zaterdag 30 november 2024

Helder maar toch niet.

"Hij/zij heeft een wat laag plafonnetje".
"Als je hem/haar diep aankijkt, zie je de achterkant van zijn/haar schedel".
"Het licht staat aan, maar er is niemand thuis".
"Zijn/haar snappertje is niet zo groot".

Dit gaat uiteraard niet over mij. Ook niet over mijn echtgenote. Niet over mijn dochter.
Maar ik kom soms mensen tegen waarbij ik, al dan niet doorspekt met heftiger vormen van ontheiliging, bovenstaande zinnen absoluut van toepassing acht en vaak ook uitspreek.

Het navolgende avontuur was er één waarbij ik, zonder vloeken en tieren, maar niet gespeend van enige verbijstering en verontwaardiging, bovenstaande zinnen, alle 4 van toepassing achtte.
Het was donker, het was nat en het was koud. Dé ideale omstandigheden om nu eens rustig en verstandig mijn werk te doen.
Dus rustig rijden, rustig indraaien, goed opletten, en goedmoedig zijn. Kalm aan. Dan overleven we allemaal deze dag, om hem eens rustig na te vertellen.
Met die mind-set, kwam ik aanrollen bij een vertrekkende kist. Die was nog maar net aan klaar voor de nieuwe lading passagiers.
Ik kreeg een duimpje, opende de deuren en liet de passagiers lopen naar de trap. En daar ontstaat dan, zoals altijd als er meer mensen dan ruimte in de doorgang is, een trechter effect.
Ergens schuin aan de zijkant stond een voertuig opgesteld van mensen die net klaar waren met het toestel (ik zal niet benoemen welke functie zij hadden, maar het is op zich een vitale).
Mijn passagiers begonnen redelijk wat vaart te maken, aangezien het dus nat en koud en donker was.
Fijn, want dat betekent dat ook ik minder lang in de donkere, kouwe nattigheid moet staan.
Toen er nog maar 4 of 5 mensen op het beton stonden, besloot de bestuurder van het voertuig om te vertrekken. En deed dat door stomweg op die laatste passagiers af te rijden, en flink te toeteren. Hij moest er langs.
Ik begon met de eerste van de vier bovenstaande zinnen te denken, en maande middels een armgebaar dat de betreffende chauffeur even zijn gemak moest houden.
Dat bleek tegen het zere been van de man te zijn, want hij stopte zijn voertuig precies tussen mij en die passagiers, en begon wild en onaangenaam te gebaren. "Wat moest ik wel niet?".
En toen volgde in mijn hoofd alle andere zinnen van de bovenstaande 4. En dat in combinatie met nog een paar andere, wat liederlijker vervloekingen aan het adres van dat gebrekkige toptalent.
Niet alleen moet je in het regenachtige donker, waarbij het zicht dus niet denderend is, terwijl er mensen zonder Hoge Zichtbaarheids Kleding lopen, niet gaan rijden. Dat is stomweg een overtreding van de veiligheidsregels.
Je moet ook niet gaan claxonneren naar passagiers om ze op te laten rotten. Die passagiers zijn, hoe je het wendt of keert, wel een groot deel van je boterham. Staat hoogst onbeschoft.
En je moet ook niet tussen mij en mijn passagiers in gaan staan stoer doen. Want ik moet overzicht houden, en ben uiteindelijk medeverantwoordelijk voor de gang van zaken. Dus belemmer je mijn werk.
Meneer de chauffeur van het niet nader te noemen bedrijf vertrok, met nog wat gewapper met middelvingers.
Wat moest ik hier nu alweer mee. Het leed was reeds geleden. Maar ja.
Uiteindelijk de regie maar gebeld en mijn verhaal gedaan.
De regisseur vond het evenals ik allerminst grappig. Waar ik opteerde voor een klacht naar het betreffende bedrijf, schaalde de regisseur op. In eerste plaats omdat hij vond dat een dergelijk gedrag naar "zijn chauffeur" onacceptabel was. Zo liet hij niet met "zijn chauffeurs" omgaan. En in tweede plaats vanwege de eerder genoemde veiligheidsovertredingen, en ongastvrij gedrag.
Dat muisje kreeg dus een staart, waar een gemiddelde rat bovengemiddeld jaloers van zou worden.

Een ander exemplaar waar het licht wel aanstond, maar waar niemand echt thuis was, diende zich aan op een maandagmorgen (misschien wel niet geheel toevallig dat het een maandagmorgen was, bedenk ik me nu).
De beste man stond net als ik, een beetje vast in het verkeer bij een school. En wilde blijkbaar inparkeren. Achteruit het vak in "fileparkeren". 
Op zich prima, maar dan moet je dat wel kenbaar maken. Bijvoorbeeld door middel van je knipperlichten aanzetten. Helpt, want dan zie ik wat je eventueel zou willen.
Dan moet je ook in je spiegels kijken of je die ruimte hebt.
Beiden deed de beste man niet. Hij knalde zijn auto zomaar achteruit, terwijl ik daar stond. En met verbijstering maar moest zien dat ik weg kwam (dat kon niet, want achter me stond ook nog een auto).
Ik roste mijn claxon maar schor, want ik zag geen andere optie.
De man stopte maar net op tijd, kwam half zijn auto uit om me middels handgebaren (niet eens in combinatie met middelvingers, dat geef ik hem na), kenbaar te maken wat hij wilde.
Ja, best. Ik snap dat. Maar geef dat aan, en kijk of het kan. Je kunt simpelweg niet doen alsof je de enige op de weg bent, pannekoek.

Jente (die ik op dat moment naar school bracht) vond het allemaal veel opwindender dan ik. Ik ben inmiddels wel gewend dat 99% van de bevolking slechter rijdt dan ik. En ik verdien dikke schouderbonken, want ik heb geen enkele heilige afgestoft. Hooguit heb ik het betreffende toptalent uitgemaakt voor mindervalide met een erg laag plafonnetje.
Ik moest naar school, want ik ben dus voor de tweede keer de geëngageerde bibliotheekvader. 
Normaliter sta ik op, slemp ik liters koffie naar binnen. Keuvel ik wat met Jente, maan ik haar om de ochtendroutine te volbrengen zonder continu afgeleid te zijn en breng haar naar school.
Maar als ik de bibliotheek moet bestieren, kom ik niet veel verder dan twee povere kopjes koffie, en moet ik, mezelf met grof psychologisch geweld naar het land der levenden trappen.
Ik moet mijn gezicht in de plooi strijken.
De koek uit mijn ogen poetsen.
Een basale wolk okselfris spuiten.
Een paar happen havermout proberen door te slikken, anders vreet ik die kinderen op.
Tanden poetsen en mijn keel schrapen, want ik kan natuurlijk niet met meurende bek en grommende stem mezelf zitten wezen daar.
En dan rest er tijd voor nog maar 2 kopjes koffie.
Die kinderen zouden er levenslang een trauma aan overhouden. Een soort van bleke Shrek zitten ze daar niet echt op te wachten.
Bij nader inzien zou ik kunnen stellen dat mijn sociale plafonnetje TIJDELIJK, echt TIJ-DE-LIJK, wat lager is, bij gebrek aan meer koffie.
En dan komen ze dus. Een stuk of 2 toonladdertjes aan kindjes uit groep 3. Die allemaal niet snappen dat de maandagmorgen eigenlijk bedoeld is om rustig bij te komen van het weekend. Of van een late dienst. Die allemaal niet snappen, dat sommige volwassenen (meesters en juffen uitgezonderd, waarvoor een immens respect) gewoon helemaal geen mens zijn, zo op de vroege maandagmorgen. Die allemaal kwekken, kwaken, kleppen en in sommige, niet onbestrafte gevallen, gewoon krijsen.
Moet ik als newbie dus dat systeem te zien doorzien. Wel enter, geen enter, wel f12 of juist niet f3. In willekeurige volgorde, doch zelden nog in 1 keer goed. Terwijl er in je oor getettert wordt.
Volgende week neem ik een literthermosfles koffie mee, en niet misschien doe ik er een scheut hartigs in.

Toch vind ik 2024 geen jaar dat nu eens schreeuwt om herhaling.
Voor wat betreft mezelf: een gierende tocht langs de afgrond van een burn-out, het volslagen gebrek aan begrip vanuit de werkgever, en het totale uitblijven van hulp (in plaats daarvan moest ik het stellen met een officiele schriftelijke waarschuwing, en een verlaging van mijn contracturen) hebben er best wel in gehakt.
Toegegeven: die 32 uur bevallen prima. Het lijkt erop dat ik meer tot rust kom, en meer toekom aan zaken die wezenlijk belangrijk zijn.
Het overlijden van mijn telefoon is een tweede zaak waar ik niet overdreven opgewekt van werd. Maar goddank had ik mijn oude telefoon bewaard.
Als ik dat nu ook met mijn bril gedaan had, had ik wellicht op het einde van het jaar, rond de drukste tijd voor de opticien een minder grote uitdaging gehad. Want uiteraard moest ook dat een raar soort drama worden in mijn toch al niet standaard huis-, tuin-, en keukenleven.
Dat ging zo:
Ik had een lekker vest aan naar mijn werk. Het is dan weliswaar zonnig, maar bitter koud, zeker op het altijd winderige platform.
Dat zonnige betekende uiteraard dat ik niet zonder zonnebril kan, en als ik die draag, hangt mijn bril aan mijn vest. Ja, ik kan touwtjes gebruiken, maar met 2 brillen hebben die de gewoonte om in elkaar te verstrengelen, waardoor ik na verloop van tijd, mezelf keel en geen enkele bril meer op mijn neus krijg.
Dus, hang ik ze aan mijn vest.
Ja, tot dat blijkt dat dat vest eigenlijk te dik is, en dus die bril niet goed houden kan. Ik wilde mijn bus uitstappen en registreerde ergens een soort van klettertje. Maar omdat ik al de eerste stap gezet had en geholpen door de zwaartekracht mijn voet richting de bodem van de bus aan het zetten was, was ik niet gefocussed op een bril waarvan ik zeker wist dat die hing waar die moest hangen.
En dus plantte ik mijn voet kordaat.... op mijn bril. Ik voelde het wel gelijk, en wist te voorkomen dat mijn volle 90 kilo dat brilletje helemaal zou vergruizen, maar het leed was wel degelijk geleden.
KRAK!!! Hoorde ik.
KUTGODVERDETOUWTYFUSHOERETERINGKUTVERDOMMESEGODNAKENDEKUTKLERE!
Hoorden alle omstanders (wat er weinig waren, aangezien ik niet met passagiers onderweg was).
Ik was in staat om het afgebroken brokje te bergen uit de bus, en uiteindelijk kon het ermee door.
Maar dat afgebroken brokje was wel de neussteun.
Deze ochtend, de zaterdag, naar de opticien. En ik ga zonder schaamte reclame maken voor de man: Specsavers aan het globeplein in Almere.
Toffe lui, die mijn brilletje kostenloos tijdelijk repareerden, en me eenzelfde montuur voor minder dan 1/3e van de prijs verkocht omdat ik anders veel geld kwijt was. Wat een toppers.
En zo komt ook dit gekke avontuur ten einde.

Mijn weekend begint, ik heb mijn ene weekend in de 7 weken. Dat is fijn.
Ik wens mezelf en alle lezers en hun aanpalende lieden een beste toe.








zaterdag 23 november 2024

Goedkope menselijkheid, niets is ons vreemd.

 Een hoop "zorgen". Een hoop verontwaardiging. Een hoop stampij. De Temu-webwinkel/Temu-app.
Een soort van Ali-express, maar dan nog goedkoper.
Doelgroep: mensen die lopen te huilstruiken dat een postzegel zo duur is, terwijl ze op facebook kwistig met felicitaties strooien, en zelfs niet zouden weten waar ze zoiets banaals als een postzegel voor een verjaardagskaart zouden moeten kopen.
Mensen die lopen te huilstruiken dat alles zo vreselijk duur is, terwijl ze 3x per jaar op vakantie gaan naar een all-inclusive resort.
Kortom: iedereen. Want Nederland is een duur land, en de lonen stijgen niet zo hard mee als de inflatie. Helaas. De beloften van Geert Wilders waren mooi, maar totaal niet nagekomen.
Die mensen, trappen massaal in de opengestelde valkuil van China. Want die mensen realiseren zich niet dat China dan weliswaar een handelspartner is, maar verre van een eerlijke, transparante handelspartner.
Zij willen maar al te graag hun spotgoedkope, kwaliteitsloze tinnef aan ons kwijt, maar om als Nederland iets in China kwijt te kunnen, is onverklaarbaar veel lastiger. Maar ja. China en Chinese zooi is lekker goedkoop.
Het is zo goedkoop, dus mensen kopen zich scheel op die website of app. En men realiseert zich blijkbaar niet dat producten niet voor niks zo vreselijk goedkoop zijn. De kwaliteit is er niet, maar de prijs is uw privacy. Uw leven.
Waar diezelfde mensen lustig allemaal bezopen hoaxen delen over dat facebook geen gegevens van ze mag gebruiken, want "MiJn PrAifAsssieEeE1!!!1one!1", geven ze zonder enige gene of intelligentie hun hele hebben en houden aan een of andere griezelige Temu-app.
Die vervolgens al hun data aan de grote communistische roerganger geven. Tja.
Ik vind het verbijsterend dat mensen zich niet realiseren dat als een product gratis of té goedkoop is, ze niet betalen met geld maar met zichzelf. Dan zijn zij dus blijkbaar het product. Die grenzeloze naiviteit vind ik schokkend, en enigszins vermakelijk. En met het risico dat ik voor arrogant versleten wordt: ik wist dit al. Een gezond wantrouwen in de Chinese overheid en het Chinese bedrijfsleven, in combinatie met een absolute weerzin tegen het fenomeen "accounts", maakte dat ik op geen enkele wijze iets van Temu (of Ali, for that matter) zou willen hebben. Plus het feit dat ik liever iets van kwaliteit wil, dan iets dat na verzending al op niet te herleiden manier niet meer werkt.

Op mijn bijzondere (en op veel momenten bizarre) werkplek wordt op dit moment flink geïnvesteerd in vernieuwing. Dat kan absoluut geen kwaad, en het maakt dat je als gebruiker van de infrastructuur geen 24 uur achter elkaar hetzelfde "wegbeeld" hebt.
Geen 24 uur is hetzelfde, ondanks dat je toch echt hetzelfde zou moeten doen.
Voor ons leidt dat tot nogal eens wat onverwachte wegomleggingen, die zelden duidelijk worden aangekondigd. We leren het "on the job". De nieuwste omlegging is er één die ervoor zorgt dat we serieus heel veel meer meters moeten maken om op de bestemming te komen. Maar ook een die tot nogal wat onmin en onbegrip leidt. Een van die omleggingen heeft er namelijk voor gezorgd dat een van de doorsteek-straatjes, die vroeger 2- richtingsverkeer was, nu nog maar éénrichtingsverkeer is.
En dus sta je met je 12 meter lange bus nogal eens neus aan neus met iemand die de enorm grote verbodsborden niet wilde of kon lezen. Of zich er simpelweg geen flikker van aan trok. Ja. En als ik met passagiers in de bus zit, ga ik niet achteruit. Ten slotte sta ik in mijn recht. En andermans problemen oplossen, is maar zeer beperkt in mijn DNA in gebakken.
Maar goed, die eerste dag, vergeef je je mede-weggebruikers wat, want het is allemaal nieuw. En als het voor ons onverwacht was, is het voor meer mensen onverwacht. Dus kom op. Ik kan best even kijken of ik zoiemand een centimetertje kan helpen.
Maar het moet geen gevaarlijke situaties opleveren. Ik kan simpelweg niet met 12 meter straffeloos achteruit steken. Er zit verkeer achter me, dat ook niet verwacht dat ik ineens achteruit ga rijden.
Mensen verwachten sowieso niet altijd transport per bus naar een vliegtuig, en met dat vele omrijden, vertel ik ze maar dat ze gratis een toertje over de luchthaven krijgen.
Dat leren "on the job", zorgde voor een wat vreemde sfeer in mijn bus, een paar dagen geleden.
Van de hoogste hotemetoten moeten wij álle deuren geopend hebben bij het in- of uitstappen van de passagiers. Onhandig, want de warmte (zeker nu) vliegt dan nog sneller naar buiten, en kost erg veel batterijcapaciteit. Onhandig, want de meeste mensen hebben nu eenmaal geen idee van het feit dat voorin die bus staan, mijn zicht ernstig belemmert, en daarmee de veiligheid.
Diezelfe hotemetoot beweerde ooit dat hij liever klachten van passagiers ontvangt omdat ze te gewelddadig naar achteren gekegeld werden, dan dat hij klachten ontvangt over een dichte voordeur.
Prima, kan hij krijgen. Ik sta voor niks.
Bij een binnenkomende vlucht, moest ik dus maar weer zien dat ik me door de mensenlijven naar mijn stuur wrong.
Ik besloot om eens geen poging te doen tot het worden van wereldkampioen mensen-kegelen, maar het met een grapje af te doen, en dat ging zo:
Ik: Mevrouw, als u daar blijft staan, kunt u evengoed achter het stuur zitten, en die bus naar de terminal rijden. Dan gaat het misschien wat sneller.
Mevrouw: haha, maar ik kan geen bus rijden.
Ik: het is heel eenvoudig, ga maar zitten, ik leg u wel uit wat u moet doen. Ik heb het vanmorgen zelf on-the-job geleerd, iedereen kan het. Heus.
Mevrouw:..... Jamaar..... Jamaar..... Is dat wel veilig dan?
Ik: Nee, natuurlijk niet. Maar het is wel heel erg leuk. Let's go!!!
Mevrouw:.......
Mevrouw:...... Neemt een paar dragonderstappen naar achter, en kegelt zelf haar mede-passagiers bij kans naar buiten.
Opgelost.

Een verhaaltje van Ilse:

Ons Jente krijgt in de avond vaak een melatonine pilletje. Dit omdat ze moeilijk in slaap komt, ze zelf blijkbaar weinig aanmaakt, en er dus baat bij heeft. Niet alleen slaapt Jente dan wat makkelijker, voor ons is het ook wat minder heibel in de avond.
Dat pilletje doen wij gewoonlijk in de geopende mond van Jente. Dat is een beetje de "traditie".
Alsof we een jong vogeltje voeren. Heel ontroerend.
Onze Colette heeft het aan haar schildklier, en krijgt daarvoor ook een pilletje, dat moeten we ook in haar strot rammen, anders vreet ze het niet.
En de hond krijgt af en toe wat lekkers. Net als bij Jente gaat dat van "GLOBBERDEGLOBBERDEHAPSLIKWEG".
Maar omdat wij wij zijn, en niet altijd even gestructureerd of georganiseerd, ging het van de week mis.
Gedachtenloos wilde Ilse Jente haar melatonine geven, pakte dat pilletje, liep naar de hond en de hond deed inderdaad "GLOBBERDEGLOBBERDEHAPSLIKWEG". En weg was het pilletje voor Jente.
En pas toen realiseerde Ilse zich dat ze de hond gedrogeerd had met een slaappilletje voor kinderen.
Letterlijk geen kind meer aan gehad.
Zo moet dat dus niet.

Hoe dan ook:
Weer een bijtijdse blog. Maandag weekend, ik wens u nu alvast een goeie toe.




maandag 18 november 2024

Ontzorgd, maar weekend

Ik sta niet bepaald bekend om mijn lange lontje. En zeker als het aankomt op zaken die mij persoonlijk aangaan, kan ik behoorlijk kort aangebonden zijn. 
Een van die zaken, is zorg.
Sinds ik geen militair meer ben, moet ik maandelijks een enorme som overmaken aan in mijn geval de FBTO. Die betaalt dan weer de kosten van mijn zorg, maar voor de rest doen ze niks.
Prima.
Mijn zorgverlener krijgt van al die premies een enorme berg geld terug. En daar gaat het mis.
Ik moet elke avond een dosis insuline in mijn lijf rossen, en dat gaat via een receptje bij de inpandige apotheek.
U voelt hem aankomen?
Elke keer dat ik die zooi nodig heb, is het een mijl op 7 om er aan te komen. Ik moet door 3 of 4 hoepeltjes springen om dat recept te herhalen. Want niet dat een diabeet gewoon een automatisch doorlopend recept heeft om in leven te mogen blijven, neeeeeeeeeeeheeeee dát zou té logisch, té makkelijk zijn. Laat iemand die afhankelijk is van medicatie maar lekker bungelen, bidden en smeken. Lachen, man.
Dus elke zoveel weken hang ik aan de lijn met de apotheker, of ik alsjeblieft mijn levensreddende sapjes mag hebben. En elke keer zeur ik om een herhaalrecept. Elke keer belooft men mij dat er verandering komt in de processen, en elke keer gebeurt dat dus niet. Elke keer zou ik een mailtje moeten krijgen dat mijn zooi klaar ligt, en elke keer weet het mailsysteem van de apotheek mijn gmail niet te vinden.
Elke keer moet ik minimaal 60 minuten in de telefonische wacht staan. En elke keer dien ik er een klacht over in. Elke keer belooft men mij beterschap.
Never happens. Om horendol van te worden.
Tot ik van de week insuline nodig had, ik eindelijk na een verbijsterende (slechts) 19 minuten een meisje aan de lijn had, die me opgewekt mede deelde dat ik het na 3 werkdagen wel op zou kunnen halen. En daar zat een weekend tussen. Heh ja, heh kut.
Of ze niet een los pennetje op voorraad hadden. "Nee, meneer, zo werkt dat niet".
Mijn onderkaak zakte op de grond, mijn wenkbrauwen eindigden in mijn nek en gingen in combinatie met mijn nekharen overeind staan, en er vormde zich een intimiderend schuimlaagje op mijn lippen. Ik vroeg die trut of we dan niet gewoon samen konden besluiten dat ik geen diabeet ben. En dat we gewoon stoppen met de hele kermis, aangezien de apotheek er blijkbaar vanuit gaat dat diabetes helemaal geen gevaarlijke of zelfs maar dodelijke aandoening is.
Heel gek, maar ik moet ook gewoon werken, dus Ilse nam het deels over. En kreeg de opdracht om maar naar een andere apotheek te gaan, drie wijken verderop.
Daar kreeg zij te horen, dat ik de dag erop al zou kunnen beschikken over mijn medicatie, maar dat ze het gek vonden dat Ilse naar hun werd doorverwezen, omdat onze eigen apotheek gewoon insuline op voorraad heeft.
Ik.
Werd.
Gek.
Omdat ik niet als een compleet lijpe lotje, schuimbekkend mijn passagiers rond kon rijden, probeerde ik dat schuim in te slikken en mijn opgestoken nekharen onder mijn pet plat te drukken. Dat lukte aardig.
Vervolgens tikte ik in pure boosheid en radeloosheid (want ik wil best betalen voor zorg, maar ik heb ook nog trots in mijn lijf. Ik vind het mensonterend dat je iemand met een chronische ziekte op deze manier door hoepeltjes wil laten springen om aan zijn spullen te komen) een mail aan mijn huisarts. Of zij niet eens met de mensen van de apotheek kan praten over de walgelijke gang van zaken.
Het antwoord was even kort als onthutsend. Nee, ga zelf maar praten.
Ik ben wel uitgeluld. Ik heb talloze keren dat castrovalva proberen te overtuigen dat zorgverlenen iets heel anders is, maar ergens beginnen mijn stembanden toch te protesteren als ik weer een vruchteloos gesprek aan moet gaan.
Dan maar niet. Weg met castrovalva, hopen dat het elders wat menselijker mag gaan.
Ik ben blijkbaar heel gevoelig voor menselijkheid.
In een vlaag van verstandsverlichting besloot ik om dat gezichtenboek eens te gebruiken voor meer dan de publicatie van wat foto's en geklets. Ik ben namelijk lid van een pagina gewijd aan het wel en wee van mijn wijk. En daar maar eens gevraagd naar alternatieven.
En op basis daarvan besloten dat ik me bij een ander ga inschrijven. Misschien dat zij menselijker omgaan met patienten. Zo niet, kan ik altijd weer wisselen. Of zo.

Gucci is een best wel intens beest. En gelukkig krijgen we begeleiding van 2 heel bekwame dames, die ons leren wat zij willen dat wij (de hond) leren. Dat moet ook wel, Gucci wordt ten slotte geen huis-, tuin-, en keukenpup.
En omdat Gucci haar bek maar blijft inzetten voor zaken waarvan wij dat dus absoluut niet willen, gingen beide dames met Ilse en de hond mee naar het bos. Om te kijken wat er precies gebeurde, op welk moment en hoe we dat in andere banen moesten leiden.
Er gingen voertjes mee, en wat speeltjes.
Gucci mocht lekker los.
Een van de KNGF-dames, pakte de speelflos om iets voor te gaan doen, maar was misschien toch niet helemaal bedacht op de hoge mate van intensiteit van Gucci. Want na alle voorbereidende uitleg, stak de dame Gucci de flos toe om iets voor te doen. Gucci deed: HAP-GLOBBERDEGLOBBERDE-SLIK en weg was de dikke speelflos. Daar sta je dan. Met al je goeie bedoelingen. Meteen naar de dierenarts te kunnen om dat beest vol braakmiddel te stoppen.
Voordeel was dan wel dat we de rest van de dag een heeeeeel erg mak hondje hadden.

Over braken gesproken.
Reizigers kunnen op veel manieren reageren op een al dan niet turbulente vlucht. Sommigen daarvan gooien gewoon hun laatst genoten maaltijden eruit. Als je pech hebt in de bus, met minder pech, ergens daar buiten.
Een van de reizigers die bij een collega in de bus zat, gooide precies bij de deur van de bus, zijn laatst genuttigde maaltijd eruit. Vervelend, maar gelukkig niet ín de bus. Meestal roepen we dan de regie op, zodat zij een schoonmaker kunnen sturen om het bergje barf weg te spoelen. En meestal krijgt de ongelukkige chauffeur de opdracht om wat minder woest te rijden.
Maar goed, het duurde iets langer dan gebruikelijk voor de schoonmaak er was, en ondertussen kwamen er steeds meer bussen bij de terminal. En die bussen braakten hun lading passagiers uit, die langs, of door die eerder neergelegde berg braak moesten lopen. Is vies.
Uiteindelijk kwamen er twee mannen, die met een halve liter flesje spa die wanstaltige zooi weg probeerden te spoelen. Iets met "too little, too late".
Uiteindelijk was er iemand zo slim om de hele zooi met een hogedrukreiniger weg te spuiten. Geen moment te laat, want het begon er ook wat zurig te meuren.
Een paar ritten later, stond er een passagier redelijk voor in de bus te klagen dat hij zo misselijk was geworden van de turbulentie. Kut, net als ik die mensen naar een heel erg ver afgelegen ingang van de terminal moest rijden.
Dilemma. Ga ik voor snel, maar dan weinig subtiel. Of ga ik voor rustig maar langzamer... De man wist zich kranig te houden, en pas toen hij de deur van de terminal door was, zag ik hem wat minder ontspannen bewegingen maken. Ik hoop maar dat hij de boel binnen heeft weten te houden.

Goed, ik was wat later, maar aan de andere kant: mijn weekend is begonnen. Als bibliotheek vader, wel te verstaan. Jente had zich er heel erg op verheugd, maar ik kreeg alleen wat uitleg, kon wat oefenen en er kwamen louter groep 3 kinderen.
Ik wens eenieder een mooie start van mijn weekend.

vrijdag 8 november 2024

Handelskade, voorlezen en Donald Duck Trump

 De handelskade.
Mijn werkplek kent 2 haltes, waar ik de bus kan laten stoppen. "Schipholgebouw" is er één van, en wordt aangedaan door grijze bussen. Bussen die op alle haltes stoppen binnen het gebied van Schiphol. "De handelskade" is een halte die wordt aangedaan door rode bussen. Bussen die op veel minder haltes binnen het gebied van Schiphol stoppen. Dat zijn de streekbussen. Beide haltes zijn min of meer op loopafstand.
Afhankelijk van waar ik parkeer, kan ik uitsluitend een grijze bus pakken. Of ik kan kiezen voor een grijze of rode bus.
Op een goeie en nog zonnige dag, besloot ik de rode bus te pakken. Die is net even wat sneller dan een grijze, want stopt op minder haltes. Goed opletten dus dat ik wel op de juiste halte uitstap, anders schiet ik mijn doel met kilometers (letterlijk) voorbij.
Nu is het als buschauffeur zo, dat je je bus goed op de halte moet zetten. Tijdens een instructie van een erg eigenwijze kerel, leverde me dat een gebroken middelvinger op. In het OV is dat net zo. Netjes halteren, zodat je reizigers zo veilig mogelijk in- en uit kunnen stappen.
De chauffeuze van de bus die ik naar mijn bestemming had, deed dan ook precies dát: heel erg netjes halteren.
Alleen nu wil het ding dat niet al die haltes even handig zijn aangelegd. Soms zijn die haltes een paar centimeter te hoog aangelegd, waardoor deuren van die bus niet open kunnen, als de chauffeur in kwestie netjes halteert.
(Ja, serieus, er worden nog steeds bushaltes gebouwd die niet berekend zijn op de bussen die er moeten stoppen. En daarmee dus zorgen voor het feit dat je als chauffeur toch net eventjes verder van die halte moet parkeren dan je lekker zou vinden voor je passagiers. Er zijn dus nog steeds van die stoere kantoortijgers die ergens een tekeningetje maken voor een hippe halte, zonder kennis of inzicht in waar dat voor gebruikt zou moeten worden, en hoe. Het is hemeltergerd. Je hoopt dat mensen die zoiets construeren zelf eens een middelvingertje of 2 breken).
De chauffeuze van mijn bus, parkeerde dus erg netjes, deed de deur open, ik groette haar vriendelijk en vrolijk. Wenste haar een fijne dag en liep vervolgens met mijn snufferd tegen een half geopende deur. Die deur was namelijk halverwege klem komen te zitten tussen de bus en de stoep van de halte.
Nog nooit dat ik een half geopende deur kuste, maar dit was hem dan: mijn eerste busdeur-kus.

Van 40 naar 32. Hoe bevalt dat nu? Mijn eerste complete roulatie zit erop. Ik heb mijn eerste complete vrije week erop zitten. 5 ingeplande vrije dagen.
Alle diensten laat.
Het was en is financiëel slikken. En eigenlijk bizar dat een bedrijf de problemen zonder enige vorm van ceremonieël bij de werknemer legt (niet mijn woorden, maar die van een vertrouwenspersoon die ik er naar vroeg). Dus zullen we actief op zoek moeten naar bezuinigingsposten. Maar, zoals mijn betere helft zegt: het komt wel goed.
Mijn maatjes uit de ochtenddiensten mis ik ook. De harde humor. Het pretentieloze. Het doordouwen. De oprechte interesse in elkaar.
Mijn maatjes uit de avonddienst zijn voor 80% ook toppers. Wat pretentieuzer misschien. Wat meer prinsesjes. Maar ook in de avond is het gezellig en goed werken. Het is wat rustiger, en daardoor wat meer ruimte. Maar ook hier weer: de oprechte interesse in elkaar. En de  gezelligheid. Het gezamelijk balen als we allemaal tegelijk pauze krijgen, terwijl er maar 2 magnetrons ter beschikking staan. Had allang geregeld kunnen zijn, maar dan moeten de juiste figuren wel voldoende interesse hebben in het wel en wee van de avonddienst.
En ik begin langzaam op te krabbelen. Ruimte te krijgen voor andere gedachten. En die gaan nogal eens heen en weer.
Ik heb nog steeds geen hobbies gevonden. Serieus, ik loop zo ontzettend achter. Normale mensen van mijn leeftijd hebben hobbies. Die gaan naar de plaatselijke toneelvereniging. Of staan 2x per week te padellen. Kantklossen of zo.
Tuurlijk: ik verzamel mijn auto's, maar dat staat op een laag pitje. Ik heb wat dat betreft wel bijna alles wat mijn hartje begeert.
Lego? Ja, heel leuk. Maar zelfs met 40 uur per week niet echt een hobby die je in het groot uitoefent. Bovendien: ik zie al een blokje op de grond vallen, en voor ik kan bukken om het op te rapen, in de bek van de hond verdwijnen om er deels verteerd en afgevuld met hondenmest weer uit te komen. Dat is dan het meisjestoilet waar de slang uit Harry Potter komt.
Dus ik ben er nog niet. Ik ben er nog lang niet. Maar als u als lezer nu eens een prima idee heeft voor een duurzaam inzetbare hobby voor uw nederige scribent, ik hou me van harte en warm aanbevolen. Ondertussen ben ik onder leiding van schonebroer Sietse begonnen aan wat misschien wel een leuke prelude kan zijn voor mijn hobby-leven.
Ik ben begonnen met het maken van een versnellingspook-knop voor in mijn auto. Van hout. Vorige week maakte ik van wegwerp-vuren-waaibomen-hout een opzet. Om te leren hoe een draaibank werkt. Deze week kwam ik terug met "het plan van aanpak".  Dat kon gelijk gepauzeerd, want het hout dat we in gedachten hadden, bleek te klein te zijn, maar we vonden wel een machtig mooi stuk lindenhout. Met allemaal mooie onvolkomenheden erin. Stuk op maat uitgezaagd, en vervolgens de scheuren, die ik zo mooi vind, maar als versnellingspookknop snel gaan irriteren, afgevuld met epoxy en kleurmiddel. Dat afvullen ging uiteraard niet subtiel, en we hebben 2 bekers moeten mengen, omdat de scheur blijkbaar dieper was dan we op ooghoogte hadden kunnen zien. Maar het leerde ook dat een laagje epoxy erop de nerven veel beter uit liet komen, en het hout een prachtige diepe kleur geven. Dus het op maat draaien en afwerken, is een weekje op geschoven, maar ik ben nu al helemaal in mijn nopjes als het resultaat er gaat zijn.
En dan dit: ik word een maatschappelijk en pedagogisch geëngageerde ouder. Ja.
Ik ben een van die ouders die mild cynisch kijken naar die schoolplein moeders en vaders die zich overal mee bemoeien. De ouderraad. Schoolreiscommissie-ouders. Gymouders. Avondvierdaagse-ouders. Etc. Ik wilde er nooit bij horen, want ik ken mezelf. Niet subtiel genoeg om de porcelijnkast heel te laten. Zelfs niet per ongeluk. Van die boblijn-bekapte moeders die ik niet vriendelijk genoeg vertel dat hun ideetjes nog bespottelijker zijn dan hun eerste idee om zich voort te planten.
En nu word ik dus Bieb-ouder.
Ik kan schrijven, dus ik kan lezen. En voorlezen. Ik weet oprecht niet hoe ik hierin verzeild ben geraakt maar over dik anderhalve week zit ik in de bibliotheek van Jente's school, allemaal kinderen te vertellen welk boek ze wel en niet moeten pakken, ik geef ze op hun flikker als ze te laat zijn met het inleveren, en zelfs voorlezen schijnt bij dit takenpakket te horen. Jente vindt het geweldig. Ik moet vooral nog wennen aan het idee.
Dus: los van houtdraaien: ik wacht nog steeds op de eindoplossing: wie helpt Marnix aan een duurzaam inzetbare hobby...

Iets anders.
Onze Geert Wilders, die populistisch bazelend, talloze beloftes kakelend aan het roer van ons land kwam te staan, is tot op heden niet in staat gebleken het leven van "de gewone man" ook maar een fractie te verbeteren. In tegendeel zelfs. Het leven van die "gewone man" wordt er alleen maar moeilijker op. En Geertje Wilders kijkt er naar en doet er helemaal geen fuck aan. Kan hij niet. Is hij te talentloos voor.
Maar toen Donald Duck Trump de verkiezingen in Amerika wederom won, was Geertje, ons eigen lallende populistje, er als de kippen bij om meneer Donald Duck Trump te feliciteren. En te melden hoe trots hij was. Ik moest lachen. Onze eigen keffende Geert, die politiek nog geen deuk in een pakkie boter weet te krijgen, likt aan de harige aars van zijn Ome Donald, in een poging om vriendjes te worden/blijven/zijn. Hoe schattig.
Wij kunnen veel vinden van meneer Trump. Tegen of voor. Het maakt niet uit. Amerika heeft gekozen. En dat is democratie. En daarmee krijgt heel Amerika de leider die het grootste deel van Amerika verdient. Ik geloof nooit dat de wereld een mooiere plaats wordt, met zo'n wangedrocht als leider. Ik geloof ook niet dat Nederland nu zoveel beter wordt, met ons eigen wangedrocht. Wat dat betreft is democratie een overschat iets. De meerderheid wil onderbuik-politiek, de minderheid moet het ondergaan.
Aan de andere kant: wat een of andere haat-pruik als een Wilders wel of niet vindt: ach, laat ik het erop houden dat ik mij niet bepaald veel gelegen zal laten liggen aan wat hij wel of niet wil. Hij is niet mijn leider. Niet mijn voorbeeld. Evenmin als dat schertsfiguur die ze in Amerika hebben gekozen. Ik heb mijn eigen setje normen en waarden meegekregen, en langs die lat leg ik die politici. Zijn ze het met me eens: mooi, zoniet: ook mooi. Ik kan er niks tegen doen, dus doe ik wat ik doe: ik geef mijn mening erover en leef mijn leven. Dat is op zich al een beste uitdaging.
Wel leef ik stiekem mee met de normale Amerikaan. De redelijke Amerikaan. De hardwerkende Amerikaan, voor wie het leven er met zo'n debiel als een Trump er toch niet op vooruit zal gaan. Net als bij ons.
Ach ja....

En dit geschreven hebbende, begint voor u het weekend, voor mij eindigt het. Ik wens eenieder een beste toe.


vrijdag 1 november 2024

De hond, een telefoon, beiden gingen niet met de trein...

 Kent u dat verhaal van die middelbare man die met de trein ging?
Nee?
Kan kloppen, de trein ging niet, dus hij ging niet.
Ik had het allemaal zo mooi bedacht en uitgewerkt. Zelfs met mijn laatste dienst kwam het allemaal prima uit. Mijn fiets stond al in de startblokken, ketting gesteld en remmen gesmeerd, en de ergste tegenaan-hik was al helemaal verdwenen.
Ik had me er al helemaal op ingesteld dat ik de komende tijd speelbal zou zijn van het noodlot dat NS heet. Flexibel moeten zijn omdat "het spoor" dat van me vraagt. Neemt u maar een treintje eerder of later. En: al is de reiziger nog zo snel, de NS vertraagt hem wel.
Ilse was de brenger van het slechte nieuws. Mijn plannen zijn leuk, maar niet uitvoerbaar. Want er zijn zoveel werkzaamheden in de nacht aan dát stukje spoor, dat ik simpelweg niet meer binnen acceptabele tijd thuis kom. Ja, via allemaal andere steden in compleet andere provincies. Of als ik bereid zou zijn om zeker 80 minuten te fietsen naar een veel verder weg gelegen stationnetje. Maar het eigen, min of meer dichtbij gelegen stationnetje bleek simpelweg niet haalbaar.
In elk geval gedurende de komende maand nog niet. Ik was niet van plan om de NS 119 euro per maand te doneren als ik geen gebruik kan maken van de trein. Er zijn grenzen aan mijn extreem goede inborst. Volgende maand maar eens kijken of dat wel lukt, want het financiele rekensommetje ziet er nog steeds goed uit, als de trein wel rijdt, als die niet rijdt wordt het ineens 2 keer zo duur.
Gelukkig dat Ilse vooruit keek, anders had ik nu én benzine moeten aftikken, en een nodeloos abonnement.
Omdat ik graag meedoe met landelijke trends en dus graag klaag, zie ik mezelf dus ook voor een ander soort fait-accompli gesteld: ik kan niet klagen over iets waar ik nauwelijks last van heb. Ik heb geen abonnement dus ik kan ook geen geld terugclaimen. Ik reis dus niet met de trein, dus ik kan ook niet klagen dat de trein niet rijdt, of vertraagd is of..... Dat is extreem slecht. Hoewel...
Laat maar.
Volgende maand, als de werkzaamheden afgerond zijn maar eens opnieuw kijken. Misschien dat de NS mij dan wél kan en mag vervoeren. Met alle mitsen en maren die daar dan weer aan verbonden zijn. Voorlopig dus nog geen avonturen uit/met/in/over de trein in mijn blog.

Van de week vroeg collega F. mij of ik nog blij was met mijn opvouwbare telefoon. Dat antwoord was toen een matige "ja". Dat opvouwbare scherm zaten dan weliswaar al scheurtjes in, maar de accuduur was na een jaar nog prima en de telefoon was snel zat.
F. begon te vertellen hoe de telefoon van zijn vrouw er zomaar ineens de brui aan had gegeven. Scherm ging op zwart en je communiceert maar met rooksignalen, want die telefoon doet niet meer mee. Ik vond dat oprecht sneu voor de vrouw, maar verzekerde F. dat mijn telefoon het nog naar behoren deed.
Dat soort victorie kraaien, is niet best voor je karma. Want op een niet-meer-zo-zonnige ochtend wilde ik de vader van een vriendinnetje van Jente zijn nummer opslaan, graaide mijn telefoon, sloeg hem open en staarde in het grote zwarte NIETS.
Dood.
Niks meer mee aan te vangen. We communiceren met rooksignalen, want die telefoon doet niet meer mee.
Die telefoon, waar alles op staat. Alles uiteraard voorzien van accounts en wachtwoorden, die ik in geen jaren meer up-ge-date heb, en dus ook niet meer weet. Mijn telefoon weet ze, dus waarom zou ik.
Het begon met een mild gevloek en gesakker, en eindigde in complete razernij, schuimbekken en de diepgewortelde wens tot het verwoesten van... Vooral die telefoon, maar eigenlijk ook alles wat tussen mij en dat hoerending in kwam.
Ilse was zoals gewoonlijk veel intelligenter. Zij dook mijn oude, heel erg grote telefoon op, en gezamenlijk installeerden we die maar weer. Een nieuwe telefoon zat en zit niet bepaald in mijn planning. Financieel niet, en eigenlijk ook principieel niet. Ik heb goudgeld aan die hoerenvouwtelefoon uitgegeven in vrije dagen, en na een jaar al is dat ding dooier dan dood. Mijn oude, onpraktisch grote telefoon heeft een batterij die sneller leegloopt dan het personeelsverloop bij sommige, niet bij name te noemen bedrijven in het personenvervoer.
Maar het zal maar moeten, want ik heb even niks anders. En wil dus ook even niks anders. Dus puilen mijn zakken uit van een veel te grote telefoon, met aanpalende powerbank. Scheef jasje? Ik lijk wel een dakloze hoarder met dat ding erin verstopt.
Hoewel... Mijn vrees bleek wat dat betreft niet helemaal gegrond. Want uiteraard moest dat ouwe ding eerst eens grondig aan de stekker. Maar inmiddels bijna 24 uur later, zit er nog steeds prik in. Verbijsterend, omdat ik de laatste maanden van het intensieve gebruik, vaak 2 keer per 24 uur, soms wel 3 tot 4 keer per 24 uur met een powerbank moest redderen. Kan een batterij zichzelf weer restaureren, in een jaar van onbruik? Dat zou fijn zijn.
Maar serieus: koop geen Samsung flip of fold. Want het is volkomen kut. (Voilà: is er geen trein om over te mekkeren, dan wel een vervloekte telefoon).

Oh ja, de hond. Die is er ook nog.
Gucci groeit als kool en inmiddels begint haar bekkie een soort van fietsenstalling te vertonen. Die scherpe godvergeten puppytanden beginnen eindelijk te wisselen. Het bijten lijkt wat minder te worden, vooral als je regelmatig "HUMHUM" bromt.
Ze begint ook doortrapte trekjes te vertonen. Op een van de radiatoren hangen soms wat doeken te drogen. Geen doeken van of voor Gucci. Maar gewoon thee- en of handdoeken.
Die vindt ze natuurlijk helemaal geweldig. En we moeten opletten dat ze er niet mee aan de haal gaat. Ten slotte heeft ze haar eigen speelgoed, en andere spullen dienen niet in haar bek gesloopt te eindigen.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het geen enorme aantrekkingskracht op haar heeft. Als we haar betrappen op een poging tot diefstal van die doeken, dan roepen we heel hard "NEE!" En verdomd dan luistert ze. Min of meer. Vaak probeert ze dan de aandacht van haar voorgenomen wandaad af te leiden door huigelachtig aan de radiator te gaan likken. Want die is oh, zo lekker, en verdient uiteraard haar onbaatzuchtige liefde.
Ze is ook meester in de ruftkunde. Ligt ze eindelijk lekker loom naast de bank, onder mijn benen, kan ik ook eventjes ontspannen. Eventjes een boek lezen. Of het nieuws bekijken. Lekker relaxen, tot er een werkelijk wanstaltige lucht opstijgt en mijn neusgaten tot kokhalzen toe teistert. En dan hoor je ze dus niet. Geniepig stil ligt ze uit haar kont te stomen, en mij groen van ellende te ruften.
Of ze komt lekker even wat aandacht vragen, na haar maaltje. Ze steekt haar snuit naar me toe en een werkelijk imposante boer zendt ze in mijn gezicht. Zo één waar je elke losse en natte geluidstrilling in je smoel voelt kletsen. Superfijn dat ze je moeite tot voeden waardeert, met een ferme (en ranzige) lik en een volwassen boer.
De vloerkleden zijn inmiddels niet meer bruikbaar, Ilse heeft de helft van haar garderobe kunnen vernieuwen omdat dat  jonge, onwetende hondje er niet zozeer gaten in bijt, maar het geheel gewoon aan flarden scheurt en inmiddels is dat beest zo groot aan het worden, dat we onze waardevolle artikelen, die niet voor haar bek bedoeld zijn, in een atoombom-bestendige kluis op moeten bergen.
Leuk man, zo'n hond.
Maar van de week was ik een dagje thuis. De avond ervoor hadden we pizza besteld van een keten genaamd naar een specifieke Amerikaanse stad. Die pizza smaakte, mede door alle smaakversterkers erg goed, maar bleek een schijf ellende te zijn die een spoor van verwoesting trok door mijn maag- en darmkanaal. Een toiletbezoekje mondde uit in een kreun- en spuitmarathon van een uur en na afloop van die bezoeking voelde het nog alsof er een tracktor met ploeg door mijn binnenste aan het rollen was.
Kortom: ik voelde me ellendig en om mijn jarige schoonmoeder niet te belasten met een gast die continu naar hun toilet moest rennen met spuitende gribuszooi, bleef ik thuis. Met de hond. Ik hield een wedstrijdje winden laten met haar. Speelde wat lafjes. En ze was rustig. Ze was lief. En bijna geduldig. Geen tandje gevoeld op plekken waar die niet horen.
Dus ze kan het wel.

Dit geschreven hebbende, begint voor u het weekend weer. Voor mij niet. Ik heb andere opgelegde plannen. Ik werk het weekend, en als beloning daarvoor ben ik komende week maar liefst 5 dagen vrij.
Ik wens u een allerbeste.



(Wan)smaak

 De ontdekking. We hebben een collega. Prima vent. Goeie chauffeur. Typisch product dat bij ons past. Voorheen werkzaam in de horeca en zelf...