vrijdag 8 september 2023

Een waar jubilaris

 Hieperdepiep hoera.
Deze blog bestaat 12,5 jaar. Een waar jubileum.
12,5 jaar geklets van een ex-(militair)-muzikant. Chauffeur. Blogschrijver. Bourgondiër. Onbeschaamd voyeur en commentator van het grote spektakel dat "Leven" heet. (Die laatste heb ik zonder veel plichtplegingen van Thea Beckman geleend, een groots kinderboeken schrijfster).
Terugblikken ga ik niet doen, lees die zooi zelf (nog) maar (eens).
Het is eigenlijk wat langer, en wat meer blogs (ja, heus!!) maar helaas, de vorige blogpagina zou gaan verdwijnen en voor ik de tegenwoordigheid van geest had om er wat mee te doen, was het verdwenen, en was ik alle eerdere blogs kwijt. Stom natuurlijk, en kenmerkend voor mijn wat chaotische karakter.
12,5 jarig jubileum dus: proficiat Marnix.
649 blogs, deze inclusief op deze pagina. Wat een mijlpaal.
Maar hoe ontstaat zo'n blog dan? Wat gaat er om in dat dikke hoofd vol wanordelijke onzin, en andere hebbelijkheden? Een klein kijkje in mijn keuken.
Ik ben gemiddeld per week een uur of 2 bezig met het tikken van een blog. Dat begint eigenlijk al op de dag dat ik er een plaats.
Ik heb een app-groep aangemaakt met mezelf.
Ja, echt.
Een soort van mentale notitie, maar dan niet mentaal, maar digitaal.
Ik plaats daarin onder andere en vooral in welke rij ik mijn auto zet op de parkeerplaats (serieus, als ik dat niet zou doen, zou ik elke dag een uur naar mijn auto op zoek zijn, ik vergeet al waar hij staat als ik hem op slot zet, dus maak ik snel een aantekening van de rij). Maar ook plaats ik korte zinnetjes over dingen die ik meemaak en blogwaardig vind.
Dan, als het echte schrijven begint, (meestal ergens in de vroege ochtend, als vrouw en kind nog slapen en ik dus redelijk ongestoord kan tikken) staar ik eerst een half uur naar een witte pagina, steeds korzeliger omdat er niks op het wit verschijnt, om me dan pas te herinneren dat ik in mijn privé appgroep moet kijken.
Dan ga ik met die brokjes informatie mijn geheugen opfrissen en tik ik een ruwe opzet van het verhaal dat ik wil vertellen.
Als dat staat, moet ik het een paar keer nalezen om al te wanstaltige grammaticale en andere fouten eruit te zeven en goed te kijken of alle personages onherkenbaar zijn. (Tenzij ik heel erg zeker weet dat de betreffende personen het niet erg vinden, natuurlijk, of tenzij het me geen flikker kan schelen of ze wel of niet herkenbaar zijn).
De NOS-app geeft me ook veel voedsel voor een blog. Het is heerlijk om het nieuws te kunnen larderen met een flinke dosis spot, cynisme en rare of rake opmerkingen.
En natuurlijk mijn persoonlijke besognes. Ik heb geen geheimen, ben een open boek. Dat is een vloek en een zegen. Maar in beiden gevallen geldt: ik neem mezelf maar gewoon niet al te serieus. Dat kan ook eigenlijk helemaal niet, als je mij bent. En schaamte ken ik sowieso niet echt.
Als dat eenmaal een beetje vorm heeft gekregen, ontstaat er langzaam iets dat publiceerbaar lijkt, en dan begint het kneden. Het kleien. Totdat ik min of meer tevreden ben. Ram op de knop "publiceren" en dan ren ik naar boven om mijn blog als eerste aan mijn betere helft voor te lezen. Vindt ze leuk. Dan linken naar mijn facebookpagina en iedereen die echt helemaal niks beters te doen heeft, kan hem lezen. Ik heb wel eens gehoord dat mensen dat al kakkend op het toilet doen.
En zo ontstaat dus een blog.
Ik heb mezelf een ritme opgelegd om wekelijks iets te tikken. Doe ik dat niet, wordt het te vrijblijvend, komt de klad erin en kan ik het evengoed helemaal laten.
Aan de andere kant: als ik daar te gedisciplineerd aan vasthou, merk ik dat de kwaliteit wél te wensen over laat. Ik weet exact wanneer ik serieus een kutblog heb geschreven. Namelijk als er te weinig leuks of interessants was om over te schrijven, maar ik dus aan mijn ritme wil vasthouden om niet te verzanden in die al te laksige vrijblijvendheid. 
Dat beschouw ik dan maar als een soort van prijs die vooral de lezer moet betalen voor een vorige of volgende blog die veel beter was.
Het is dus of af en toe de lezer trakteren op een kwalitatief uitermate teleurstellend stukje proza of de lezer helemaal geen proza meer voorschotelen.
Dat ga ik dus niet veranderen.
Moet ik mijn blog een ander uiterlijk geven? Dat heb ik een paar jaar geleden geprobeerd, en dat kostte me bijna een laptop, een tuindeur, een tafel, een stoel, een huwelijk en een paar jaar cel, voordat het lukte. Vind ik het niet waard, het is ten slotte een hobby.
Moet ik iets veranderen?
Ik weet het niet. Aan de ene kant voelt het alsof ik dat zou moeten doen. Aan de andere kant: zoals wel meer mensen: ik ben niet zo van de veranderingen alleen om veranderingen door te voeren. Ik ben wel blij dat ik er geen geld mee verdien. Deadlines voor stukjes schrijven lijkt me de volstrekte horror, en als ik hier mijn geld mee zou moeten verdienen, vrees ik dat de lezer massaal afhaakt door de lauwe stroom laffe reclames die ze dan door moeten worstelen voor ze bij mijn geschreven gemekker komen. 

Voor nu ga ik, na deze persoonlijke overpeinzingen, even door met reutelen over de actualiteit.

Banaliteiten.
Ares, een "dispuut" van bralballenclubje (a.k.a. studentenvereniging) L.A.N.X. heeft zichzelf maar weer eens lekker op de kaart gezet. De nieuw toegestroomde, onzekere, bange kinders van universitair niveau moesten diverse banale en zelfs mensonterende activiteiten ontplooien. De führertjes van dit walgelijke gezelschap stelden sancties in het vooruitzicht, mochten die kinders toch een opleving van (zelf)respect krijgen.
Ik ben op geen enkele wijze van universitair niveau, en zal de laatste zijn om iedereen die wel dat niveau heeft, met dit soort bespottelijke praktijken in verband te brengen (ik heb namelijk nogal wat universitaire vrienden, en die zouden dit soort activiteiten met net zoveel walging bezien als ik). Maar wat ik blijkbaar (en gelukkig) tekort kom aan intelligentie, heb ik in overschot aan zelfrespect, nuchterheid en een tikkeltje fatsoen.
Goddank. Het zal je vader maar zijn later, die ergens in een steeg een "vluchteling" moest regelen. Of een "emmer doen".  
Het zal je echtgenoot maar zijn, die jou als vrouw niet meer dan een sperma-emmer vindt.
En dan kom je bij de volgende banaliteit. De zorg. Zorginstellingen die failliet gaan. Dat soort univeritairen verzinnen dit. Maken dit mogelijk. Want HBO'ers en MBO'ers die in het werkveld terecht komen, zitten niet op posities dat ze kunnen verzinnen dat de zorg dusdanig verwoest wordt, dat het simpelweg niet meer te leveren is, dat het failliet gaat. Daar moet je een ranzige corpsbal voor zijn.
Maar ja, die bestuurders waren dus waarschijnlijk ook lid van Ares. Kan niet anders. Want om de zorg goed te laten werken, moet je, in welke functie dan ook, wél over menselijkheid beschikken, en dat doen ze bij dat soort bralballenclubjes nu eenmaal niet.

Mijn voorliefde voor het illustere Franse automerk Citroën is wel bekend. Met dank aan dit innovatieve bedrijf, beschikken we onder andere over de in serie geproduceerde voorwiel aandrijving. Ook was dit merk in staat om de snelste "productie-diesel" op de weg te zetten. De speciale tandwielconstructie met v-tanden kwam uit de stal van Citroën en natuurlijk is de welbekende torx een uitvinding waar we nu nog steeds gemak van hebben. 
Groot was ook mijn tevredenheid toen mijn betere helft overstapte naar "mijn merk".  Meer uit gemakzucht dan uit werkelijke voorliefde, haar voorliefde ligt meer bij de altootjes en als ik diep in haar hart kijk, zie ik een dame met Franse levensvreugde, vol passie in een stok(brood)oud Renaultje 4 rondrijden.
Maar goed, wat kan dat kan, wat niet kan, kan niet.
Haar laatste Citroën heeft alles gegeven. Heeft zijn geld serieus wel opgebracht.
En ondanks dat ze veel minder heeft met auto's dan ik, heeft ze wel heel veel met dat wat een autootje bieden kan. En toen werd ze toch even emotioneel. Ilse, niet de auto die we naar de sloop brachten.
Eigenlijk bedachten we dat we best wel even met maar één auto konden, en dat als er al een opvolger zou komen, het een klein, licht, goedkoop karretje moest zijn. Alle tijd dus voor een zoektocht zonder haast.
En dat leverde een heel ander soort auto op. Een Italiaan. (En laat ik nu toevallig, als het geen Citroën is, fan zijn van Italiaanse auto's. Het is net als met Frankrijk. Italië is nummer 2. Qua auto's, qua land en qua eten, hoewel qua eten ik Italië misschien wel op 1 moet zetten). En niet iets extravagants als een Ferrari, of een Maserati, maar een auto voor het (Italiaanse) volk: een Fiat. En niet zomaar een Fiat, nee een Panda. Want daarmee blijf je lachen. Met een verbruik van 1:29 tegenwoordig letterlijk. Het is een zeer compleet, heel erg licht autootje. En stiekem vind ik hem, net als veel Citroëns ongelooflijk charmant van pure kneutigerigheid.
Dus wat krijg je als je een Fiat en een Citroën kruist. Een Fitroën? Een Citriat?

Dit geschreven hebbende ga ik weer een lekker weekend-weekend in.
Ik wens eenieder een fijne toe.

Mochten er mensen zijn die daadwerkelijk leuke en constructieve tips hebben voor een aanpassing en/of verandering in mijn blog, dan hoor ik ze graag.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje vrije herdenkingen.

1 mei geldt als de dag van de arbeid. In de rest van de wereld. De rest van de wereld herdenkt dan het feit dat bedrijven niet kunnen bestaa...