vrijdag 29 september 2023

Verzekerd van ingang.

Wat een ironie. Klik.
Lees het nieuwsbericht eens door. Neem er eventjes de tijd voor. En laat het boosaardige cynisme even op je inwerken.
Ik moest het 3 keer doorlezen om volledig te kunnen "genieten" van dit fraaie staaltje kapitalisme.
Dus DSW denkt serieus dat het nietsontziend verhogen van de premie dé oplossing gaat zijn tegen het mijden van de zorg.
Mensen vragen vaker om betalingsregelingen, dus maken ze de premie nog maar wat hoger.
Lieve meneren en mevrouwen van de DSW, een zorgpremie die per maand betaald wordt, ís al een betalingsregeling.
En als mensen een betalingsregeling willen, voor een maandbedrag dat ze niet op kunnen hoesten, en die al een betalingsregeling is, wat doen jullie dan fout?
Degenen die dit verzonnen hebben, de persvoorlichter en de beleidsmakers van DSW, waren waarschijnlijk comateus in de afgelopen 12 maanden. Hebben die de inflatie van de afgelopen 12 maanden eventjes gemist, over het hoofd gezien?
Ik vraag me zo ontzettend af hoe dat soort lieden in elkaar steken. Wat voor sociale banden en relaties dit soort lieden onderhouden.
Hoe leg je dit uit op verjaardagsfeestjes of op buurtbarbeques. Zou je daar überhaupt voor durven uitkomen? Dat je trots tegen ome Klaas staat op te scheppen dat jij degene bent die besloten heeft om de zorgpremie te verhogen, ondanks dat mensen meer betalingsregelingen willen en steeds meer zorg gaan mijden? En zou ome Klaas dan amechtig van bewondering staan kwispelen, of zou ome Klaas zijn borreltje op voelen rispen en je trakteren op een (volledig terechte) portie projectiel braak?
En zijn die mensen nooit eens bang dat als hun kinderen erachter komen wat voor walgelijke stunts ze uit hebben gehaald, dat ze verstoten worden door hun eigen kroost? In dit geval zou ouderverstoting een absoluut prachtige straf zijn.
Het is jammer dat ik dit soort uitschot nodig heb, omdat ik nu eenmaal insuline nodig heb. Anders zou ik stante pede op principiële gronden geen zorgverzekering meer afsluiten.
Ik vind namelijk heel erg principiëel dat het steunen van walgelijke oplichters en uitvreters niet in mijn belang is. En de bonussen en winsten van dergelijk ranzige clubjes zijn al helemaal niet mijn zorg (pun intended).
Aan de andere kant: het werkte ook wel een beetje op mijn lachspieren. In wat voor doorgesnoven kapitalistische slapstick zijn we met ons allen toch beland. En hoe kan het zijn dat er in de politiek werkelijk helemaal niemand zit die er iets aan kan of wil doen? Dat er nergens iemand zit die bij zichzelf denkt: dit kan niet, dit moeten we helemaal niet willen. Hier gaan we de rem op zetten?
De lieden van de zorgverzekeraars die dit soort bespottelijke zaken verzinnen, moesten eigenlijk afgevoerd worden naar een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis, maar die hebben ze al nagenoeg volstrekt onbereikbaar gemaakt, met hun heilige marktwerking.
Ook de overheid zal zich zorgen maken om dit mijden van de zorg. Maar ja. Vooruitzien is nooit echt een een kwaliteit geweest van ministers van gezondheidszorg.

Sinds dat we in Almere wonen, zijn we aan welgeteld onze 5e (!) deurbel begonnen. Ik kan dit niet hardmaken, maar ik vermoed dat dit een record is.
In deze telling zit ook de deurklopper.
We begonnen met de standaard huis-, tuin- en keukenbel. Die functioneerde niet en daarvan verdachten we de bedrading.
Omdat het ons toen teveel gedoe was om de bedrading opnieuw te leggen, kochten we een bel met batterijen. De eerste keer was alsof er een straaljager ons huis binnen kwam denderen. Jente zat nog in een kinderstoel aan tafel en van pure schrik verslikte het arme kind zich in haar prakje.
En omdat dat ding van een soort van Ali kwam, had dat de meest bizarre melodietjes en geluidjes, maar geen lang leven.
Door maar naar een volgende.
Uit een soort van nostalgie schroefde ik een deurklopper tegen de deur. Mijn oma had een prachtige deurklopper. Zo'n fraai gestyleerde (en van messing, dus ook fraai gecorrodeerde) leeuwenbek. De onze was echter ook al geen overdreven succesvolle aanwinst.
Telkens als de deur open gaat (aangebeld of aangeklopt of niet) bonkt dat ding tegen de deur.
Een beetje stiekem ons huis binnenkomen om mijn vrouw te betrappen op schuinsmarcheerderij, is er niet bij. Tussendoor demonteerde ik de in onbruik geraakte originele bel, en toen bleek dat het aan de drukknop lag, en niet aan de bedrading. Hoewel die het na wat frutten en frotten wel eventjes gedaan heeft, bleek er meer mis te zijn, en dus moesten we weer op zoek naar vervanging, de originele definitief uitgeschakeld, om nooit weer naar terug te keren.
Een volgende batterijen-bel deed zijn intrede. Ook weer zo'n prachtig digitaal ding. Waarbij we twee van die speakertjes kregen die al loeiend aangaven dat er iemand aan de deur stond die iets wilde.
Dit exemplaar had als nadeel dat de draadloze verbinding naar zo ongeveer alle bellen in de buurt ging, behalve de onze. Als wij iemand voor de deur hadden, ging de bel 5 huizen verderop, als er 5 huizen verderop aangebeld werd, deden wij open voor jan met de korte achternaam, ontstemd over die dekselse kutkinderen die weer eens aan het belletje trekken waren. Ook weer zo'n Ali-express onding, denk ik. Tot op zekere hoogte grappig, maar niet handig als je voor je post afhankelijk bent van zoiets volstrekt onbetrouwbaars als postbedrijven.
Inmiddels zijn we dus aanbeland bij bel nummer 5 en dat is er zo eentje met een camera. Door Ilse hoogstpersoonlijk geselecteerd op positieve reviews.
Het ding neemt op, en je schijnt er dus door te kunnen kakelen als je niet thuis bent. Supertof. Want als de pakketbezorger al eens het fatsoen heeft om zijn werk goed te doen, en je bent niet thuis, kun je hem in theorie verzoeken om het pakket in de afvalcontainer te dumpen. En heb je gelijk bewijs als iemand anders dat pakket eruit haalt. 
Als hij beweging door een mens detecteert, geeft hij aan: "MENS". Ook wel fijn. Lijkt mij.
Dit heb ik van horen zeggen, want natuurlijk moet er weer een account voor aangemaakt worden. En laat ik nu net een kerngezonde afkeer hebben van accounts.
Ik ben heel benieuwd of deze bel het langer volhoudt dan de andere. We wonen hier nu ongeveer 7 jaar, met 5 bellen op 7 jaar heb ik wel even genoeg van het vervangen van apparatuur die je nodig hebt, maar wel behoorlijk wat inbreuk maakt op je huiselijke rust.

Dit geschreven hebbende, wens ik eenieder een mooi weekend toe. Mijn weekend is voor de verandering ook weer eens weekend. Ik ga er lekker van genieten.










zaterdag 23 september 2023

Nattige ellende.

Hij is weer voorbij, die mooie zomer. En dus is de donderse herfst weer op komst.
We werden van de week maar weer geconfronteerd met diverse winderige buien.
Sommige van die buien leken een beetje op van die frisse lentebuitjes, maar er was er één die toch wel binnen de kaders van de herfst paste. Moddervette druppels die met 2 miljoen exemplaren tegelijk per vierkante centimeter naar beneden kwamen denderen.
En wie kreeg die dekselse bui over zich heen: jawel, onder andere ik. Om me eraan te herinneren dat ik weer moet gaan anticiperen op naderend najaar en winter.
Normaliter doe ik dat dus ook; dat anticiperen op het weer. Moet ook wel, want de uitgereikte werkkleding, die in theorie zou moeten beschermen tegen water, wind en kou, doet dat geen van allen. De water-, wind- en kou-dichte jas lekt erger dan een vergiet, is niet winddicht en absoluut ongeschikt voor koud weer. (Dat krijg je ervan als je geen kwaliteitscontrole doet op de zooi die je inkoopt).
Het was dus al heel de dag lekker onbestendig. Dan weer een waterig zonnetje met droge perioden. Dan trok het weer dicht en begon er een kortdurend regenbuitje.
Bij uitgaande vluchten is dat niet zo'n probleem. Ik open de voordeur, blijf lekker binnen staan, en laat de mensen per 10 naar het toestel hobbelen. Officieël is dat omdat we de mensen zo beschermen tegen al te lang in de regen moeten staan. Officieus is dat omdat wij chauffeurs gewoon geen zin hebben om de rest van de dag in klamme of zelfs natte kleding te lopen.
Bij inkomende vluchten moeten we inventiever zijn, maar ook daar slagen we er meestal wel in om droog te blijven.
Als je dus maar rekening houdt met wat er van boven komt vallen.
Ik had dus zo'n inkomende vlucht, en toen ik mijn bus bij het toestel zette, was er weinig aan de hand.
Maar ja, het weer kan in seconden omslaan, en dat deed het.
Dit was geen fris buitje meer, dit was gewoon een in de hemel open gezette brandkraan. Regendruppels zo dik als struisvogeleieren. In minder dan een seconde was ik doorweekt. De zogenaamde waterdichte jas, liet meer water door dan een vergiet. Mijn broek was in minder dan een seconde drie tinten donkerder door het vocht en mijn schoenen sopten van de centimeters dikke laag water die erin kwam (en ja, aangezien ik zelf voor mijn schoenen zorg, was dat mijn eigen misrekening).
Verzopen als een kat kroop en droop ik achter het stuur, en mijn eerste daad daar was het vol open zetten van de verwarming, om een heel klein beetje droog en warm te worden.
Dat was vergissing 2. Want dat leidde onherroepelijk en bizar snel tot het beslaan van voor- en zijruiten.
De stoom kwam in dikke wolken uit mijn kleding gezet.
Op dat moment herinnerde ik mij dat ik om onduidelijke redenen nog droge kleding in mijn kluisje had liggen, en ik vroeg aan en kreeg van de regie toestemming om mij even om te kleden. Vergissing nummer 3 was dat ik dat verzoek weer eens onhandig verwoordde, en ik dus nogal wat hilariteit van collega's te verstouwen kreeg.
De herfst en lente zijn wat dat betreft toch wel de lastigste seizoenen. Kiezen tussen warme kleding omdat het al of nog kouder is dan waarvoor je kleding geschikt zou moeten zijn.
Schoenen zijn gelukkig zaken die we zelf moeten regelen. Alleen ook hier: ga ik op zomersneakers lopen, of pak ik mijn ouwe, trouwe kistjes.
Die laatste hebben als nadeel dat woon-werkverkeer een waar avontuur is, zeker de eerste 2 ritten. Kisten zijn geschikt voor veel zaken, maar met het autorijden vind ik het soms ronduit griezelig. Niet gewend aan de stugge stijfheid loop ik het risico 2 pedalen tegelijk in te trappen, en weinig tot geen gevoel terug te krijgen van de pedalen. Als je dan vervolgens de beveiliging door moet, leidt dat ook tot ellende, want ze kunnen bij die kisten minder goed voelen welke moorddadige massavernietigingswapens ik erin mee neem.
Voordeel van die dingen is natuurlijk dat ze stevig zijn, mijn voeten droog en warm houden, en dat ik er enorme, haast dodelijke rotschoppen mee uit kan delen, mocht het nodig zijn.
Deze ervaring rijker, heb ik mijn kisten maar weer van stal gehaald, en een extra setje droge kleding in mijn tas gedaan, want je weet maar nooit hoe waterig de werkdag gaat zijn.

Over waterig gesproken: ik moet toch en voorlopig heel even weer de trotse vader uithangen. Jente is beoordeeld, en goed genoeg bevonden voor het afzwemmen voor haar C-diploma.
Mijn trots komt niet zozeer voort uit dat feit op zichzelf. Maar wel vanwege het feit dat het de laatste maanden nagenoeg onmogelijk was om naar zwemles te gaan zonder gezeik.
Ze was nauwelijks tot gewoon niet te motiveren. En dat lag niet louter aan Jente, want zwemmen vindt ze heerlijk. Het lag toch echt aan de zwemmeester, de zwemschool, en hun volstrekt afwezige communicatie. Het feit dat de zwemmeester iemand was die op zijn zachtst gezegd wel heel erg weinig moeite deed om zijn pupillen in het algemeen, en Jente in het bijzonder van goede uitleg te voorzien. Makkelijker was het om er gewoon op te pikken.
Ze lagen elkaar niet. Dat kan aan Jente liggen. Maar als dat zo is, geef dat dan aan. Of gedraag je als een volwassen en vakbewaam docent.
Daarna kwamen er nog een paar andere docenten, die het al iets beter maakten, maar telkens was er wel een kleinigheidje waarom afzwemmen nog een maandje opgeschoven moest worden. En we weer een maandje mochten betalen. En we weer een maandje Jente moesten zien te motiveren om toch maar haar best te doen.
Huilen met of zonder de pet op was het.
En uiteraard zou het de zwemschool niet zijn, als er voor dat moment van examen niet nog allemaal extra lessen komen, met extra voorbereiding (wat op zich goed is) die allemaal weer extra geld kosten. We worden als ouders door die school wel tot de allerlaatste euro uitgeknepen, en de pest is dat er enorme wachtrijen zijn overal, en zij als enige of in elk geval als een van de enigen het diploma-systeem van de zwembond hanteren.
Maaaaar goed. Ik ben dus trots. Want ondanks alle tegenzin, alle ellende, alle huilbuien heeft Jente wel doorgezet. Doorgepakt. Zich niet klein laten krijgen. Ze is doorgegaan. En dat vult me met een intense trots. Zelfs als die klojo's besluiten dat ze het niet haalt, heeft ze wat mij betreft een diploma verdiend voor puur doorzettingsvermogen. Kleine bikkel dat ze er is. BAMMM jonguh.
Persoonlijk kan ik niet wachten om al ruftend (ik ga er speciaal een bonenschotel met veel uien voor eten) die zwemschool te verlaten. Om er nooit meer terug te komen.

Als je ergens te gast bent, dien je je te houden aan een minimum van fatsoensnormen.
Je maakt gebruik van een toilet. Waar je netjes je behoefte doet, zonder de excrementen (ik wilde dit woord al tijden eens gebruiken, en nu kan het) tegen de muren aan te smeren. Je ruimt je zooi op. Dat wil zeggen dat je je etensresten niet op de bank achter laat, en je je afval niet achterlaat, daar waar je staat. Je gedraagt je vriendelijk en beleefd naar de gastheer en de overige gasten. Kortom: normaal gedrag. Nietwaar?
Ik vraag me steeds vaker af of het vliegen inmiddels niet té goedkoop geworden is. Elke sociaal volstrekt gemangelde gek mag een vliegticket kopen. Met als gevolg dat je als je in die sector werkt steeds vaker te maken krijgt met mensen die afkomstig zijn uit mentale afvoerputjes waar ze in het Pieter Baan Centrum al geen raad meer mee weten.
Blijkbaar is het voor veel mensen de norm dat als je moet betalen om ergens gast te zijn, je ook het recht hebt om je als een gedegenereerd varken te gedragen. De dagelijkse puinzooi die mensen achterlaten in bus en vliegtuig, liegen er serieus niet om. 
De verhalen van crew en chauffeurs over mensen die elke sociaal geaccepteerde draad allang kwijt zijn, zijn legio. Kun je boeken mee vullen. Grappige verhalen, die in de kern eigenlijk dieptreurig zijn, en de mensheid als geheel een behoorlijke knauw in zijn geloofwaardigheid geven.
Zo werd ik als laatste bus naar een binnenkomend toestel gedirigeerd, waar KMAR en beveiliging al klaar stonden. En uit dat toestel kwamen 7 dames gestrompeld. Geflankeerd door beveiliging en KMAR.
Nou, dames... Het waren gewoon in chique kleren opgesnolde treur-teefjes. Ik kan er niks anders van maken. Ze waren kneiter bezopen, hadden hun uiterste best gedaan om de vlucht voor crew en medepassagiers zo onaangenaam mogelijk te maken, tot het punt dat de crew besloot om ze door de KMAR en beveiliging van boord te laten halen. En dat doen ze niet om je zweetvoeten, dus heb je echt je best gedaan, en ben je er grandioos in geslaagd om iedereen het bloed onder je nagels vandaan te halen.
Eenmaal in mijn bus werden ze door zowel beveiligers als marechaussees streng toegesproken. Dat hielp maar matig. De dame van de kmar kwam mijn bus wat bleekjes uit, die wijven walmden erger als een Boeing 747.
Ik kreeg de vraag of ik het zag zitten om deze bezopen wijven te vervoeren. Waarop ik antwoordde dat als ze de bus zouden onderkotsen, ik ze pas zou laten lopen als ze de boel ook weer schoon gemaakt hadden.
Zowel de beveiliging als de marechaussee gingen daar grijnzend mee akkoord, en achtervolgd door een beveiliger vertrok ik met mijn lading dronken varkens.
Nog geen 5 meter van het toestel af, begon er een werkelijk beestachtig gekrijs, en een snelle blik in mijn spiegel leverde een navrant schouwspel van wapperende armen, benen en overig zwaaiend vrouwenvlees op. Blijkbaar hadden deze mokkels niemand meer om te irriteren, en gingen ze elkaar maar te lijf.
Zo plotseling als het begon, eindigde het ook.
Nog even napratend met de jongen van de beveiliging, schoten we in de lach. Wat gaat er toch in mensen om, dat ze denken dat dit soort gedrag ook maar enigszins goed te praten is. Zelfs waar zij vandaan komen, is dit toch volstrekt onbetamelijk, anders zou dat land allang aan puin liggen.
Maar hey: we hebben er smakelijk om kunnen lachen. Hoe triest het eigenlijk ook is.

Dit geschreven hebbende, is mijn weekend volgende week pas, en mag ik nog eventjes wat sluitdiensten wegrijden. Ik wens ieder die wél weekend heeft, een goeie toe.















donderdag 14 september 2023

Blij gemekker.


Marnix iesj grooooooooote blaij!!!!!
Ik meldde eerder al dat ik mijn geliefde en broodnodige powerbank kwijt was geraakt na onze vakantie.
Ik kocht in grote haast een vervangende powerbank, en was helemaal blij. Zei nog tegen mijn betere helft: "wedden dat we hem vinden, op een moment dat het allang niet meer nodig is? Als ik hem alweer helemaal vergeten ben?"
Ilse was namelijk op zijn zachtst gezegd niet helemaal gelukkig met mijn slordigheid, en de daaraan verbonden kosten. Ze vond dat ik beter moest zoeken, of even moest afwachten, juist omdat we hem wel weer zouden vinden. Maar mijn telefoon kennende (loopt niet leeg, maar rent leeg) en het gebrek aan mogelijkheden om hem op mijn werk op te laden, wist ik dat dat simpelweg geen optie zou zijn. Ik moest en zou een powerbank gaan kopen.
Mijn woorden aan Ilse bleken profetisch te zijn.
Hij lag namelijk op de vensterbank van ons slaapkamerraam, achter het gordijn. Notabene met het snoertje er onder vandaan hangend.
Dagelijks langs gelopen. Mezelfs soms afvragend waar dat snoertje van zou zijn, maar omdat ik, als ik er langs liep, mijn hoofd te ruste ging leggen, nooit iets mee gedaan.
Tot ik van de week dus wederom langs dat snoertje liep, en er eigenlijk vanuit ging dat dat het snoertje van mijn tondeuze was. Ik graaide ernaar en met een doffe klap viel er iets grijs op de grond.
Ik wist heel even een paar seconden niet waar ik naar aan het kijken was.
Toen ik het zag, en me realiseerde dat dat mijn verloren gewaande powerbank was, flapte ik er een hartgrondig en jubelend "Jezus Christus" uit. Dit tot grote schrik van mijn eega en mijn dochter, die door het volume van mijn exclamatie op zijn minst dachten dat ik levensgevaarlijk gewond was.
In bijna hysterische jubelstemming verklaarde ik mijn gebrul. Lachend om mezelf. Stralend van intens geluk.
Overal naar die vermaledijde powerbank gezocht, behalve op de plek waar hij lag. En welke vlaag van volstrekte verstandsverbijstering mij trof toen ik dat ding op de vensterbank legde, zal ik helaas nooit achter komen.
Dus ik ga tegenwoordig op pad met 2 powerbanks, die ervoor zorgen dat ik mijn telefoon 6 keer op kan laden.
Degene die ik nieuw kocht, beloofde dat ik mijn telefoon er tot 8 keer mee op kon laden (dat beloofden ze op papier en dat is zoals we weten erg geduldig), dat bleek 2,5 keer te zijn, en het ding heeft minimaal 7 uur nodig om zover te komen als hij zelf aan de stekker moet.  Mijn samsung komt tot 3,5 keer dus samen zijn ze goed voor 6 keer laden.
Beide powerbanks zijn wel erg sterk verplaatsen veel energie, dus in theorie zou ik mijn bus ermee op kunnen laden, mocht het weer eens voorkomen dat ik de batterij leegrij.

Het lijkt dan toch echt weer voorbij, die mooie zomer.
Ik klets voor mijn beurt, want de afgelopen week hebben we ons werk hijgend en puffend van de klamme Nederlandse zomerhitte moeten doen. Overstromende oksels en kabbelend kontwater waren de gevolgen van de hitte buiten, en soms wat matig werkende airco binnen de bus.
Dat betekent thuis dat het tijd is geworden om het zwembad af te breken. Ik was niet per se himmelhoch jauchend toen Ilse aankondigde dat er een zwembad ter grootte van 3300 liter water in onze achtertuin opgetuigd zou worden. Sterker nog: ik zag er alleen maar de nadelen van in. Een hoop kindergekrijs. Een hoop geredder met water en chemicaliën om het zwembaar te houden. Kortom: een hoop gedoe.
En een hoop kindergekrijs kregen we.
Een hoop geredder ook. Hoewel ik dat met grote liefde aan mijn grote liefde over liet.
Een hoop gedoe.
Maar ook een intens blije Jente die veelvuldig in het water te vinden was. Dat intens gelukkige snoetje als er een vriendinnetje mocht komen zwemmen.
Kleine geluksmomentjes, tot je dus dat kreng moet aftuigen.
3300 liter water, en de fabrikant bedenkt dat de aftapplug de doorsnede heeft van een kleine tuinslang.
3300 liter water, en wij komen er achter dat het serieus onhandig is dat je geen afvoer hebt in je achtertuin.
3300 liter water, waarvan 2500 liter er een hele dikke 12 uur over deed om via dat aftapplugje, en 12 meter tuinslang in een afvoerputje in het belendende steegje te verdwijnen.
De overige 800 liter deden we gezamenlijk, met emmertjes. Om beurten. Dat voelde toch wat kneuzig.
Maar ja. Als je geen putje in je tuin hebt, en de constructie van het zwembad eigenlijk net zo kneuzig is, moet je wat.
Volgend jaar zetten we het bad op een paar pallets, in de hoop dat we dan iets meer druk kunnen genereren door de zwaartekracht, en dat we dan niet met emmertjes hoeven te slepen.
Het bad rustte op grondzeil, zeil en viltdoek, en dat moet allemaal drogen. Dus onze tuin ziet eruit alsof er een buitenaardse reus zijn onderbroeken te drogen heeft gehangen (niet per definitie nadat ze gewassen zijn, want die lappen zijn niet meer heel erg schoon te noemen).
En dan moet al die zooi ook opgeborgen worden.
Het werd door een koeriersdient thuis bezorgd, dat zwembad en alle bijbehorende parafernalia. In een pracht van een kartonnen doos, heel erg ingenieus opgevouwen en verpakt.
Op een manier die je als consument van zijn levensdagen niet gereproduceerd krijgt. Echt niet. Zo strak als het vanuit de fabriek kwam, lukt dat op de een of andere manier niet. Dus de eindstand zal ook hier zijn: nieuwe boxen. Die eigenlijk bij voorbaat al te klein zijn. Dus nog meer nieuwe boxen. Die je in je huis niet kwijt kan en zeker niet wil. Maar omdat ál die boxen net niet dicht kunnen, kun je ze niet buiten bewaren. Eindstand zal wel worden dat we dus nog een grotere berging moeten gaan huren. Of dat we eindelijk eens gaan ontspullen.

Goed. Dit alles maar weer geschreven hebbende, eindigt mijn weekend weer. Ik ga de late diensten in, en wens eenieder die wél een echt weekend hebben, een hele beste toe.









vrijdag 8 september 2023

Een waar jubilaris

 Hieperdepiep hoera.
Deze blog bestaat 12,5 jaar. Een waar jubileum.
12,5 jaar geklets van een ex-(militair)-muzikant. Chauffeur. Blogschrijver. Bourgondiër. Onbeschaamd voyeur en commentator van het grote spektakel dat "Leven" heet. (Die laatste heb ik zonder veel plichtplegingen van Thea Beckman geleend, een groots kinderboeken schrijfster).
Terugblikken ga ik niet doen, lees die zooi zelf (nog) maar (eens).
Het is eigenlijk wat langer, en wat meer blogs (ja, heus!!) maar helaas, de vorige blogpagina zou gaan verdwijnen en voor ik de tegenwoordigheid van geest had om er wat mee te doen, was het verdwenen, en was ik alle eerdere blogs kwijt. Stom natuurlijk, en kenmerkend voor mijn wat chaotische karakter.
12,5 jarig jubileum dus: proficiat Marnix.
649 blogs, deze inclusief op deze pagina. Wat een mijlpaal.
Maar hoe ontstaat zo'n blog dan? Wat gaat er om in dat dikke hoofd vol wanordelijke onzin, en andere hebbelijkheden? Een klein kijkje in mijn keuken.
Ik ben gemiddeld per week een uur of 2 bezig met het tikken van een blog. Dat begint eigenlijk al op de dag dat ik er een plaats.
Ik heb een app-groep aangemaakt met mezelf.
Ja, echt.
Een soort van mentale notitie, maar dan niet mentaal, maar digitaal.
Ik plaats daarin onder andere en vooral in welke rij ik mijn auto zet op de parkeerplaats (serieus, als ik dat niet zou doen, zou ik elke dag een uur naar mijn auto op zoek zijn, ik vergeet al waar hij staat als ik hem op slot zet, dus maak ik snel een aantekening van de rij). Maar ook plaats ik korte zinnetjes over dingen die ik meemaak en blogwaardig vind.
Dan, als het echte schrijven begint, (meestal ergens in de vroege ochtend, als vrouw en kind nog slapen en ik dus redelijk ongestoord kan tikken) staar ik eerst een half uur naar een witte pagina, steeds korzeliger omdat er niks op het wit verschijnt, om me dan pas te herinneren dat ik in mijn privé appgroep moet kijken.
Dan ga ik met die brokjes informatie mijn geheugen opfrissen en tik ik een ruwe opzet van het verhaal dat ik wil vertellen.
Als dat staat, moet ik het een paar keer nalezen om al te wanstaltige grammaticale en andere fouten eruit te zeven en goed te kijken of alle personages onherkenbaar zijn. (Tenzij ik heel erg zeker weet dat de betreffende personen het niet erg vinden, natuurlijk, of tenzij het me geen flikker kan schelen of ze wel of niet herkenbaar zijn).
De NOS-app geeft me ook veel voedsel voor een blog. Het is heerlijk om het nieuws te kunnen larderen met een flinke dosis spot, cynisme en rare of rake opmerkingen.
En natuurlijk mijn persoonlijke besognes. Ik heb geen geheimen, ben een open boek. Dat is een vloek en een zegen. Maar in beiden gevallen geldt: ik neem mezelf maar gewoon niet al te serieus. Dat kan ook eigenlijk helemaal niet, als je mij bent. En schaamte ken ik sowieso niet echt.
Als dat eenmaal een beetje vorm heeft gekregen, ontstaat er langzaam iets dat publiceerbaar lijkt, en dan begint het kneden. Het kleien. Totdat ik min of meer tevreden ben. Ram op de knop "publiceren" en dan ren ik naar boven om mijn blog als eerste aan mijn betere helft voor te lezen. Vindt ze leuk. Dan linken naar mijn facebookpagina en iedereen die echt helemaal niks beters te doen heeft, kan hem lezen. Ik heb wel eens gehoord dat mensen dat al kakkend op het toilet doen.
En zo ontstaat dus een blog.
Ik heb mezelf een ritme opgelegd om wekelijks iets te tikken. Doe ik dat niet, wordt het te vrijblijvend, komt de klad erin en kan ik het evengoed helemaal laten.
Aan de andere kant: als ik daar te gedisciplineerd aan vasthou, merk ik dat de kwaliteit wél te wensen over laat. Ik weet exact wanneer ik serieus een kutblog heb geschreven. Namelijk als er te weinig leuks of interessants was om over te schrijven, maar ik dus aan mijn ritme wil vasthouden om niet te verzanden in die al te laksige vrijblijvendheid. 
Dat beschouw ik dan maar als een soort van prijs die vooral de lezer moet betalen voor een vorige of volgende blog die veel beter was.
Het is dus of af en toe de lezer trakteren op een kwalitatief uitermate teleurstellend stukje proza of de lezer helemaal geen proza meer voorschotelen.
Dat ga ik dus niet veranderen.
Moet ik mijn blog een ander uiterlijk geven? Dat heb ik een paar jaar geleden geprobeerd, en dat kostte me bijna een laptop, een tuindeur, een tafel, een stoel, een huwelijk en een paar jaar cel, voordat het lukte. Vind ik het niet waard, het is ten slotte een hobby.
Moet ik iets veranderen?
Ik weet het niet. Aan de ene kant voelt het alsof ik dat zou moeten doen. Aan de andere kant: zoals wel meer mensen: ik ben niet zo van de veranderingen alleen om veranderingen door te voeren. Ik ben wel blij dat ik er geen geld mee verdien. Deadlines voor stukjes schrijven lijkt me de volstrekte horror, en als ik hier mijn geld mee zou moeten verdienen, vrees ik dat de lezer massaal afhaakt door de lauwe stroom laffe reclames die ze dan door moeten worstelen voor ze bij mijn geschreven gemekker komen. 

Voor nu ga ik, na deze persoonlijke overpeinzingen, even door met reutelen over de actualiteit.

Banaliteiten.
Ares, een "dispuut" van bralballenclubje (a.k.a. studentenvereniging) L.A.N.X. heeft zichzelf maar weer eens lekker op de kaart gezet. De nieuw toegestroomde, onzekere, bange kinders van universitair niveau moesten diverse banale en zelfs mensonterende activiteiten ontplooien. De führertjes van dit walgelijke gezelschap stelden sancties in het vooruitzicht, mochten die kinders toch een opleving van (zelf)respect krijgen.
Ik ben op geen enkele wijze van universitair niveau, en zal de laatste zijn om iedereen die wel dat niveau heeft, met dit soort bespottelijke praktijken in verband te brengen (ik heb namelijk nogal wat universitaire vrienden, en die zouden dit soort activiteiten met net zoveel walging bezien als ik). Maar wat ik blijkbaar (en gelukkig) tekort kom aan intelligentie, heb ik in overschot aan zelfrespect, nuchterheid en een tikkeltje fatsoen.
Goddank. Het zal je vader maar zijn later, die ergens in een steeg een "vluchteling" moest regelen. Of een "emmer doen".  
Het zal je echtgenoot maar zijn, die jou als vrouw niet meer dan een sperma-emmer vindt.
En dan kom je bij de volgende banaliteit. De zorg. Zorginstellingen die failliet gaan. Dat soort univeritairen verzinnen dit. Maken dit mogelijk. Want HBO'ers en MBO'ers die in het werkveld terecht komen, zitten niet op posities dat ze kunnen verzinnen dat de zorg dusdanig verwoest wordt, dat het simpelweg niet meer te leveren is, dat het failliet gaat. Daar moet je een ranzige corpsbal voor zijn.
Maar ja, die bestuurders waren dus waarschijnlijk ook lid van Ares. Kan niet anders. Want om de zorg goed te laten werken, moet je, in welke functie dan ook, wél over menselijkheid beschikken, en dat doen ze bij dat soort bralballenclubjes nu eenmaal niet.

Mijn voorliefde voor het illustere Franse automerk Citroën is wel bekend. Met dank aan dit innovatieve bedrijf, beschikken we onder andere over de in serie geproduceerde voorwiel aandrijving. Ook was dit merk in staat om de snelste "productie-diesel" op de weg te zetten. De speciale tandwielconstructie met v-tanden kwam uit de stal van Citroën en natuurlijk is de welbekende torx een uitvinding waar we nu nog steeds gemak van hebben. 
Groot was ook mijn tevredenheid toen mijn betere helft overstapte naar "mijn merk".  Meer uit gemakzucht dan uit werkelijke voorliefde, haar voorliefde ligt meer bij de altootjes en als ik diep in haar hart kijk, zie ik een dame met Franse levensvreugde, vol passie in een stok(brood)oud Renaultje 4 rondrijden.
Maar goed, wat kan dat kan, wat niet kan, kan niet.
Haar laatste Citroën heeft alles gegeven. Heeft zijn geld serieus wel opgebracht.
En ondanks dat ze veel minder heeft met auto's dan ik, heeft ze wel heel veel met dat wat een autootje bieden kan. En toen werd ze toch even emotioneel. Ilse, niet de auto die we naar de sloop brachten.
Eigenlijk bedachten we dat we best wel even met maar één auto konden, en dat als er al een opvolger zou komen, het een klein, licht, goedkoop karretje moest zijn. Alle tijd dus voor een zoektocht zonder haast.
En dat leverde een heel ander soort auto op. Een Italiaan. (En laat ik nu toevallig, als het geen Citroën is, fan zijn van Italiaanse auto's. Het is net als met Frankrijk. Italië is nummer 2. Qua auto's, qua land en qua eten, hoewel qua eten ik Italië misschien wel op 1 moet zetten). En niet iets extravagants als een Ferrari, of een Maserati, maar een auto voor het (Italiaanse) volk: een Fiat. En niet zomaar een Fiat, nee een Panda. Want daarmee blijf je lachen. Met een verbruik van 1:29 tegenwoordig letterlijk. Het is een zeer compleet, heel erg licht autootje. En stiekem vind ik hem, net als veel Citroëns ongelooflijk charmant van pure kneutigerigheid.
Dus wat krijg je als je een Fiat en een Citroën kruist. Een Fitroën? Een Citriat?

Dit geschreven hebbende ga ik weer een lekker weekend-weekend in.
Ik wens eenieder een fijne toe.

Mochten er mensen zijn die daadwerkelijk leuke en constructieve tips hebben voor een aanpassing en/of verandering in mijn blog, dan hoor ik ze graag.











vrijdag 1 september 2023

Kwalitijd

 Het goede nieuws is: er wordt niet extra in mijn lichaam geprikt.
De fysiotherapeut is van mening dat dat niet de beste manier van behandelen is. Beter is het om oefeningen te doen. Daar heb ik zo mijn bedenkingen bij, want met mijn geheugen als een volmaakte zeef, vrees ik dat ik dat vergeet, maar goed.
Voorlopig is mijn nachtmerrie van lekgeprikte balzakken en kleddernat knisperende scheten even van de baan.
Ik moest wat bewegingen maken, ik moest wat dingen laten zien, en toen...
En toen moest ik gaan liggen. De man stroopte zijn mouwen op, en begon zich met op misdadigheid lijkend sadisme uit te leven op de spier en pees in mijn lies.
De man heeft een naam die lijkt op Bruce Lee, en in lijn met die vergelijking ging hij met haast banaal enthousiasme tekeer.
Schouderklop voor mij: geen kleddernat knisperende wind, maar de geluiden van pijn moeten heel de wijk door zijn getrokken, en de aandacht hebben getrokken van een paar oplettende burgers, want niet heel veel later klonken er sirenes.
Toen mij even wat rust werd gegund en de man naar mijn van pijn vertrokken porum keek, schoot hij in de lach, en vond het heel vervelend voor me, maar ik lag daar uit vrije wil. En daar kan ik niks tegenin brengen
Als je je sadisme of psychopathie een legaal tintje wil geven, word je tandarts of fysiotherapeut.
Alle gekheid op een stokje: de man was absoluut vriendelijk en absoluut vakbekwaam, en ik hoop dat alle mishandeling er uiteindelijk toe gaat leiden dat ik minder last van mijn lies heb.

Over "Quality-time met..." gesproken:
Heel vaak hoor ik mensen praten over "quality-time, met de kids". En dat gelardeerd met foto's van de meest exquise uitstapjes. Jaloersmakende vergezichten in verre landen. Bijzondere trips vanuit een all inclusive reservaat.
Of bij een uitzinnig artistiek opgemaakt bord in een restaurant waar de prijs van een blaadje sla nagenoeg even hoog is als de prijs van 10 nachten op de camping in de Franse Ardennen.
Ik vind het persoonlijk lastig om dat een plekje te geven in mijn brein.
Tuurlijk: vakantie is bij uitstek geschikt om eens lekker uit de band te springen. Zeker als je door het jaar heen werkt, en dus 40 van je bewuste en levende uren van de week niet bij partner of kinderen bent. En gelukkig mag iedereen zelf invullen wat dan precies "quality-time" is. Hoe dat in te vullen is. Mijn punt is meer: het begint er op te lijken dat het alleen maar kwalitatief hoogstaand is, als het veel geld kost. En ver weg is.
Terwijl ik dit type, kijk ik naar links. In de hoek van de kamer staat een afzichtelijke "robot". Gemaakt van karton, veel lijm en knutselspullen. Kostte me 3 uur van mijn leven. Maar het glimmende snoetje van Jente tijdens het bouwen, en haar enthousiaste verhalen en gefantaseer over welke knuffels er wat mee konden en mochten was (en is nog steeds) onbetaalbaar.
Onbetaalbaar was ook het korte kampeertripje dat gemaakt werd naar een camping op 20 minuten fietsen.
Of het feit dat ze met haar oom en tante naar de Julianatoren mocht, of met mij de hort op naar de mooiste dierentuin van Nederland, en als kers op de taart toch een knuffel uit de souvenirwinkel mocht.
Of met haar opa naar de kermis.
Allemaal dingen die op zich best geld kosten, maar geen stukken van mensen. Niks exquise's aan.
Maar wél zaken die Jente's ogen veranderen in grote poelen van intens geluk.
Als ik thuis ben, probeer ik een voorbeeld te stellen. Ik vertel haar en Ilse elke dag wel een keer hoeveel ik van ze hou. Ik knuffel ze elke dag. Eerst omdat ik dat meen. Maar ook om een voorbeeld te stellen. Zo horen partners met elkaar om te gaan. Zo hoort een vriendje of vriendinnetje Jente later te behandelen, en niet minder. Tuurlijk krijgt Jente ook mee dat het best wel eens knettert tussen Ilse en mij. Maar we maken het ook weer goed.
En uiteraard moet ik ook wel eens op Jente ketteren. En streng zijn. Dit alles in de hoop dat ze later denkt: "Verrek, die ouwe had gelijk. Dat had die ouwe toch maar goed door".
En met name dit laatste is compleet gratis. Kost wel bergen energie. En het is niet iets wat je in foto's kan vangen, of regelmatig over op kan scheppen, want het is niet fancy.
Maar volgens mij is dat wél de "quality-time" die de meeste impact heeft.

Uit het nieuws...
De quality-time die reizigers in het OV hebben, wordt niet als zodanig ervaren. Vaak niet. Belangenvereniging Rover (what's in a name) komt voor de reiziger op. En voor wat ik er van mee krijg, hebben ze best vaak een punt. Het gaat ook vaak mis op het spoor en in de bus.
Mijns inziens is dat allemaal een gevolg van het ongezonde gegeil op marktwerking van ons aller VVD.
Alles moet goedkoper, en de bedrijven die inschrijven op die door de overheid uitgegeven concessies hebben meer oog voor de aandeelhouder, dan voor de reiziger. Uiteindelijk is het personeel en materieel waarop bespaard wordt, en zie daar: het bestaansrecht van een vereniging als Rover.
Prorail gaf aan veel aan achterstallig onderhoud weg te gaan werken, en dat reizigers daar ook overdag last van gaan hebben. Het kantoor van Rover is te klein. Ach en wee, donder en bliksem, hel en verdoemenis. Dát moet niet gebeuren.
En dan vraag ik me oprecht af wat de gedachtengang van die lui is.
Is het prettiger om te klagen over vertraging als gevolg van onderhoud, of is het prettiger om te klagen over een paar fijne gewonden en wat frisse doden als gevolg van ongelukken door gebrek aan onderhoud?
Wat mij betreft zou Rover moeten klagen over het feit dat de OV bedrijven zó goedkoop zijn, dat ze hun chauffeurs niet meer fatsoenlijk kunnen betalen, en dus leeglopen en niet te vullen zijn. Dat er zo weinig geld is, dat bussen niet tot nauwelijks onderhouden kunnen worden, en dat de kwaliteit van die dingen zó ellendig is, dat chauffeurs er fysieke klachten aan overhouden. Kortom: klaag over die walgelijke mentaliteit van het welbekende dubbeltje op de eerste rang. Want dan hoef je niet te klagen over broodnodig onderhoud.

Goed, dit alles maar weer geschreven hebbende, is dit mijn laatste doordeweekse-weekenddag. Mijn eerste vroege diensten na de vakantie nemen een aanvang.
Ik wens eenieder een goed weekend toe. Maak er (goedkoop of duur) een kwalitatief memorabele van.






Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...