vrijdag 27 december 2024
Ons tussentijdse vakantietje.
zaterdag 21 december 2024
Late treinen en een kerst.
Het was natuurlijk een ondoordacht plan.
Ik wilde dolgraag bij het eerste karate-examen zijn van Jente. Ten slotte doet een kind maar één keer een eerste examen.
Dat bleek makkelijker geregeld dan ik dacht, want in mijn rooster kon best wat geschoven worden. Mijn dienst zou verplaatst worden van dinsdag naar vrijdag.
Nu zit mijn rooster sowieso bizar slecht doordacht in elkaar. "Prop maar vol, de chauffeur rijdt maar". Dat lijkt de gedachte erachter te zijn.
Het zijn er sowieso vier achter elkaar met idioot wisselende tijden. Daarvan krijg ik het met de planner altijd wel voor elkaar dat dat wat menselijker is. Maar met die ruildag erbij werden het 5 dagen met een sluitdienst achter elkaar. Dat is best pittig.
Goed, voor mijn kind heb ik best wel veel over. Ten slotte: ik werk voor mijn gezin. Ik werk om te leven.
En ook de treinen waren mij redelijk goed gezind.
Met de ingang van de nieuwe dienstregeling van de NS, ging het volgens de NS soepel. De conductrice die ik sprak over het stomweg verdwijnen van mijn normale sprintertje, gaf een heel ander beeld.
Ze wist bij god niet waar ze mee bezig was, anders dan met het verplaatsen van treinen. Ze moest treinen van 100'den meters lengte op stationnetjes als Voorschoten zien te proppen. Intercity-rijtuigen, die niks op Almere Parkwijk te zoeken hebben (in elk geval niet stilstaand) bleken er toch te passen, als de machinist en de eerste klasse passagiers maar niet de intentie hadden om uit te willen stappen op een perron.
Maar ook die rit, kwam ik op tijd aan op mijn werk.
Tijdens de terugreis raakte ik in gesprek met een conducteur met wallen onder zijn ogen waar hij bijkans over struikelde. En hij moest nog tot 0600 de volgende ochtend.
Dus ach, ook mijn personenvervoer-collega's in de trein hebben wel eens van die momenten dat hun bedrijf verder gaat, waar de logica al lang en breed het onderspit heeft gedolven.
Laat onverlet dat 5 dagen sluit best pittig is. Vooral omdat ik een half uur later thuis ben, dan wanneer ik met de auto zou zijn geweest. Op zich niet erg. Maar wel pittig. In theorie, als ik een trein eerder naar huis zou nemen, is soms best mogelijk. We worden dan 5 minuten eerder bedankt, dan red ik net de intercity. Maar vervolgens moet ik 2x overstappen. En de laatste overstap is dan de sprinter die ik zou hebben als ik niet eerder bedankt word. Dus qua tijd maakt het niks uit.
En dan was de laatste van de 5 toch het leukste. We werden bedankt, en met 3 man stiefelden we richting station. Ik zonder haast. Een collega wilde een toilet bezoeken, en de ander stond te dubben bij de balie van de Burger King op plaza. Het enige etablissement dat nog open is op die tijd.
Ik wilde eerst een peuk.
Bij terugkomst, stond mijn collega nog te wachten op zijn burgertje, en ik besloot dat ik alles behalve verleiding kan weerstaan, en dat ik voor het eerst in 5 jaar weer eens een burgertje van de Burger King bliefde. Gewoon een klein cheeseburgertje. Niks buitennissigs.
Gelukkig was mijn collega er nog, want blijkt dat je bij die Burger King geen bestelling meer kan plaatsen bij een mens van vlees en bloed, maar bij een bestelmonitor en dat bleek, na een gare lange dienst, toch een wat minder eenvoudige opgave.
Genoeglijk knagend aan onze burgertjes liepen we naar onze vervoermiddelen naar huis.
We gaan dus naar Engeland voor de kerst. Even 5 dagen uitwaaien. Had ik al gezegd dat ik daar zin in heb?
Vast wel.
Ik heb er zin in.
Maar omdat we dus met die kerstdagen in Engeland zitten, vond ik het onnodig om een heuse kerstboom op te tuigen. Los van het feit dat we, op het moment dat dat speelde, we nog een ongeleid projectiel pup in huis hadden, die die hele boom naald voor naald zou slopen.
Maar goed, pup vertrok naar voor haar betere oorden, en Ilse vond het toch wel stemmig om een klein boompje in huis te halen. Voor de sfeer.
En dat boompje kwam er. Het ding is sprieterig, stakerig. Nog geen halve meter hoog. Alle ballen verzamelen was simpelweg irrelevant, want van alle kerstboom-siersels die we hebben, past nog geen 10% in dat kleine dreumesje.
Maar omdat ik vogels in een kerstboom toch wel erg leuk vind, hebben we die, samen met een setje lampjes toch in dat hele kleine boompje weten te frutselen. En het geeft sfeer, gedurende de tijd dat we wel nog thuis zijn.
Ilse heeft bepaald een vooruitziende blik, want volgens haar is het een boompje met kluit, dus die kunnen we na kerst in een grote pot zetten, dan kan hij groeien en hebben we eventueel volgend jaar een grotere boom. (Naar mijn mening heeft de verkoper gewoon een overtollige tak van een grote kerstboom in een homp aarde geprikt, maar nu spreekt mijn cynische ziel).
Zelfs als dat boompje geen intentie krijgt om te groeien, vraag ik me af of we er volgend jaar dan meer van gaan genieten dan we nu doen, gezien het feit dat de vakantieplannen nu eenmaal wat anders liggen dan alle voorgaande jaren. Aan de andere kant: echt goed in plannen zijn we niet, dus nog alle kans dat we inderdaad meemaken dat ons stakerige boompje uitgroeit tot een weelderige boom van kasteel-achtige allure.
Kerstpakketten en kerstgedachten.
Een kerstpakket is dé manier voor bedrijven om waardering te tonen. En nog belastingtechnisch aantrekkelijk ook. Vooral dat laatste zal meespelen, denk ik.
Een bedrijf kan op veel manieren waardering tonen voor het werk dat je doet, en één van die manieren is om simpelweg een goed compensatiepakket te bieden. En zijn werknemers het hele jaar door gewoon eens te voorzien van kleine blijken van waardering. Al was het maar een vriendelijk, opbeurend woordje. Of gewoon eens een helpende hand aan een werknemer die dat nodig heeft. En als je zo'n bedrijf hebt: dan hoef je ook eigenlijk geen kerstpakket. Je bedrijf zorgt namelijk voor je. Ook als het even minder gaat.
Wij kregen gewoon zo'n belastingtechnisch heel voordelig kerstpakket.
En omdat het intens veel moeite is om dat pakket achter de hekken te krijgen, moesten we maar zien hoe we het ophaalden, want die locaties en tijden waren niet direct gelinkt aan begin- of eindtijden van diensten van mensen.
Voor mezelf had het daarmee al niet gehoeven. Als mijn werkgever me een blijk van waardering wil geven, laat hij/zij me daarvoor niet door allemaal hoepeltjes springen. En omdat ik sowieso niet zit te wachten op allemaal etenswaren die gericht zijn op de smaak van de gemiddelde mens, of tierelantijntjes die gericht zijn op de smaak van de gemiddelde XENOS/ACTION bezoeker, had ik eigenlijk al bedacht om dat pakket dat pakket te laten.
Ilse echter vindt zo'n pakket helemaal leuk, of ik niet toch even door wat hoepels wilde springen. Nee, want de dagen die die dingen op te halen waren, vielen ook nog eens op mijn vrije dagen.
Collega/vriendje Ronald echter bood gelijk aan om mijn kerstpakket ook te halen. Hij propte in zijn KIA picanto (lees skelter met dak) niet minder dan 10 kerstpakketten voor collega's die niet in staat waren om door alle opgelegde hoepeltjes te springen. En gelukkig: Ilse was helemaal blij met het kerstpakket. Er zat namelijk een roestbruine (sfeer)lamp in. En een hele selectie van ongeinspireerde, op gemiddelde smaak afgestemde voedingsmiddelen. En een fles alcoholvrije bubbels met de tekst erop gekalkt: "Jij bent goud waard". Aha. Nou. Oke dan maar.
Ik had het pas echt een mooie stunt gevonden als ze speciaal voor mij de tekst "Jij bent een eigenwijze, maar hardwerkende eikel" erop hadden gezet.
Maar goed, de werkelijke gedachte gaat dan uit naar een Ronald die me een lift naar Almere gaf, na onze diensten, zodat ik niet met de trein hoefde. Die voor alle 10 collega's ff dat kerstpakket komt brengen. Een Ronny, die me in tijden van hoge nood een pakje sigaretten leende, omdat de mijne op dreigde te raken. Raij, die me op komt pikken van plaza, zodat ik eerder ter plekke ben. Die me opbeurde en met wie ik fijn kan sparren over allemaal zaken.
De collega's waarmee ik mooie en gekke gesprekken heb, om elkaar door de taaiere momenten heen te trekken.
Ja, dat zijn de kerstpakketjes die het hele jaar door ervoor zorgen dat het werk zo mooi en leuk blijft.
En daar heb ik geen werkgever voor nodig.
Hoe dan ook, ik werk dit weekend nog ff door. Ik wens eenieder een goed weekend toe, en heel erg fijne feestdagen. En voor de mensen die de feestdagen door moeten knallen: zet hem op. Maak er wat moois van. Wees eens extra lief voor elkaar.
Misschien komt er nog een blog, misschien niet. Hou vol, 2024 zit er bijna op.
donderdag 12 december 2024
De trein, karate, en andere akkefietjes
Wat een timing. De druilerigste tijd van het jaar kiezen om vrolijk op de fiets te stappen en 5 minuten noest peddelen naar een tochtig en koud station om daar een trein te pakken naar mijn werk.
Wat een timing.
Oke, toegegeven: het druilde niet. Het was "droog". Dus ik kwam zelfs droog aan op het station, want het was zó koud dat mijn zweetdruppels simpelweg weigerden om mijn lijf te verlaten. Ik snap dat, want als ze de euvele moed hadden gehad om in mijn oksels te gaan parelen, waren ze gegarandeerd eerder op Schiphol gewaaid dan ikzelf, zelfs met in achtneming van het feit dat ik volledig gekleed was.
Het stationnetje vanwaar mijn reis begint is Almere Parkwijk. Een desolaat, treurig stukje beton en ijzer. Met een hint van beschutting tegen de weersinvloeden. De praktijk is dat je gewoon uit je onderbroek waait, als het waait. En het waait er, want het is een flink eind boven zeeniveau gebouwd.
Het is er eigenlijk best schoon, voor een station, maar dat komt denk ik omdat de wind de boel schoon waait. En niet omdat de NS schoonmaakbeurten als prioriteit ziet.
De trein die ik hebben moet vanaf dat stationnetje is een sprinter. Een naam die zou vermoeden dat je er snel mee van A naar B komt. En op zich zal dat kloppen. Ware het niet dat tussen A en B het hele godversakkerse alfabet ligt, en elke molshoop wordt door die sprinter aan gedaan. Zo erg dat op het stationnetje Weesp, die sprinter 10 minuten staat te wachten om alle snellere treinen voor te laten gaan. Die snellere treinen stoppen dan helaas weer niet op mijn instapstationnetje.
Dus dik een uur later kom ik aan op Schiphol.
Ik zou in theorie ook een stationnetje verderop kunnen instappen. Dan kan ik een intercity nemen. Die heeft 2 stops of zo. Het grote nadeel daaraan is dat ik dan niet 5 minuten moet fietsen, maar 10. En nu overdag gaat dat nog wel, maar in het donker me moeten orienteren op de terugweg, is vragen om ellende. Dan eindig ik in Den Haag of zo'n soort oord waar je niet dood gevonden wil worden.
De eerste keer dat ik op het fietsje stapte om naar het station te komen, leed ik aan een soort van tijds-orientatie-hick-up. Ik vertrok zó vroeg, dat toen ik bij het station mijn fiets op slot gooide, ik de vorige trein zag vertrekken. En ja, ik kon dus 30 minuten zitten bibberen op het perron. Er is daar verder niet zoveel. Een Albert Heijn. Maar ik was voorzien.
De volgende trein bleek stampvol te zitten met mensen die naar een dance-feest gingen. En helemaal uitgelaten waren. Vrolijk en blij. En niet in staat tot enige contemplatie over de betekenis van het woordje stil, en de uitvoering daarvan.
Sommige mensen krijgen tinnitus van dancefeesten zelf, ik zou het bijkans krijgen van de mensen die op weg zijn naar een dancefeest. Serieus: een bulderende vliegtuig-motor is timide bij het volk dat naar een dancefeest gaat.
Nu had een goede Sint mij een spannend boek kado gedaan, lekker voor tijdens die treinreizen. Maar denk maar niet dat je aan lezen toe komt, tussen gillend en hakkend dancevolk. Vrolijk was het wel. Er ging geen agressie van uit.
De derde dag was ook al zo'n avontuur. Alles ging heel erg soepel (té soepel. Onwaarschijnlijk soepel), tot ik me bij de bushalte op plaza realiseerde dat ik was vergeten om uit te checken. Over dat in- en uitchecken met zo'n shitkaart heb ik wel een mening. Ik was vergeten langs dat paaltje te lopen, en vloekend vreesde ik dat dat nu te laat was. Transdev (het bedrijf achter connexxion) bestraft dat meteen met inbeslagname van geld, dat je maar heel moeizaam terugkrijgt. Want een simpele fout als uitchecken vergeten (of niet kunnen omdat die poortjes in de bus nogal eens stuk gaan) moet bestraft worden. En hard ook. Kuttransdev. Maar de NS is vergevingsgezinder. Ik kon zo naar zo'n paaltje gaan en het was geregeld.
Met de bus naar mijn werk en ik check uit. In de verte zie ik een collega lopen, dus in ferme pas ging ik er achteraan. Gezellig keuvelend betreden we het terrein, en daar kom ik er achter dat mijn ov-shitkaart verdwenen is. GODVERDESAKKERSETERINGKUTZOOI. En meer kleurrijke en liederlijke termen rolden soepel over mijn tong. Nadat ik een bus in beslag nam, stond ik op het punt om dan maar weer met het achterliggend bedrijf te bellen om dat kutding te laten blokkeren, toen er een andere collega naar me toe kwam stiefelen. Met die dekselse shitkaart. Hij vond de foto erop wel een beetje op mij lijken, en vond het lullig om me op straat te laten liggen. Als de beste man er niet als een clochard had uitgezien, had ik hem van pure blijdschap op zijn bek gepakt. Fijn.
De terugreis met de trein...
Het is allemaal kut. Want de sprinter vertrekt dus 5 minuten eerder dan een intercity. En als gevolg daarvan moet die ook dan op stationnetje weesp 10 minuten wachten. Dat ze dat niet omdraaien, is me een raadsel. Na 2 minuten heb ik dat hele Weesp wel zo'n beetje gezien, laat staan dat je 10 minuten naar dat griebusachtige kutstation moet staren.
Maar met de eindtijden van mijn werk, mis ik altijd de vroegste optie, dus wordt het een half uur later. Maakt op zich ook niet uit, want alles bij elkaar ben ik alsnog op ongeveer dezelfde tijd thuis.
Maar zonder al te veel te willen mekkeren, merk ik al na 2 dagen dat ik het eigenlijk niet eens zo heel erg vind.
Ja, die treinen wel. Maar het fietsen naar het station en naar huis, vind ik eigenlijk helemaal zo erg niet. Sterker nog: ik vind het wel prettig. Maar dat zal ik hardop niet uitspreken. Straks krijg ik nog een fatbike kado of zo.
Maar tot zover mijn sportieve aspiraties. Ik vind fietsen al heel wat.
Jente doet het wat dat betreft stukken beter.
Weerbaarheid is een niet te onderschatten karaktertrek die goed getraind moet worden. Zeker in onze maatschappij, waarin allemaal anti-wokies menen dat fatsoen en empathie iets viezigs is.
Weerbaarheid mentaal, om dat soort lieden figuurlijk van je af te kloppen. Maar ook fysiek, omdat vele van die anti-wokies verbaal weinig voorstellen, en hun antipathieën fysiek ook wel eens op je los willen laten. Dan is het fijn dat ze ze niet alleen mentaal van zich afklopt, maar ook fysiek.
Om Jente wat meer weerbaarheid mee te geven, besloten we om haar in elk geval een poosje op karate te doen. En tot onze opluchting vond ze het "leuk". (Jente lijkt qua enthousiame uitingen heel erg op mij. Verwacht geen extatische uitroepen, tenzij het gaat om knuffelbeertjes en konijnen).
Zo leuk, dat ze besloot door te gaan.
De lessen duren een uur, waarin ze als complete beginner op haar eigen tempo zich mag ontwikkelen, en mag groeien. In de sport, in zichzelf. Met elkaar. En ja, soms ook tegen elkaar.
Van de week was er een kijk-les en examen.
Van de gradaties begrijp ik weinig, anders dan dat Jente begon met niks, oftewel een witte band. (Die ze prompt kwijt raakte, wellicht heeft de hond hem opgegeten). Vorige maand hoorden we dat Jente een examen mocht doen, voor gele slips aan de witte band. Dat lijkt me dus een gradatie hoger. En bij dat examen waren wij als ouders van harte welkom. (Dank aan mijn planner die dit mogelijk maakte).
Het begon met een mooie warming up. Waarbij ook een stuk respect voor de meester en elkaar (spreken met 2 woorden, en het groeten d.m.v een buiging naar elkaar), aan bod kwam.
Ik krijg bij het feitelijke examen het idee dat het niet zozeer een feilloze uitvoering van alle uitgeschreeuwde commando's (waar ik geen letter van verstond, maar dat geheel terzijde) telde, maar je inzet, je doorzettingsvermogen en je discipline getoetst werd. Er werden ook heuse wedstrijdjes gedaan, waarbij ook hier weer, niet het doel was om je tegenstander tot pulp te meppen, maar leren uitdelen en leren incasseren het belangrijkst was. Wat ook opviel, en wat ik heel erg leuk vond om te zien: er waren in haar groepje heel wat lange jongens, die blijkbaar doordrongen waren van het feit dat ze groter waren, zich toch inhielden naar de kleinere kinderen. En ook de kleinere, maar ervarener kinderen hielden als vanzelfsprekend rekening met de minder ervaren kinderen.
Ik vond het hoe dan ook erg mooi om te zien. Jente blijft een vlindertje, maar ik hoop dat ze wel een vlindertje wordt dat niet alleen mooi kan vlinderen, maar ook als een havik zichzelf en anderen kan beschermen als het nodig is.
Goddank vindt ze het leuk.
En toch een gevoel van trots, dat ze ondanks haar vlinderige gedrag zich staande weet te houden.
Ook apotheek Castrovalva, van de zorggroep Almere, heeft inmiddels mogen ondervinden dat mijn geduld behoorlijk begrensd is. Nadat ik voor mijn diabetes te lang heb moeten aanmodderen, waren de dames daar uiteindelijk zover dat ze me aan de insuline brachten, en dat was dan dat. Het receptje ging naar de apotheek aldaar, en ik kon het verder wel uitzoeken, tussen alle jaarlijkse controles door.
Maar ja. 1 pennetje insuline gaat maar zoveel dagen mee. En reken maar niet dat je een herhaalreceptje krijgt van Castrovalva. Daar moest ik maar voor bellen. Elke keer weer dik een uur in de wacht, omdat ze er te weinig personeel hebben. Na herhaaldelijk te hebben geklaagd bij de leidinggevenden aldaar, kwam ik tot de conclusie dat als je diabeet bent, en de pech hebt om van Castrovalva afhankelijk te zijn, dat je dan dubbel genaaid bent.
De druppel: ik belde voor een herhaalrecept, en toen wist de dame me te melden dat er nu even niks op voorraad was, en ik over een 3 dagen pas mijn medicatie in huis zou hebben.
Oké ik geef toe: misschien was ik wat laat met bestellen. Aan de andere kant: insuline, het lijkt me niet een heel erg zeldzaam medicijn. Ik vroeg of er niet ergens een reserve-pennetje lag. Maar zo werkte dat niet. Ik moest maar naar een andere apotheek gaan.
Ik onderbrak die muts, en vroeg haar of we, met alle andere keren dat het bestellen van insuline zo ongelooflijk onmenselijk en moeizaam moest gaan, niet gewoon konden besluiten dat ik geen diabetes meer heb. Blijkbaar ziet de apotheek het belang van insuline niet in, blijkbaar moet een diabeet altijd door moeilijke hoepeltjes heenspringen, zullen we het maar gewoon voor gezien houden? Daar wist dat mokkeltje aan de andere kant van de lijn weinig op te zeggen.
(Die andere apotheek waar ik naartoe werd gestuurd, was overigens verbaasd: zij konden zien dat er gewoon voorraad was, aangezien dat op een gedeelde database zichtbaar was).
In een opwelling heb ik toen de huisarts gemaild met de vraag of zij niet kon bemiddelen. Ik vind het werkelijk onbestaanbaar dat je zo met patienten omgaat. De huisarts verwees me terug naar de apotheek van Castrovalva.
Ja. Oke, doei Castrovalva van zorggroep Almere. Ik verrek het om mijn gezondheid neer te leggen bij een zorggroep die het werkelijk waar geen ene ruk kan schelen hoe het met hun patienten gaat. Bij een zorggroep die van alles doet, behalve zorgen.
Ik kwam terecht bij een andere praktijk, een praktijk met de welluidende naam "de Waterlelie", met aangesloten diabetenverpleegkundige. En die wilde mij wel even spreken. (Op haar initiatief welteverstaan, niet het mijne).
En wat een leuk mens. Serieus. Zij zit daar uit interesse voor mij, de diabetes en hoe we die ongelooflijke kut-combinatie leefbaar kunnen houden. En omdat ze naar me luistert, en me wil verder helpen, schreef ze me een pilletje voor, dat mijn nieren helpt om de extra suikers af te voeren, in plaats van in mijn lijf te houden in de hoop dat de extra toegevoegde insuline het klusje wel zal klaren.
Dat levert thuis een significante stijging in toiletbezoek op. Niet alleen dat, maar omdat mijn nieren nu enthousiast alle overtollige suikers afvoeren, ruikt het toilet na elk bezoek alsof er een verse suikerspin gemaakt is.
Wat anders: we hadden ooit een hond in huis. En ik heb daar bewust weinig over geschreven. Was het een voorgevoel? Het was meer Ilse's ding.
Die hond, Gucci, is vertrokken. Niet omdat ze klaar was voor de opleiding, maar omdat wij klaar waren. We hebben moeten besluiten dat, ondanks onze goede wil, en inzet, wij niet afdoende toegerust waren op een labrador met jack russel inborst en stafford lompheid.
In Gucci was geen kwaaie vezel, maar wel een hoop ondeugendheid. ADHD beyond the max, zeg maar.
Ik durf niet te becijferen wat die hond ons aan kleding van Ilse en Jente heeft gekost, maar dat is dan zeg maar de vrijwilligersbijdrage. Ik mocht dat ook niet becijferen, want later zou Gucci een goede hulphond worden.
Dat zag en zie ik niet, maar ik ben dan ook geen ervaren opleider van hulphonden. Ik zag alleen het spoor van ellende en verwoestingen die ze door het huis (niet alleen de kleding) trok. En de complete gestoordheid van zo'n beest om het voor elkaar te willen krijgen om letterlijk álles in haar bek te proppen en op te vreten. Tot ritalin aan toe, en nee daar werd ze niet kalmer van.
Goddank waren de dierenartsrekeningen niet voor ons, want een heel speeltouw verdween in haar maag, samen met een ongekauwd stuk gedroogde huid, papier, stukken vloerkleed en kartonnen dozen.
En dan denk je dus alles veilig opgeborgen te hebben; die hond vond het, en vrat het.
We waren geen goede match. We hebben alles gedaan wat de stichting ons vroeg, maar het werkte niet. En dan moet je toegeven: stop ermee, want er zijn vast ervarener mensen die dit veel beter kunnen. Is beter voor de hond, de stichting en ons.
Ik vond en vind dat de introductie, maar vooral de begeleiding erg minimaaltjes was. Er kwamen trainers langs om ons te begeleiden in de opvoeding, maar gemiddeld 1x per 6 of 7 weken, en verviel er al een keer omdat de hond het speeltouwtje van de trainer opvrat, in plaats van erop knabbelde, waardoor we een kostbare begeleidingsdag misten vanwege dierenarts bezoek.
Persoonlijk vind ik de voorbereiding te mager. Maar goed. Het zal zo zijn.
Gucci gaat naar een veel ervarener pleeggezin, en wij zitten met een kater na te branden. Ilse ruimt de boel op, en is logischerwijs meer van de leg dan ik.
Het was ook voor ons een dure, maar heel erg leerzame les. Voor wat mij betreft: geen labrador meer. Geen pup. De eerst komende 20 jaar.
Colette kan weer rustig eten, zonder een gretige pup eerst voor haar bek te moeten slaan.
Maar aan de andere kant: we hebben het geprobeerd, en een ervaring rijker. En eerlijk gezegd: ik zal de nachtelijke loopjes met het beest wel missen. Waarin ze vriendelijk, kalm en aanhankelijk was. Waarin ik haar kon aanhalen, zonder dat ze meteen haar tanden in mijn klauwen wilde zetten.
Goed, dit alles maar weer aan het www toevertrouwd te hebben, eindigt mijn weekend en begint het uwe.
Ik wens u een even goed weekend toe, als het mijne was. Zo niet beter.
vrijdag 6 december 2024
Druiloren en leuker zaken.
Ik heb mezelf een kadootje gedaan, niet in verband met Sinterklaas.
Wat sommige zaken betreft, ben ik behoorlijk hardleers, en dat leidde ertoe dat ik na het debacle met de FNV, uiteindelijk maar besloot om bij een andere (dé andere) bond te gaan kijken: de CNV.
Mijn onmin met het FNV was van zeer diverse aard, en na een poosje bondsloos geweest te zijn, leek het CNV me een stuk persoonlijker. Vooral omdat het wat kleiner is.
Ik ben ruim een jaar, bijna 2 lid geweest van deze club.
En in die tijd heb ik een aantal zeer gerichte vragen gesteld aan de persoon die over de touring-sector ging.
De antwoorden die ik kreeg waren weinig concreet. Weinig behulpzaam. Van het niveau: "Zoek het zelf maar uit, wij hebben geen zin of tijd om goed en helder te antwoorden".
Een ander voordeel was de belasting-service. Daar concludeerden we van dat Ilse het zelf sneller en makkelijker kon.
Het voordeel van een collectieve ziektekostenverzekering is me al die tijd ontgaan, omdat de CNV altijd loopt te kwaken over hoeveel voordeel me dat oplevert: maar hun zogenaamd voordelige zorgverzekering is bijna 10 euro per maand duurder dan de goedkoopste zorgverzekering die ikzelf via independer vind.
En toen...
En toen kwamen de CAO onderhandelingen. Vanuit de CNV vroeg men mij wat IK nu belangrijk zou vinden. Nou, dat is eigenlijk heel eenvoudig: een forse loonsstijging. Ik dacht aan een goeie 10%. Want dat is wat heel veel sectoren erbij hebben gekregen, en komt een heel klein beetje tegemoet aan de inflatie van de afgelopen jaren.
Als touringcar-chauffeur loop je sowieso gruwelijk uit de pas in vergelijking met OV-chauffeurs, er mag wel eens wat spek op de buik, zeg maar. En als je als bedrijf nog werknemers wil hebben, die niet gillend naar het OV rennen, moet je wel investeren, zou ik zeggen.
Uiteindelijk kreeg ik een berichtje terug: de CNV gaat voor MIJ onderhandelen!!!11!1!!11one! Voor maar liefst vier (4) hele procenten loonsverhoging!!!11!!!1!1!!11one1!!1
Vier procent.
Mijn bek zakte los op de grond.
Meteen aan die betreffende sector-trut gevraagd hoe ze in vredesnaam bij dat bezopen, beledigende en genante getal kwam, en toen kreeg ik als antwoord, dat dat het percentage was dat "de leden" wel wilden hebben.
Dat geloof ik niet. Met uitzondering van een paar empathie-loze grafhorken, die een koopkrachtverbetering voor hun collega's niet nodig vinden, ken ik alleen maar chauffeurs die serieus nu eindelijk wel eens een fatsoenlijke geldelijke waardering voor hun werk willen. En 4 procent komt nog niet eens voor de helft in de buurt van de huidige inflatie.
Dus ofwel het CNV-trutje liegt, ofwel bij de CNV zitten alleen maar de empathie-loze grafhorken die een koopkrachtverbetering van hun collega's niet nodig vinden.
Hoe dan ook: dat was het moment dat ik besloot dat ook de CNV er niet zit voor de touringcar-chauffeurs, en zeker niet voor mij.
Prima dat het allemaal voor het collectief moet, maar als het collectief er met zo'n laffe bende niet op vooruitgaat, zie ik geen reden waarom ik er als individu aan zou moeten bijdragen.
Ik geef mezelf een kleine 20 euro per maand kado. Geen contributie meer, want tja: als de loonsstijging niet eens de inflatie een klein beetje compenseert, kan de contributie er niet meer af.
Natuurlijk was dat niet zo eenvoudig. Want die ratten van het CNV maken je elk moment lid, maar opzeggen gaat per kalendermaand. En omdat ik 2 december opzei, heb ik de hele maand december gemist, en ben ik dus pas per februari geen lid meer. Want december was al begonnen, en (heel prettig voor die grafhorken: 1 december was een zondag en dan zijn ze heel comfortabel niet bereibaar). De smerige dieven daar.
"Ja, zo gaat dat nu eenmaal altijd, meneer".
Ik snap het. Lekker cashen op de rug van de mensen waarvoor je toch al niet opkomt. En die rechtsbijstand: als die op hetzelfde niveau is als de rest van de dienstverlening van die rattenbende: dat kan ik via mijn verzekeringendame waarschijnlijk goedkoper, maar in elk geval beter regelen.
Met hetzelfde ranzige, te vaak gebruike sop overgoten als de FNV: CNV, WEG ERMEE!!!
Als dat een vakbond moet voorstellen, gaan we als touring-sector, de komende jaren een zware tijd tegemoet. En dat is intens droevig. Maar iedereen die ooit tegen mij durft te zeggen hoe geweldig een vakbond is, liegt. Of is tomeloos naief en dom. Of probeert me gewoon te irriteren.
Mensen blijven soms heel erg hangen in een soort van mentale loupe. En heel vaak is dat vooral voor hunzelf heel erg vervelend, want het weerhoudt ze ervan om buiten hun bubbel te komen.
Zo ook de meneer die mij liet schrikken.
We waren bijna bij de terminal, en vlak voor ik die halte aan kan doen, moet ik 180 graden draaien, in die draai links en rechts pilaren zien te ontwijken, en bidden en smeken dat verkeersinzichtelijk gezien mindere goden voor één keer hun rode verkeerslicht niet negeren, en tegen mijn bus tot stilstand komen, met alle vreselijke gevolgen van dien.
Ik mocht optrekken, keek ter nacontrole in mijn spiegel, en tot mijn verbijstering stond er heel casual een jonge vent precies in het zicht van mijn spiegel. Mensen doen dat wel vaker. Vlak voor we aankomen, de deuren bijkans eruit drukken, zoveel haast hebben ze om eruit te komen. Je zou bijna zeggen dat ik er een wat minder subtiele rijstijl op na hou, maar dat kan het haast niet zijn. Ik rij altijd alsof ik fluwelen handschoenen en schoenzolen heb.
"Expect the unexpected", maar ik schrok nogal van die verschijning, daar waar die veiligheidshalve totaal onaanvaardbaar was.
Dus ik meld de passagier, in mijn beste Engels, dat hij als de weerlicht naar achteren moet, want hij blokkeert mijn zicht, en daarmee de veiligheid van mens en materieel.
Meneer bleef stokstijf staan, en wist mij ten overvloede te melden dat we in Nederland zijn. Daarin gaf ik hem prompt gelijk.
En dat hij Nederlander is, en dus in het Nederlands aangesproken kon/mocht/wilde worden.
Ik ben op zich de lulligste niet, dus herhaalde, mogelijk wat kregelig in het Nederlands, dat hij mijn zicht blokkeerde en daar weg moest gaan.
Hij bleef maar mekkeren dat we in Nederland zijn op een Nederlandse luchthaven. En wilde blijkbaar het laatste woord.
Nu ben ik absoluut de lulligste niet, ik weet veel en kan veel. Maar ik ben geen helderziende. Afgaande op zijn uiterlijk had hij overal vandaan kunnen komen, behalve uit Azië of Afrika. Engels is op een internationale luchthaven de meest veilige taal, want nagenoeg iedereen spreekt het. Sorry dat ik aan je smoelwerk niet kan zien welke taal je blieft.
Goed, zijn Engels zal minder dan perfect zijn, en mensen mogen hun voorkeur hebben. Maar dit was toch wel het minst geëigende moment zijn om die voorkeur eens uitgebreid te bespreken. En eerlijk gezegd: ik vond het de eerste keer dat hij meldde dat hij Nederlander is, al totaal oninteressant. (Als het nou een bloed-hete chick met schaarse kleding was, zou dat anders zijn). Het feit dat hij daarop door bleef emmeren, was alleen maar roloog-opwekkend. Donderstraal toch gewoon op. Volg de aanwijzingen van het personeel gewoon op. Dat laatste heb ik uiteraard niet gezegd, je moet toch een beetje decorum hanteren.
Dan was het weer Sinterklaas. Wederom samen met de schonefamilie, die er wederom voor zorgden dat er hilarische gedichten, en bijpassende hilarische geschenken waren. We zijn verwend.
Jente is verwend. As I type, zit zij met god mag weten wat voor griezelig en ranzig zand te spelen en een legopakketje in elkaar te zetten.
Die Jente. Die volgende week, na een paar maanden les te hebben gevolgd zomaar een examen mag doen. Dat zit zo: sinds een aantal maanden zit Jente op karateles. En na een wat hikkerige start (en het kwijt raken van haar eerste, kale, witte band) mag ze dan nu een examen doen. Een gele slip aan die witte band. Een eerste stapje in iets waarvan ik met mijn hele hart hoop dat ze het leuk blijft vinden, en dat die meester ook zo enthousiasmerend blijft. Dat ze er een heel erg mooie hobby aan mag blijven houden. Of ze nu voor wereldgevechten gaat, of dat ze er een kundige karate-kid van wordt die zelf, naast haar vader staand, de puistige pubertjes bij de deur weg kan kegelen, maakt niet uit. Ik gun haar van harte een fijne hobby. Iets waar ik dus zelf nog steeds geen uitzicht op lijk te hebben. Dat examen is volgende week, en goddank voor fijne planners die hun graatmagere gewicht in goud waard zijn.
Ook ik werd verwend. Wederom met sokken. Blije sokken. Want in tijden van maatschappelijke, professionele en persoonlijke onwelvoeglijkheden, is het van het grootste belang dat er ergens iets blij-igs aan mij te zien is. Of in elk geval te vinden is. Een stukkie lego en een fijn boek.
Ik begin langzamerhand weer wat ruimte voor focus te vinden, want ik ben er in geslaagd om een serie op Netflix te vinden die me wel aanstaat, dus wellicht lukt het me ook om weer eens een nieuw boek ter hand te nemen en daadwerkelijk uit te lezen.
Daar ga ik alle tijd voor krijgen, want ik heb net een treinabonnement gekocht voor het traject naar mijn werk. Laat het grote besparen maar beginnen. En terwijl ik dat doe kan ik net zo goed die tijd in de trein besteden aan mezelf literair of lecturair naar hogere sferen te doen stijgen.
En dan is het alweer bijna tijd om naar Engeland te verkassen. Naar het eiland. Een van de meest prachtige plekken op het Europese continent. Eventjes vakantie. Eventjes naar mijn ouwe vader gaan, gewoon omdat het kan. Omdat het gezellig is. We gaan met ons 3'en. Daar sluiten wij ons aan bij in elk geval mijn vader en mijn ouwe zus. Kerst vieren daar. Heb ik zin in. Lekker een Engelse kerstkalkoen verslinden, met spruiten, black pudding en andere lekkernijen. We nemen dit keer wel een koffer mee, en Jente en/of Ilse gaan kleren achterlaten om alle te ex- of importeren voedingsmiddelen wél naar Nederland te krijgen.
Uw weekend begint alweer, het mijne is ten einde. Ik wens u allen een fijne toe.
zaterdag 30 november 2024
Helder maar toch niet.
"Hij/zij heeft een wat laag plafonnetje".
"Als je hem/haar diep aankijkt, zie je de achterkant van zijn/haar schedel".
"Het licht staat aan, maar er is niemand thuis".
"Zijn/haar snappertje is niet zo groot".
Dit gaat uiteraard niet over mij. Ook niet over mijn echtgenote. Niet over mijn dochter.
Maar ik kom soms mensen tegen waarbij ik, al dan niet doorspekt met heftiger vormen van ontheiliging, bovenstaande zinnen absoluut van toepassing acht en vaak ook uitspreek.
Het navolgende avontuur was er één waarbij ik, zonder vloeken en tieren, maar niet gespeend van enige verbijstering en verontwaardiging, bovenstaande zinnen, alle 4 van toepassing achtte.
Het was donker, het was nat en het was koud. Dé ideale omstandigheden om nu eens rustig en verstandig mijn werk te doen.
Dus rustig rijden, rustig indraaien, goed opletten, en goedmoedig zijn. Kalm aan. Dan overleven we allemaal deze dag, om hem eens rustig na te vertellen.
Met die mind-set, kwam ik aanrollen bij een vertrekkende kist. Die was nog maar net aan klaar voor de nieuwe lading passagiers.
Ik kreeg een duimpje, opende de deuren en liet de passagiers lopen naar de trap. En daar ontstaat dan, zoals altijd als er meer mensen dan ruimte in de doorgang is, een trechter effect.
Ergens schuin aan de zijkant stond een voertuig opgesteld van mensen die net klaar waren met het toestel (ik zal niet benoemen welke functie zij hadden, maar het is op zich een vitale).
Mijn passagiers begonnen redelijk wat vaart te maken, aangezien het dus nat en koud en donker was.
Fijn, want dat betekent dat ook ik minder lang in de donkere, kouwe nattigheid moet staan.
Toen er nog maar 4 of 5 mensen op het beton stonden, besloot de bestuurder van het voertuig om te vertrekken. En deed dat door stomweg op die laatste passagiers af te rijden, en flink te toeteren. Hij moest er langs.
Ik begon met de eerste van de vier bovenstaande zinnen te denken, en maande middels een armgebaar dat de betreffende chauffeur even zijn gemak moest houden.
Dat bleek tegen het zere been van de man te zijn, want hij stopte zijn voertuig precies tussen mij en die passagiers, en begon wild en onaangenaam te gebaren. "Wat moest ik wel niet?".
En toen volgde in mijn hoofd alle andere zinnen van de bovenstaande 4. En dat in combinatie met nog een paar andere, wat liederlijker vervloekingen aan het adres van dat gebrekkige toptalent.
Niet alleen moet je in het regenachtige donker, waarbij het zicht dus niet denderend is, terwijl er mensen zonder Hoge Zichtbaarheids Kleding lopen, niet gaan rijden. Dat is stomweg een overtreding van de veiligheidsregels.
Je moet ook niet gaan claxonneren naar passagiers om ze op te laten rotten. Die passagiers zijn, hoe je het wendt of keert, wel een groot deel van je boterham. Staat hoogst onbeschoft.
En je moet ook niet tussen mij en mijn passagiers in gaan staan stoer doen. Want ik moet overzicht houden, en ben uiteindelijk medeverantwoordelijk voor de gang van zaken. Dus belemmer je mijn werk.
Meneer de chauffeur van het niet nader te noemen bedrijf vertrok, met nog wat gewapper met middelvingers.
Wat moest ik hier nu alweer mee. Het leed was reeds geleden. Maar ja.
Uiteindelijk de regie maar gebeld en mijn verhaal gedaan.
De regisseur vond het evenals ik allerminst grappig. Waar ik opteerde voor een klacht naar het betreffende bedrijf, schaalde de regisseur op. In eerste plaats omdat hij vond dat een dergelijk gedrag naar "zijn chauffeur" onacceptabel was. Zo liet hij niet met "zijn chauffeurs" omgaan. En in tweede plaats vanwege de eerder genoemde veiligheidsovertredingen, en ongastvrij gedrag.
Dat muisje kreeg dus een staart, waar een gemiddelde rat bovengemiddeld jaloers van zou worden.
Een ander exemplaar waar het licht wel aanstond, maar waar niemand echt thuis was, diende zich aan op een maandagmorgen (misschien wel niet geheel toevallig dat het een maandagmorgen was, bedenk ik me nu).
De beste man stond net als ik, een beetje vast in het verkeer bij een school. En wilde blijkbaar inparkeren. Achteruit het vak in "fileparkeren".
Op zich prima, maar dan moet je dat wel kenbaar maken. Bijvoorbeeld door middel van je knipperlichten aanzetten. Helpt, want dan zie ik wat je eventueel zou willen.
Dan moet je ook in je spiegels kijken of je die ruimte hebt.
Beiden deed de beste man niet. Hij knalde zijn auto zomaar achteruit, terwijl ik daar stond. En met verbijstering maar moest zien dat ik weg kwam (dat kon niet, want achter me stond ook nog een auto).
Ik roste mijn claxon maar schor, want ik zag geen andere optie.
De man stopte maar net op tijd, kwam half zijn auto uit om me middels handgebaren (niet eens in combinatie met middelvingers, dat geef ik hem na), kenbaar te maken wat hij wilde.
Ja, best. Ik snap dat. Maar geef dat aan, en kijk of het kan. Je kunt simpelweg niet doen alsof je de enige op de weg bent, pannekoek.
Jente (die ik op dat moment naar school bracht) vond het allemaal veel opwindender dan ik. Ik ben inmiddels wel gewend dat 99% van de bevolking slechter rijdt dan ik. En ik verdien dikke schouderbonken, want ik heb geen enkele heilige afgestoft. Hooguit heb ik het betreffende toptalent uitgemaakt voor mindervalide met een erg laag plafonnetje.
Ik moest naar school, want ik ben dus voor de tweede keer de geëngageerde bibliotheekvader.
Normaliter sta ik op, slemp ik liters koffie naar binnen. Keuvel ik wat met Jente, maan ik haar om de ochtendroutine te volbrengen zonder continu afgeleid te zijn en breng haar naar school.
Maar als ik de bibliotheek moet bestieren, kom ik niet veel verder dan twee povere kopjes koffie, en moet ik, mezelf met grof psychologisch geweld naar het land der levenden trappen.
Ik moet mijn gezicht in de plooi strijken.
De koek uit mijn ogen poetsen.
Een basale wolk okselfris spuiten.
Een paar happen havermout proberen door te slikken, anders vreet ik die kinderen op.
Tanden poetsen en mijn keel schrapen, want ik kan natuurlijk niet met meurende bek en grommende stem mezelf zitten wezen daar.
En dan rest er tijd voor nog maar 2 kopjes koffie.
Die kinderen zouden er levenslang een trauma aan overhouden. Een soort van bleke Shrek zitten ze daar niet echt op te wachten.
Bij nader inzien zou ik kunnen stellen dat mijn sociale plafonnetje TIJDELIJK, echt TIJ-DE-LIJK, wat lager is, bij gebrek aan meer koffie.
En dan komen ze dus. Een stuk of 2 toonladdertjes aan kindjes uit groep 3. Die allemaal niet snappen dat de maandagmorgen eigenlijk bedoeld is om rustig bij te komen van het weekend. Of van een late dienst. Die allemaal niet snappen, dat sommige volwassenen (meesters en juffen uitgezonderd, waarvoor een immens respect) gewoon helemaal geen mens zijn, zo op de vroege maandagmorgen. Die allemaal kwekken, kwaken, kleppen en in sommige, niet onbestrafte gevallen, gewoon krijsen.
Moet ik als newbie dus dat systeem te zien doorzien. Wel enter, geen enter, wel f12 of juist niet f3. In willekeurige volgorde, doch zelden nog in 1 keer goed. Terwijl er in je oor getettert wordt.
Volgende week neem ik een literthermosfles koffie mee, en niet misschien doe ik er een scheut hartigs in.
Toch vind ik 2024 geen jaar dat nu eens schreeuwt om herhaling.
Voor wat betreft mezelf: een gierende tocht langs de afgrond van een burn-out, het volslagen gebrek aan begrip vanuit de werkgever, en het totale uitblijven van hulp (in plaats daarvan moest ik het stellen met een officiele schriftelijke waarschuwing, en een verlaging van mijn contracturen) hebben er best wel in gehakt.
Toegegeven: die 32 uur bevallen prima. Het lijkt erop dat ik meer tot rust kom, en meer toekom aan zaken die wezenlijk belangrijk zijn.
Het overlijden van mijn telefoon is een tweede zaak waar ik niet overdreven opgewekt van werd. Maar goddank had ik mijn oude telefoon bewaard.
Als ik dat nu ook met mijn bril gedaan had, had ik wellicht op het einde van het jaar, rond de drukste tijd voor de opticien een minder grote uitdaging gehad. Want uiteraard moest ook dat een raar soort drama worden in mijn toch al niet standaard huis-, tuin-, en keukenleven.
Dat ging zo:
Ik had een lekker vest aan naar mijn werk. Het is dan weliswaar zonnig, maar bitter koud, zeker op het altijd winderige platform.
Dat zonnige betekende uiteraard dat ik niet zonder zonnebril kan, en als ik die draag, hangt mijn bril aan mijn vest. Ja, ik kan touwtjes gebruiken, maar met 2 brillen hebben die de gewoonte om in elkaar te verstrengelen, waardoor ik na verloop van tijd, mezelf keel en geen enkele bril meer op mijn neus krijg.
Dus, hang ik ze aan mijn vest.
Ja, tot dat blijkt dat dat vest eigenlijk te dik is, en dus die bril niet goed houden kan. Ik wilde mijn bus uitstappen en registreerde ergens een soort van klettertje. Maar omdat ik al de eerste stap gezet had en geholpen door de zwaartekracht mijn voet richting de bodem van de bus aan het zetten was, was ik niet gefocussed op een bril waarvan ik zeker wist dat die hing waar die moest hangen.
En dus plantte ik mijn voet kordaat.... op mijn bril. Ik voelde het wel gelijk, en wist te voorkomen dat mijn volle 90 kilo dat brilletje helemaal zou vergruizen, maar het leed was wel degelijk geleden.
KRAK!!! Hoorde ik.
KUTGODVERDETOUWTYFUSHOERETERINGKUTVERDOMMESEGODNAKENDEKUTKLERE!
Hoorden alle omstanders (wat er weinig waren, aangezien ik niet met passagiers onderweg was).
Ik was in staat om het afgebroken brokje te bergen uit de bus, en uiteindelijk kon het ermee door.
Maar dat afgebroken brokje was wel de neussteun.
Deze ochtend, de zaterdag, naar de opticien. En ik ga zonder schaamte reclame maken voor de man: Specsavers aan het globeplein in Almere.
Toffe lui, die mijn brilletje kostenloos tijdelijk repareerden, en me eenzelfde montuur voor minder dan 1/3e van de prijs verkocht omdat ik anders veel geld kwijt was. Wat een toppers.
En zo komt ook dit gekke avontuur ten einde.
Mijn weekend begint, ik heb mijn ene weekend in de 7 weken. Dat is fijn.
Ik wens mezelf en alle lezers en hun aanpalende lieden een beste toe.
zaterdag 23 november 2024
Goedkope menselijkheid, niets is ons vreemd.
Een hoop "zorgen". Een hoop verontwaardiging. Een hoop stampij. De Temu-webwinkel/Temu-app.
Een soort van Ali-express, maar dan nog goedkoper.
Doelgroep: mensen die lopen te huilstruiken dat een postzegel zo duur is, terwijl ze op facebook kwistig met felicitaties strooien, en zelfs niet zouden weten waar ze zoiets banaals als een postzegel voor een verjaardagskaart zouden moeten kopen.
Mensen die lopen te huilstruiken dat alles zo vreselijk duur is, terwijl ze 3x per jaar op vakantie gaan naar een all-inclusive resort.
Kortom: iedereen. Want Nederland is een duur land, en de lonen stijgen niet zo hard mee als de inflatie. Helaas. De beloften van Geert Wilders waren mooi, maar totaal niet nagekomen.
Die mensen, trappen massaal in de opengestelde valkuil van China. Want die mensen realiseren zich niet dat China dan weliswaar een handelspartner is, maar verre van een eerlijke, transparante handelspartner.
Zij willen maar al te graag hun spotgoedkope, kwaliteitsloze tinnef aan ons kwijt, maar om als Nederland iets in China kwijt te kunnen, is onverklaarbaar veel lastiger. Maar ja. China en Chinese zooi is lekker goedkoop.
Het is zo goedkoop, dus mensen kopen zich scheel op die website of app. En men realiseert zich blijkbaar niet dat producten niet voor niks zo vreselijk goedkoop zijn. De kwaliteit is er niet, maar de prijs is uw privacy. Uw leven.
Waar diezelfde mensen lustig allemaal bezopen hoaxen delen over dat facebook geen gegevens van ze mag gebruiken, want "MiJn PrAifAsssieEeE1!!!1one!1", geven ze zonder enige gene of intelligentie hun hele hebben en houden aan een of andere griezelige Temu-app.
Die vervolgens al hun data aan de grote communistische roerganger geven. Tja.
Ik vind het verbijsterend dat mensen zich niet realiseren dat als een product gratis of té goedkoop is, ze niet betalen met geld maar met zichzelf. Dan zijn zij dus blijkbaar het product. Die grenzeloze naiviteit vind ik schokkend, en enigszins vermakelijk. En met het risico dat ik voor arrogant versleten wordt: ik wist dit al. Een gezond wantrouwen in de Chinese overheid en het Chinese bedrijfsleven, in combinatie met een absolute weerzin tegen het fenomeen "accounts", maakte dat ik op geen enkele wijze iets van Temu (of Ali, for that matter) zou willen hebben. Plus het feit dat ik liever iets van kwaliteit wil, dan iets dat na verzending al op niet te herleiden manier niet meer werkt.
Op mijn bijzondere (en op veel momenten bizarre) werkplek wordt op dit moment flink geïnvesteerd in vernieuwing. Dat kan absoluut geen kwaad, en het maakt dat je als gebruiker van de infrastructuur geen 24 uur achter elkaar hetzelfde "wegbeeld" hebt.
Geen 24 uur is hetzelfde, ondanks dat je toch echt hetzelfde zou moeten doen.
Voor ons leidt dat tot nogal eens wat onverwachte wegomleggingen, die zelden duidelijk worden aangekondigd. We leren het "on the job". De nieuwste omlegging is er één die ervoor zorgt dat we serieus heel veel meer meters moeten maken om op de bestemming te komen. Maar ook een die tot nogal wat onmin en onbegrip leidt. Een van die omleggingen heeft er namelijk voor gezorgd dat een van de doorsteek-straatjes, die vroeger 2- richtingsverkeer was, nu nog maar éénrichtingsverkeer is.
En dus sta je met je 12 meter lange bus nogal eens neus aan neus met iemand die de enorm grote verbodsborden niet wilde of kon lezen. Of zich er simpelweg geen flikker van aan trok. Ja. En als ik met passagiers in de bus zit, ga ik niet achteruit. Ten slotte sta ik in mijn recht. En andermans problemen oplossen, is maar zeer beperkt in mijn DNA in gebakken.
Maar goed, die eerste dag, vergeef je je mede-weggebruikers wat, want het is allemaal nieuw. En als het voor ons onverwacht was, is het voor meer mensen onverwacht. Dus kom op. Ik kan best even kijken of ik zoiemand een centimetertje kan helpen.
Maar het moet geen gevaarlijke situaties opleveren. Ik kan simpelweg niet met 12 meter straffeloos achteruit steken. Er zit verkeer achter me, dat ook niet verwacht dat ik ineens achteruit ga rijden.
Mensen verwachten sowieso niet altijd transport per bus naar een vliegtuig, en met dat vele omrijden, vertel ik ze maar dat ze gratis een toertje over de luchthaven krijgen.
Dat leren "on the job", zorgde voor een wat vreemde sfeer in mijn bus, een paar dagen geleden.
Van de hoogste hotemetoten moeten wij álle deuren geopend hebben bij het in- of uitstappen van de passagiers. Onhandig, want de warmte (zeker nu) vliegt dan nog sneller naar buiten, en kost erg veel batterijcapaciteit. Onhandig, want de meeste mensen hebben nu eenmaal geen idee van het feit dat voorin die bus staan, mijn zicht ernstig belemmert, en daarmee de veiligheid.
Diezelfe hotemetoot beweerde ooit dat hij liever klachten van passagiers ontvangt omdat ze te gewelddadig naar achteren gekegeld werden, dan dat hij klachten ontvangt over een dichte voordeur.
Prima, kan hij krijgen. Ik sta voor niks.
Bij een binnenkomende vlucht, moest ik dus maar weer zien dat ik me door de mensenlijven naar mijn stuur wrong.
Ik besloot om eens geen poging te doen tot het worden van wereldkampioen mensen-kegelen, maar het met een grapje af te doen, en dat ging zo:
Ik: Mevrouw, als u daar blijft staan, kunt u evengoed achter het stuur zitten, en die bus naar de terminal rijden. Dan gaat het misschien wat sneller.
Mevrouw: haha, maar ik kan geen bus rijden.
Ik: het is heel eenvoudig, ga maar zitten, ik leg u wel uit wat u moet doen. Ik heb het vanmorgen zelf on-the-job geleerd, iedereen kan het. Heus.
Mevrouw:..... Jamaar..... Jamaar..... Is dat wel veilig dan?
Ik: Nee, natuurlijk niet. Maar het is wel heel erg leuk. Let's go!!!
Mevrouw:.......
Mevrouw:...... Neemt een paar dragonderstappen naar achter, en kegelt zelf haar mede-passagiers bij kans naar buiten.
Opgelost.
Een verhaaltje van Ilse:
Ons Jente krijgt in de avond vaak een melatonine pilletje. Dit omdat ze moeilijk in slaap komt, ze zelf blijkbaar weinig aanmaakt, en er dus baat bij heeft. Niet alleen slaapt Jente dan wat makkelijker, voor ons is het ook wat minder heibel in de avond.
Dat pilletje doen wij gewoonlijk in de geopende mond van Jente. Dat is een beetje de "traditie".
Alsof we een jong vogeltje voeren. Heel ontroerend.
Onze Colette heeft het aan haar schildklier, en krijgt daarvoor ook een pilletje, dat moeten we ook in haar strot rammen, anders vreet ze het niet.
En de hond krijgt af en toe wat lekkers. Net als bij Jente gaat dat van "GLOBBERDEGLOBBERDEHAPSLIKWEG".
Maar omdat wij wij zijn, en niet altijd even gestructureerd of georganiseerd, ging het van de week mis.
Gedachtenloos wilde Ilse Jente haar melatonine geven, pakte dat pilletje, liep naar de hond en de hond deed inderdaad "GLOBBERDEGLOBBERDEHAPSLIKWEG". En weg was het pilletje voor Jente.
En pas toen realiseerde Ilse zich dat ze de hond gedrogeerd had met een slaappilletje voor kinderen.
Letterlijk geen kind meer aan gehad.
Zo moet dat dus niet.
Hoe dan ook:
Weer een bijtijdse blog. Maandag weekend, ik wens u nu alvast een goeie toe.
maandag 18 november 2024
Ontzorgd, maar weekend
Ik sta niet bepaald bekend om mijn lange lontje. En zeker als het aankomt op zaken die mij persoonlijk aangaan, kan ik behoorlijk kort aangebonden zijn.
Een van die zaken, is zorg.
Sinds ik geen militair meer ben, moet ik maandelijks een enorme som overmaken aan in mijn geval de FBTO. Die betaalt dan weer de kosten van mijn zorg, maar voor de rest doen ze niks.
Prima.
Mijn zorgverlener krijgt van al die premies een enorme berg geld terug. En daar gaat het mis.
Ik moet elke avond een dosis insuline in mijn lijf rossen, en dat gaat via een receptje bij de inpandige apotheek.
U voelt hem aankomen?
Elke keer dat ik die zooi nodig heb, is het een mijl op 7 om er aan te komen. Ik moet door 3 of 4 hoepeltjes springen om dat recept te herhalen. Want niet dat een diabeet gewoon een automatisch doorlopend recept heeft om in leven te mogen blijven, neeeeeeeeeeeheeeee dát zou té logisch, té makkelijk zijn. Laat iemand die afhankelijk is van medicatie maar lekker bungelen, bidden en smeken. Lachen, man.
Dus elke zoveel weken hang ik aan de lijn met de apotheker, of ik alsjeblieft mijn levensreddende sapjes mag hebben. En elke keer zeur ik om een herhaalrecept. Elke keer belooft men mij dat er verandering komt in de processen, en elke keer gebeurt dat dus niet. Elke keer zou ik een mailtje moeten krijgen dat mijn zooi klaar ligt, en elke keer weet het mailsysteem van de apotheek mijn gmail niet te vinden.
Elke keer moet ik minimaal 60 minuten in de telefonische wacht staan. En elke keer dien ik er een klacht over in. Elke keer belooft men mij beterschap.
Never happens. Om horendol van te worden.
Tot ik van de week insuline nodig had, ik eindelijk na een verbijsterende (slechts) 19 minuten een meisje aan de lijn had, die me opgewekt mede deelde dat ik het na 3 werkdagen wel op zou kunnen halen. En daar zat een weekend tussen. Heh ja, heh kut.
Of ze niet een los pennetje op voorraad hadden. "Nee, meneer, zo werkt dat niet".
Mijn onderkaak zakte op de grond, mijn wenkbrauwen eindigden in mijn nek en gingen in combinatie met mijn nekharen overeind staan, en er vormde zich een intimiderend schuimlaagje op mijn lippen. Ik vroeg die trut of we dan niet gewoon samen konden besluiten dat ik geen diabeet ben. En dat we gewoon stoppen met de hele kermis, aangezien de apotheek er blijkbaar vanuit gaat dat diabetes helemaal geen gevaarlijke of zelfs maar dodelijke aandoening is.
Heel gek, maar ik moet ook gewoon werken, dus Ilse nam het deels over. En kreeg de opdracht om maar naar een andere apotheek te gaan, drie wijken verderop.
Daar kreeg zij te horen, dat ik de dag erop al zou kunnen beschikken over mijn medicatie, maar dat ze het gek vonden dat Ilse naar hun werd doorverwezen, omdat onze eigen apotheek gewoon insuline op voorraad heeft.
Ik.
Werd.
Gek.
Omdat ik niet als een compleet lijpe lotje, schuimbekkend mijn passagiers rond kon rijden, probeerde ik dat schuim in te slikken en mijn opgestoken nekharen onder mijn pet plat te drukken. Dat lukte aardig.
Vervolgens tikte ik in pure boosheid en radeloosheid (want ik wil best betalen voor zorg, maar ik heb ook nog trots in mijn lijf. Ik vind het mensonterend dat je iemand met een chronische ziekte op deze manier door hoepeltjes wil laten springen om aan zijn spullen te komen) een mail aan mijn huisarts. Of zij niet eens met de mensen van de apotheek kan praten over de walgelijke gang van zaken.
Het antwoord was even kort als onthutsend. Nee, ga zelf maar praten.
Ik ben wel uitgeluld. Ik heb talloze keren dat castrovalva proberen te overtuigen dat zorgverlenen iets heel anders is, maar ergens beginnen mijn stembanden toch te protesteren als ik weer een vruchteloos gesprek aan moet gaan.
Dan maar niet. Weg met castrovalva, hopen dat het elders wat menselijker mag gaan.
Ik ben blijkbaar heel gevoelig voor menselijkheid.
In een vlaag van verstandsverlichting besloot ik om dat gezichtenboek eens te gebruiken voor meer dan de publicatie van wat foto's en geklets. Ik ben namelijk lid van een pagina gewijd aan het wel en wee van mijn wijk. En daar maar eens gevraagd naar alternatieven.
En op basis daarvan besloten dat ik me bij een ander ga inschrijven. Misschien dat zij menselijker omgaan met patienten. Zo niet, kan ik altijd weer wisselen. Of zo.
Gucci is een best wel intens beest. En gelukkig krijgen we begeleiding van 2 heel bekwame dames, die ons leren wat zij willen dat wij (de hond) leren. Dat moet ook wel, Gucci wordt ten slotte geen huis-, tuin-, en keukenpup.
En omdat Gucci haar bek maar blijft inzetten voor zaken waarvan wij dat dus absoluut niet willen, gingen beide dames met Ilse en de hond mee naar het bos. Om te kijken wat er precies gebeurde, op welk moment en hoe we dat in andere banen moesten leiden.
Er gingen voertjes mee, en wat speeltjes.
Gucci mocht lekker los.
Een van de KNGF-dames, pakte de speelflos om iets voor te gaan doen, maar was misschien toch niet helemaal bedacht op de hoge mate van intensiteit van Gucci. Want na alle voorbereidende uitleg, stak de dame Gucci de flos toe om iets voor te doen. Gucci deed: HAP-GLOBBERDEGLOBBERDE-SLIK en weg was de dikke speelflos. Daar sta je dan. Met al je goeie bedoelingen. Meteen naar de dierenarts te kunnen om dat beest vol braakmiddel te stoppen.
Voordeel was dan wel dat we de rest van de dag een heeeeeel erg mak hondje hadden.
Over braken gesproken.
Reizigers kunnen op veel manieren reageren op een al dan niet turbulente vlucht. Sommigen daarvan gooien gewoon hun laatst genoten maaltijden eruit. Als je pech hebt in de bus, met minder pech, ergens daar buiten.
Een van de reizigers die bij een collega in de bus zat, gooide precies bij de deur van de bus, zijn laatst genuttigde maaltijd eruit. Vervelend, maar gelukkig niet ín de bus. Meestal roepen we dan de regie op, zodat zij een schoonmaker kunnen sturen om het bergje barf weg te spoelen. En meestal krijgt de ongelukkige chauffeur de opdracht om wat minder woest te rijden.
Maar goed, het duurde iets langer dan gebruikelijk voor de schoonmaak er was, en ondertussen kwamen er steeds meer bussen bij de terminal. En die bussen braakten hun lading passagiers uit, die langs, of door die eerder neergelegde berg braak moesten lopen. Is vies.
Uiteindelijk kwamen er twee mannen, die met een halve liter flesje spa die wanstaltige zooi weg probeerden te spoelen. Iets met "too little, too late".
Uiteindelijk was er iemand zo slim om de hele zooi met een hogedrukreiniger weg te spuiten. Geen moment te laat, want het begon er ook wat zurig te meuren.
Een paar ritten later, stond er een passagier redelijk voor in de bus te klagen dat hij zo misselijk was geworden van de turbulentie. Kut, net als ik die mensen naar een heel erg ver afgelegen ingang van de terminal moest rijden.
Dilemma. Ga ik voor snel, maar dan weinig subtiel. Of ga ik voor rustig maar langzamer... De man wist zich kranig te houden, en pas toen hij de deur van de terminal door was, zag ik hem wat minder ontspannen bewegingen maken. Ik hoop maar dat hij de boel binnen heeft weten te houden.
Goed, ik was wat later, maar aan de andere kant: mijn weekend is begonnen. Als bibliotheek vader, wel te verstaan. Jente had zich er heel erg op verheugd, maar ik kreeg alleen wat uitleg, kon wat oefenen en er kwamen louter groep 3 kinderen.
Ik wens eenieder een mooie start van mijn weekend.
vrijdag 8 november 2024
Handelskade, voorlezen en Donald Duck Trump
De handelskade.
Mijn werkplek kent 2 haltes, waar ik de bus kan laten stoppen. "Schipholgebouw" is er één van, en wordt aangedaan door grijze bussen. Bussen die op alle haltes stoppen binnen het gebied van Schiphol. "De handelskade" is een halte die wordt aangedaan door rode bussen. Bussen die op veel minder haltes binnen het gebied van Schiphol stoppen. Dat zijn de streekbussen. Beide haltes zijn min of meer op loopafstand.
Afhankelijk van waar ik parkeer, kan ik uitsluitend een grijze bus pakken. Of ik kan kiezen voor een grijze of rode bus.
Op een goeie en nog zonnige dag, besloot ik de rode bus te pakken. Die is net even wat sneller dan een grijze, want stopt op minder haltes. Goed opletten dus dat ik wel op de juiste halte uitstap, anders schiet ik mijn doel met kilometers (letterlijk) voorbij.
Nu is het als buschauffeur zo, dat je je bus goed op de halte moet zetten. Tijdens een instructie van een erg eigenwijze kerel, leverde me dat een gebroken middelvinger op. In het OV is dat net zo. Netjes halteren, zodat je reizigers zo veilig mogelijk in- en uit kunnen stappen.
De chauffeuze van de bus die ik naar mijn bestemming had, deed dan ook precies dát: heel erg netjes halteren.
Alleen nu wil het ding dat niet al die haltes even handig zijn aangelegd. Soms zijn die haltes een paar centimeter te hoog aangelegd, waardoor deuren van die bus niet open kunnen, als de chauffeur in kwestie netjes halteert.
(Ja, serieus, er worden nog steeds bushaltes gebouwd die niet berekend zijn op de bussen die er moeten stoppen. En daarmee dus zorgen voor het feit dat je als chauffeur toch net eventjes verder van die halte moet parkeren dan je lekker zou vinden voor je passagiers. Er zijn dus nog steeds van die stoere kantoortijgers die ergens een tekeningetje maken voor een hippe halte, zonder kennis of inzicht in waar dat voor gebruikt zou moeten worden, en hoe. Het is hemeltergerd. Je hoopt dat mensen die zoiets construeren zelf eens een middelvingertje of 2 breken).
De chauffeuze van mijn bus, parkeerde dus erg netjes, deed de deur open, ik groette haar vriendelijk en vrolijk. Wenste haar een fijne dag en liep vervolgens met mijn snufferd tegen een half geopende deur. Die deur was namelijk halverwege klem komen te zitten tussen de bus en de stoep van de halte.
Nog nooit dat ik een half geopende deur kuste, maar dit was hem dan: mijn eerste busdeur-kus.
Van 40 naar 32. Hoe bevalt dat nu? Mijn eerste complete roulatie zit erop. Ik heb mijn eerste complete vrije week erop zitten. 5 ingeplande vrije dagen.
Alle diensten laat.
Het was en is financiëel slikken. En eigenlijk bizar dat een bedrijf de problemen zonder enige vorm van ceremonieël bij de werknemer legt (niet mijn woorden, maar die van een vertrouwenspersoon die ik er naar vroeg). Dus zullen we actief op zoek moeten naar bezuinigingsposten. Maar, zoals mijn betere helft zegt: het komt wel goed.
Mijn maatjes uit de ochtenddiensten mis ik ook. De harde humor. Het pretentieloze. Het doordouwen. De oprechte interesse in elkaar.
Mijn maatjes uit de avonddienst zijn voor 80% ook toppers. Wat pretentieuzer misschien. Wat meer prinsesjes. Maar ook in de avond is het gezellig en goed werken. Het is wat rustiger, en daardoor wat meer ruimte. Maar ook hier weer: de oprechte interesse in elkaar. En de gezelligheid. Het gezamelijk balen als we allemaal tegelijk pauze krijgen, terwijl er maar 2 magnetrons ter beschikking staan. Had allang geregeld kunnen zijn, maar dan moeten de juiste figuren wel voldoende interesse hebben in het wel en wee van de avonddienst.
En ik begin langzaam op te krabbelen. Ruimte te krijgen voor andere gedachten. En die gaan nogal eens heen en weer.
Ik heb nog steeds geen hobbies gevonden. Serieus, ik loop zo ontzettend achter. Normale mensen van mijn leeftijd hebben hobbies. Die gaan naar de plaatselijke toneelvereniging. Of staan 2x per week te padellen. Kantklossen of zo.
Tuurlijk: ik verzamel mijn auto's, maar dat staat op een laag pitje. Ik heb wat dat betreft wel bijna alles wat mijn hartje begeert.
Lego? Ja, heel leuk. Maar zelfs met 40 uur per week niet echt een hobby die je in het groot uitoefent. Bovendien: ik zie al een blokje op de grond vallen, en voor ik kan bukken om het op te rapen, in de bek van de hond verdwijnen om er deels verteerd en afgevuld met hondenmest weer uit te komen. Dat is dan het meisjestoilet waar de slang uit Harry Potter komt.
Dus ik ben er nog niet. Ik ben er nog lang niet. Maar als u als lezer nu eens een prima idee heeft voor een duurzaam inzetbare hobby voor uw nederige scribent, ik hou me van harte en warm aanbevolen. Ondertussen ben ik onder leiding van schonebroer Sietse begonnen aan wat misschien wel een leuke prelude kan zijn voor mijn hobby-leven.
Ik ben begonnen met het maken van een versnellingspook-knop voor in mijn auto. Van hout. Vorige week maakte ik van wegwerp-vuren-waaibomen-hout een opzet. Om te leren hoe een draaibank werkt. Deze week kwam ik terug met "het plan van aanpak". Dat kon gelijk gepauzeerd, want het hout dat we in gedachten hadden, bleek te klein te zijn, maar we vonden wel een machtig mooi stuk lindenhout. Met allemaal mooie onvolkomenheden erin. Stuk op maat uitgezaagd, en vervolgens de scheuren, die ik zo mooi vind, maar als versnellingspookknop snel gaan irriteren, afgevuld met epoxy en kleurmiddel. Dat afvullen ging uiteraard niet subtiel, en we hebben 2 bekers moeten mengen, omdat de scheur blijkbaar dieper was dan we op ooghoogte hadden kunnen zien. Maar het leerde ook dat een laagje epoxy erop de nerven veel beter uit liet komen, en het hout een prachtige diepe kleur geven. Dus het op maat draaien en afwerken, is een weekje op geschoven, maar ik ben nu al helemaal in mijn nopjes als het resultaat er gaat zijn.
En dan dit: ik word een maatschappelijk en pedagogisch geëngageerde ouder. Ja.
Ik ben een van die ouders die mild cynisch kijken naar die schoolplein moeders en vaders die zich overal mee bemoeien. De ouderraad. Schoolreiscommissie-ouders. Gymouders. Avondvierdaagse-ouders. Etc. Ik wilde er nooit bij horen, want ik ken mezelf. Niet subtiel genoeg om de porcelijnkast heel te laten. Zelfs niet per ongeluk. Van die boblijn-bekapte moeders die ik niet vriendelijk genoeg vertel dat hun ideetjes nog bespottelijker zijn dan hun eerste idee om zich voort te planten.
En nu word ik dus Bieb-ouder.
Ik kan schrijven, dus ik kan lezen. En voorlezen. Ik weet oprecht niet hoe ik hierin verzeild ben geraakt maar over dik anderhalve week zit ik in de bibliotheek van Jente's school, allemaal kinderen te vertellen welk boek ze wel en niet moeten pakken, ik geef ze op hun flikker als ze te laat zijn met het inleveren, en zelfs voorlezen schijnt bij dit takenpakket te horen. Jente vindt het geweldig. Ik moet vooral nog wennen aan het idee.
Dus: los van houtdraaien: ik wacht nog steeds op de eindoplossing: wie helpt Marnix aan een duurzaam inzetbare hobby...
Iets anders.
Onze Geert Wilders, die populistisch bazelend, talloze beloftes kakelend aan het roer van ons land kwam te staan, is tot op heden niet in staat gebleken het leven van "de gewone man" ook maar een fractie te verbeteren. In tegendeel zelfs. Het leven van die "gewone man" wordt er alleen maar moeilijker op. En Geertje Wilders kijkt er naar en doet er helemaal geen fuck aan. Kan hij niet. Is hij te talentloos voor.
Maar toen Donald Duck Trump de verkiezingen in Amerika wederom won, was Geertje, ons eigen lallende populistje, er als de kippen bij om meneer Donald Duck Trump te feliciteren. En te melden hoe trots hij was. Ik moest lachen. Onze eigen keffende Geert, die politiek nog geen deuk in een pakkie boter weet te krijgen, likt aan de harige aars van zijn Ome Donald, in een poging om vriendjes te worden/blijven/zijn. Hoe schattig.
Wij kunnen veel vinden van meneer Trump. Tegen of voor. Het maakt niet uit. Amerika heeft gekozen. En dat is democratie. En daarmee krijgt heel Amerika de leider die het grootste deel van Amerika verdient. Ik geloof nooit dat de wereld een mooiere plaats wordt, met zo'n wangedrocht als leider. Ik geloof ook niet dat Nederland nu zoveel beter wordt, met ons eigen wangedrocht. Wat dat betreft is democratie een overschat iets. De meerderheid wil onderbuik-politiek, de minderheid moet het ondergaan.
Aan de andere kant: wat een of andere haat-pruik als een Wilders wel of niet vindt: ach, laat ik het erop houden dat ik mij niet bepaald veel gelegen zal laten liggen aan wat hij wel of niet wil. Hij is niet mijn leider. Niet mijn voorbeeld. Evenmin als dat schertsfiguur die ze in Amerika hebben gekozen. Ik heb mijn eigen setje normen en waarden meegekregen, en langs die lat leg ik die politici. Zijn ze het met me eens: mooi, zoniet: ook mooi. Ik kan er niks tegen doen, dus doe ik wat ik doe: ik geef mijn mening erover en leef mijn leven. Dat is op zich al een beste uitdaging.
Wel leef ik stiekem mee met de normale Amerikaan. De redelijke Amerikaan. De hardwerkende Amerikaan, voor wie het leven er met zo'n debiel als een Trump er toch niet op vooruit zal gaan. Net als bij ons.
Ach ja....
En dit geschreven hebbende, begint voor u het weekend, voor mij eindigt het. Ik wens eenieder een beste toe.
vrijdag 1 november 2024
De hond, een telefoon, beiden gingen niet met de trein...
Kent u dat verhaal van die middelbare man die met de trein ging?
Nee?
Kan kloppen, de trein ging niet, dus hij ging niet.
Ik had het allemaal zo mooi bedacht en uitgewerkt. Zelfs met mijn laatste dienst kwam het allemaal prima uit. Mijn fiets stond al in de startblokken, ketting gesteld en remmen gesmeerd, en de ergste tegenaan-hik was al helemaal verdwenen.
Ik had me er al helemaal op ingesteld dat ik de komende tijd speelbal zou zijn van het noodlot dat NS heet. Flexibel moeten zijn omdat "het spoor" dat van me vraagt. Neemt u maar een treintje eerder of later. En: al is de reiziger nog zo snel, de NS vertraagt hem wel.
Ilse was de brenger van het slechte nieuws. Mijn plannen zijn leuk, maar niet uitvoerbaar. Want er zijn zoveel werkzaamheden in de nacht aan dát stukje spoor, dat ik simpelweg niet meer binnen acceptabele tijd thuis kom. Ja, via allemaal andere steden in compleet andere provincies. Of als ik bereid zou zijn om zeker 80 minuten te fietsen naar een veel verder weg gelegen stationnetje. Maar het eigen, min of meer dichtbij gelegen stationnetje bleek simpelweg niet haalbaar.
In elk geval gedurende de komende maand nog niet. Ik was niet van plan om de NS 119 euro per maand te doneren als ik geen gebruik kan maken van de trein. Er zijn grenzen aan mijn extreem goede inborst. Volgende maand maar eens kijken of dat wel lukt, want het financiele rekensommetje ziet er nog steeds goed uit, als de trein wel rijdt, als die niet rijdt wordt het ineens 2 keer zo duur.
Gelukkig dat Ilse vooruit keek, anders had ik nu én benzine moeten aftikken, en een nodeloos abonnement.
Omdat ik graag meedoe met landelijke trends en dus graag klaag, zie ik mezelf dus ook voor een ander soort fait-accompli gesteld: ik kan niet klagen over iets waar ik nauwelijks last van heb. Ik heb geen abonnement dus ik kan ook geen geld terugclaimen. Ik reis dus niet met de trein, dus ik kan ook niet klagen dat de trein niet rijdt, of vertraagd is of..... Dat is extreem slecht. Hoewel...
Laat maar.
Volgende maand, als de werkzaamheden afgerond zijn maar eens opnieuw kijken. Misschien dat de NS mij dan wél kan en mag vervoeren. Met alle mitsen en maren die daar dan weer aan verbonden zijn. Voorlopig dus nog geen avonturen uit/met/in/over de trein in mijn blog.
Van de week vroeg collega F. mij of ik nog blij was met mijn opvouwbare telefoon. Dat antwoord was toen een matige "ja". Dat opvouwbare scherm zaten dan weliswaar al scheurtjes in, maar de accuduur was na een jaar nog prima en de telefoon was snel zat.
F. begon te vertellen hoe de telefoon van zijn vrouw er zomaar ineens de brui aan had gegeven. Scherm ging op zwart en je communiceert maar met rooksignalen, want die telefoon doet niet meer mee. Ik vond dat oprecht sneu voor de vrouw, maar verzekerde F. dat mijn telefoon het nog naar behoren deed.
Dat soort victorie kraaien, is niet best voor je karma. Want op een niet-meer-zo-zonnige ochtend wilde ik de vader van een vriendinnetje van Jente zijn nummer opslaan, graaide mijn telefoon, sloeg hem open en staarde in het grote zwarte NIETS.
Dood.
Niks meer mee aan te vangen. We communiceren met rooksignalen, want die telefoon doet niet meer mee.
Die telefoon, waar alles op staat. Alles uiteraard voorzien van accounts en wachtwoorden, die ik in geen jaren meer up-ge-date heb, en dus ook niet meer weet. Mijn telefoon weet ze, dus waarom zou ik.
Het begon met een mild gevloek en gesakker, en eindigde in complete razernij, schuimbekken en de diepgewortelde wens tot het verwoesten van... Vooral die telefoon, maar eigenlijk ook alles wat tussen mij en dat hoerending in kwam.
Ilse was zoals gewoonlijk veel intelligenter. Zij dook mijn oude, heel erg grote telefoon op, en gezamenlijk installeerden we die maar weer. Een nieuwe telefoon zat en zit niet bepaald in mijn planning. Financieel niet, en eigenlijk ook principieel niet. Ik heb goudgeld aan die hoerenvouwtelefoon uitgegeven in vrije dagen, en na een jaar al is dat ding dooier dan dood. Mijn oude, onpraktisch grote telefoon heeft een batterij die sneller leegloopt dan het personeelsverloop bij sommige, niet bij name te noemen bedrijven in het personenvervoer.
Maar het zal maar moeten, want ik heb even niks anders. En wil dus ook even niks anders. Dus puilen mijn zakken uit van een veel te grote telefoon, met aanpalende powerbank. Scheef jasje? Ik lijk wel een dakloze hoarder met dat ding erin verstopt.
Hoewel... Mijn vrees bleek wat dat betreft niet helemaal gegrond. Want uiteraard moest dat ouwe ding eerst eens grondig aan de stekker. Maar inmiddels bijna 24 uur later, zit er nog steeds prik in. Verbijsterend, omdat ik de laatste maanden van het intensieve gebruik, vaak 2 keer per 24 uur, soms wel 3 tot 4 keer per 24 uur met een powerbank moest redderen. Kan een batterij zichzelf weer restaureren, in een jaar van onbruik? Dat zou fijn zijn.
Maar serieus: koop geen Samsung flip of fold. Want het is volkomen kut. (Voilà: is er geen trein om over te mekkeren, dan wel een vervloekte telefoon).
Oh ja, de hond. Die is er ook nog.
Gucci groeit als kool en inmiddels begint haar bekkie een soort van fietsenstalling te vertonen. Die scherpe godvergeten puppytanden beginnen eindelijk te wisselen. Het bijten lijkt wat minder te worden, vooral als je regelmatig "HUMHUM" bromt.
Ze begint ook doortrapte trekjes te vertonen. Op een van de radiatoren hangen soms wat doeken te drogen. Geen doeken van of voor Gucci. Maar gewoon thee- en of handdoeken.
Die vindt ze natuurlijk helemaal geweldig. En we moeten opletten dat ze er niet mee aan de haal gaat. Ten slotte heeft ze haar eigen speelgoed, en andere spullen dienen niet in haar bek gesloopt te eindigen.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het geen enorme aantrekkingskracht op haar heeft. Als we haar betrappen op een poging tot diefstal van die doeken, dan roepen we heel hard "NEE!" En verdomd dan luistert ze. Min of meer. Vaak probeert ze dan de aandacht van haar voorgenomen wandaad af te leiden door huigelachtig aan de radiator te gaan likken. Want die is oh, zo lekker, en verdient uiteraard haar onbaatzuchtige liefde.
Ze is ook meester in de ruftkunde. Ligt ze eindelijk lekker loom naast de bank, onder mijn benen, kan ik ook eventjes ontspannen. Eventjes een boek lezen. Of het nieuws bekijken. Lekker relaxen, tot er een werkelijk wanstaltige lucht opstijgt en mijn neusgaten tot kokhalzen toe teistert. En dan hoor je ze dus niet. Geniepig stil ligt ze uit haar kont te stomen, en mij groen van ellende te ruften.
Of ze komt lekker even wat aandacht vragen, na haar maaltje. Ze steekt haar snuit naar me toe en een werkelijk imposante boer zendt ze in mijn gezicht. Zo één waar je elke losse en natte geluidstrilling in je smoel voelt kletsen. Superfijn dat ze je moeite tot voeden waardeert, met een ferme (en ranzige) lik en een volwassen boer.
De vloerkleden zijn inmiddels niet meer bruikbaar, Ilse heeft de helft van haar garderobe kunnen vernieuwen omdat dat jonge, onwetende hondje er niet zozeer gaten in bijt, maar het geheel gewoon aan flarden scheurt en inmiddels is dat beest zo groot aan het worden, dat we onze waardevolle artikelen, die niet voor haar bek bedoeld zijn, in een atoombom-bestendige kluis op moeten bergen.
Leuk man, zo'n hond.
Maar van de week was ik een dagje thuis. De avond ervoor hadden we pizza besteld van een keten genaamd naar een specifieke Amerikaanse stad. Die pizza smaakte, mede door alle smaakversterkers erg goed, maar bleek een schijf ellende te zijn die een spoor van verwoesting trok door mijn maag- en darmkanaal. Een toiletbezoekje mondde uit in een kreun- en spuitmarathon van een uur en na afloop van die bezoeking voelde het nog alsof er een tracktor met ploeg door mijn binnenste aan het rollen was.
Kortom: ik voelde me ellendig en om mijn jarige schoonmoeder niet te belasten met een gast die continu naar hun toilet moest rennen met spuitende gribuszooi, bleef ik thuis. Met de hond. Ik hield een wedstrijdje winden laten met haar. Speelde wat lafjes. En ze was rustig. Ze was lief. En bijna geduldig. Geen tandje gevoeld op plekken waar die niet horen.
Dus ze kan het wel.
Dit geschreven hebbende, begint voor u het weekend weer. Voor mij niet. Ik heb andere opgelegde plannen. Ik werk het weekend, en als beloning daarvoor ben ik komende week maar liefst 5 dagen vrij.
Ik wens u een allerbeste.
vrijdag 25 oktober 2024
Mensenwerk, eten en afvallen.
De afgelopen periode hebben wij op ons werk te maken met heel wat werkzaamheden. Specifiek op "ons" terrein. Het tenderplein.
Onze kantine is platgegooid, want die had zijn beste tijd gehad. Dus nu zijn we tijdelijk gehuisvest in keten die 100 jaar geleden hun beste tijd al gehad hadden, en nu echt nauwelijks meer voldoen aan welke eis dan ook. Maar goed, het is tijdelijk.
Daarnaast wordt de parkeerplaats van de bussen, en de weg erheen aangepast. En die aanpassingen gaan gepaard met allemaal onhandigheden.
Gedeeltelijke afsluitingen, omleggingen, wijzigingen etcetera.
Dat maakt het niet altijd overzichtelijk. Maar goed, dat zijn we gewend, een luchthaven die constant in ontwikkeling is, is nu eenmaal zelden 24 hetzelfde.
Gelukkig staan er verkeersregelaars die ons wijzen op de nieuwe routes. En die aanwijzingen moeten we opvolgen, net zoals in het leven buiten de hekken. Want als wij platgereden worden, is het hun verantwoordelijkheid. En het zijn best aardige knullen, die altijd vriendelijk zijn, dus waarom zou ik hun geduld en vriendelijkheid op de proef stellen.
Met de drukte die er nu eenmaal op zo'n plek heerst, is het niet altijd heel erg goed duidelijk wat de bedoeling is, en soms schiet er eens wat tussendoor. Dat kan, verkeersregelaars zijn mensen, wij zijn mensen, het is mensenwerk.
Van de week was er weer zo'n beste wijziging. We zijn inmiddels goed gewend aan het feit dat er één enkele rijstrook is om op de parkeerplaats van de bussen te komen. We zijn dus ook goed gewend aan het feit dat de verkeersregelaars het in- en uitrijden proberen te coördineren. Want je wil nu eenmaal niet op die smalle rijbaan neus aan neus komen te staan met een collega. Achteruit rijden, in het donker is nu eenmaal geen pretje. En kan tot schade leiden.
Maar van de week gooiden ze de uitrit weer open, waardoor er één inrit en één uitrit beschikbaar waren. Dat was fijn. Geen risico meer op kop-aan-kop situaties waarbij je elkaar toch wat ongemakkelijk moet aankijken.
Dat wil zeggen....
Een brainfart is natuurlijk zó gemaakt.
Ik had net even tijd om te voldoen aan de roep van de natuur, voor ik me naar de volgende vlucht moest spoeden.
Ik ledigde mijn blaas op de daartoe aangewezen plek (een lekkend urinoir, ik zei al dat het kot zijn beste tijd al jaren geleden achter zich had gelaten), stapte mijn bus weer in en reed richting mijn opdracht.
Ik was blijkbaar niet helemaal meer bij de tijd, want zonder al te diepe overpeinzingen nam ik de route die ik alle voorgaande diensten trouwhartig nam. Via de inrit, die alle voorgaande dagen in- en uitrit was.
Ik was stomweg op dat moment totaal vergeten dat we inmiddels ook weer een aparte uitrit hadden.
In een flits zag ik een van de verkeersregelaars een werkelijk spectaculaire facepalm maken, en zijn ogen rolden bijkans hun kassen uit van de roloog die hij me nastuurde.
Zijn collega verderop zag het ook gebeuren, en kwam grijnzend op mijn zijraampje af.
Ik verontschuldigde me direct. Macht der gewoonte. Stom. Hij moest lachen, legde het nogmaals uit, en vertelde vervolgens dat ik nummer 3 was die dag. Ik verontschuldigde me weer, ik wil ten slotte geen waarschuwingen aan mijn broek, en vervolgde toch wel wat schutterig mijn weg.
Ach ja. Ook ik ben maar eens mens.
Op twitter las ik een bericht van iemand die zich helemaal maf schrikt van mensen die een huidkleurige legging dragen. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen.
Ik vind leggings sowieso niet altijd geschikte kledingstukken, maar ik ben niet degene die ze draagt, ik denk namelijk oprecht dat een legging bij mij geen recht zou doen aan mijn formidabele onderstel.
En als we het dan over een huidkleurige legging hebben...
Ik zie het vrouwelijke deel van mijn passagiers veelvuldig leggings dragen, en ja daar zitten ook huidkleurige exemplaren tussen. (Die leggings, that is).
En ja, dan moet ook ik serieus 3 of 4 keer kijken. Een legging op zich laat al erg weinig aan de verbeelding over, een legging die in huidskleur gedragen wordt, leidt tot een eye-mind-fuck waar je u tegen zegt.
"Ze loopt toch niet echt?!?!"
"WTH!!!"
Tot je na 6 keer kijken en 7 keer knipperen inderdaad ziet dat er geen onoirbare zaken over het platform paraderen.
En dan realiseer je je ook dat als die dames daadwerkelijk met ontbloot onderstel hadden gelopen, ze door de beveiliging wel geinstrueerd zouden zijn om wat decenters te dragen, aangezien op een luchthaven de openbare orde ook (al helemaal) niet verstoord mag worden, en naaktlopen valt onder orde verstoring, geloof ik.
Gezonde Hollandse vent die ik ben, heb ik serieus geen bezwaar tegen zinnenprikkelend vrouwelijk schoon, maar mijn werkplek is niet per sé de plek waar ik daar aandacht voor wil hebben. Ten slotte: het blijft mij streng verboden om tegen een vliegtuig aan te rijden, of een vliegtuig van links of rechts af te snijden.
Ik moest dus verplicht een knieval doen. Ik moest maar minder gaan werken. Want dat was het makkelijkste. Dat leverde een paar voordelen op: vanwege dit rooster, kan ik dus alleen laat werken, en ben ik veel door de weeks thuis.
De knieval zit er natuurlijk in dat ik behoorlijk geld moet inleveren. Is dat het waard? Ja. Want ik ben meer met mijn gezin. We moeten nog een beetje naar "het nieuwe" wennen, maar ja.
Ja, maar hoe moet dat financieel dan? Ik vind dat spannend.
Want minder inkomen, betekent ook dat ik minder moet uitgeven. Ilse zegt dat het goed komt, en ik geloof haar.
Een van die posten waar ik op kan bezuinigen, is de auto.
Uiteraard ga ik de auto niet wegdoen, maar ik heb berekend dat ik maandelijks dik 250 euro aan benzine verstook om op mijn werk te komen. En dat terwijl de reiskosten vergoeding een magere 154 euro per maand zijn. (Ja, ik weet het, werken zou moeten lonen en geen geld moeten kosten, iets wat de opdrachtgever ook ooit heel hard heeft geroepen. De gevolgen van die uitspraak zijn tot op heden nog niet bij ons terechtgekomen).
Wat ik wel heb bedacht: een abonnement op de trein kost me per maand 119 euro, waarvoor ik elke dag naar mijn werk kan. En omdat het station nauwelijks op loop-, maar wel op fietsafstand ligt, kom ik ook nog eens aan mijn dagelijkse half uurtje lichaamsbeweging toe.
Komend weekend ga ik eens proberen of en hoe dat bevalt. In de daluren, tussen min of meer zwetende lijven zitten. Vertragingen. Uitval. Enzovoort. Vrolijke mensen, norse conducteurs. Blije conducteurs en dronken reizigers. We gaan het zien. Ik ga ook zien of ik nog met de fiets thuis kan komen, of dat stoere doch inferieure wezens hem aan puin hebben getrapt, gestolen of het zadel gestolen hebben.
Je weet het niet. Met de auto kan ook veel misgaan.
De trein...
Ooit, toen ik mijn rijbewijs haalde en een auto kocht, gezworen dat ik geen stap meer zou zetten in een trein of bus. Daar heb ik me uiteraard nooit 100% aan kunnen houden, want er waren momenten dat de trein nu eenmaal een beter alternatief was, maar echt OV-forens. Nee, dat zou ik nooit meer worden.
Ik denk echter wel dat het een heel nieuwe dimensie aan mijn blogs zou kunnen opleveren.
In een andere bezuinigingspoging, koop ik zo min mogelijk voorverpakte maaltijden. Iets wat nog wel kon, als ik ochtenden en avonden afwissel, maar nu ik alleen nog maar laat werk, wil ik meer dan voorverpakte zooi. Ik wil lekker zelf koken, en dat ter plekke in een van de 2 magnetrons (ja, we hebben maar liefst 2 magnetrons voor 35 man!!! Rijkdom!!!!) opwarmen.
Zo volg ik op sociale media een kok wiens manier van presenteren en uitleggen geweldig leuk vind, en zijn recepten zijn altijd makkelijk en erg lekker.
Een curry echter escaleerde volledig uit de klauwen. Ik schoot uit met de linzen, de bouillon bleek ook al erg enthousiast te zijn, en vervolgens moest ik dus alles vermeerderen, waarbij voornamelijk de kerrie er veel en veel te gul uit kwam.
De komende week eet ik in elk geval verse, lekkere (hopelijk) linzen-kerrie-curry, met zelf verzonnen gemarineerde kip. Elke ochtend. Elke lunch. En elk diner.
Dat lijken me voor de komende 2 jaar voldoende linzen, die goed zijn voor darmen, want vezels en botten, want ijzer.
Dus...
Dit geschreven hebbende, begint uw weekend en eindigt het mijne. Ik wens u een goeie toe.
vrijdag 18 oktober 2024
Over een kar, een hond, wat beitels en een muis.
Mijn functie als buschauffeur is wel een soort van leidinggevende positie. Ik leid mijn bus en inzittenden in de juiste richting. Ik stuur mijn bus dusdanig aan, dat mijn passagiers bij het goede toestel komen.
En mocht het voorkomen dat passagiers al te drieste acties uit willen halen, zet ik mijn strengste gezicht op, en deel mede dat hun voornemen niet veilig en/of toegestaan is.
Maar daarmee houdt het wel op. Ik heb geen gezag. Geen macht. Ik kan niemand dwingen tot iets. Noch heb ik die behoefte per se.
Toch gebeurde het me afgelopen week dat ik iemand iets liet doen.
Ik stond eventjes te kletsen met een paar bagage-afhandelaren en een grondstewardess. We hadden wat tijd over, en we hadden het zo over onze respectieve werkzaamheden. Best gezellig, vrolijk. Lekker lachen.
Toen de grondstewardess vertelde dat ze helemaal niks deed, want ze hoefde nog niet te werken, zei ik haar dat ik haar wel in beweging kon krijgen, voordat ze "on the clock" was.
Spottend, vol jeugdige branie keek ze me aan. "Probeer het maar", grijnsde ze me toe.
Ik vroeg haar om een kleine 180 graden te draaien, en eens goed naar de grond te kijken. Ze deed zowaar wat ik haar vroeg, slaakte een gil en sprong een halve meter de lucht in. De reden daarvoor, (wist ik uiteraard al wel) was een klein, lief muisje dat zonder enige angst aan het rondscharrelen was. In haar richting.
Haar gezichtsuitdrukking was machtig mooi. Gelukkig kon ze wel waarderen dat ik gelijk kreeg: ik had haar in beweging gebracht.
Het hebben van een pup. Ik vind het maar pittig. Het hapt, het doet maar. Het leeft, veel levendiger dan ik van te voren op had geanticipeerd. En tot overmaat van ramp, wist ze van de week een van de ritalinnetjes van Jente te pakken te krijgen. Het spookbeeld van een golden retriever op steroïden (want een labrador is gewoon een golden retriever op steroïden) die daar bovenop ook nog eens medicinale speed verorberde, werd dus even werkelijkheid. Voor mijn geestesoog doemde een hond op, die stijf van de speed dwars door de muren ging knagen, geen ruit meer heel liet, een gat in de tuin zou graven waar ons hele gezin in begraven kon worden, haar eten met aluminiumbak en al verorberen en buiten een spoor van vernielde auto's, fietsers en struiken zou trekken door de wijk.
Dat liep gelukkig net iets anders af:
Een tochtje naar de dierenarts was onvermijdelijk en aldaar kreeg het beest braakmiddelen en heeft ze de rest van de dag als een zielig vogeltje liggend door gebracht.
Maar het mooiste moment van de dag, is als ik thuis kom van mijn werk. Mijn meiden slapen en het beest ligt in haar bench. Ze wordt lodderig wakker, en wacht geduldig tot ik mijn eigen avondlijke routine heb afgewerkt, en dan mag ze nog heel even met me naar buiten. Voor een heel korte nachtelijke wandeling. Even een laat plasje in de goot, met als beloning een voertje ter grootte en met de vorm van een konijnenkeutel. (De verpakking rept overigens over kippensmaak, maar ik vind het serieus meer konijnenkeutels qua vorm en zo).
En dan gaat ze zitten, kijkt intens brave-borsterig naar me op (alsof ze niet heel de dag iedereen de pis lauw maakte, met haar puppen-gedrag) en laat zich langdurig en rustig aaien zonder mijn handen als bijtring of speelgoedje te willen vernielen.
En dat moment, die kalmte. Ze kan het dus wel. En daar geniet ik van.
Vorig jaar vierden wij vakantie in de Franse Ardennen. Een heel erg fijne vakantie, afgezien van de regen. Een vakantie waarbij we na afloop afscheid moesten nemen van ons gekoesterde aanhangertje. Dat was mijn eigen stomme schuld. Ik had het karretje naar mijn zin gemaakt, maar werd in dat proces niet tot nauwelijks gehinderd door diepe nadenkendheid of vooruitziendheid.
Het karretje had het tot die vakantie op zich prima gedaan, maar de felle regenbuien naar ons vakantieadresje toe, leidden al tot zijn ondergang. Hij bleek namelijk niet meer zo denderend waterdicht te zijn. Vervelend. Met een tent.
Goed, gelukkig hadden we wat zon en gelukkig was de terugreis op een mooie, droge en warme dag. De Franse Ardennen lagen niet zo gek ver weg, en we hadden nauwelijks tot geen file. Nauwelijks tot geen file in combinatie met een auto die zo'n karretje simpelweg niet voelt, betekent dat ik iets te lang vergat dat ik dat karretje ook nog meesleepte, en de eindstand was dat de lagers van het karretje totaal opgedraaid waren.
Kokende velg, overal kledders lagervet. Kortom: einde kar. Want nieuwe lagers, én uren moeten gaan zoeken en klootviolen om het ding weer waterdicht te krijgen, dat zag ik niet zo zitten.
En omdat we na de overvloedige regen, besloten hadden om het de volgende keer verder weg te zoeken in een huisje in plaats van in een tent, was de keuze makkelijk gemaakt. Alle versiersels eraf, karretje naar de sloop en klaar.
Maar ja....
Het bloed kruipt toch wel waar het niet gaan kan, en uitgerekend Ilse was het die mij op een heel leuk karretje wees, dat voor een prikkie werd aangeboden.
Een mooie, goed onderhouden Saris. De mercedes onder de karretjes. We gingen kijken bij de zeer vriendelijke hobby-handelaar en kwamen tot de conclusie dat dit het karretje zou kunnen zijn dat we willen. Klep kan er af, verlichting is in orde, as is goed en er is zelfs een imperiaal op gemaakt en een neuswiel geplaatst. Hoppa!!!!
Kijken, kopen en rijden. Ga ik hem weer naar mijn zin maken? Ja! Absoluut. Voor nu heb ik alleen maar wat extra kitrandjes aangebracht. Wat afdichtingen extra gemaakt, omdat ik het niet eens was met hoe de vorige eigenaar het gedaan had. En dat was het. Komen er nog weer wat emblemen op? Jazeker. Waarom niet?
Ga ik structureel ingrijpende zaken doen? Nee, dat dan weer niet. Ik heb in zoverre wel geleerd dat ik dat dat soort dingen niet moet doen. Het is toch wel fijn als de tent in elk geval droog op locatie aan komt.
Voordeel van dit karretje: hij is zo klein dat we hem door de steeg en de brandgang in de achtertuin kunnen zetten.
Daar staat die nu niet, want hij past dan weer net niet door de poort. Hoop gestoei en gesakker om het ding op een iets te klein hondje te krijgen, en hem bij onze poort te manoeuvreren, en er daar dus pas achter te komen dat je ofwel het wiel eraf moet slopen, of de poort eruit moet trappen, maar beiden zagen we om voordehand liggende redenen niet zitten. Dus binnenkort ga ik met mijn schoonvader aan de klus voor een betere poort, waar die kar ook daadwerkelijk doorheen kan.
Schoonbroeder nodigde me uit om eindelijk eens te komen stoeien met zijn draaibank. En omdat ik ik ben, besloot ik dat mijn eerste werkstukje een versnellingspookknop (125x woordwaarde in wordfeud) van hout zou zijn.
Eerst wat oefenen met diverse beitels en een stuk vurenhout. Het leren kennen van het apparaat en inschatten wat welke beitelsoort met je hout doet. Super interessant en bijna therapeutisch. En langzaam ontstond er zomaar een versnellingspookknop. In vurenhout en met ongeveer alle fouten die je als beginner maakt, dus totaal niet bruikbaar. Maar de volgende poging zal vast beter zijn, tot ik een exemplaar krijg, die ik wel in mijn auto zou monteren.
Lachen man. Zo kom ik misschien nog wel eens aan een langgezochte hobby.
Dit geschreven hebbende, wens ik eenieder een prettig weekend, want dat is weer aanstaande. Voor mij niet, dat duurt nog 6 weken.
(Wan)smaak
De ontdekking. We hebben een collega. Prima vent. Goeie chauffeur. Typisch product dat bij ons past. Voorheen werkzaam in de horeca en zelf...
-
Het marsenboekje. Een lullig plastic ding, met hetzij marsen erin, hetzij koralen. Een beetje afhankelijk van het soort dienst dat we moeten...
-
We verblijven onze vakantie in een huisje dat niet het onze is. Twee lieve mensen stelden dit belangeloos aan ons ter beschikking, en heel ...
-
We zijn weer thuis. Alweer een week. Nog één weekendje en ik vertrek weer als de eerste de beste brave huisvader naar mijn werk. Lunchtromm...