zaterdag 27 november 2021

Een week vol met hilariteiten waar je bij had moeten zijn, gewoon.

 Mijn vader was even in het land. Een heuglijk moment aangezien de man niet in Nederland woont, en het de afgelopen tijd om voor de hand liggende redenen niet echt heel erg makkelijk was om eventjes aan te wippen.
Maar goed, de lieve man was in het land en om zulks te vieren, hebben we de traditie dat we in Den Bosch met zijn allen (zus plus dochter, zusje plus vent, Ilse, kind en ik en dan dus pa) bij een gezellig restaurant de boel op stelten zetten.
Dat deden we eerst bij 't Gerucht, een supertent alwaar we als ploeg ons mochten verheugen in de onverdeelde aandacht van het personeel (dat echt superleuk was) en de talenten van de kok (ontegenzeggelijk aanwezig).
Helaas hield de eigenaar ermee op, en moesten we dus een andere toko opzoeken.
Dat werd een niet nader te noemen tent in een drukke straat met allemaal tenten. Ik zeg "niet nader te noemen", want ik vond de kwaliteit van personeel en voer, niet iets waarvoor ik meer dan een uur zou gaan rijden. Integendeel.
Gelukkig waren we in goed gezelschap (namelijk dat van elkaar) en dat maakte alles goed.
Vooral het feit dat oude zus daags erop jarig was, maakte het voor ons een partijtje van formaat.
Dat begon ermee dat jonge zus een setje van die vreselijk charmante kartonnen feestmutsen had gekocht, welke wij allen dienden te dragen. Dat ging wat mis.
Omdat het ons onduidelijk was hoelang wie die onflatteuze dingen op moesten houden, eindigden sommigen uit hilariteit op plekken waar ze niet hoorden.
En dat werd dan weer voer voor diverse 06-lulijzers met camera.
Ik heb een foto van oude zus gemaakt, die ik op straffe van (tot op heden onduidelijk doch) heftig lijden niet gepost heb. En niet zal posten. Oude zus liet echter na om te bedingen dat ik ook zou schriftelijk zou zwijgen. Dus ik zal een zo duidelijk mogelijke omschrijving geven.
Oude zus had haar feestmuts scheef op haar hoofd geplant, en de elastiekjes onder haar neus bevestigd, onder haar bril langs, terwijl ze haar minst charmante lach toonde, op het moment dat ik haar kiekte.
Haar neus kwam daardoor een fractie hoger te zitten dan die normaal doet, waardoor het geheel er nogal kolderiek uitzag. Kolderieker dan normaal, zeg maar.
Met dat ik die foto maakte, en opgewekt met chantage begon, wilde ik mijn eigen muts maar eens afdoen, maar gelijk als in een slap-stick, slipte die muts uit mijn tengels, om op mijn neus terug te kletsen.
Daar bleef het qua hilariteit niet bij.
Kleine zus-lief, was namelijk nog niet uitbedisseld, want bij het nagerecht werd er een heuse Romijnse kaars bij het dessert van ouwe zus-lief gebracht. En daar waar het personeel van het ter ziele gegane 't Gerucht uit volle borst(en) het "lang zal ze leven" zong, kon het contrast met deze tent niet veel groter zijn. Zó laf hoor je ze zelden.
En toen ik een diepe teug adem hapte om het volume maar eens wat op te krikken, draaide de wind, en kreeg ik de kleurige, weelderige walm van de Romijnse kaars recht in mijn bek geblazen. De slap-stick was compleet.
Ons eigen kleine draakje kreeg een kindertoetje, diverse soorten ijs en zoet in een beker die mee naar huis mocht.
Die beker bleek een prachtige rooie aardenwerken kom te zijn.
En omdat ik op de meest ongepaste momenten net iets te veel mezelf ben, vroeg ik (toch een beetje voor alle zekerheid) aan het serveesmeisje of dit de beker is die mijn dochter mee mocht nemen. Waarop zij waarschijnlijk beduusd van mijn extraverte optreden "ja" zei.
Mooi, pik in, met toestemming, het is bijna winter.
Thuisgekomen, kwam ik tot de ontdekking dat die prachtige, rooie, aardenwerken kom op geen enkele wijze bij de rest van ons serviesgoed past.
Gezellig was het wel.

Toen ik vorig jaar, na de eerste lockdown weer terug kwam op het platform, moest ik een nieuwe platformpas halen. De vorige opdrachtgever van het uitzendburo werd een nieuwe opdrachtgever, corona ertussen etc...
En daartoe moest ik een testje maken om aan te tonen dat ik bekend ben met de mores en merites op het platform. Appeltje-eitje.
Toen ik 1 november jl. mijn contract kreeg, moest ik een nieuwe platformpas halen, want opdrachtgever wordt werkgever en dus nieuwe werkgever. (Snapt u het nog? Nee? Ik ook niet altijd... Iets met uitzendbureaus en zo).  En daartoe moest ik wederom een testje maken om aan te tonen dat ik nog steeds bekend ben met de mores en merites op het platform. Appeltje-eitje.
Appeltje-eitje, maar men had er een heel sneaky vraagje over roken tussen gepropt, die ik prompt verkeerd beantwoordde. En dat voor een doorrookt roker als ik.
Dat terwijl ik die dag nog een dame moest vertellen dat ze echt, heus niet, nergens niet, helemaal niet op Schiphol mag roken. Nee, ook niet daar (haar vinger volgende waarmee ze aanwees waar ze wel zou willen roken). Nee, ook daar mag het niet (wederom haar vinger volgende waarmee ze aanwees waar ze wel zou willen roken). Nee, daar mag het ook al niet (voor de zoveelste keer haar vinger volgende waarmee ze aanwees waar ze wel zou willen roken).
Ik snap best dat mensen na hun vlucht een peuk willen, maar de borden die aangeven dat roken verboden is, zijn bijna mans hoog, en als ik duidelijk zeg (en omdat ik roker ben, en ze dus goed snap) dat het tot mijn spijt nergens mag, is het zelfs voor mij uiteindelijk behoorlijk irritant om aan te geven dat het op alle gewenste plekken niet mag. Gewoon niet. Echt niet. Heus niet. En nee, ook buiten mag het niet.
En ja, ook ik vind daar wat van. En dat wat ik er van vind, is niet bijster positief. Maar we hebben het ermee te doen.
Dus had ik serieus nooit verwacht dat ik een fout zou maken bij een vraag over roken.
Maar goed, maar 1 fout. Dan ben je gewoon keihard geslaagd. Wat ik ergens ook wel verwachtte. Ten slotte werk ik er alweer een poosje.

Dan nog een klein hilariteitje mijnerzijds.
Ik berichtte een week of wat geleden dat ik een nieuw dienblad-achtig ding had gemaakt om het broodbeleg dat niet koud bewaard dient te worden, op kwijt te kunnen.
Was prachtig geworden. Echt. Serieus, een meesterwerkje.
Het kutding hield het vol tot ik hem optilde, bleek dat ik iets gemorst had met verven, en toen ik hem los wilde trekken van de tafel waar ik hem te drogen had gelegd, trok ik het ding aan stukken. Blijkt dat ik ook hier iets te dun hout had gebruikt.
Ik ben niet snel boos of gefrustreerd, dus trapte ik het ding ter plekke in elkaar, buiten het zicht van Jente of Ilse. Waardoor ik nu dus nog steeds zo'n nieuw dienblad-achtig ding moet maken, maar nu op een andere manier.
Een leer moment. Wel verbazend dat 2 vitrinekasten en 1 tafel het al bijzonder lang en stevig uithouden, maar een dienblad-achtig ding al uit elkaar stort als die vastgeplakt zit met verf.
Maar goed.

Dit alles maar weer getikt hebbende, wens ik u allen een mooi weekend.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...