vrijdag 21 juni 2024

Regenbuien en leien dakjes.

 "Het heeft nog nooit zoveel geregend."
"Het regent record-regens."
"Een natte bende".
"Voorjaar is verzopen."
"Zie ik nu een school vissen langs het raam zwemmen?"
Okee, okee, nu weten we het wel. Het regent.
Pet diep over mijn ogen om mijn bril te beschermen tegen alle nattigheid die erop kan vallen. En dat wil ik dan weer wel, ondanks dat het er sociaal wat onbereikbaar uitziet, want ruitenwissers op mijn bril, maken het ding nutteloos en ik heb hem nodig om iets te kunnen zien tijdens het rijden.
Uiteraard komt er dan ook een zonnetje, en moet ik mijn wél natgeregende zonnebril (want hangend aan mijn polo achter mijn niet helemaal omhoog dichtgeritste jas omdat het te warm is om erbij te lopen alsof het écht herfst is) opzetten.
Bij heel heftige regenbuien doe ik alleen de voordeur van mijn bus open, maar in die klamme, warme bus wachten, is ook geen pretje en het maakt uiteindelijk weinig verschil of die mensen van regen of zweet kleddernat het vliegtuig betreden.
Het regent veel, dus ik moet kiezen tussen mijn waterdichte winterschoenen (die dan door het zweet van de hitte alsnog voor klamme voeten zorgen) of mijn zomersneakers die de regen maar matig buiten houden en voor (jawel, je verwacht het niet) natte voeten zorgen.
En als het dan eens niet regent? Ja, dan regent het vijf minuten later wel weer.
Het regent, dus de opbrengst van aardbeien, tomaten, paprika en komkommer uit de tuin valt tegen. Alleen de aardbeien staan er nog, maar dat is puur een formaliteit. Vrucht geven doen ze niet. De rest is weggeregend, weg gerot of opgevreten door slakken, die wél helemaal blij worden van dit weer.
Slakken, waarvoor ik bakjes bier neerzet, zodat ze daar naar alle hartelust in kunnen zwemmen, zodat ik toch een heel klein beetje vruchten kan plukken van mijn halfslachtig noeste kweekwerk in de tuin.
Dat Jente de bessenstruiken leeg heeft gevroten vind ik dan wel weer mooi. En in elk geval een betere bestemming voor dat kostelijke fruit dan de magen van die ranzige slakken. En niet alleen de bessenstruiken waren erg populair: de framboos gaat dat ook zijn, als die tot rijping komt, maar van de rozemarijn en bieslook wordt ook intens genoten. Met name de bieslook ziet eruit alsof de sprinkhanen van de zeven bijbelse plagen zich er te goed aan hebben gedaan. Maar dat was dus Jente.
Ze maakte haar eigen "sateetje". Men neme een lang blaadje van de rozemarijn, prikt daar zoveel rode bessen aan als passen, wikkelt het geheel in een basilicum-blaadje en smullen maar. Zo leert ze wel smaakcombinaties maken, denk ik dan.
"Vanaf vandaag worden de dagen weer korter", aldus mijn immer positieve en optimistische echtgenote. Geen zomer gehad, maar nu alweer blijmoedig verkondigen dat de lente(regens) vloeiend overgaan in herfst(stortbuien). Elk wakend moment hopend op wat meer dan alleen maar regen uit de lucht, hopend op iets dat ook maar een heel klein beetje lijkt op zomer, maar mijn echtgenote wrijft ons in dat de dagen korter worden.
Misschien maar goed ook, want als we dan toch zoveel regen krijgen, mag dat wat mij betreft ook wel ongezien in het donker.
Mijn vrouw is best een lief mens, maar soms raakt ze met haar optimistische ziel toch wel een beetje het zwarte van de mijne.

Vorig jaar ging ik in mijn eentje naar Engeland. Even een paar daagjes weg. Via Schiphol, uiteraard dus ik hoefde nergens over na te denken. Gewoon de bordjes volgen, logisch nadenken. Lief zijn voor de mensen die er werken, en de mensen van de luchthaven en luchtvaartmaatschappij doen de rest.
Dit ging zo, omdat dat het beste uit kwam voor ons gezin.
Een uurtje geleden zijn Ilse en Jente vertrokken naar een camping in de buurt van Parijs. Jente heeft wat meer vrije dagen omdat er studiedagen op school zijn. Dat betekent dus dat de kinderen niet naar school mogen, want de juf moet leren.
Naar Parijs, want Ilse wilde er een vriendin bezoeken, en om nu te voorkomen dat ze al die dagen op elkaars lippen moeten plakken, was een camping een goed plan.
Ik kan niet mee, want mijn vrije dagen zijn beperkt en heel erg makkelijk is het, met het huidige tekort aan chauffeurs niet om zomaar vrij te krijgen, ondanks dat vrije dagen een deel van je beloning vormen.
Hoe dan ook: de afgelopen week is er gerommeld, gepakt, uitgepakt, weer in gepakt, nog eens uitgepakt, anders gepakt, her-ingepakt, omgepakt en verpakt.
De spanning bij het vertrekkende deel van het gezin, steeg wat. Maar ik weet zeker dat ik het hier best goed ga maken. En ik weet ook zeker dat zij het goed gaan maken.
Ik probeer maar niet te veel te denken aan "het Gouden Ei" van Tim Krabbé.
Het weekend dus voor mezelf. Anders dan de katten wat voeren en hun medicatie geven, en mezelf te voeden en op tijd naar mijn werk slepen hoef ik niet.

Het gaat (zoals op elke werkplek) niet altijd van een leien dakje. Soms heb je van die vluchten, waarvan je denkt dat het een maandagochtend vlucht was.
Ik kwam met mijn volle bus aan bij het toestel, en werd door een verbijsterde coördinator gevraagd waar ik vandaan kwam, en wat ik kwam doen. Dat laatste leek me toch wel redelijk duidelijk. Het eerste was in 2 seconden uitgelegd.
De coördinator zei getergd dat we nog helemaal niet hadden moeten arriveren, ze waren nog lang niet klaar. Ja, en toch sta ik er nu, met alle passagiers.
Het werd een hoop gekonkel en gedoe. Want de passagiers wilden, terecht, wat meer frisse lucht dan de airco van de bus bereid was te geven. En de passagiers wilden (nog terechter) gewoon hun vliegtuig in.
Na een hoop vijven en zessen, toch maar besloten om terug te rijden naar de gate. De passagiers duidelijk gemaakt hoe en wat, en hop naar de gate.
Toch weer een ritje van 4 minuten.
Aangekomen bij de gate, letterlijk 1 seconde voor ik de deuren open wilde gooien, klonk het over de radio dat we toch terug konden naar het vliegtuig, want ze waren er klaar voor (of mee, en anders ik wel).
Zie dan die mensen met een stalen gezicht maar eens duidelijk te maken wat er gaande is. Gelukkig waren die passagiers zó murw van alle rondzeulen en informatie, dat ze begonnen te juichen.
Het gaat soms niet altijd van een leien dakje. Zeker niet als je te veel op je routine gaat rijden. Of gewoon niet fit bent. Ik moest een buslading afzetten bij het Schengen-poortje. Dat zijn mensen die komen uit het Schengen gebied.
Prima, doen we. Daartoe moet je dus wél de juiste route volgen, anders kom je er ook wel, maar via een omweg.
En via een omweg is ook goed, als je maar bij dat juiste poortje komt. Want als je die mensen verkeerd lost, heb je een groot probleem, en moet je voor straf een opstel schrijven.
Ja.
Goed, ik kan een heel opstel schrijven over waarom ik die avond gedachtenloos het juiste poortje voorbij reed. Ik kan daar allemaal heel erg valide argumenten voor aandragen. Feit blijft dat ik pas in de gaten had dat ik verkeerd aan het rijden was, toen ik dat juiste poortje voorbij was gereden.
Uit schrik gooide ik er een daverende "KAK" uit.
Ja, mijn vergissingen gaan over het algemeen niet stilletjes aan omstanders voorbij. Daar ben ik ook veel te eerlijk voor.
Geen man overboord verder, want met een omweg van ongeveer 2 minuten, kwam ik alsnog bij het juiste poortje aan.
Pas later drong tot me door dat er toch wel iets mag veranderen aan de roosters en werktijden. Want zeker nu met de tekorten begint het wel serieus een probleem te worden.
Het gaat soms niet helemaal van een leien dakje.
De avondmaaltijd een paar dagen geleden bestond uit een bakje voer dat "Roti-rol" heet. Iets van de Dekamarkt. Op zich best smakelijk, maar de rol was door het verhitten in de magnetron dusdanig taai geworden, dat ik vreesde voor mijn gebit.
Dat bleek onnodig, mijn gebit kan wel wat hebben. Ik had echter een heel erg fijn besteksetje. Van kunststof. Ooit eens bij de AH in een of andere spaaractie gekocht. Fijn omdat het niet van staal is, en dus zonder meer de beveiliging door komt.
Vele maaltijden tot grote tevredenheid met dat setje soldaat gemaakt. Tot deze "Roti-rol". Tijdens de strijd sneuvelde de vork met een scherpe "KNAK". Verslagen door een lap deeg met de consistentie van vers varkensleer. Verbouwereerd en niet in het minst misnoegd staarde ik naar het restantje vork, dat als een soort van opgestoken middelvinger omhoog prijkte tussen de ravage van leer-achtig deeg en vulling.
Ik was een van de eersten met zo'n bestekset. En ook de eerste die zijn set wist te vernielen op een "roti-rol".
De zoektocht begint opnieuw. Want ik zie al helemaal voor me dat de beveiliging in rep en roer raakt als ik mijn meest botte metalen mes mee probeer te nemen ten einde op menselijke wijze mijn prakje te verorberen.

Awel, dit geschreven hebbende, wens ik eenieder toch maar weer een mooi weekend toe.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Mensenkinderen, wat een beestachtigheid.

Ik heb al veelvuldig kunnen vertellen over hoe vreemd ik sommige mensen vind. Over het feit dat een psycholoog zou kunnen promoveren op het ...