zaterdag 29 mei 2021

Het is volbracht.

 
Toen ik 10 was, kreeg ik een missie: ik had met mijn stomme kop gezegd dat het misschien wel leuk zou zijn om van mijn trompet mijn beroep te maken, en sindsdien heeft er nooit meer iemand aan mij gevraagd of dat ook echt nog wel zo was. Dat ik, met dat ik dat zei, mijn hele jeugd opgaf, kon ik toen niet weten.
Mijn leven bestond daarna uitsluitend uit school en trompet. Want ik had immers gezegd dat…. En wee mijn onwetende gebeente als ik op school lager dan een 6 haalde. Wee mijn getalenteerde gebeente als ik niet gelijk 100% perfect mijn lesjes speelde. Dan daalde toorn en venijn in diverse vormen op mijn hoofd neer.  
Op het conservatorium afgeleverd, merkte ik al snel dat ik een buitenbeentje was. Het kon mij eigenlijk weinig boeien wat een of andere Plato over muziek vond. En of Mozart ADHD had, zou me helemaal aan mijn achterste oxyderen, in zijn tijd was de trompet nog niet de trompet die het nu is, dus erg interessante zaken had hij er niet voor geschreven.
We moesten allemaal liedjes van Beethoven en zo analyseren. Want daar zou je een betere muzikant van worden. Mijn argument dat een analyse van een piano of viool sonate echt niet zou zorgen voor beter trompetspel, al was het maar omdat er in een piano of viool sonate erg weinig tot geen trompet voorkomt, werd weggewimpeld. Het moest in het systeem passen.
Ik vond 1 uur trompetles en 26 uur theorieles in de week erg scheef, en dus werd ik een fervent hoofdvak kantine student. Die bijvakken boeiden me weinig. Helemaal niks, eerlijk gezegd.
Maar het maakte toen al (en helaas veel te lang genegeerd) duidelijk dat ik misschien niet helemaal de juiste keuze had gemaakt.
Maar ja….
Ik kwam uiteindelijk met hangen en wurgen over de eindstreep en kon zo mijn conservatorium papiertje in ontvangst nemen. Joechei
Maar een heel goed beeld bij de toekomst had ik niet. Lesgeven leek me helemaal niks, en had ik ook erg weinig tot geen voorbereiding voor gehad, maar omdat dat als starter het enige was dat ik kon verzinnen, ben ik daar maar begonnen. Zeer tegen wil en dank, want ik was nauwelijks in staat om die kutkinderen te motiveren. Ik was zelf eigenlijk niet eens gemotiveerd.
Ik kreeg een baan bij een orkest, deed wat snabbels en zo kabbelde het leven voort.
Het leven kabbelde voort, maar ik werd er steeds minder gelukkig van. Elke week hetzelfde zeggen tegen mijn leerlingen (uitzonderingen daargelaten). Elke week hetzelfde programma. En overal waar ik kwam, waren mensen veel gepassioneerder veel gemotiveerder om een mooi concert te spelen.
Ik snapte vaak niet eens waar ze het over hadden.
En als ik helemaal enthousiast iets wilde vertellen over mijn hobbies, over iets heel anders, kreeg ik soms het gevoel dat dat niet helemaal aan kwam bij die collega’s. Dat was vaak best eenzaam.
Begrijp me niet verkeerd: ik kon me handhaven omdat ik bijzonder getalenteerd was als trompettist. En dan kan je op routine, en met af en toe een mooie noot een heel eind komen. En het was heus niet allemaal kommer en kwel. Juist door de collega’s was mijn leven als muzikant vol te houden. Want ik heb in mijn tijd als muzikant echt heel erg veel toffe mensen mogen ontmoeten. Tot vriend maken, en in een enkel geval zelfs tot echtgenote mogen bevorderen.
Maar met dat de jaren verstreken, en ik er achter kwam dat ik op geen enkele manier nog te motiveren was om muziek zelfs maar een heel klein beetje leuk te vinden, maar er wél achter kwam waar mijn passies, hobbies en plezier wél uit te halen was, bleek er eigenlijk geen houden meer aan.
In 2013 stelde mijn verkering mij de vraag:” Maar wat zou JIJ willen?”
Ik wist daar eigenlijk geen antwoord op te geven. Sterker nog: ik stond met de spreekwoordelijke bek vol tanden, want het was de eerste keer dat iemand anders me dat zo rechtstreeks vroeg. Ik was niet op die vraag voorbereid. Ik wist niet anders.
Maar het bleef wringen. En het wringen werd schrijnen. Het schrijnen werd branden. En dat vuur werd een loodzware last op mijn schouders.
De spiraal neerwaarts was oncontroleerbaar ingezet.
Ik heb het geprobeerd. Keer op keer. 
Ik stopte met lesgeven, ruilde dat in op een baan als chauffeur, in de hoop dat ik, verlost van de last van lesgeven, het spelen weer leuk zou gaan vinden, maar eigenlijk pakte dat precies verkeerd om uit. Ik vond een nieuwe passie, en het trompetspelen werd alleen maar minder en minder. Zwaarder en zwaarder. En het rijden werd alleen maar leuker en leuker.
Ik schreef al: het is echt niet dat ik het niet geprobeerd heb, maar toen ik mezelf wederom jankend van ellende op de bank terugvond, omdat ik er huizenhoog tegenop zag om aan het einde van de week weer die trompet verplicht uit zijn koffer te pakken, was dat eigenlijk de druppel die de emmer deed overlopen.
Het is klaar. Na 30 jaar moet ik misschien ook maar eens toegeven dat talent alleen niet voldoende is. Dat het toneelstukje van de gepassioneerde muzikant in mijn geval gewoon niet opgaat, niet oprecht is, en meer energie vreet dan goed voor me is.
En dan hoor ik mensen vragen: maar het was toch niet alleen maar ellende? Nee, ik stipte al aan dat ik fenomenale reizen heb mogen maken. Fantastische mensen heb mogen ontmoeten. Het waren altijd de bijzaken aan de muziek die ik geweldig vond. Het muziekmaken zelf, was een hinderlijke bijzaak, daar waar het voor anderen de hoofdzaak was.
Corona is wat dat betreft een zegen geweest. Ik hoefde gedurende een heel lange tijd niet tot nauwelijks te spelen, en ik heb het dan ook geen moment echt gemist.
Ik heb dus ontslag genomen bij het orkest van de marechaussee, en zal verder gaan alleen als chauffeur. Daar is nog helemaal geen zekerheid, whatsoever, maar de ene gesloten deur, opent de ander. Het zal wel goedkomen. Waar dan ook, hoe dan ook.
Toen ik mijn ontslag indiende (eerst mijn sectie op de hoogte gesteld) reageerde men behoorlijk supportive. En toen ik die dag naar huis reed, voelde ik me 20 kilo lichter. Ik ben uiteraard niet gelijk weg, maar elke keer die ik nu nog muziek moet maken, zal afstrepen worden. De opluchting is haast tastbaar. De bevrijding is onbeschrijflijk. Ik kan ademhalen. Ik ben klaar voor de rest van mijn leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...