vrijdag 23 augustus 2024

Existentiële crises.

 Ik ben, sinds ik full-time chauffeurtje speel, nogal in een exsistentiële crisis beland.
Wat ben ik nu? Een ochtendmens of een avondmens.
Ilse zal zeggen: ochtendmens! En op zich is dat niet incorrect. Ik ben namelijk in de regel erg vroeg wakker. Zo staat mijn biologische klok ingesteld. Echter, om nu te zeggen dat ik veel waard ben, zo in de vroege ochtend: nee!
Ik word wakker (al dan niet omdat dat helse martelwerktuig naast mijn oor staat te blèren dat ik wakker moet worden), en de eerste 60 minuten minimaal, ben ik niet voor menselijke (of dierlijke) consumptie geschikt. Ik moet mijn koffie. Ik moet een peuk. Ik moet poepen. Ik moet stilte. En dan, moet er een ontbijt in, want ik heb brandstof nodig, maar vroeg in de ochtend, is het laatste waar mijn slokdarm aan moet denken, ontbijten.
En dan moet ik naar mijn werk. Of ik kan rustig ontdooien en plannen maken voor de dag.
Men moet mij echter wel met rust laten. Mij laten pruttelen. Na pakweg 60 minuten alleen pruttelen, ontdooien, wakker worden, ben ik heus in staat tot enig sociaal geaccepteerd gedrag.
En stiekem vind ik dat mijn betere helft hier nogal makkelijk over denkt: 90% van alle keren dat ik zo onchristelijk vroeg mijn nest uit moet, of ben, ligt zij nog te slapen en heeft ze totaal geen last van me. Overigens: het is haar van harte gegund, want haar slaapritme is nog steeds zo beroerd als mijn 40-urig rooster.
Pas na het middaguur word ik wat meer mezelf.
Ik zeg dus van mezelf dat ik een avondmens ben. Ik heb simpelweg meer sociaal aanvaardbaar gedrag te bieden. En ik vind het veel prettiger om in de avond wakker te zijn. Iedereen heeft namelijk zijn of haar gevecht tegen de ochtend overleefd.
Dus er is nog geen consensus wat betreft mijn "zijn". 
En dat leidde ertoe dat ik op mijn werk afgedwongen had dat ik kon wisselen tussen vroege en late diensten. Ik snap namelijk best dat Ilse ook wil dat ik er ben, in de avond. Dat we in de avond samen de maaltijd delen. Dat ik in de avond mijn opvoedkundige strapatsen loslaat op Jente. Dat we dan in elk geval een beetje kunnen doen alsof we een doorsnee-doorzon-gezin zijn.
En op zich, dat afwisselen was voor ons gezin best fijn.
Het rooster dat ik moet volgen: laat ik het erop houden dat het een bezopen aaneenschakeling van werkdagen is, waarbij er zelfs in de onregelmaat alleen maar onregelmatigheid te vinden is, en rust op geen enkele manier prioriteit geniet. Het is geen rooster dat gemaakt is met duurzame inzetbaarheid in gedachten.
Daar liep ik op vast. Wanhopig op vast.
Ik heb serieus geen moeite met 40 uur per week werken. Ik heb geen moeite met weekenden werken en ik heb geen moeite met afwisseling. Maar het feit dat er ergens een clubje mensen was, dat besloot om een rooster te maken en goed te keuren dat op geen enkele manier ook maar in de buurt komt van een menselijk geheel, is natuurlijk best kneuzig. En niet werkbaar. (En dat niet voor mij alleen, ik hoor van veel meer collega's dat het niet werkbaar is, dit rooster).
Nadat ik dit aangaf bij de bedrijfsarts, kreeg ik als oplossing:  ziek melden, ontslag nemen en elders gaan werken. Of minder werken.
Oke. Ik had zelf in gedachten om samen te kijken naar een beter rooster, maar dat moet middels datzelfde clubje dat dat rooster in elkaar had gezet, en me nu vertelde dat ze daar niks aan gingen doen.
Voor ik tot krassere daden over kon gaan, was het echter vakantie, en die was -zoals reeds eerder aangegeven- van harte welkom.
Ilse vertelde me onomwonden dat ik me tijdens de vakantie op geen enkele manier bezig mocht houden met werk, en op wat natte hersenscheten na, is me dat behoorlijk goed gelukt.
Mijn leidinggevende had me beloofd om na mijn vakantie terug te komen bij me, met wat zaken die zij voor me konden doen.
En dat deed hij. In eerste instantie kwam daar naar mijn idee niks uit. Ik wilde al uit mijn crocs schieten van frustratie.
Maar ik heb een Ilse. En die kan heel erg goed verder kijken dan mijn neus lang is, en zij zag iets wat haar wel aan stond. Een rooster met veel meer vrije tijd.
Ja maar, zo somberde ik, dat is een contract voor 32 uur. Dat is best een achteruit gang. Ik begon daar ooit mee, en het was nu niet meteen dat we failliet gingen, maar het hield niet over.
Maar met zoveel dagen thuis, zou het mogelijk zijn om alleen nog maar in de avond te werken. Ik leefde op, bekeek het rooster en zag er zoveel gaten in, dat ik zelfs zou kunnen overwegen om die lege gaten op te vullen met een extra dienstje. Nogmaals: ik ben prima in staat om 40 uur te werken.
Dus ja. Dan maar slikken. Dat is een stukje koppigheid van mij. Ik ben niet ziek. Ik ben niet dusdanig opgebrand dat ik niet verder kan. En als ik dit helse rooster in kan wisselen voor iets beters, en er dus persoonlijk op vooruit ga, profiteert mijn gezin daar ook van.
Ik vind het uitermate vreemd dat wanneer ik als werknemer aankaart dat iets slecht is voor de gezondheid en dus voor de productie, dat een bedrijf me dan laat zwemmen. En weigert om verder te kijken. Aan de andere kant heet ik ook geen Don Quichotte en ben ik niet van zins om tegen windmolens te vechten.
Er zullen nu mensen zijn die zich achter de oren krabben. Ten slotte ben ik buschauffeur en kan ik overal wel aan het werk.
Ja, dat is allemaal wel zo, maar ik vind mijn werk op Schiphol, met alle voors en tegens enorm gaaf. Ik geniet er intens van mijn werk. En mijn collega's zijn voor het overgrote deel toppers, waarmee het goed werken, kletsen en lachen is.
Dat geef ik niet zomaar op voor een baan in het OV waar ik moet trappen en stampen om op tijd te komen, en vervolgens af te worden geblaft door passagiers omdat ik een minuutje te laat ben. (Die je dan ook weer bij een leidinggevende moet verantwoorden).
Dus als alles meezit, ga ik per oktober terug naar een 32 urige werkweek. Ik denk dat ik daarmee voor mijn gezin wat smakelijker te consumeren ben. En dan maar hopen dat ik niet dusdanig moet bezuinigen dat ik voor mijn avondeten een gemiddelde passagier ter garing achter een loeiende boeing-motor hang.

Als buschauffeur heb ik een dienstverlenende taak. En daar waar ik mag en kan, zal ik best wel eens een pootje uitsteken. Niet om mensen te laten struikelen, maar om ze daadwerkelijk verder te helpen.
De dame die in haar eentje uiterst kwiek het "verbodsbord" naar de hellingbaan voor rolstoelen negeerde, en haar dreumes op een rolkoffer vrolijk naar boven trok, had ik even niet zien gebeuren. Wél zag ik dat ze bovenaan die hellingbaan geen toegang kreeg, omdat er niemand van het gehandicaptenvervoer stond, en die deuren daarvoor niet standaard voor ons open gaan.
Dus kon ze weer terugkomen.
Ze gaf me een sneer, want ik zou me vast vermaakt hebben om haar.
Ik antwoordde van niet, maar wel dat ik me verbaasde over het feit dat ze een verbodsbord negeerde, en toch via die hellingbaan omhoog ging, daar waar alle andere reizigers gewoon via het trappetje en de draaideuren naar binnen gingen.
Ik vroeg me later het volgende af: Stel ik had haar, in haar eentje, daar waar álle andere passagiers via de trappen gingen, naar boven hebben zien gaan.
Stel je voor.
Had ik dan als een visverkoper op de markt moeten gaan brullen? Ik ken mijn stemgeluid. Als ik dat verhef, dan kunnen mensen daar wat van vinden.
Staat dat dan netter? Ze zal daar maar lopen, en mijn gebrul horen.
Dik kans dat ze van schrik dat rolkoffertje los had gelaten, kind naar beneden hebben laten suizen. Dikke smakkerd tegen dat hekje met het verbodsbordje. Moet er een ambulance komen. Of dat kind was met zijn koppie ín dat hekje geprakt. Brandweer én ambulance. Zul je zien dat ik de schuld krijg omdat ik een waarschuwing naar boven brulde. Los daarvan schreeuwen tegen passagiers.
Ik weet het niet, hoor. Dat past me toch niet zo heel erg. (Hoewel het niet zo is dat ik het soms niet zou willen, er zijn genoeg redenen te verzinnen om het wel te doen, maar ik wil ook een beetje de schijn ophouden dat ik 100% beschaafd ben).
Die dienstverlening behelst in mijn optiek ook het herbergen van afhandelaars die net als ik staan te wachten op een binnenkomer.
Het regende pijpenstelen. Ik stond al te wachten, en blijkbaar was er geen auto beschikbaar voor de 2 jonge afhandelaars, dus die werden in de regen afgezet op de vliegtuigopstelplaats.
Ik was verdiept in een artikeltje over het marineren van kip, en had weinig in de gaten. Dus in eerste instantie miste ik een klopje op de deur. Een tweede, luidere klop, deed me opschrikken, want niet alleen verwachtte ik niet dat er iemand op mijn deur klopt, degene die klopte, zag er uit als een verzopen vogelverschrikker, en dat was voor mijn brein dat de afweging aan het maken was tussen wel of geen hete peper in mijn kipmarinade, toch wat veel om te verwerken. 
Of ze even in mijn bus mocht staan, tot de kist arriveerde.
Natuurlijk. Wie ben ik om een van de hardst werkende mensen op zo'n luchthaven, buiten in de regen te laten staan.
Ik moest als gevolg wel de voorruit ontwaseming aanzetten, want binnen een halve minuut was mijn hele voorruit dichtgetrokken van alle uittredende vochten. Het komt weinig voor dat ze een tekort aan voertuigen hebben, maar ach, kleine moeite, groot gebaar. Plus dat je nogal eens gezellig kan ouwenelen met anderen uit de branche. In dit geval over het marineren van kip, waar ik van betreffende afhandelaars best wat goeie tips over mocht ontvangen.

Hoe dan ook, ik had een dagje weekend, volgende week weer twee daagjes. Het weekend voor de gemiddelde, niet in een 24-uurs-dienstverlenend beroep werkende mens, begint weer. Ik wens eenieder een beste toe.






1 opmerking:

  1. Er is in de arbeidspsychologie enorm veel onderzoek gedaan naar het probleem dat jij hier aankaart. En keer op keer komt er uit dat oplossingen zoals jij die beschrijft veel gezonder zijn, lichamelijk zowel als mentaal, voor de arbeidende mens. En niet alleen dat: ze leveren ook een werknemer op die beter en efficiënter (en opgewekter!) presteert. Maar werkgevers schijnen er overal ter wereld niet verder te willen kijken dan hun winstgerichte neus lang is. Triest, eigenlijk.

    BeantwoordenVerwijderen

HANDelingen

 De herkomst of bestemming van de vliegtuigen die ik leeg, dan wel vol rij, is mij niet vaak bekend. Dat is voor het uitvoeren van mijn werk...