maandag 18 november 2024

Ontzorgd, maar weekend

Ik sta niet bepaald bekend om mijn lange lontje. En zeker als het aankomt op zaken die mij persoonlijk aangaan, kan ik behoorlijk kort aangebonden zijn. 
Een van die zaken, is zorg.
Sinds ik geen militair meer ben, moet ik maandelijks een enorme som overmaken aan in mijn geval de FBTO. Die betaalt dan weer de kosten van mijn zorg, maar voor de rest doen ze niks.
Prima.
Mijn zorgverlener krijgt van al die premies een enorme berg geld terug. En daar gaat het mis.
Ik moet elke avond een dosis insuline in mijn lijf rossen, en dat gaat via een receptje bij de inpandige apotheek.
U voelt hem aankomen?
Elke keer dat ik die zooi nodig heb, is het een mijl op 7 om er aan te komen. Ik moet door 3 of 4 hoepeltjes springen om dat recept te herhalen. Want niet dat een diabeet gewoon een automatisch doorlopend recept heeft om in leven te mogen blijven, neeeeeeeeeeeheeeee dát zou té logisch, té makkelijk zijn. Laat iemand die afhankelijk is van medicatie maar lekker bungelen, bidden en smeken. Lachen, man.
Dus elke zoveel weken hang ik aan de lijn met de apotheker, of ik alsjeblieft mijn levensreddende sapjes mag hebben. En elke keer zeur ik om een herhaalrecept. Elke keer belooft men mij dat er verandering komt in de processen, en elke keer gebeurt dat dus niet. Elke keer zou ik een mailtje moeten krijgen dat mijn zooi klaar ligt, en elke keer weet het mailsysteem van de apotheek mijn gmail niet te vinden.
Elke keer moet ik minimaal 60 minuten in de telefonische wacht staan. En elke keer dien ik er een klacht over in. Elke keer belooft men mij beterschap.
Never happens. Om horendol van te worden.
Tot ik van de week insuline nodig had, ik eindelijk na een verbijsterende (slechts) 19 minuten een meisje aan de lijn had, die me opgewekt mede deelde dat ik het na 3 werkdagen wel op zou kunnen halen. En daar zat een weekend tussen. Heh ja, heh kut.
Of ze niet een los pennetje op voorraad hadden. "Nee, meneer, zo werkt dat niet".
Mijn onderkaak zakte op de grond, mijn wenkbrauwen eindigden in mijn nek en gingen in combinatie met mijn nekharen overeind staan, en er vormde zich een intimiderend schuimlaagje op mijn lippen. Ik vroeg die trut of we dan niet gewoon samen konden besluiten dat ik geen diabeet ben. En dat we gewoon stoppen met de hele kermis, aangezien de apotheek er blijkbaar vanuit gaat dat diabetes helemaal geen gevaarlijke of zelfs maar dodelijke aandoening is.
Heel gek, maar ik moet ook gewoon werken, dus Ilse nam het deels over. En kreeg de opdracht om maar naar een andere apotheek te gaan, drie wijken verderop.
Daar kreeg zij te horen, dat ik de dag erop al zou kunnen beschikken over mijn medicatie, maar dat ze het gek vonden dat Ilse naar hun werd doorverwezen, omdat onze eigen apotheek gewoon insuline op voorraad heeft.
Ik.
Werd.
Gek.
Omdat ik niet als een compleet lijpe lotje, schuimbekkend mijn passagiers rond kon rijden, probeerde ik dat schuim in te slikken en mijn opgestoken nekharen onder mijn pet plat te drukken. Dat lukte aardig.
Vervolgens tikte ik in pure boosheid en radeloosheid (want ik wil best betalen voor zorg, maar ik heb ook nog trots in mijn lijf. Ik vind het mensonterend dat je iemand met een chronische ziekte op deze manier door hoepeltjes wil laten springen om aan zijn spullen te komen) een mail aan mijn huisarts. Of zij niet eens met de mensen van de apotheek kan praten over de walgelijke gang van zaken.
Het antwoord was even kort als onthutsend. Nee, ga zelf maar praten.
Ik ben wel uitgeluld. Ik heb talloze keren dat castrovalva proberen te overtuigen dat zorgverlenen iets heel anders is, maar ergens beginnen mijn stembanden toch te protesteren als ik weer een vruchteloos gesprek aan moet gaan.
Dan maar niet. Weg met castrovalva, hopen dat het elders wat menselijker mag gaan.
Ik ben blijkbaar heel gevoelig voor menselijkheid.
In een vlaag van verstandsverlichting besloot ik om dat gezichtenboek eens te gebruiken voor meer dan de publicatie van wat foto's en geklets. Ik ben namelijk lid van een pagina gewijd aan het wel en wee van mijn wijk. En daar maar eens gevraagd naar alternatieven.
En op basis daarvan besloten dat ik me bij een ander ga inschrijven. Misschien dat zij menselijker omgaan met patienten. Zo niet, kan ik altijd weer wisselen. Of zo.

Gucci is een best wel intens beest. En gelukkig krijgen we begeleiding van 2 heel bekwame dames, die ons leren wat zij willen dat wij (de hond) leren. Dat moet ook wel, Gucci wordt ten slotte geen huis-, tuin-, en keukenpup.
En omdat Gucci haar bek maar blijft inzetten voor zaken waarvan wij dat dus absoluut niet willen, gingen beide dames met Ilse en de hond mee naar het bos. Om te kijken wat er precies gebeurde, op welk moment en hoe we dat in andere banen moesten leiden.
Er gingen voertjes mee, en wat speeltjes.
Gucci mocht lekker los.
Een van de KNGF-dames, pakte de speelflos om iets voor te gaan doen, maar was misschien toch niet helemaal bedacht op de hoge mate van intensiteit van Gucci. Want na alle voorbereidende uitleg, stak de dame Gucci de flos toe om iets voor te doen. Gucci deed: HAP-GLOBBERDEGLOBBERDE-SLIK en weg was de dikke speelflos. Daar sta je dan. Met al je goeie bedoelingen. Meteen naar de dierenarts te kunnen om dat beest vol braakmiddel te stoppen.
Voordeel was dan wel dat we de rest van de dag een heeeeeel erg mak hondje hadden.

Over braken gesproken.
Reizigers kunnen op veel manieren reageren op een al dan niet turbulente vlucht. Sommigen daarvan gooien gewoon hun laatst genoten maaltijden eruit. Als je pech hebt in de bus, met minder pech, ergens daar buiten.
Een van de reizigers die bij een collega in de bus zat, gooide precies bij de deur van de bus, zijn laatst genuttigde maaltijd eruit. Vervelend, maar gelukkig niet ín de bus. Meestal roepen we dan de regie op, zodat zij een schoonmaker kunnen sturen om het bergje barf weg te spoelen. En meestal krijgt de ongelukkige chauffeur de opdracht om wat minder woest te rijden.
Maar goed, het duurde iets langer dan gebruikelijk voor de schoonmaak er was, en ondertussen kwamen er steeds meer bussen bij de terminal. En die bussen braakten hun lading passagiers uit, die langs, of door die eerder neergelegde berg braak moesten lopen. Is vies.
Uiteindelijk kwamen er twee mannen, die met een halve liter flesje spa die wanstaltige zooi weg probeerden te spoelen. Iets met "too little, too late".
Uiteindelijk was er iemand zo slim om de hele zooi met een hogedrukreiniger weg te spuiten. Geen moment te laat, want het begon er ook wat zurig te meuren.
Een paar ritten later, stond er een passagier redelijk voor in de bus te klagen dat hij zo misselijk was geworden van de turbulentie. Kut, net als ik die mensen naar een heel erg ver afgelegen ingang van de terminal moest rijden.
Dilemma. Ga ik voor snel, maar dan weinig subtiel. Of ga ik voor rustig maar langzamer... De man wist zich kranig te houden, en pas toen hij de deur van de terminal door was, zag ik hem wat minder ontspannen bewegingen maken. Ik hoop maar dat hij de boel binnen heeft weten te houden.

Goed, ik was wat later, maar aan de andere kant: mijn weekend is begonnen. Als bibliotheek vader, wel te verstaan. Jente had zich er heel erg op verheugd, maar ik kreeg alleen wat uitleg, kon wat oefenen en er kwamen louter groep 3 kinderen.
Ik wens eenieder een mooie start van mijn weekend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje Orren en wat harigheden.

 Jente, mijn kleine, "lieve" draakje. Zij heeft mijn haar. Dat wil zeggen: mijn haarkleur. Want haar haar is van haar. Ik heb het ...