maandag 30 juni 2014

Getrouwd zijn, veteranendag en voetbal.

Inmiddels ruim twee weken getrouwd, en de wittebroodsweken vallen me een beetje tegen. Het is degelijk, gezond bruinbrood wat de klok slaat. En verder gaat het leven.
Het getrouwd zijn, bevalt me opperbest. Ik moet nog heel erg wennen aan het feit dat ik nu 'mijn vrouw' moet zeggen. Het klinkt zo getrouwd....
Nu ben ik uiteraard Marnix, en dus kom ik er in de regel mee weg om te zeggen:"mijn mokkel". Maar ja, als getrouwd man dát zeggen, is toch ergens een beetje lomp. Kan dus best.

Ook Ilse moet nog wennen, maar voor haar heeft het ingrijpende gevolgen. Zo mag ze zich mevrouw Coster-van der Wal noemen. En dat gaat vaak goed. Soms stottert en haspelt ze wat, maar de boodschap is duidelijk: ze is getrouwd.

Verder zijn we nog steeds aan elkaar gewaagd.

De afgelopen week stond in het teken van veteranendag, en veteranen bijeenkomsten. Zo was er een bijeenkomst van een motorclub van veteranen. Dat was afgelopen vrijdag.
De aankomst van deze mannen was best wel indrukwekkend. Een man of 20 op diverse soorten motoren. Als ik niet beter wist, zou ik verwacht hebben dat het een motorbende was, die een charge uitvoerde op de kazerne.
De ceremonie zelf was kort, en ingetogen. Met een speech van een overste b.d. die op een gegeven moment even moest slikken om zijn emoties de baas te blijven.
Voor mij persoonlijk was het een aparte dienst. Ik moest gewoon netjes opstaan, en op het afgesproken moment het signaal taptoe spelen.
Maar ja.... Die dag, die vrijdag, was het de sterfdag van mijn moeder. En tijdens de speeches, en het stilstaan, ben ik vatbaar voor allerlei gedachten. (Ik denk dat elk mens dat wel heeft.)
Dus ook voor mij was het even slikken.
Bij het defileren van de veteranen, kreeg ik knikjes, glimlachen en een paar handen te schudden. Ze vonden het fijn. En dat is voor mij het grootste compliment.

En uiteraard veteranendag zelf. Onze positie in het defilé is goed. Achteraan, zodat we weinig last hebben van tussentijds stoppen met wandelen.
Jammer alleen dat we elk jaar weer ruim een half uur staan te neuspeuteren voor we van start kunnen. Maar verder is het een mooi gegeven, dat veteranendag.

Voetbal... Zoals wellicht bekend, ik heb er niks mee. En ik krijg het idee dat in de wijk waar ik woon, er weinig mensen iets mee hebben. Of, en die mogelijkheid kan ik niet uitsluiten, dat er in de wijk waar ik woon, hoofdzakelijk Polen wonen, die niks met het Nederlands elftal hebben. Want als er gescoord wordt, hoor ik hier geen gejuich. Alleen een weldaad van rust en stilte.
Als klein mannetje zat ik ook op voetbal. Verder dan de F-jes ben ik nooit gekomen. Het feit dat ik te vaak de bal in eigen doel prakte, omdat ik de spelregels niet snapte, zal daar debet aan zijn geweest. Of het feit dat ik de bal even vaak aan de tegenstander gaf, als aan een teamgenoot. Of dat ik, áls ik al eens rende, pardoes tegen de scheids opbotste.
De enige keren dat ons elftal won, was als ik met mijn geouwehoer de keeper van de tegenpartij zozeer afleidde, dat onze spitsjes konden scoren. Slechts éénmaal zat ik gevaarlijk dichtbij een doelpunt. Ik poeierde de bal, zo hard als ik kon, met al mijn kracht richting het doel. Het gezicht van de keeper zat in de weg. Gouden kans, jammer dat ik miste. Of eigenlijk: goed dat ik miste, want daarna bleek ons elftalletje in staat om de achterstand van 5 goals terug te brengen tot een gelijkspel.
Voetbal kijken thuis, was een amorfe ellende. Een pandemie van gekrijs, gevloek, geschreeuw en getier. Mijn moeder wist namelijk als een van de 17 miljoen coaches precies hoe het moest. En dit stak ze dan ook niet onder stoelen of banken.
De tv ging aan, en op het moment dat er voetbalstadion geluiden uit kwamen, sloop de hond achter de gordijnen. Doodsbang. Ik ging meestal maar op het toilet zitten. Of de zolder uitmesten. Of de kruipruimte onder het huis inspecteren.
Al gelijk na het startfluitje begon mijn moeder te balken en te schreeuwen. Toevallige passanten, en buren moeten maar al te vaak gedacht hebben dat er moorden gepleegd werden, en soms loerden ze stiekem naar binnen, in de hoop een totaal verwarde vrouw met een bloederig druipend mes of bijl te zien staan.
Af en toe, als het rustig leek te worden, kroop de hond vanachter het gordijn vandaan. Maar ja. Was hij net komen kijken, begon het krijsen weer, en wist het arme beest niet hoe snel hij weer achter de gordijnen moest komen.
En uiteraard moest ik daarna de straat weer op om dat arme beest zijn zenuwenplas te laten doen. Ik voelde de mensen naar me kijken. Me inspecteren op verwondingen...
Dus sinds ik op mezelf woon, kijk ik geen voetbal meer. Bevrijd van het gekrijs, kijk ik liever naar een stel totaal van de pot gerukte mongolen, die allemaal het bewijs leveren dat mensen te makkelijk rijinstructeur worden. Of dat de rijexamens te makkelijk zijn.
Ook heb ik gemerkt, dat als ik niet kijk (dit is bijgeloof, geloof ik) "ons" elftal blijkbaar wel in staat is te winnen. Nu, dan is het win-win. Ik kijk niet, en vermaak me met mongolen met een auto, en het Nederlands elftal wint. Prima deal.

Kleine kanttekening voor wat betreft  de merchandise: de WK-shirtjes die je krijgt bij een kratje Jupiler, komen in de maat Large. Ik heb ze aangepast. Maar Large? Ik weet niet wat ze in belgie onder large verstaan, of dat ze in belgie allemaal wat kleiner geschapen zijn dan in Nederland, maar mijn lijf is echt te groot voor dat shirtje.

Inmiddels bijna einde seizoen, en dan is het vakantietijd. ZIN AN!!!!




3 opmerkingen:

  1. Hallo Marnix,
    Met groot plezier lees ik deze blog. Maar er staat wel een punt in die mij van dichtbij raakt. Namelijk het stuk over rijinstructeur en het behalen van je rijbewijs.
    persoonlijk heb ik reeds de 1,1 miljoen kilometers onder de wielen door gereden, ben in bezit van de rijbewijzen A, B, C, D, E en daarbij de instructie papieren B, C, D, E
    deze allemaal in 1x gehaald. En tot op heden nu na 23 jaar rijden nog steeds schadevrij. Maakt mij dit een goede bestuurder....niet persé, maar wel een met ruime ervaring en de daarbij komend verkeersinzicht. Tot zover privé.
    de opleiding tot rijinstructeur is inderdaad niet erg spannend te noemen. Wel dien je een aantal examens af te leggen als proeven van bekwaamheid. Na het behalen is er verplichte na-scholing van 5 dagen per 5 jaar waarvan 2 praktijkdagen. Behaal je de 2 praktijkdagen niet wordt je instructiebewijs niet verlengt = einde carriere. Dat hoeft een afgestudeerde bachelor musicus niet.
    De rijexamens in Nederland zijn een van de zwaarste ter wereld ! Dit kun je ook terug vinden in het aantal dodelijke verkeersslachtoffers. Dit zijn er 700 op 17 miljoen inwoners. Belgie met 12 miljoen inwoners heeft er meer dan 2000.
    wat ik wil zeggen is eigenlijk het volgende:
    Je kunt de mensen aanleren wat je wilt, maar het karakter blijft.
    een ex-leerling van mij reed 2 weken na zijn super gereden examen zijn eigen auto totalloss door met 120 km/h op een 60 km/h weg op een drempel te gaan inhalen. Hij belande op zijn kop in de sloot...
    Vrolijke groet,
    Ramon

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Sorry voor de spel fouten ...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik reageer wel even prive, om te voorkomen dat er een hele discussie ontstaat, die ik niet bedoel.

    BeantwoordenVerwijderen

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...