vrijdag 2 april 2021

Het klopt aan alle kanten. Of niet.

 Het schijnt zo te zijn dat als mannen ziek zijn, ze ook dood gaan. Mannengriep is daar een voorbeeld van.
Afgelopen zondagnacht had ik het even zwaar te pakken. Mijn maag kwam in opstand op een manier waarop de gemiddelde complottheorie-ratelende viruswap-plunderdemonstrant nog een puntje aan kon zuigen.
Ik werd diep in de nacht (althans, voor mijn gevoel) beroerd wakker, schoot wat kleren aan en ging naar beneden. Even wat frisse lucht happen (en een peuk roken).
Die frisse lucht viel tegen, het hele huis was vergeven van de etenslucht van die avond, en dat maakte niet dat ik me beter voelde.
In tegendeel zelfs. Met grof geweld vocht mijn maaginhoud zich tegen wil en dank naar boven.
Gelukkig was ik op tijd bij het toilet, alwaar ik spetterend, kreunend, hikkend, boerend, kotsend en ruftend begon aan een wilde knuffelpartij met de pot.
Het zal wel aan mij liggen, maar voor mijn gevoel smaakte die half verteerde maaltijd zouter en zuurder dan normaal, waarschijnlijk omdat we lekker kruidig Surinaams hadden gegeten.
Inmiddels was Ilse uit bed gekomen om te kijken of ze iets voor me kon doen, en of ik niet heel toevallig gewoon dood was gebleven.
Dat vond ik sneu. Want ik was niet voor niks naar beneden gegaan. Ik had het idee dat ik mijn protesterende maag beter op een plek kon legen, waar er geen mensen liggen te slapen. Bovendien ben ik een echte held. Ik draag mijn lijden zo mannelijk en stoer mogelijk. In alle stilte. Hoewel dat laatste door de anti-peristaltiek niet echt lukte. En wat galmt zo'n wc (-pot) dan enorm. Een soort van geluidsversterker die het ge-"HUARRRGHSJJJBRUUUWWWWKKKWAAAAAKKOTS" versterkt tot het door het hele huizenblok trekt. Iedereen zal weten dat mijn maaginhoud zich al spetterend via de omgekeerde weg naar het riool begeeft.
Genant gewoon.
Vooral ook omdat ik Ilse er niet mee wil lastig vallen.
En waarom het in hemelsnaam zo is dat dat soort zaken zich altijd in de nacht moeten voordoen en niet op meer christelijke tijden is me een raadsel.
Instinctief ga ik bij heftige hoofdpijn of dit soort maag-darm-feestjes altijd onder de douche staan. Zitten in dit geval.
Als een slappe vaatdoek zakte ik op de grond van de douche in de hoop dat het warme stromende water mijn getergde lichaam wat tot rust zou klateren.
Het grote voordeel van deze opstelling was wel dat toen de tweede helft bulderend omhoog vloog, het met warm water zo door het doucheputje van me afspoelde.
Heel de volgende dag met een warm-zout-zurige waffel rond gelopen.

En zo werd het al snel dinsdag. Een lege dag waarop ik besloot om heel even pas op de plaats te maken voor wat contemplatie op het dak van het vakantiehuisje van mijn schone ouders.
Dat dak is namelijk wél rot, en moet gewoon vervangen worden. Voor 1 man te veel, maar aangezien ik toch niks te doen had, kon ik best even een handje uitsteken. Jammer was dat de elektische apparatuur de stoppen stuk trok, waardoor we uiteindelijk niet meer hebben kunnen doen dan plannen maken.
Na het maken der plannen en het verplaatsen van wat zakken zand (geen straf-excercitie) keerde ik huiswaarts, precies op tijd om Jente te behoeden voor het laten stelen van haar voor haar verjaardag bekomen step. Ze was namelijk naar de speeltuin getrokken mét haar stepje, en keerde al vlug terug zonder, want ze wilde een theekransje houden in de speeltuin. En daartoe meende ze zonder step sneller terug te zijn. Zowel Ilse als ik gaven het arme kind geen kans, en sommeerden haar als de wiedeweerga om die step te halen, omdat er anders een ander kind mee vandoor zou gaan, en dat zou zonde zijn.
Jente is bijzonder gevoelig voor sociale etiquette, vooral als zij aan het praten is, en werd dus boos dat wij haar eerst terug bonjourden om die step te halen, voor we naar haar geplande theekransje wilden luisteren.
De contemplatie ging verder, echter niet geheel ononderbroken, want door het open keukenraam hoorden wij buiten de volgende conversatie:
Pubermannetje 1:" Je moet deze nog doen, met die vlinder!!!"
Pubermannetje 2:" Welke flikker? Wat flikker?"
Pubermannetje 1:"Vlinder! Vlinder! Daaro!!!"
Pubermannetje 2:" Whahahihih oh vlinder!! Whaha"
Dat bleken dus de bezorgers van het plaatselijke sufferdje te zijn, die samen de krantjes door de brievenbus aan het gooien waren. En ons huis dus aanduidden met een vlinder. Logisch, want naast onze voordeur hangt een prachtige houten vlinder, gemaakt voor onze bruiloft, alweer bijna 7 jaar geleden.
Gesproken over onze voordeur: de bel was weer eens kapot. Batterijen vervangen bood geen soelaas, dus vond ik het welletjes. Tijd voor goeie ouwe fysieke arbeid aan onze deur, kloppen zul je. Middels een heusche, ouderwetsche doch gemoderniseerde kloppert. De bonzen galmen door de gang.
Waarom die bel het voor de 2e keer in 5 jaar tijd af laat weten, is me een raadsel: hij ding-dongt niet meer, er komt alleen een hees gegorgel uit dat kastje. Misschien zijn de draden niet best meer. Ik was er klaar mee.
Dat leverde, tot de klopper geleverd werd, best wel wat lastigheden op. Want de bel doet t niet, maar vaak zijn bellen aan de buitenzijde niet hoorbaar, dus denkt de bezorger algauw dat je niet thuis bent, en vertrekt.
Bijna onze nieuwe deurkloppert misgelopen omdat we de bel niet hoorden. Daar schuilt een ironie in, die ik bij anderen ontzettend kan waarderen, maar bij ons wat minder.
Die deurkloppert kostte maar liefst 61 euro. Mooi geborsteld aluminium. Mooi van ver, maar verre van mooi. Want bij nadere bestudering, bleek dat de schroefgaten niet goed gebraamd waren, en al helemaal niet netjes gecentreerd in de hoeken.
En de meegeleverde schroeven, kan ik kort over zijn: zelfs AliExpress verkopers zouden zich schamen om dat mee te leveren. Als je dan 61 euro rekent voor een deurkloppert, vind ik dat je wel iets aan de afwerking mag doen, anders had ik er evengoed een van een 10tje kunnen kopen. Daar verwacht je toch minder van.
Maar los van het minne uiterlijk (en ik zeur, want echt opvallen doet het alleen maar als je er goed naar kijkt, en wie kijkt er nu naar een deurkloppert) functioneert het ding perfect. Telkens als er aangeklopt wordt, schrikken we onszelf de tandjes.
We hadden ook nog de keuze om een draadloze bel te nemen, die tot wel 100 decibel kon bellen, maar het lijkt me voor de buurt geen goeie zaak als iedereen weet op welk moment de minnaars en minnaressen van Ilse en mij komen of gaan.

Inmiddels ben ik dus begonnen bij een niet nader te noemen bedrijf als bezorger van boodschappen. Nee, dat is niet mijn eindstation, hoewel het werk zelf niet vervelend is. Sterker nog: je komt op best mooie plekken, je rijdt mooie routes, en dat je af en toe wat kratten voer en andere zooi bij mensen naar binnen moet gooien, is klein leed tussendoor.
En zelfs dat valt mee, want soms ben je voor iemand zijn of haar enige menselijke contact in de week. Soms gooi je kratten vol zut bij een instelling binnen, waar je even een gebbetje kan maken met het personeel aldaar. En vrijwel altijd wordt je vriendelijk onthaald.
Zelfs de fouten die ik maak (en niet meteen op kan lossen, omdat dat via de klantenservice moet gaan) worden me vergeven, omdat ik eerlijk meld dat ik een fout heb gemaakt, en me daarvoor dan ook verontschuldig.
Het verdrijft de verveling wat, en ik krijg betaald om te rijden.
Maar om nu te zeggen: net zo leuk als op het platform.... Nee.
Al was het maar omdat ik echt wel zo mijn bedenkingen heb bij het wagenpark. Dat heeft, om een platformcollega te quoten:"Nogal een leven achter de rug".
Of het onveilig is: denk ik niet. Maar vervelend is wel als de deur zó slecht sluit dat het binnen net zo hard waait als buiten, en dat de auto denkt dat de deur gewoon openstaat.
Helemaal scheel word ik als ik continu om een enorme scheur in het voorraam moet turen.
En als mijn eigen auto aan zou geven dat de inspuiting defect is en een oliedruk-probleem heeft, zou ik er hooguit mee naar de garage rijden, maar zeker geen 500 kilometer lange rit.
Maar goed. Nogmaals: het zal niet mijn eindstation zijn, en voorlopig voldoet het aan mijn wens om ergens mee bezig te zijn. Gisteren mocht ik eerst even wat plezier maken met mijn muzikale vriendjes van de KMar. Om daarna door te gaan voor een sluitdienst op het platform.
Morgen ga ik weer wat boodschappen door Nederland slingeren, en dan heb ik een weekje vrij (tenzij ik nog een platform ritje kan doen, want doorvoor kunnen ze me bij wijze van spreken wakker maken).

Dit alles maar weer geschreven hebbende, wens ik u allen een goed (paas)weekend toe.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...