Toen ik 10 was, kreeg ik een missie: ik had met mijn stomme kop gezegd dat het
misschien wel leuk zou zijn om van mijn trompet mijn beroep te maken, en
sindsdien heeft er nooit meer iemand aan mij gevraagd of dat ook echt nog wel
zo was. Dat ik, met dat ik dat zei, mijn hele jeugd opgaf, kon ik toen niet
weten.
Mijn leven bestond daarna uitsluitend uit school en trompet. Want ik had immers
gezegd dat…. En wee mijn onwetende gebeente als ik op school lager dan een 6
haalde. Wee mijn getalenteerde gebeente als ik niet gelijk 100% perfect mijn
lesjes speelde. Dan daalde toorn en venijn in diverse vormen op mijn hoofd
neer.
Op het conservatorium afgeleverd, merkte ik al snel dat ik een buitenbeentje
was. Het kon mij eigenlijk weinig boeien wat een of andere Plato over muziek
vond. En of Mozart ADHD had, zou me helemaal aan mijn achterste oxyderen, in
zijn tijd was de trompet nog niet de trompet die het nu is, dus erg
interessante zaken had hij er niet voor geschreven.
We moesten allemaal liedjes van Beethoven en zo analyseren. Want daar zou je
een betere muzikant van worden. Mijn argument dat een analyse van een piano of
viool sonate echt niet zou zorgen voor beter trompetspel, al was het maar omdat
er in een piano of viool sonate erg weinig tot geen trompet voorkomt, werd
weggewimpeld. Het moest in het systeem passen.
Ik vond 1 uur trompetles en 26 uur theorieles in de week erg scheef, en dus
werd ik een fervent hoofdvak kantine student. Die bijvakken boeiden me weinig. Helemaal
niks, eerlijk gezegd.
Maar het maakte toen al (en helaas veel te lang genegeerd) duidelijk dat ik
misschien niet helemaal de juiste keuze had gemaakt.
Maar ja….
Ik kwam uiteindelijk met hangen en wurgen over de eindstreep en kon zo mijn
conservatorium papiertje in ontvangst nemen. Joechei
Maar een heel goed beeld bij de toekomst had ik niet. Lesgeven leek me helemaal
niks, en had ik ook erg weinig tot geen voorbereiding voor gehad, maar omdat
dat als starter het enige was dat ik kon verzinnen, ben ik daar maar begonnen.
Zeer tegen wil en dank, want ik was nauwelijks in staat om die kutkinderen te
motiveren. Ik was zelf eigenlijk niet eens gemotiveerd.
Ik kreeg een baan bij een orkest, deed wat snabbels en zo kabbelde het leven
voort.
Het leven kabbelde voort, maar ik werd er steeds minder gelukkig van. Elke week
hetzelfde zeggen tegen mijn leerlingen (uitzonderingen daargelaten). Elke week
hetzelfde programma. En overal waar ik kwam, waren mensen veel gepassioneerder
veel gemotiveerder om een mooi concert te spelen.
Ik snapte vaak niet eens waar ze het over hadden.
En als ik helemaal enthousiast iets wilde vertellen over mijn hobbies, over
iets heel anders, kreeg ik soms het gevoel dat dat niet helemaal aan kwam bij
die collega’s. Dat was vaak best eenzaam.
Begrijp me niet verkeerd: ik kon me handhaven omdat ik bijzonder getalenteerd
was als trompettist. En dan kan je op routine, en met af en toe een mooie noot
een heel eind komen. En het was heus niet allemaal kommer en kwel. Juist door
de collega’s was mijn leven als muzikant vol te houden. Want ik heb in mijn
tijd als muzikant echt heel erg veel toffe mensen mogen ontmoeten. Tot vriend
maken, en in een enkel geval zelfs tot echtgenote mogen bevorderen.
Maar met dat de jaren verstreken, en ik er achter kwam dat ik op geen enkele
manier nog te motiveren was om muziek zelfs maar een heel klein beetje leuk te
vinden, maar er wél achter kwam waar mijn passies, hobbies en plezier wél uit
te halen was, bleek er eigenlijk geen houden meer aan.
In 2013 stelde mijn verkering mij de vraag:” Maar wat zou JIJ willen?”
Ik wist daar eigenlijk geen antwoord op te geven. Sterker nog: ik stond met de
spreekwoordelijke bek vol tanden, want het was de eerste keer dat iemand anders
me dat zo rechtstreeks vroeg. Ik was niet op die vraag voorbereid. Ik wist niet
anders.
Maar het bleef wringen. En het wringen werd schrijnen. Het schrijnen werd
branden. En dat vuur werd een loodzware last op mijn schouders.
De spiraal neerwaarts was oncontroleerbaar ingezet.
Ik heb het geprobeerd. Keer op keer.
Ik stopte met lesgeven, ruilde dat in op een baan als chauffeur, in de hoop dat
ik, verlost van de last van lesgeven, het spelen weer leuk zou gaan vinden,
maar eigenlijk pakte dat precies verkeerd om uit. Ik vond een nieuwe passie, en
het trompetspelen werd alleen maar minder en minder. Zwaarder en zwaarder. En
het rijden werd alleen maar leuker en leuker.
Ik schreef al: het is echt niet dat ik het niet geprobeerd heb, maar toen ik
mezelf wederom jankend van ellende op de bank terugvond, omdat ik er huizenhoog
tegenop zag om aan het einde van de week weer die trompet verplicht uit zijn koffer
te pakken, was dat eigenlijk de druppel die de emmer deed overlopen.
Het is klaar. Na 30 jaar moet ik misschien ook maar eens toegeven dat talent
alleen niet voldoende is. Dat het toneelstukje van de gepassioneerde muzikant
in mijn geval gewoon niet opgaat, niet oprecht is, en meer energie vreet dan
goed voor me is.
En dan hoor ik mensen vragen: maar het was toch niet alleen maar ellende? Nee,
ik stipte al aan dat ik fenomenale reizen heb mogen maken. Fantastische mensen
heb mogen ontmoeten. Het waren altijd de bijzaken aan de muziek die ik geweldig
vond. Het muziekmaken zelf, was een hinderlijke bijzaak, daar waar het voor
anderen de hoofdzaak was.
Corona is wat dat betreft een zegen geweest. Ik hoefde gedurende een heel lange
tijd niet tot nauwelijks te spelen, en ik heb het dan ook geen moment echt
gemist.
Ik heb dus ontslag genomen bij het orkest van de marechaussee, en zal verder
gaan alleen als chauffeur. Daar is nog helemaal geen zekerheid, whatsoever,
maar de ene gesloten deur, opent de ander. Het zal wel goedkomen. Waar dan ook,
hoe dan ook.
Toen ik mijn ontslag indiende (eerst mijn sectie op de hoogte gesteld)
reageerde men behoorlijk supportive. En toen ik die dag naar huis reed, voelde
ik me 20 kilo lichter. Ik ben uiteraard niet gelijk weg, maar elke keer die ik
nu nog muziek moet maken, zal afstrepen worden. De opluchting is haast
tastbaar. De bevrijding is onbeschrijflijk. Ik kan ademhalen. Ik ben klaar voor
de rest van mijn leven.
zaterdag 29 mei 2021
Het is volbracht.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Overdenkingen, bedenkingen en crises.
Het was de week van veel herdenkingen en vieringen. Elk jaar is dat. En ook dit jaar werd er op mijn werk weer ferm stil gestaan bij het ei...
-
Het marsenboekje. Een lullig plastic ding, met hetzij marsen erin, hetzij koralen. Een beetje afhankelijk van het soort dienst dat we moeten...
-
Het reizen met de trein begint me steeds beter te bevallen. Niet in de laatste plaats omdat ik minder geld via de benzinetank zie verdampen...
-
We verblijven onze vakantie in een huisje dat niet het onze is. Twee lieve mensen stelden dit belangeloos aan ons ter beschikking, en heel ...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten