vrijdag 17 mei 2024

een versTANDig? verhaal.

Een kerel. In de 40, mogelijk bezig aan een midlife-crisis. Misschien gewoon wat overwerkt, omdat zijn werkgever vindt dat overuren normaler zijn dan een rooster dat conform cao 40 uur duurt. Vandaar wellicht de rimpeltjes (die verder ook door zouden kunnen gaan voor lachrimpeltjes), het grijzende haar.
Gewoon een struise verschijning. Niet dik, maar eerder volrond. Romig. Als een kaas, maar dan zonder de geur. Stoere verschijning ook wel, want behoorlijk wat tattoo's, oorbelletje, gemilimeterd haar, stoppelbaardje en een pet ferm op het hoofd geplant.
Een kerel die niet te beroerd is om te zeggen wat hij denkt, ook al vliegt hij daarmee soms nog wel eens de bocht uit. Een kerel die dan ook niet te beroerd is om bakzijl te halen.
Die kerel zal van zichzelf vinden dat het een "gezonde Hollandse vent" is, welke definitie je dan ook aan dat begrip geeft. Die kerel zal van zichzelf vinden dat hij niet bang is. Voor het leven. Om te leven.
Verhip, geef ik nu een redelijk correcte, doch volstrekt incomplete beschrijving van mezelf?
Ja.
Ja, ik vind mezelf niet echt bang uitgevallen.
Tot ik van de week een zeurende pijn aan mijn kies begon te voelen. Niet alleen van de hitte begon het zweet me uit te breken.
Nog meer poetsen, met een aan agressie grenzend fanatisme. Schoon moeten die krengen. Weg met die pijn. Want ik wil niet, echt heus niet, gewoon niet naar de tandarts.
Een onrealistische angst, geboren uit een trauma, veroorzaakt door een tandarts die bij alles wat pijn deed, zei dat het geen pijn zou doen. Die met naalden zo dik als een potlood een verdoving in mijn kaak ramde. Die begon te trekken nog voor die verdoving kans had om in te werken. Maar pijn zou het nooit doen volgens die man met zijn zalvende stem.
De rotzak werd later een fervent voorvechter van wappie cq. complottheorie-politicus Baudet. Ging zelfs voor die griezel in de eerste kamer. Zo zie je maar: als tandarts moet je wel een onmenselijke inborst hebben.
Dat is dan ook mijn enige angst. De tandarts. En die traumatandarts in mijn achterhoofd, ben ik dus veel en veel te lang niet naar een tandarts geweest. Net als miljoenen anderen die bang zijn voor de tandarts.
(Of het simpelweg niet kunnen betalen, maar dat is dan vaak geen angst).
De pijn ging maar niet weg. Was niet allesoverheersend, maar wel aanwezig.
Met een klein stemmetje bekende ik aan mijn echtgenote (die overigens al wel veel eerder op de hoogte was van mijn angst voor de smoelenslager, je bent ten slotte niet voor niks dik 10 jaar samen) dat het misschien wel tijd zou zijn om eens een tandarts te zoeken.
De eerste poging liep weinig soepel, want ik moest me eerst online inschrijven. Zwaaiend met mijn digibetie meende ik er onder uit te komen, maar Ilse deed het enige verstandige: ze schreef me online in. Terwijl ik zwetend van ellende bozig een peuk zat te roken.
Vrijwel direct daarna werd ik terug gebeld, ik kon dezelfde middag nog terecht. In alle haast Jente bij een vriendinnetje onder gebracht, en samen naar die gebitsgenezer gereden.
Keurig op tijd waren we binnen. Uiteraard zat ik daar vervolgens nog dik een half uur te wachten. Mezelf op te vreten (wat ook niet bepaald goed is voor gebit en ziel).
En, alsof er een wreed soort karma aan het werk was, werd ik opgehaald door een tandenslager die er uit zag alsof hij er onheilsspellend veel zin in had, maar ook nauwelijks de Nederlandse taal machtig is. De man komt uit Italie, sprak vlekkeloos Engels en is (en dat schept een band) een AHDH'er als een gek. Hij doet me denken aan een collega op de bus die ook uit Italie komt. Kan geen seconde stil zitten, maakt een hoop leven en gezelligheid.
Op zich leuk.
Maar ik zit daar niet voor de leuk. Ik zit daar omdat ik pijn heb aan een van mijn kiezen, als de dood voor de pijn. Het geknars en gepiep, en die vermaledijde potlood-dikke naalden die ze veel te enthousiast in mijn bakkes willen rossen.
Ondanks dat alles bleek de man bij de uitleg duidelijk te zijn, rustig te zijn en al hele toekomstplannen in zijn hoofd te hebben voor mijn bijters.
Maar we zouden beginnen met een foto om te kijken wat precies de schade is, waar ze moeten boren, breken, hakken, klieven, schuren, polijsten en trekken.
De uitslag: meneer, u heeft een pracht van een gebit. Zo mooi hebben we ze nog nooit gezien. Geen gaatjes, geen rottige tanden, gewoon een ijzersterk gebit. Dat is dan godzijdank één van die dingen die ik van mijn moeder georven heb: een ijzersterk gebit.
Jamaar, de pijn dan?
Nou kijk: u poetst uw tanden wat te ruw. Met de verkeerde tandpasta en tandvlees begint op te kruipen, vandaar de gevoeligheid. Dus wat liefdevoller poetsen, want ik heb "goud" in mijn bek en dat moet ik met liefde behandelen. Zo zei de man dat echt.
Oh, en een grondige chemische en machinale en verdoofde reiniging was wel een zeer urgent aangeraden iets, want jawel: daar komt-ie weer: ik rook en dat is slecht voor mijn gebit.
En als we dan toch bezig zijn: dan gaan we cosmetisch gelijk wat tanden 100% perfectioneren.
Ho! stop. Nee. Gewoon nee.
Ik ga akkoord met een grondige chemische en machinale reiniging, maar die spuit blijft op minimaal 100 meter bij me vandaan.
De man gaf toen aan dat het pijnlijk zou kunnen zijn. Een dergelijke reiniging. En op zich zou het helemaal mijn keuze zijn, maar van de pijn zou ik waarschijnlijk (mezelf kennende: zeker) niet 100% stil kunnen liggen, en daardoor de mondhygieniste die het werk zou doen, het moeilijker maken, zo niet onmogelijk om haar werk naar 100% tevredenheid en resultaat te kunnen doen.
Een haast onmogelijke keuze. Ik zag als mannetje van 7/8 die zogenaamd pijnloze naald ter dikte van een whiteboardmarker voor mijn ogen langs mijn kaak in gedreven worden. Die me vervolgens absoluut niet pijnloos een verdoving zou moeten geven, die uiteraard niet leidde tot pijnloze behandeling. Nu ben ik 43, en alleen al als ik denk aan die naald, krijg ik een wee gevoel van binnen. Ik heb gaatjes laten boren en ontstekingen weg laten halen zonder verdoving. Waarom zou ik niet bestand zijn tegen wat ellende bij een chemische reiniging?
Aan de andere kant: als het zo is dat mijn gebit na een verdoofde en dus pijnloze en dus volledige reiniging weer goed is voor een jaar of 10, moet ik dan niet een keer flink zijn? De tering.
Bizar: een spuitende diabeet als ik, met 5 tattoo's, die als de dood is voor naalden in zijn smoel....
Dat cosmetische daarvan ga ik nu al tegen in beroep. Gaan we niet doen. Het enige dat ik wil overwegen is om de draden achter mijn voortanden te laten verwijderen. Toen ik 17 was, werden die draden erin gezet nadat mijn beugel eruit was gebroken. Omdat ik toen nog trompet speelde, zou het verstandig zijn om mijn vers rechtgezette gebit te ondersteunen met 2 spalkjes zodat de druk van het trompetspelen niet zou leiden tot verschuiving van mijn nieuw gevormde bijters.
Die spalken heb ik dus sinds mijn 17e, zijn al een aantal keren opnieuw vastgezet omdat de lijm loslaat, en ik neem aan dat ze inmiddels als een heuse Mazda zo roestig zijn als maar kan.
Die mogen ze er wel uit halen.
Ik vroeg aan de smoelensmid of mijn tanden dan niet juist weer uit het gareel zouden gaan staan. En hij hangt de "Zuid-Europese School voor Monden-marteling" aan: een jaar ter ondersteuning zou voldoende moeten zijn. De Noord-Europese School voor Monden-marteling vindt dat het gewoon de rest van je leven mee kan. En het is na de crematie natuurlijk lekker makkelijk met identificeren, want zo'n draad zorgt er natuurlijk wel voor dat je geen id-steentje meer toe hoeft te voegen aan de kist. (Lijkt mij dan).
En natuurlijk: ze willen die spalkjes wel verwijderen, maar ook weer onder verdoving. Ehhh. Nee. Gewoon nee. Nee NEE.
Of wel, als ze dan toch bezig zijn met dat chemisch en machinale sadisme, kunnen ze die spalken net zo goed weg hakken.
Maar al met al ging ik met een prettiger gevoel naar huis, dan ik kwam. Ik kan me namelijk op mijn gemak voelen bij iemand die eruit ziet als een rugby line-backer die nauwelijks Nederlands spreekt en mijns inziens behoorlijk aangeraakt is door ADHD.
Dat hij daarnaast de stommiteit beging om tandarts te worden, is hem vergeven, aangezien hij me wel (naar ik inschat en hoop) een vakkundig (en onbetaalbaar) mooi en gezonder gebit gaat geven.
Volgende week mag ik mij melden voor dit nieuwe hoofdstuk uit deze orale-operette. En wederom prijs ik mezelf gelukkig met een vrouw die onvermoeibaar naast me staat en meegaat. Als ik alleen moest gaan, zou ik verdwalen, uit pure zenuwen en doodsangst sociaal de meest onacceptabele opmerkingen maken (hoewel het grootste deel van de praktijk daar Engelstalig is, dus ze zouden me toch niet snappen).
En een operette wordt het. Want de afspraak die ik van de week had, kostte me 137 euro en een beetje.
Ik denk dat ik met spoed mijn hypotheek moet gaan verhogen voor de komende behandeling. Want goud in mijn bek is één ding. Misschien moet ik mijn kwalitatief oh-zo-sterke gebit maar gewoon doneren tegen vergoeding van kunstbijters. Ben ik in één klap af van alle ellende. Met als bijkomend voordeel dat je kaken dan wat slinken en ik dus een wat minder dik hoofd krijg.

Tijdens één van mijn werkdagen kreeg ik van mijn eega een berichtje waar ik over het algemeen van ga tandenknarsen. De woonkamer heeft weer eens een andere indeling gekregen.
Claus en ik kunnen namelijk slecht tegen dit soort veranderingen. En bij Claus heeft dat veel verstrekkender gevolgen: hij ziet slecht. Dus op spiergeheugen loopt hij het risico op een bank te willen springen, die er niet meer staat.
De verandering heeft te maken met het feit dat onze overleden televisie niet vervangen is, we beiden erg veel schik hebben met lego-knutselarij, en Ilse het wel fijn vindt om rechtstreeks de tuin in te kijken waar onze bessenstruiken, de knoflook en het onkruid (wat dus geen onkruid meer is, puur om logistieke redenen) welig tiert.
Dat wat bij ons voor televisie door gaat, staat nu op een verrijdbaar kastje, en tot mijn eigen verbazing was ik niet volstrekt real-life ontdaan door deze zoveelste inbreuk op mijn woonkamergenot.
Sterker nog: ik begon te watertanden bij het idee dat er nu voor mij ook wel eens plaats is op de bank. Dat er voor mijn lego-sets ineens veel meer plaats is.
En wat helemaal fijn is: ik loop niet meer met mijn smoel tegen de lamp aan omdat er op die plek nu een poef (in hip NederEngels: hockerrrrrrrrr) staat, die het voor mij simpelweg onmogelijk maakt om mijn tanden te breken op mijn tocht naar de tuin.

Ik heb geen weekend. Maar een groot deel van Nederland gaat het weekend in met de gedachte dat het nieuwe kabinet er in geslaagd is om onderwijs en gezondheid op voorhand al niet beter te maken. Ik hoop dat de plannen wel dusdanig zijn dat ik meer overhou, en dus de hogere kosten daarvan kan dragen.
Veel zin om me daar druk om te maken, heb ik overigens niet. Het is wat het is.
Ik wens eenieder een mooi weekend toe.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten

HANDelingen

 De herkomst of bestemming van de vliegtuigen die ik leeg, dan wel vol rij, is mij niet vaak bekend. Dat is voor het uitvoeren van mijn werk...