vrijdag 25 april 2025

Een weekje Orren en wat harigheden.

 Jente, mijn kleine, "lieve" draakje. Zij heeft mijn haar. Dat wil zeggen: mijn haarkleur. Want haar haar is van haar. Ik heb het mijne nog.
Jente heeft een uitgesproken (tegen wil en dank, letterlijk en figuurlijk) voorkeur voor wat betreft mijn haardracht.
Niet te kort.
Sterker nog: van haar mag ik mijn haar lang laten groeien. Niet omdat ik vind dat het me staat, niet omdat zij vindt dat het me staat, maar omdat ze dan staartjes en vlechtjes in mijn haar kan maken. Want dat is zo leuk.
Voor wie dat zo leuk is, laat ze wijselijk in het midden, maar ik hou het erop dat het dan leuk is voor haar, want ik zie het genoegen niet zo in van lang haar.
In mijn jongere jaren heb ik alle vormen van kapsels wel gehad. Die werkelijk verfoeilijke bloempot. Lang, puberaal vettig haar. Stekeltjes, met veel gel. Ik heb zelfs een kuif gehad, in diverse vormen van opmaak.
In een wat rebelse bui heb ik de kapper eens opdracht gegeven tot het paars verven van mijn haar, en er dan één enkele felwitte extensie in laten hangen. Ook niet gek. Een matje had ik ook. En bijna een staart.
Het nadeel van mijn haar: het is dunnetjes. Slapjes. Behalve een paar plukjes bij één van mijn kruinen. Die staan altijd haaks op de rest van mijn kapsel. Zelfs met heel veel kilo's aan gel, steken er dan minimaal 2 plukjes tegendraads omhoog, daar waar de rest omlaag hangt, of steken vooruit, daar waar de rest omhoog staat. Hoe ik ook kam. Ziet er niet uit. Is extreem frustrerend.
Dat heeft Jente ook van mij geërfd: van die plukjes haar die met geen grof geweld of zinderend vuur in het gareel te kammen zijn. Van dat pluizige haar, dat als er statische luchten zijn, ook serieus alle kanten opwaaiert. Ik geloof dat het vanwege het gebrek aan dikte, ook lastig in hippe modellen te krijgen is, maar Ilse kan wonderen verrichten met een borstel, kam en een grote dosis aan geduld en zo her en der een beetje spuug.
Toen ik mijn werkzame leven bij "het Wapen" aanving, moest het allemaal wel wat beschaafder. Wat meer in het gareel.
En daar kwam de tondeuze toch wel heel erg van pas. Gewoon op standje 2 en harken maar met die banaan. Alles dezelfde lengte. Geen gezeur.
Oké, ik zie er dan uit als een goedgemanierde Neo-Nazi, maar het staat allemaal op dezelfde manier. Geen eigenwijs uitstekende plukken meer. Geen overmatig tegendraadse kruinen met een eigen leven.
Die tondeuze heeft wél een nadeel: uiteraard net als ik halverwege mijn bijgesnoeide bolletje ben, is de batterij leeg. En laat dat ding nu niet functioneren als hij aan de stroom zit. (En we hebben pas sinds kort een functionerende stroomvoorziening in de badkamer). Als er dan prik in stroomt, duurt het gemiddeld wel een uur of wat voor hij vol is, en dus heb ik geen tijd meer om mijn bolletje af te maken.
Kortom: het is wel eens gebeurd dat ik een halve dag voor Jan Lul rond liep.
Omdat ik dat zelf doe, is een bijkomend nadeel (of voordeel voor de toevallige kijkert die het vol hilariteit mag aanschouwen) dat ik soms zelf plukjes over het hoofd zie. Die blijven dan eenzaam doch dapper staan. En zo ziet het er ook uit. Alsof ze de moordpartij overleefd hebben en dat vol trots willen laten zien.
Een andere reden voor mij om mijn haar kort te wieken is het feit dat ik grijs word, en tegelijk dat de inhammen bij mijn slapen steeds prominenter worden. Dat vintage-blond, is al wennen, maar dat lukt nog wel. Mijn gezichtsbeharing lijdt daar ook onder dus echt een verrassing is het al niet meer. Maar op mijn hoofd...
Met het uitdiepen van de inhammen echter, is het nog lastiger (zo lijkt me) om een leuk modelletje met langer haar te maken. Moet ik de bovenkant plat leggen om de inhammen te bedekken? Of toch mijn nekharen laten groeien om die erover te draperen? Met mijn wenkbrauwen lukt dat in elk geval zeker weten niet. En mijn neusharen?.... Kansloos...
Hoe dan ook: terug naar Jente. En de nieuwe bank.
Ik weet niet meer precies waarom Jente achter mij stond. Mogelijk omdat ze stiekem wilde meekijken met een door mijn lieve collegae doorgestuurde ranzige meuk. Hoe dan ook: stond ze achter me, en sprak de volgende woorden: "papa, door die inhammen lijkt je kapsel op een piemel".
Okeeee....
En daar kan ik het dan mee doen. Een piemel op mijn hoofd.
Gelukkig is ze niet alleen naar mij toe goedbedoeld lomp: haar moeder moest het doen met: "Mama, jij bent zo lekker zacht en blubberig".
Verder is ze lief.

Nu "ben ik er van".
Ik ben op cursus geweest ter voorbereiding op mijn taken als OR-lid. In die hoedanigheid kom ik op voor de belangen van zowel collega's als bedrijf.
Die cursus duurde 3 dagen, en werd gehouden op het pittoreske Ameland.
Bij aankomst kregen we al gelijk een donderpreek van de dienstdoende collega-chauffeur die ons naar ons hotel zou brengen. Een gedeelte van de ploeg ging wandelend (10 minuten bleken er toch echt wel 20 te zijn), en wij gingen met de bus. Wij bus-gangers zouden daarbij de bagage van de wandelaars meenemen.
Een van ons vroeg de dienstdoende chauffeur om een collegiale lift. En die boodschap leek aangekomen te zijn, echter: toen wij eenmaal plaats hadden genomen, de deuren van de bus dicht gingen, en wij verwachten te zullen gaan rijden, stommelde de meneer naar onze plek, en begon luidkeels, op hoge toon te kwaken dat hij toch maar niet een collegiale rit wilde geven. En te dit en te dat.
Okeeee. Rustig maar vent. We dachten dat de vraag duidelijk en vriendelijk genoeg gesteld was, blijkbaar was die boodschap niet over gekomen. En blijkbaar jouw weigering ook niet. Best. Prettig welkom ook. Prettige collegialiteit ook.
Maar soit. We stonden midden in die bus, aangegaapt te worden door lokale locals en wat verbijsterde Duitsers, maar de beste man kroop weer naar zijn stuur en begon te rijden.
Uiteraard gniffelden we wat. Onder chauffeurs is het toch best gebruikelijk om collega's zonder al te veel mankeren gewoon mee te nemen. Blijkbaar is het bestaan van dat gebaar aan deze man volledig voorbij gegaan.

We werden opgeslagen in een hotel dat claimde over een zwembad te beschikken. En sec gezien klopte dat ook wel. Ik had me verheugd om na een lange leerzame dag eventjes lekker te gaan plonzen en poedelen in een warm zwembad.
Soms ben ik van de gedegen voorbereiding, en dit was geen uitzondering: we kregen de kans om even door een open deur te gluren in de chloorlucht.
En ik kwam tot de conclusie dat als ik een bommetje zou maken in dat badje, de Waddenzee 20 liter extra water erbij zou krijgen. Éen enkele schoolslag en ik zou op Terschelling uitkomen. Zelfs een baby zonder zwemkunsten zou daar in tuimelen en zonder zich zelfs maar te verslikken, wegkruipen.
Maar dat plonzen en poedelen, ging dus mooi niet door. De douche op mijn kamer was groter, lekkerder en bood meer privacy. Makkelijke keuze dus.
Ik heb mezelf onsterfelijk gemaakt. Tijdens de lunch zat ik te vertellen over het gebrek aan tafelmanieren van met name mijn dochter. Welk een enorme bende ze er soms van kan maken. 
En uiteraard kreeg ik de karma in mijn tomatensoep gekledderd. Nadat ik mijn verhaal gedaan had, wilde ik een ferme hap van mijn (microscopisch kleine) broodje (normale grootte) kroket nemen. Die kroket was daar minder enthousiast over als ik, viel uit elkaar, en een brokje kroket plonsde in mijn gereedstaande kop tomatensoep. Waardoor de spetters tomatensoep in de rondte vlogen, en vooral op mijn roze en redelijk nieuwe hoody belandden.
In de veronderstelling dat die trui voorgoed bedorven was, liep ik de "walk of shame" door het restaurant naar mijn kamer om me om te kleden, en die trui met enig verdriet dan maar weg te gooien.
In een iets latere conversatie met mijn betere helft, vertelde ik haar mijn relaas, en die zei dat ze die vlekken er heus wel uit zou krijgen, dus dat ik die trui maar mee naar huis moest nemen.
Toen ik met die informatie weer wat had gekund, kwam ik tot de ontdekking dat de adequate schoonmaker zijn of haar werk tot in perfectie beheerste, want de prullenbak, met daarin dus mijn trui, was leeg.
Sakker.
De eerste ochtend dat ik wakker werd, dat ging ook niet helemaal lekker. Ik ben gewend aan wat licht. Want op de gang boven staat een vitrine met autootjes. En die vitrine is verlicht.
Mijn hotelkamer was extreem donker. Ik sliep dus extreem goed. Zo goed, dat ik in het ene bed mijn slaap begon, en óp het andere bed wakker werd. Blijkbaar rol ik nogal in mijn slaap, en nu was er dus niemand die me tegenhield of me terug trapte.
Maar een ander ding: ik word dus meestal wel vroegtijdig wakker, omdat ik meestal wel aardig met de zonsopgang wakker word. Maar ja. Die zon kwam door de zeer verduisterende gordijnen niet binnen. Licht was er niet, en er was ook geen Jente die leven maakte.
Ik werd dus wakker, en ging (enigszins verbaasd over het feit dat ik niet in hetzelfde bed wakker werd, als waarin ik de nacht begon) eens rustig uitgebreid naar de toilet. En naar het balkonnetje voor mijn eerste peuk en kop koffie. En toen pas las ik het appje van vriendje en collega Raij, die me vroeg of ik al wakker was, en dat we nog maar een half uurtje of zo hadden voor ontbijt, voordat de cursus zou beginnen.
KAK.
Dat werd eventjes haastwerk, en ik had heel de dag het gevoel dat ik achter mezelf en de feiten aan moest hollen, maar ik was op tijd. BAMMMM!!!
Maar goed, allemaal gekheid op een stokje: we hebben heel wat nuttige tools meegekregen. Heel wat plannen kunnen maken. Wat dingen op een rijtje kunnen zetten. Wat taken kunnen verdelen. Het was al met al een nuttige en gezellige bijeenkomst. Ik hoop oprecht dat we onze beloften waar kunnen maken. De wil is er, en nu met een beetje meer onderlegging.

Dan is het nu tijd om weekend te gaan vieren. Ik wens eenieder een erg goeie toe. Maak van Koningsdag een mooie dag. En alle mensen die zo ontzettend kunnen huilstruiken over het koningshuis: ik neem aan dat jullie allemaal lekker achter de geraniums zitten te mokken. Sterkte daarmee.


vrijdag 18 april 2025

Rekeningen.

 Zolang als ik me kan herinneren, ben ik extreem laat met het kopen van verjaardagspresentjes voor mensen om me heen. Als het al gebeurt.
En inmiddels ben ik zo lang getrouwd, dat ik sowieso geen actieve herinnering meer heb aan het actief bijhouden van wie wanneer jarig is.
Zulks heb ik als vanzelfsprekend uitbesteed aan mijn echtgenote.
En facebook. Want voor iedereen die daar zijn geboortedag invult, staat er een notificatie klaar, en dan hoef ik alleen maar een vriendelijk wensje eruit te kwakken (al dan niet ook via Whatsapp) en klaar.
Dat uitbesteden bevalt best aardig. Ilse komt met de mededeling dat er weer eens iemand jarig is, dat we daar wat mee moeten, en zij regelt het. Top.
Nu is het gevolg dus wel dat ik bijna jaarlijks een paar dagen voor de verjaardag van mijn betere helft, in de stress schiet. Want ik moet nog wat, en het is al over een paar dagen. Hopen maar dat bol of welke leverancier én de bezorger op tijd zijn, mijn adres niet overslaan en doen wat ik wil.
Dit jaar was ik dus al vanaf maart met klotsende oksels bezig met het verlanglijstje in de gaten houden, om te kijken of er nog wat leuks op zou verschijnen. En bijtijds. Want ik moet het wel bestellen, cq. in huis halen. (En natuurlijk om de haverklap een nieuw wachtwoord verzinnen voor dat godvergeten kut-account, omdat alles weer met een of ander kut-account moet).
Hoe ik dat voor elkaar krijg? Geen idee. Ik heb gewoon geen ingebouwde kalender, ondanks dat ik sinds jaar en dag weet dat de verjaardag van mijn eega op 15 juni valt.
Hoe dan ook: dit jaar besloot ik dus om dat anders te doen, en ik kreeg het warempel voor elkaar om bijtijds wat leuke zaken te laten aanrukken.
Pakket 1 kwam aan toen Ilse gewoon thuis was, en helaas niet in een anonieme doos verpakt. De verpakking was met een adresstickertje beplakt, en wat er in zat, kwaakte door de felle kleur, mij vrolijk tegemoet.
Kut.
Zo kan ik het niet verstoppen. Alleen al vanwege de grootte niet, maar ook vanwege de verpakking.
Dus Ilse op onze nieuwe bank gecommandeerd, met als aanvullende opdracht dat ze zich niet om mag draaien, tot ik zeg dat het mag.
20 minuten met een rol pakpapier en overdadig plakband in de weer, en hoppa. Ik had het geheel anoniem en discreet weten te verhullen.
De dag erna kwam een ander pakketje. Ook weer niet discreet. Ook weer open en bloot. Sapperloot nog aan toe. En ook nu was Ilse thuis. En ook nu moest ik haar mopperend op de bank dirigeren. Want ook dit was te groot en te bloot om zomaar ergens te verstoppen.
Pakpapier 1 was aardig op, dus pakpapier 2 moest eraan geloven.
Aangezien al onze bergingen vol zijn, heb ik ze in al hun volle glorie maar boven op de kast gegooid. Mag ze er nog lekker watertandend tegenaan kijken tot ze het op 8 juli, haar verjaardag, open mag maken.

(Geintje, ik weet heus wel dat ze 6 mei jarig is).

Ik liet het net al even vallen: het woordje "account".  Iets dat door veel bedrijven wordt gebruikt, om jou als klant of gebruiker het werk te laten doen, waar zij te beroerd voor zijn, en dit onder het mom van "makkelijke en goede dienstverlening".
Of "veilige werkomgeving".
En allemaal trappen we erin. Als lemmingen lopen we er achter aan. En allemaal hebben we er last van.
Als het op dienstverlening aankomt: niks makkelijks aan. Laat me gewoon bellen, met een mens van vlees en bloed. Veel makkelijker. Goed is het niet. Goedkoop wel.
Veilig???
Ja. Dat zal ongetwijfeld zo zijn.
Ik moet van mijn werkgevers' opdrachtgever een tweetal cursussen doen. Zogenaamde E-learnings.
"Heel makkelijk te volgen, via je eigen, veilige omgeving, middels je account!!" Zo kwaakte de berichtgeving hierover.
Lang verhaal lang:
De laatste keer dat ik een dergelijke cursus moest doen, had ik een account. Een naam en een wachtwoord. Dik 2 jaar geleden. Daarna nooit meer nodig gehad of iets mee gedaan. Denk je nog dat ik weet wat de naam of het wachtwoord is? Van iets van 2 jaar geleden? Alsof ik niks beters te doen of te onthouden heb? Zoals verjaardagen? 
Goed.
Ik ben dik 3 uur lang bezig geweest met het springen door allemaal beveiligingshoepeltjes. Wachtwoorden, die je bij het aanmaken niet kan zien, want wat je typt, zijn balletjes. Dus de kans dat je twee keer dezelfde wachtwoorden intypt zijn buiten de komma zo klein. En dan krijg je dus tot 100 keer de melding dat je wachtwoord niet gelijk is. Of niet voldoet aan de eisen. Of... Of...
Maar als dat dan gelukt is, blijkt dat je accountnaam stiekem toch niet klopt. Of niet actief is.
En dat je dan via je mail iets anders moet doen, maar je mailadres klopt ook niet? Huh??? Met als klapper op de vuurpijl: "er is te vaak ongecontroleerde activiteit geweest op uw account, probeer het later nog eens".
Ja. Dan schieten mijn hersens ook in een MOTHERFUCKING ERROR!1!!!404!!!1!
Dat was het moment dat ik me realiseerde dat ik buschauffeur ben, en geen hacker.
Het is zo veilig dat niet alleen een russische hacker er niet in komt, ikzelf kom er ook niet in. En in tegenstelling tot die russische poephond, heb ik er wel wat te zoeken.
Weet je: succes ermee. Ik heb een mailtje gestuurd aan de ict-afdelingen, en ik hoor wel wanneer ze tot de conclusie komen dat als ze willen dat ik iets voor ze doe, dat ze het dan wel toegankelijk moeten maken.
Wat mij betreft met een goeie ouwe pen en papier.
Ja, maar het account van deze blog en zo? Ja.... Waarom me dat lukt weet ik ook niet. Waarschijnlijk omdat het geen fort-Knox beveiliging hoeft.
Of omdat dit soort accounts nu eenmaal sowieso wel door de russen in het snotje worden gehouden.
Noz-Drovje, mister Adolf Putin.
Of zo.

Per ongeluk ben ik 2e paasdag vrij.
Pasen valt meestal buiten mijn blikveld als het om feestdagen gaat. Ik ben nu eenmaal niet zo van het bovennatuurlijke. Ik geloof niet in martelaren die na hun sterven doodgemoedereerd (pun intended) weer aan de wandel gaan.
Maar aangezien men ooit besloten heeft dat dat soort nonsens een nationale feestdag moet wezen, heb ik er mee leren leven (ook hier: pun intended).
Dat is te zeggen: als je in mijn werk zit, heb je sowieso geen feestdagen. Of je moet er al hemel en aarde (ik blijf met de "puns" strooien) voor bewegen om dergelijke feestdagen vrij te krijgen. Gewoon omdat het ook een rustpuntje met je familie cq. gezin is.
En dus is kerst me aardig heilig, pasen wat minder. Dus in de afgelopen jaren heb ik noest doorgewerkt met pasen. Tot ik me een paar dagen geleden realiseerde dat ik dus vanwege mijn rooster, die 2e paasdag vrij ben. En nee, ik ga me niet mengen in de files naar de woonboulevards. Ik kijk wel uit. De bank is net geleverd, en andere meubelstukken passen niet, noch hebben we een huwelijkscrisis die het kopen van nog meer veel te grote meubels zou rechtvaardigen. Als het daarop zou aankomen, kopen we wel gewoon een grafkist, en degene die de ander als eerste in die kist krijgt, heeft gewonnen.
Die kist gaat dan wel gelijk de oven in, want in tegenstelling tot het geloof, zie ik het niet zitten om als een doorgestoken martelaar na mijn dood weer aan de wandel te gaan.
Laat mij maar lekker dood blijven, als het al moet.
Dat gezegd hebbende, moet ik het weekend gewoon doorwerken, en wens ik eenieder een prima toe.





zaterdag 12 april 2025

Vanaf de bank, schrijf ik u.

 Nou, ik ben er dus van.
Na een zinderende stemweek, bekladde posters, eindeloos campagne voeren en meer van zulks, bleken er voldoende collega's vertrouwen in mij te hebben om plaats te nemen in de Ondernemings Raad.
Op zich vind ik dat een prettige blijk van vertrouwen: mijn collega's vertrouwen erop dat ik hun belangen zal behartigen. Ze vertrouwen erop dat ik waar nodig voor het collectief op ga komen.
En felicitaties kwamen uit de meest onverwachte hoeken, zelfs vanuit het management, waar ik ook zonder dat ik OR-lid was, al met enige regelmaat de degens moest kruisen.
Maar "noblesse oblige", nu ben ik er dus van. Met dien verstande dat we van de week eerst geïnstalleerd werden, middels een officieel diner en aan het eind van de maand gaan we een midweek naar een afgelegen locatie om daar te worden klaargestoomd voor het functioneren in een OR.
Ik heb er altijd wat ambivalent in gestaan: het hoeft voor mij niet zo, maar als ik wat meer kan bijdragen dan vanaf de zijlijn commentaar leveren, moet ik dat misschien ook maar gewoon doen. En ik vond oprecht dat de kandidatenlijst voor 60% bestond uit mensen die het beter hadden gekund, en meer ervaring hadden/hebben als ik.
De uitkomst had wat mij betreft niet beter kunnen zijn: ik ben gekozen samen met twee kerels in wie ik het volste vertrouwen heb, dat de neuzen dezelfde kant op staan. Die elkaar ook als back-up hebben. Een "dream-team" als het ware.
En daar kwam mijn eerste blunder al, ver voordat we zelfs maar van start zijn gegaan. Een blunder die oprecht begon als een grappige opmerking mijnerzijds, maar er uiteindelijk voor zorgde dat er een ongemakkelijke stilte viel toen bleek dat mijn grappige opmerking gelijk maar met een klap van de voorzittershamer bezegeld werd. Kut.
Mijn tweede blunder volgde nog geen 30 minuten later, toen we het dessert kregen. Een exquise selectie van kleine zoetigheden. Een van die dingetjes was een (naar mijn eigen inschatting) klein ijshoorntje gevuld met een soort van chocoladecreme. Omdat we in een levendig gesprek waren beland over het wel en vooral wee van ons werk, maar ik me toch niet wilde laten afleiden van het belangrijkste -het toetje-, pakte ik zo'n ijshoorntje en tijdens mijn exposé over het een of ander, duwde ik dat in zijn geheel in mijn mond, om ongehinderd door tafelmanieren door te willen praten.
Ja.
En dát ging dus niet.
Want dat ijshoorntje was toch veel groter dan mijn mond diep was. En wat ik ook probeerde, ik kreeg dat ijshoorntje niet dusdanig gedraaid dat het wel geheel in mijn mond belandde. Maar ik wilde wel mijn punt maken. En dat gaat nogal lullig als je een ijshoorntje uit je mond hebt steken.
Het wat villein vriendelijke "Lukt het, Marnix?" van mijn collega, maakte de hilariteit alleen maar groter.
Ik geloof dat ik Jente niet echt meer op haar tafelmanieren aan kan spreken zo.
Maar goed, ik ben er van, en sommige mensen lijken te denken dat we al volledig up-and-running zijn. Ons lijstje om aan te werken is inmiddels langer dan de lijst van "tariffs van Trump" alleen dan wél gericht op verbetering van de wereld en onszelf.
Maar eerst die cursus, en dan er tegen aan.

Ik moet nóg een cursus doen. Een ander soort cursus. 
Een zogenaamde E-learning.
Dit omdat de opdrachtgever dat fijn vindt, en onze werkgever zet dat dus door.
Op zich: prima. Het zal wel. Stuur maar een linkje, en ik zal tijdens werktijd of als ik buiten werktijd zin heb, mijn kennis uitbreiden.
Nu wil het ding dat computers en Marnix op zijn best een onhandige combinatie zijn.
Dit was gewoon een onmogelijkheid op zichzelf.
Ik ben door alle cybersecurity hoepeltjes gesprongen. Heb liters bloed van onder mijn nagels vandaan zien lekken.
En telkens als ik dacht: hèhè, ik ben erin, kwam microsoft of een of ander ander beveiligingsding zitten huilstruiken dat ik toch weer een ander account of wachtwoord moest instellen of invoeren, anders mocht ik niet deelnemen aan die e-learning.
Voor die cursus staat 3 kwartier. 3 kwartier. Laat dat even op je inwerken.
Om de beveiliging te kraken was ik al dik over de 2 uur bezig. Voor een cursusje van 45 minuten. Ja dag.
En toen besloot ik het te laten voor wat het was.
Ik ben buschauffeur, ik wil best een cursusje doen. Maar ik ben geen hacker. Als zo'n cursusje achter zoveel beveiliging zit dat ik er als buschauffeur niet meer doorkom, omdat ik geen ict-hacker ben, zal het vast wel niet zo belangrijk zijn.
Ik heb de betreffende personen op de hoogte gebracht van dit debacle en dat ik graag een ouderwets boekje en antwoordblad zie. Of een aanpassing in de beveiliging, want zelfs fort Knox is minder goed afgeschermd dan een of ander fluttig cursusje van 3 kwartier.
Gelukkig hoorde ik dat ik verre van de enige chauffeur ben zonder talenten voor het hacken van overdadig beveiligde flutcursusjes.

En, en, en, eeeeehhhheeeeennnnn:
Ook onze nieuwe bank is er.
Aan de positieve kant: hij past, en ook nog in ons huis. Sterker nog: hij paste makkelijker dan we hadden gevreesd.
En nog positiever: hij zit geweldig. Het elektrische voetendeel, is "mijn" deel, hoewel Jente daar zo haar eigen mening over heeft, maar goed, ik ben er 32 uur per week exclusief reistijd niet, dus haar mening is wat minder relevant, in dezen.
De kleur van de bank was iets dat mij in de tijd tussen het bestellen en het ontvangen wat is ontgaan. Maar het misstaat allerminst.
Eten op de bank: uit den bozen.
Drinken op de bank: met bibberende knietjes doch vaste hand, want deze bank moet de eerst komende 10 jaar netjes blijven.
Ik kom thuis, plof op de bank, laat mijn benen volledig geëlectrificeerd omhoog komen en kan even bijkomen van het vele harde werken dat ik op het platform heb mogen doen.
Ook het rugdeel is te verlengen. Dan kan je dus het bovendeel van de rugleuning omhoog klappen, zodat je je hoofd zachtjes kan neervleien, zonder dat je je nek in allemaal onnatuurlijke houdingen voelt dubbelklappen. Dat gaat dan helaas niet elektrisch, maar goed. Kleinigheidje hou je altijd.
En wat is het heerlijk om ruimte te hebben op de bank, zonder dat ik moet vechten om een plekje tussen poes, meisje, vrouw en zooi.
Wat is het heerlijk om op een bank te ploffen die niet in- en doorgezakt is. Onze nieuwe bank is als een jonge vrouw: zacht en stevig.

En dan begint uw weekend.
Graag hoor ik van u of u een goed en duidelijk recept hebt voor het fermenteren van knoflook, want ik heb er nu 2, en ze zijn beiden niet echt duidelijk in de uitvoering of het eindresultaat.
Ik wil dus graag zwarte knoflook maken.
Ik wens u allen een zonnige en beste toe.


vrijdag 4 april 2025

(Wan)smaak

 De ontdekking.
We hebben een collega. Prima vent. Goeie chauffeur. Typisch product dat bij ons past. Voorheen werkzaam in de horeca en zelf niet vies van een lekkere pint, vertelde hij dat hij er in een dronken bui achter kwam dat bepaalde dingen, die je in nuchtere toestand niet zo heel erg snel zou combineren, toch behoorlijk goed te nassen zijn.
Zo ontdekte de man dat een frikandelletje, gul besprenkeld met stroop, een ware delicatesse is.
Ja.
Nadat we uitgelachen waren, was de consensus dat dat toch echt dronkenmans geklets zou moeten zijn.
Tot hij de mogelijkheid te baat nam om ons van ons ongeloof te verlossen.
Die mogelijkheid ontstond na en naar aanleiding van een heel ander verhaal.
Het verhaal van een andere collega. Die in een dronken bui een frikandelletje in een koekenpan wilde bakken.
Dit in zijn adamskostuum. (Omwille van de goede smaak -pun intended- zal ik geen verdere beschrijving van de beste man geven. Ten slotte is privacy een mooi ding, niewaar?)
En omdat een frikandelletje in een koekenpan blijkbaar voorzien dient te worden van wat kruiden, reikte hij omhoog, en in die beweging belandde zijn kleine janneman in die gloeiend hete pan.
En dat verhaal bleek, nadat we uitgebulderd waren van het lachen, een mooie kans om hem een leuk cadeautje te geven: een piemelpan. Een pan waarin je kleine pannenkoekjes kan bakken, in de vorm van een, jawel: piemel. Hilariteit alom.
En dus werden er op een goeie en vrolijke avond piemelpannenkoeken geserveerd. Met stroop.
Terug naar de frikandel.
Die stroop hadden we dus nog staan, en dat was aanleiding voor het verhaal dat de beste recepten ontstaan op niet meer zo nuchtere ziel: namelijk de voorgenoemde frikandel met stroop.
En dat bleek inderdaad toch serieus een partij lekker.
Ergens ook wel logisch: een (piemel)pannenkoek met spek en stroop is over het algemeen ook gewoon goed te nassen. Dus een zoutige frikandel met zoete stroop, is op zich helemaal niet zo raar, als je erover nadenkt. Suiker en zout zijn elkaars tegenpool, maar vullen elkaar prima aan tot een ware smaakexplosie op je tong.
Dus de volgende keer dat wij frikandelletjes maken thuis, gaat daar, wat mij betreft (en ik kreeg Jente gelijk mee) een gulle kledder stroop overheen.
Zo leer je nog eens wat, tijdens je werk.

Steeds meer mensen, landen, werelddelen gaan er toe over om Amerikaanse producten te boycotten. Vanwege die oranje baviaan en zijn horde griezelige clowns.
En ik snap dat. Die Trump is een ongelooflijk gevaarlijke, hatelijke, onmenselijke parasiet. (Oeps, nu zal ik Amerika niet meer in kunnen. Jammer zeg).
En ik vind oprecht dat als meneer de Baviaan vindt dat hij andere landen kan chanteren met zijn belastingen, ik daar niet per se heel erg toegeeflijk of vergevingsgezind over hoef te zijn.
Laat hem maar barsten. Laat dat hele Amerika maar barsten. Het is hun probleem.
Maar is dat wel zo?
Ik kijk voor de grap even naar beneden.
Mijn voeten zijn gestoken in schoenen van het merk Nike. Converse. Sketchers.
Mijn torso wordt verhuld door een trui van Jack and Jones. 
Ik koekeloer door een bril van Converse.
Mijn sigaretten zijn van Lucky Strike.
Mijn rugzak is van Eastpak.
Mijn laptop draait op windows.
Deze blogsite is volgens mij deel van Google. Net zoals Adroid. Dus mijn telefoon gebruikt ook Amerikaans ontwikkelde software.
En Facebook, welke ik gebruik om me te verlustigen aan gore Rednecks, om me te vermaken met wat vrienden laten zien, en het delen van deze blog....
Ik laat dit even bezinken. Dan kijk ik verder.
Mijn schoenen zijn, ondanks de afkomst, gewoon vervaardigd in lage lonen landen, waar ze een paar kralen en wat roepies krijgen voor hun arbeid. Als ik die meuk niet koop, betekent dat dat ik ergens in de wereld een gezin een kommetje rijst minder geef.
En dat geldt voor de rest ook.
Bovendien: alles wat ik nu aan heb, of gebruik, heb ik gekocht voordat in Amerika die gestoorde oranje Baviaan aan de macht kwam.
En die sigaretten?
En moet ik aan loopcomfort gaan inboeten, omdat ik een oranje baviaan wil straffen, of moet ik er boven staan, en mijn eigen comfort belangrijker vinden dat wat een of andere gestoorde redneck uitspookt?
Moet ik nu op stel en sprong mijn blogs ergens anders plaatsen, of wachten tot die ranzige smeerlap het loodje legt (al dan niet op zijn JFK's?)
Oke, een ander montuur voor mijn ogen, is niet zo moeilijk. Maar een ander voetenbed is toch wel een dingetje.
Adidas heeft me nooit zo kunnen bekoren. Alleen Puma. Maar die zijn nu om de een of andere reden wel duurder dan die redneck-producten.
Qua auto is het dan weer makkelijker. Die oversized Amerikaanse ondingen hoef ik niet. Nooit gehoeven. Zeker niet omdat mijn Fransoos net zo goed, zo niet beter rijdt dan al die overschatte Amerikaanse wannabee-tanks, die toch met geen enkel goed fatsoen door een Nederlandse vinexwijk kunnen manoeuvreren.
Als ik alle Amerikaanse producten ga boycotten, doe ik mezelf dan niet een klein beetje te kort?
En is me dat het waard?
Ik twijfel nog.
Vooral ook omdat die zogenaamde 'tariffs' eerder een last zijn voor rednecks, dan voor de rest van de wereld.
En wie weet, een wonder kan men nooit uitsluiten, en meneer de oranje Baviaan komt bij zinnen, dan was het allemaal een bijzonder opmerkelijke droom.

Mijn vader, die in Nederland was, moest terug naar Engeland. Niet omdat hij op zijn Rednecks gedeporteerd zou worden, ten slotte is Europa nog enigszins beschaafd, maar gewoon. Omdat hij daar woont. Hij maakt die reis liever niet alleen. Dus werd er besloten dat ik als chaperon mee zou gaan. Een klein cadeautje, als je het mij vraagt, ik ga graag naar het eiland.
Ik zal mezelf niet weer verliezen in ellenlange, dodelijk saaie beschrijvingen over hoe geweldig ik het eiland vind, en waarom ik dat vind.
Deze keer waren we er precies nadat de klok een uur verschoof vanwege de overgang naar de zomertijd. En dus klapte ik een paar dagen later weer een uur terug, en bij terugkomst gisteren weer een uur vooruit.
Dat zijn wel heel erg veel uren op en neer daveren, voor bijna niks. Alsof je in een soort van miserabel universum zit, waarin tijd een flauw spelletje met je speelt.
Maar goed. Het waren maar een 2-tal dagen dat ik er zou zijn, en dus moest ik de gelegenheid nemen om mijn geslonken voorraadje van knoflook-gerelateerde spullen aan te vullen.
Dat lukte. Ik wist er zelfs de hand te leggen op een trui die mij uit laat dragen dat ik een fervent liefhebber van dat gezonde, maar bovenal geurige en smakelijke bolgewas ben.
En tot mijn onuitsprekelijke vreugde, was het weer er eens zomers in plaats van winters. Op zich logisch, als je er in de lente naartoe gaat in plaats van in de winter.
Maar goed.
Ik kreeg wederom de kans om in een klassieke Engelse pub een portie Fish and Chips te nuttigen. De portie was op zijn Engelse Pubs' : een belachelijk grote vis, die rechtstreeks vanuit de zee in het beslag-bad sprong, om via de frituur op mijn bord en tafel te belanden. Dat is dan ook zo'n situatie waarin ik mezelf nog maar zelden terug vind. Een maaltijd die stomweg niet op het bord past. En zelfs naar mijn maatstaven iets te veel van het goede is. Dat ik met maag en darmen moet strijden om in elk geval die vis compleet naar binnen te werken. De frieten (op zijn Engels, want heerlijk) rijkelijk besprenkeld met vinegar, moesten dan maar het onderspit delven. De erwtjes wilde ik uiteraard wel eten, want gezond.
De terugreis verliep als volgt: taxi-boot-taxi-vliegtuig-trein-Ilse.
En met name de taxi-chauffeurs sprongen er qua beleefdheid en menselijkheid ver bovenuit. Twee totaal verschillende kerels, die elk hun eigen visie op de wereld hadden, waar ik hartelijk mee heb gelachen, en als ouwe-jongens-krentenbrood een half uur genoeglijk heb kunnen kletsen over de wereld, hoe die te verbeteren is, en onze eigen rol daarin. De laatste taxi-chauffeur was een bereisd man, en wist mij compleet te verrassen door mij in plat Gronings een goede reis en fijne dag te wensen. (Ik weet dat ik niet moet "profileren", maar een naar eigen zeggen trotse Afrikaanse Engelsman, die erudiet de wereld bereisd heeft, is voor mij alsnog geen link naar plat Groningse begroetingen).
Uiteraard wist de NS mijn reis (toch al vertraagd doordat de KLM vertraagd was) nog verder te vertragen.
Ik wist bij het verlaten van het vliegtuig om in de eerste bus te komen. En tot mijn onuitsprekelijke verrassing, was ik in minder dan geen tijd langs de grenscontrole, en zelfs de bagage werd in minder dan de aangegeven tijd op de band geflikkerd. MOOI!!!! Hoppa!!! Ik kan de trein van 2100 uur halen.
"NEEEHEEEEE", zo gniffelde de NS, "We halen gewoon díe trein uit de dienstregeling, je mag een half uurtje wachten! Lekker Puh".  KUT-NS!!!!
Fuckediefuck. Maar dan kan ik wel even op mijn gemakje een paar peuken wegstomen.

Dus mijn vakantietje zit er bijna op. Mijn weekend begint, want ik heb een extra verlofdagje op genomen. En aldus kan ik morgen met wat vriendjes mijn auto weer toonbaar maken. Ik wens eenieder een goeie toe, en in plaats van naar Redneck-Trumpiestan te gaan, kan ik iedereen aanraden om eens naar het Isle of Wight te gaan. (Liefst niet als ik er ook naartoe ga, want ik hou van wat rust).






Pareltjes.

 De nieuwe vaatwasser. Een avontuur op zich.  Wij hadden een Indesit. Een 2e rangs B-merk. Die kochten we, omdat bij aankoop van ons huis de...