vrijdag 18 oktober 2024

Over een kar, een hond, wat beitels en een muis.

Mijn functie als buschauffeur is wel een soort van leidinggevende positie. Ik leid mijn bus en inzittenden in de juiste richting. Ik stuur mijn bus dusdanig aan, dat mijn passagiers bij het goede toestel komen.
En mocht het voorkomen dat passagiers al te drieste acties uit willen halen, zet ik mijn strengste gezicht op, en deel mede dat hun voornemen niet veilig en/of toegestaan is.
Maar daarmee houdt het wel op. Ik heb geen gezag. Geen macht. Ik kan niemand dwingen tot iets. Noch heb ik die behoefte per se.
Toch gebeurde het me afgelopen week dat ik iemand iets liet doen.
Ik stond eventjes te kletsen met een paar bagage-afhandelaren en een grondstewardess. We hadden wat tijd over, en we hadden het zo over onze respectieve werkzaamheden. Best gezellig, vrolijk. Lekker lachen.
Toen de grondstewardess vertelde dat ze helemaal niks deed, want ze hoefde nog niet te werken, zei ik haar dat ik haar wel in beweging kon krijgen, voordat ze "on the clock" was.
Spottend, vol jeugdige branie keek ze me aan. "Probeer het maar", grijnsde ze me toe.
Ik vroeg haar om een kleine 180 graden te draaien, en eens goed naar de grond te kijken. Ze deed zowaar wat ik haar vroeg, slaakte een gil en sprong een halve meter de lucht in. De reden daarvoor, (wist ik uiteraard al wel) was een klein, lief muisje dat zonder enige angst aan het rondscharrelen was. In haar richting.
Haar gezichtsuitdrukking was machtig mooi. Gelukkig kon ze wel waarderen dat ik gelijk kreeg: ik had haar in beweging gebracht.

Het hebben van een pup. Ik vind het maar pittig. Het hapt, het doet maar. Het leeft, veel levendiger dan ik van te voren op had geanticipeerd. En tot overmaat van ramp, wist ze van de week een van de ritalinnetjes van Jente te pakken te krijgen. Het spookbeeld van een golden retriever op steroïden (want een labrador is gewoon een golden retriever op steroïden) die daar bovenop ook nog eens medicinale speed verorberde, werd dus even werkelijkheid. Voor mijn geestesoog doemde een hond op, die stijf van de speed dwars door de muren ging knagen, geen ruit meer heel liet, een gat in de tuin zou graven waar ons hele gezin in begraven kon worden, haar eten met aluminiumbak en al verorberen en buiten een spoor van vernielde auto's, fietsers en struiken zou trekken door de wijk.
Dat liep gelukkig net iets anders af:
Een tochtje naar de dierenarts was onvermijdelijk en aldaar kreeg het beest braakmiddelen en heeft ze de rest van de dag als een zielig vogeltje liggend door gebracht.
Maar het mooiste moment van de dag, is als ik thuis kom van mijn werk. Mijn meiden slapen en het beest ligt in haar bench. Ze wordt lodderig wakker, en wacht geduldig tot ik mijn eigen avondlijke routine heb afgewerkt, en dan mag ze nog heel even met me naar buiten. Voor een heel korte nachtelijke wandeling. Even een laat plasje in de goot, met als beloning een voertje ter grootte en met de vorm van een konijnenkeutel. (De verpakking rept overigens over kippensmaak, maar ik vind het serieus meer konijnenkeutels qua vorm en zo).
En dan gaat ze zitten, kijkt intens brave-borsterig naar me op (alsof ze niet heel de dag iedereen de pis lauw maakte, met haar puppen-gedrag) en laat zich langdurig en rustig aaien zonder mijn handen als bijtring of speelgoedje te willen vernielen.
En dat moment, die kalmte. Ze kan het dus wel. En daar geniet ik van.

Vorig jaar vierden wij vakantie in de Franse Ardennen. Een heel erg fijne vakantie, afgezien van de regen. Een vakantie waarbij we na afloop afscheid moesten nemen van ons gekoesterde aanhangertje. Dat was mijn eigen stomme schuld. Ik had het karretje naar mijn zin gemaakt, maar werd in dat proces niet tot nauwelijks gehinderd door diepe nadenkendheid of vooruitziendheid.
Het karretje had het tot die vakantie op zich prima gedaan, maar de felle regenbuien naar ons vakantieadresje toe, leidden al tot zijn ondergang. Hij bleek namelijk niet meer zo denderend waterdicht te zijn. Vervelend. Met een tent.
Goed, gelukkig hadden we wat zon en gelukkig was de terugreis op een mooie, droge en warme dag. De Franse Ardennen lagen niet zo gek ver weg, en we hadden nauwelijks tot geen file. Nauwelijks tot geen file in combinatie met een auto die zo'n karretje simpelweg niet voelt, betekent dat ik iets te lang vergat dat ik dat karretje ook nog meesleepte, en de eindstand was dat de lagers van het karretje totaal opgedraaid waren.
Kokende velg, overal kledders lagervet. Kortom: einde kar. Want nieuwe lagers, én uren moeten gaan zoeken en klootviolen om het ding weer waterdicht te krijgen, dat zag ik niet zo zitten.
En omdat we na de overvloedige regen, besloten hadden om het de volgende keer verder weg te zoeken in een huisje in plaats van in een tent, was de keuze makkelijk gemaakt. Alle versiersels eraf, karretje naar de sloop en klaar.
Maar ja....
Het bloed kruipt toch wel waar het niet gaan kan, en uitgerekend Ilse was het die mij op een heel leuk karretje wees, dat voor een prikkie werd aangeboden.
Een mooie, goed onderhouden Saris. De mercedes onder de karretjes. We gingen kijken bij de zeer vriendelijke hobby-handelaar en kwamen tot de conclusie dat dit het karretje zou kunnen zijn dat we willen. Klep kan er af, verlichting is in orde, as is goed en er is zelfs een imperiaal op gemaakt en een neuswiel geplaatst. Hoppa!!!!
Kijken, kopen en rijden. Ga ik hem weer naar mijn zin maken? Ja! Absoluut. Voor nu heb ik alleen maar wat extra kitrandjes aangebracht. Wat afdichtingen extra gemaakt, omdat ik het niet eens was met hoe de vorige eigenaar het gedaan had. En dat was het. Komen er nog weer wat emblemen op? Jazeker. Waarom niet?
Ga ik structureel ingrijpende zaken doen? Nee, dat dan weer niet. Ik heb in zoverre wel geleerd dat ik dat dat soort dingen niet moet doen. Het is toch wel fijn als de tent in elk geval droog op locatie aan komt.
Voordeel van dit karretje: hij is zo klein dat we hem door de steeg en de brandgang in de achtertuin kunnen zetten.
Daar staat die nu niet, want hij past dan weer net niet door de poort. Hoop gestoei en gesakker om het ding op een iets te klein hondje te krijgen, en hem bij onze poort te manoeuvreren, en er daar dus pas achter te komen dat je ofwel het wiel eraf moet slopen, of de poort eruit moet trappen, maar beiden zagen we om voordehand liggende redenen niet zitten. Dus binnenkort ga ik met mijn schoonvader aan de klus voor een betere poort, waar die kar ook daadwerkelijk doorheen kan.

Schoonbroeder nodigde me uit om eindelijk eens te komen stoeien met zijn draaibank. En omdat ik ik ben, besloot ik dat mijn eerste werkstukje een versnellingspookknop (125x woordwaarde in wordfeud) van hout zou zijn.
Eerst wat oefenen met diverse beitels en een stuk vurenhout. Het leren kennen van het apparaat en inschatten wat welke beitelsoort met je hout doet. Super interessant en bijna therapeutisch. En langzaam ontstond er zomaar een versnellingspookknop. In vurenhout en met ongeveer alle fouten die je als beginner maakt, dus totaal niet bruikbaar. Maar de volgende poging zal vast beter zijn, tot ik een exemplaar krijg, die ik wel in mijn auto zou monteren.
Lachen man. Zo kom ik misschien nog wel eens aan een langgezochte hobby.

Dit geschreven hebbende, wens ik eenieder een prettig weekend, want dat is weer aanstaande. Voor mij niet, dat duurt nog 6 weken.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Doodgemoedereerd gaan we door.

 De meeste vaders zullen het volgende zinnetje ergens wel herkennen: "Wanneer is dit gebeurd"? Tuurlijk, je weet dat je kind groei...