens bijgepakt. En verdomd. Alle overige nummers (en dus alle andere kratten die ik nog in mijn wagen had staan) waren ook voor dit adres.
Ik voelde me een beetje een Goofy. En dus keerde ik terug naar de voordeur met nog een stuk of zeven kratten. De dames moesten enorm lachen. En ik, omdat ik verder nergens meer heen hoefde, en dus naar huis kon, lachte vrolijk mee. Nu was ik echt klaar. Enigszins dom voelde ik me wel.

De Albert H. heeft een jaar geleden zijn winkel in onze wijk voorzien van een ondergrondse parkeergarage. Superfijn, want meer parkeerplek voor winkelend volk, en minder overlast voor de buurtbewoners.
Het is echter wél zo, dat om in die parkeergarage te komen, je de stoep moet oversteken, en vervolgens steil naar beneden rollen. Dat is niet zo erg.
Als je echter klaar bent met je dagelijkse of wekelijkse boodschappen, moet je dus ook omhoog. En dat is zo steil dat je als je omhoog rijdt, geen enkel zicht hebt op de stoep die je over moet steken. Door de hellinghoek kijk je gewoon de lucht in.
Dat betekent dat je dus bovenaan gekomen, fors in de remmen moet, want je ziet pas op het allerlaatste moment of de stoep wel vrij is voor overstekende auto's.
De meeste mensen weten het wel, en zullen dus niet gelijk achter je aan omhoog rijden. De meeste voetgangers weten het wel, dus zullen niet gauw stilstaan, of doorlopen als ze horen dat er een auto aankomt.
Maar ja...
Ik reed dus vanmiddag allereerst naar de A. Heijn om wat voedsel te halen, en vergat mijn portemonnee. Dat kan gebeuren. Mopperend op mezelf scheurde ik naar huis. Rammelde naar binnen, graaide mijn portemonnee, stommelde weer naar buiten, en racete terug naar de Albert Heijn. Specifiek daar, want daar hebben ze veel keuze in strooikazen. (Nodig omdat we een gerecht met strooikaas gingen eten, in diverse smaken).
Goed, eindelijk die winkel in, bleek dat er een storing was, en dat uitgerekend die sakkerse strooikazen niet geleverd waren. Dan had ik dus net zo goed naar de veel sympathiekere Deen om de hoek kunnen gaan.
Boodschappen afgerekend, in de auto gekwakt, en dus tijd om de steile tocht omhoog, de parkeergarage uit, te ondernemen.
Niemand voor me dus gas op de plank en omhoog.
Ik stond net op tijd stil, want kinderen zijn nu eenmaal kinderen, zien geen gevaar, en dus was er een die het een goed moment vond om vlak voor mij nog even langs te schieten.
Terwijl er op links een dame op de stoep stond die blijkbaar snapte hoe dat werkt, en mij voor wilde laten gaan. Zodat ik niet met mijn achterwielen nog op de helling stond. Ik wilde al bijna optrekken (ik gaf de dame op links nog een duimpje als teken van dank) toen een vervelende ouwe babyboomer, van rechts gewoon lompweg voor me langs liep.
Terwijl ook die gezien had dat ik daar stond, en dat de dame van links mij al een teken had gegeven dat ik door kon.
Juridisch staat die vervelende boomer in zijn recht. En ben ik degene die moet wachten, want ik moet een stoep over. Charmant was het niet. Maar goed, de man is dan ook een vervelende boomer en die menen sowieso dat ze meer rechten hebben, dan anderen. Helaas moet je zulke mensen in zulke gevallen dan ook in leven laten.
Goed, lul-de-boomer liep door, de dame in kwestie haalde haar schouders op en gebaarde verontschuldigend naar mij, en toen kon ik (expres met brullende motor) de stoep over.

Dus ik sluit deze week met een glimlach af. Dit hoeft niet nog eens. Hoewel: achteraf moet ik ook wel een beetje glimlachen om al die ongein.

Volgende week mag ik de werkweek met twee platformdiensten beginnen, en ik moet zeggen: ZIN IN!!!!
Maar eerst een klein vrij weekend waarin ik voor mezelf een sieraden doosje ga maken (het begint nu eindelijk wat te worden met die sieradencollectie van me. Een paar prachtige horloges, een paar zeer mooie (maar niet te dragen als ik ga klussen) ringen, en een paar prachtige armbanden. Die wil ik wel netjes op kunnen bergen als ik ze dus even niet kan dragen.

Dit alles maar weer eens van me afgetypt hebbende, wens ik u allen een goed weekend toe.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...