vrijdag 24 januari 2025

Shenannigans deeltje veel.

 Een jaar of 5 geleden, tijdens een bezoekje aan het door mij zo geliefde Isle of Wight, kon ik wel een nieuwe winterjas gebruiken. De vorige was ook al weer een jaar of 5 oud, sleets en niet meer lekker warm. Mijn vader, geld-bewust, bracht me naar een tent met de welluidende naam "Matalan".  En voor wat ik er van mee kreeg, leek het me op een soort van kruising van de Wibra, de Zeeman en de Primark. Maar ik vond er wat ik zocht: een lekkere, comfortabele, dikke en warme winterjas. Of die heel hip was, waag ik te betwijfelen, het ding was 2 kleuren bruin, en merkloos, maar dat maakte me allemaal geen flikker uit. Ik was de koning te rijk met mijn fijne, gevoerde en warme jas.
De afgelopen 5 jaar heeft die jas mij in winters warm en droog gehouden en comfortabel om mijn romig ronde lijf gezeten.
Tot ik de afgelopen tijd begon te merken dat het warme er wel een beetje af ging. De voering werd dunner, de jas sleetser. En als het zo was dat hij me warm bleef houden, zou het plaatje me de pis niet lauw maken. Maar helaas. Ik kreeg het steeds kouder in een jas die me voorheen bij veel lagere temperaturen juist wel lekker warm hield.
Tijd voor een nieuwe jas.
Ik heb Zalando bekeken. Bol, en nog wat van die webwinkels. Maar ik vond niet wat ik zocht. En als ik al wat vond, kon ik niet helemaal uitmaken of het ook in de praktijk zou bieden wat ik wilde.
Uiteindelijk Ilse en Jente meegetroond, want ik wilde dan wel naar Bataviastad. Want daar kun je nog wel eens voordelig een lekkere warme jas kopen.
Als eerste liep ik tegen een heerlijk ogende jas aan, in een fel donker gele kleur. Val je wel mee op, want je loopt erbij als een uitgedijde pisvlek. Hij viel veeeeeel te groot. Helaas. Zelfs ik zag, dat dat los van de kleur, geen kijk was. Het zag er wel hoogst komisch uit, ik stond mezelf in de pas-ruimte hartelijk uit te lachen.
Als tweede liepen we een winkel in, waar ik geen fijne jassen zag, voor prijzen waar ik eerst een hypotheek voor op mijn lever zou moeten nemen.
En bovendien waren ze niet helemaal naar mijn wens.
We eindigden in een soort van pop-up winkel van het merk Timberland. (Nooit van gehoord, maar navraag leerde me dat het een goed bekend staand merk is).
Ik kocht er voor 60 ekkies een werkelijk heerlijk gevoerde jas, met capuchon. (In mijn zoektocht leerde ik een nieuwe marketing-term kennen: puffer. Dat puffer slaat dan niet op die inhalator die astma-patienten gebruiken, en verwijst ook niet naar de vissoort, maar op het feit dat een jas lekker dik gevoerd is. Het moet een naam hebben, als het niet per se in het Nederlands mag). 
De jas van mijn keuze is uitgevoerd in een soort van goudgele kleur met zwart. En een rits die ik niet dicht krijg zonder eerst een error in mijn hoofd te krijgen. Het runnertje van die rits zit namelijk aan de verkeerde kant, waardoor ik het oprecht niet voor elkaar krijg om die rits soepel te sluiten. Wat dat betreft ben ik dus blijkbaar absoluut linkshandig.
Je moet namelijk het eindstukje van de rits in het runnertje schuiven, en bij al mijn jassen zit dat runnertje links. Prima. Lekker makkelijk en logisch. Bij mijn nieuwe jas zit dat rechts, en dat leverde een enorme foutmelding op in mijn hoofd. Ik was er van overtuigd dat ik op de dames afdeling was beland, maar het meisje van die winkel wist me te vertellen dat dit merk er ineens voor had gekozen om ritsen te gebruiken met het runnertje aan de andere kant. Waarom ze deze pesterij deden, was haar ook niet bekend, maar blijkbaar was dat de keerzijde van de medaille die "goedkope, comfortabele, warme, mooie jas" heet.
Eenmaal thuis gekomen, moest ik nog even boodschappen halen, deed mijn nieuwe jas aan, en kreeg het niet voor elkaar om het ding dicht te ritsen. Laat maar. Ik heb een warme auto.
Nooit eerder in mijn leven dat ik als goed voornemen heb om te oefenen met het sluiten van een rits. Het kan verkeren.

Ik sta niet echt bij uitstek bekend om mijn extatische, "outgoing" karakter. Ik kan uitvliegers van puur enthousiasme of gekkigheid hebben, maar over het algemeen beschouw ik mezelf als redelijk -"re-de-lijk"- evenwichtig.
Dus als ik eens een uitbarsting heb van welke emotie of aard dan ook, kan dat best eens indrukwekkend overkomen.
Het was een heel erg kalme vlucht, waarbij ik enkele minuten voordat mijn afhandelingsdeel begon al gelijk de fout beging om de gate voorbij te rijden. Normaal niet zo heel erg, maar nu, met alle wegomleggingen op het platform, toch wel onhandig, want volgens de letteren der platformwet zou ik dus eerst helemaal om de B-pier heen moeten rijden, terug langs de gate waar ik had moeten wezen, helemaal naar de C-pier, om daar weer te draaien en terug te rijden. Dat leek me, gezien het feit dat ik mijn gate maar met 3 meter voorbij was gereden, een heel klein beetje overdreven, dus ik besloot om toch maar iets onorthodoxer te werk te gaan.
Dat leverde me waarschijnlijk tot in de nek opgetrokken wenkbrauwen op van de collega die nietsvermoedend achter me stond, maar in elk geval geen onnodige wachttijden voor de passagiers.
Die passagiers kwamen uiteindelijk als een roedeltje stille schapen mijn bus in. Ik kreeg het seintje en vertrok. Wat waren die mensen stil.... Geen geluidje. Normaal is er altijd wel wat geroezemoes. En anders wordt er wel het een en ander aan (on)nodige communicatie over het porto-kanaal geslingerd.
Het was heerlijk stil. Uniek stil. Ik vergat gewoon zowat dat ik mensen achter me had.
En dat zou niet heel erg lang duren...
Ergens gedurende die rit, voelde ik hem komen. Vanuit mijn tenen. Langzaam, doch heel erg zeker, kriebelde hij omhoog.
Een nies.
En het was er een voor in de boeken. Vanuit mijn tenen op vol vermogen, niets ontziend: WHATCHAAAAAAHAAAA!!!!!!!!
De voorruit puilde uit van de luchtverplaatsing en achter me hoorde ik 2 gilletjes van schrik, van twee van mijn paxen. Maar voor ik me kon realiseren dat ik inderdaad passagiers aan boord had, kwamen er nog twee van die werkelijk spectaculaire niezen uit. Alsof de god van de donder sprak via mijn neus.
Achter me hoorde ik gegrinnik, en een bedeesd met een van schrik pieperig stemmetje: "bless you, feeling better now?"
En zie dan nog maar eens niet schutterig uit te stappen, terwijl je je realiseert dat je bijna twee passagiers een hartverzakking van schrik hebt geniest.

Maar denk nu niet dat ik verkouden ben. Want dat is dus niet zo. Heel gek, maar sinds ik dagelijks op mijn fietsje door weer en wind (ik heb het eigenlijk tot nu toe bijna altijd toevallig zo uit weten te kienen dat ik nog geen doorwekende regenbuien op mijn kop heb gehad tijdens dat fietsen) naar het station ga, ben ik dus nog niet verkouden geweest.
Ik klop wat halfhartig af, maar serieus. Misschien fiets ik wel zo hard dat de bacillen me niet bij kunnen houden. Of heb ik het intense geluk dat alle besmettelijke lieden gewoon niet naast me willen zitten in die trein.
Want verder denk ik dat ik, nu ik de 44 nader, een soort van mensen magneet aan het worden ben.
Jan, Alleman en zijn ouwe moer komt naar me toe om te vragen waar welke trein gaat en of die ook in Schubbekutteveen stopt.
Mijn borstelige pornobezem is schijnbaar niet afstotend en mijn 'resting bitch-face' (waar ik nog niet zo lang geleden van beticht werd) is blijkbaar alleen voor degene die me daarvan betichtte een ding, want zelfs als ik non-verbaal duidelijk maak dat ik 'uit' sta, krijg ik mensen naar me toe met de meest ingewikkelde vragen.
Let wel: ik heb daar geen bezwaren tegen. De wereld is al zo'n kloteplaats aan het worden, en ik schiet er niks mee op om mensen weg te blaffen. Beter kan ik iemand vriendelijk op weg helpen, maar aangezien ik niet bij de NS werk, is mijn antwoord even waardevol als de ontbrekende kennis van de vragensteller. En zulks meld ik dan ook altijd. Blijkbaar lijken die pakjes op elkaar of zo. En ach, die dienstverlenende instelling zit er ook best wel in, na bijna 7 jaar als buschauffeur gewerkt te hebben. Of ik maak eens een grapje. Ook altijd leuk.
Heel soms trakteer ik mezelf dan ook op een eerste klas ritje. Ik heb dan wat meer ruimte. Zeker in de intercity kan zelfs ik, met mijn volronde lijf, me oprollen in de stoel en doen alsof ik dood ben. In elk geval niet benaderbaar. Want na een dienst van 9 uur, waarbij ik gemiddeld 600 mensen met hun gekrakeel heb vervoerd, mijn pauze heb moeten doorbrengen met lieve lieden, die wél allemaal het hoogste woord willen hebben (mijn collega's zijn lief verder hoor, maar de pauze ruimte is schokkend veel te klein, voorzien van veel te weinig stoelen en veel te gehorig), ben ik ook wel een beetje klaar. Dan mag ik 'uit' staan.
De meneer die naast me plofte (het was helaas wat drukker, maar eerlijk gezegd niet zó druk dat er geen andere plek meer was), leek niet bepaald onder de indruk te zijn van mijn tot dan toe en naar mijn mening uitstekend gecultiveerde non-verbale 'uit-stand'.
Hij had gezien dat ik op Schiphol werkte, en wat ik daar dan wel niet deed.
"Chauffeur".
"Op zo'n karretje?"
"Ja, op zo'n karretje"
Ik trok mijn pet nog wat dieper over mijn snuit, dook dieper weg in mijn jas, maar de meneer begon een heel exposé over Schiphol en zijn vakantie.
Het zal allemaal vast super interessant zijn, en spannend en zo, maar mijn korte, beleefde antwoorden in combinatie met het feit dat ik non-verbaal heel duidelijk maakte dat ik moe was, en geen zin meer had in communicatie, maakte voor meneer niks uit. Hij bleef maar doorratelen.
Sorry. Ik ben best bereid om iemand vriendelijk te woord te staan, maar na een lange werkdag wil ik ook gewoon rust en even niemand. Dat is absoluut het nadeel van een trein. Ik ben maar opgestaan, heb de man een goede avond gewenst en ben elders gaan zitten.
Je zou kunnen zeggen dat dat onbeleefd is: ik vind het aangeven van juist dat soort grenzen goed. Je kunt niet altijd 100% aanstaan. En als je bewust 'uit' staat, kun je dus op het moment dat je 'aan' staat, beter om gaan met alle menselijke wissewasjes.
Ik voel me dus niet echt schuldig.

Het waren weer behoorlijk wat wissewasjes, en dat voor een normale, doordeweekse week.
Dit geschreven hebbende, begint uw weekend. Ik wens u een fijne toe.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Shenannigans deeltje veel.

 Een jaar of 5 geleden, tijdens een bezoekje aan het door mij zo geliefde Isle of Wight, kon ik wel een nieuwe winterjas gebruiken. De vorig...