woensdag 21 december 2011

inentingen...

Ik dacht vanmorgen: ik breng Claus even naar de dierenarts, voor zijn entingen. Niesziekte, vlooien, wormen. Dat soort aangelegenheden. Want het is niet ondenkbaar dat ik Claus vroeg of laat toch voor een weekje naar een pension moet brengen.

Dus ik haalde zijn reismand tevoorschijn. Claus, heeft enkel slechte ervaringen met de reismand. Telkens als hij in die reismand moet, gebeuren er vreselijke dingen. Er wordt een thermometer in zijn kont gepropt, hij krijgt venijnige prikken, en andersoortige ellende in zijn ogen, neus en lijf. Dus als ik begin te rammelen met die reismand, neemt Claus de benen.
Mijn auto staat een eindje verderop. Want in mijn straat geldt een parkeerverbod. Dus het leek mij handig, om eerst Claus in die mand te proppen, dan de auto te halen. Zodat ik zo kort mogelijk fout geparkeerd sta.
Dat proppen ging niet helemaal zoals ik dacht. Ik zette de mand neer, keek om me heen waar Claus was, en weg was hij. Niet ongelogen: ik heb dat beest door het hele huis moeten achtervolgen. De aanhouder wint, en uiteindelijk lukte het om Claus te vangen, en in zijn mand te doen. Poppetje gezien, kastje dicht, en ik kon de auto voorrijden. Bij binnenkomst, bleek dat Claus het écht niet eens was met deze gang van zaken. Het deurtje was uit het mandje gedrukt, en twee van de scharnieren van dat deurtje bleken onherstelbaar beschadigd. Dus moest ik weer door het hele huis die kat achterna. Gelukkig had ik nog verhuistape.

Waar Claus bij mij dat mandje met geen stokslagen in te dwingen is, bij de dierenarts, is hij er met geen stokslagen uit te dwingen. Hij ziet de man, weet al wat er gaat komen (niet veel goeds) en verrekt het om dat mandje uit te komen. En als hij er dan uit is, dan gaan zijn nekharen overeind, zijn oren plat naar achter, en er volgt een concert van geblaas, gemauw, gesis, gemiep en gegrom. En dat voor 1 prikje, wat nagels knippen en een paar druppeltjes in zijn neus. Nee, de dierenarts is zijn vriend niet. Terwijl het toch een aardige man is.
Ik hoop dat het nieuwe mandje beter bestand is tegen het wilde beestengedrag van Claus. Dat heeft hij in elk geval niet van mij.

En ik hoop ook dat hij niet heel erg boos gaat zijn als ik hem naar een pension breng. Mijn ma gaat hollend achteruit. Het hart begint last te krijgen van de kanker. En dit levert vocht op. Vocht dat niet meer wordt afgevoerd. En daarbij komt een steeds grotere hoeveelheid doodsangst en paniek. En omdat dit voor mij ook allemaal nieuw is, weet ik niet zo goed hoe ik daarmee om moet gaan. Ik vind dat lastig. Negeren kan ik het niet. Maar op een gegeven moment is het bijna onmogelijk om nog iets terug te zeggen. Ik zou het ook allemaal niet weten.
Merry Christmas dan maar? Dat klinkt ook weer zo zuur. Gelukkig nieuw jaar. Of een prettig uiteinde. Wens dat een kanker patient maar eens toe. De cynicus in mij staat te juichen.
Iemand zei me eens, dat ik het leven moet nemen met een lach. En dat lukt me steeds vaker weer een beetje. Maar kanker hangt als een zwaard van damocles boven mijn hoofd. En Claus? Die moet dan toch heel even naar een pension. Anders zou ik het ook niet weten...

zaterdag 17 december 2011

Guitig.

Speciaal voor het kwintet.
Een guitige blik. Mij werd verteld dat ik ergens in een blog het woordje 'guitig' gebruikte.
Nou schrijf ik zo veel zin en onzin op, dat dit zeer goed mogelijk is. Zin om dit na te zoeken heb ik niet. Dus dan maar een blog waarin dit woordje voorkomt.
Guitig: op een leuke manier ondeugend. Schalks, Olijk.
 Dat is de letterlijke betekenis. En dat kan opgaan voor Paul, Berjan, Triks, Christiaan, Paul en mezelf.

Als we met het kwintet spelen, worden er regelmatig blikken uitgewisseld. Want tijdens het spelen, moet je toch contact met elkaar houden. Dit om te voorkomen dat de ene iets doet waar de ander net niet meer op kan anticiperen. Of op het nippertje juist weer wel. Gisteravond werden er ook weer guitige blikken uitgewisseld. Het kerstrepertoire is toch, hoe je het ook wendt of keert, enigszins beperkt. Mary's Boy Child komt je na anderhalve keer ook wel de strot uit, dus wat ga je doen: juist, je geeft je eigen draai er een beetje aan. Dit met wisselend succes.Vaak heeft het publiek niet in de gaten (die zitten harder te kakelen dan wij spelen kunnen, ergens gaat een mobiel af en kinderen staan op minder dan een meter afstand te krijsen) dat er iemand in het kwintet gewoon compleet iets anders zit te spelen dan er staat, maar het klinkt leuk. Het kwintet heeft het wel in de gaten. Dan worden er wat blikken uitgewisseld. Paul zit achter zijn trombone te grijnzen, Chris zit te zwoegen, Berjan gaat stoicijns door, en Triks wordt rood van het ingehouden lachspelen. Guitig.

Na nummer 1 komt in de regel nummer 2. Tenzij nummer 3 eerst komt. Dat kan gebeuren. Dan is de volgorde ineens 1, 3, 2. Dat moet wel iedereen weten, want als vier mensen met liedje 2 beginnen en de vijfde begint in haar eentje met liedje 3, dan is het resultaat net zo verbijsterend als Geert Wilders in een moskee.
We zijn allemaal mensen, dus we maken ook wel eens allemaal een vergissing. Er was op dat moment nog geen Gluhwein in het spel, dus het was echt gewoon een kwestie van de bladzijde te enthousiast omslaan. Leverde wel weer guitige blikken op.

Bij kerstliedjes is het vaak noodzaak om er wat mee te doen. Want iedereen kent die krengen. Speel maar eens Stille Nacht. Doe maar. Zonder publiek is dat appeltje eitje. Met publiek ook trouwens. Maar als je ook maar een foutje maakt, dan hoort iedereen dat.
Ik had een leerling, en dat was een guitig mannetje. Altijd schalks uit zijn ogen kijken, altijd dát oefenen wat ik hem niet opgaf. Hij kwam in de zomer al met een zelf geoefend liedje. Jawel: stille nacht. In de zomer. Van een leerling kan ik heel wat hebben, maar om in een stikbenauwd oud muziekschool gebouw naar een beginners versie van Stille Nacht te gaan luisteren, terwijl de zon dodelijke hitte verspreidt, vind ik toch wat vergaand. "Is voor kerst", zei hij. Alsof ik het liedje niet zo herkennen. (Nou herkende ik het ook niet, zo vreselijk gammel speelde hij, maar dat is een ander verhaal).
Daarom helpen de meeste arrangeurs een beetje mee. Do you hear what I hear, is daar een voorbeeld van. Een mooi lieflijk Amerikaans kerstliedje. De arrangeur heeft het echter bewerkt, met 'hints van de bolero van Maurice Ravel' erin verwerkt. En van een lieflijk kerstliedje gaat het bijna ongemerkt over in een gewelddadig hakken en klieven in de hoogte, met een enorme hoeveelheid noten. Het publiek weet niet wat het overkomt. Wij de eerste keer dat we het speelden ook niet. Zodat je ook bij een kerstliedje soms weg kan komen met een vrije interpretatie. Die dan weer guitige blikken tot gevolg heeft.

donderdag 15 december 2011

Claus en kerst

Mijn huis heeft bovenaan de trap, tegen de muur een radiator. Vraag me niet waarom, mijn overloop boven hoeft niet verwarmd te worden, de buitenmuur wat mij betreft ook niet. Maar het ding zit er wel. En nu heeft Claus dus ontdekt dat dat wel een heel lekker warm plekje is om te gaan liggen. Dat is leuk voor hem. Hoewel ik behoorlijk knorrig kan worden als ik in het vroege donker de trap af wil stommelen voor mijn eerste kop koffie, en dan mijn nek breek over een kat, die lekker ligt te soezen bij de radiator. Lazer ik dus bijna naar beneden, krijg ik van de kat een verontwaardigd gemauw naar mijn hoofd. Ja, welke oetlul gaat er dan ook bovenaan de trap liggen. Het is niet zo dat een zwarte kat in het donker erg opvalt. Misschien toch maar eens een fietslampje op zijn staart lijmen.
Ik wilde eerst een custom kerstkaart maken. Van Claus, met een kerstmuts op. Omdat Claus daar zo zijn eigen mening over had, en die middels zijn nagels erg goed wist over te brengen, moest ik toch naar de Bruna om kerstkaarten te kopen. Dus de status van mijn huwelijk met Claus: er gaat voedsel in, er komt poep uit, ik breek mijn nek over hem, maar als tegenprestatie een leuke kerstkaart maken, zit er niet in... En toch, ik zou Claus niet meer uit mijn leven kunnen doen. Hij is er, en hij blijft er...
Kerstliedjes.
Elk jaar is het weer raak, vanaf begin december blért de autoradio allemaal kazige kerstliedjes. De enige waar ik echt om kan grijnzen is Flappie, van Youp van t Hek. De rest is allemaal te zoetsappig voor woorden. Maar goed, mensen komen in de kerststemming, en om de commercie nog een boost te geven, draait zelfs de gemeente kerstmuziek als muzak.
Vorig jaar ging ik voor het eerst met het kwintet van de KMAR spelen. Kerstliedjes. Voor een optreden in Buren. Het dorpje Buren. Niet bij de buren. Hoewel dat voor mij op hetzelfde neerkomt. Twee keer hoesten en ik ben van Tiel naar Buren gereden.
Vorig jaar hadden we "Oh Dennenboom" op het repertoire staan. Dit lied is toch wel een typisch voorbeeld van Pruisisch drama. Het had door Wagner geschreven kunnen worden. Teutoonser kom je ze niet meer tegen. Luister eerst dit, en dan bijvoorbeeld 'have yourself a merry little christmas' achter elkaar, en je snapt meteen wat ik bedoel. Het absurde verschil tussen die twee deuntjes werkt vaak op de lachspieren, vooral omdat de arrangeur zijn dichterlijke vrijheid gebruikte om er wat signalen tussen te proppen die rechtstreeks uit de Olymische marsen van John Williams hadden kunnen komen. Maar ik moet daarbij meteen toegeven, als je gewoon 'O Dennenboom' speelt, ben je na drie keer inademen ook wel klaar. Dus hij heeft toch wel goed werk afgeleverd, deze arrangeur.
En stiekem is het ook telkens weer gezellig. Om met het kwintet te spelen. Want we beginnen elkaars mimiek goed te begrijpen.
Het optreden zelf is in het kader van "Buren bij kaarslicht". Dat is heel schattig, want dan is vanaf 1700 uur dat dorpje dus dicht. Kom je er niet in. Want overal waar iets kan spelen, speelt iets. Een koor, een fanfare, een dweilkapel, een kwintet, een orgeldraaier met zijn aapje, en ik gok dat zelfs de Cliniclowns er acte de présence geven. Er wordt langs al deze locaties door middel van waxinelichtjes een route uitgestippeld. Wij spelen uiteraard in het museum van de Marechaussee. Omdat deze locaties open moeten zijn (het publiek flaneert van concert naar concert) is het dus steenkoud. Dan spelen we, om er in te komen, dus eerst 'Have yourself a merry little Christmas' en daarna die lachwekkende 'Dennenboom'.
Vorig jaar had het gesneeuwd. En was ik bezig met verhuizen. En zou ik naar Limburg gaan voor een kerstfeest in het ziekenhuis. Dit jaar denk ik dat er geen sneeuw ligt, hoef ik niet te verhuizen en ga ik kerst waarschijnlijk niet in het ziekenhuis vieren. Met een beetje pech wél in het mortuarium, maar in elk geval niet in het ziekenhuis. Dat is een kleine verbetering.
Maar ik denk wel dat het weer gezellig zal worden. We krijgen soep met broodjes. En waarschijnlijk ook weer wat gulle grijnzen zo over en weer.

dinsdag 13 december 2011

Verkouden

Verkouden zijn. Niks ergs aan. Beetje hoesten, beetje snotteren. Beetje benauwdheid op de longen, wie kent het niet.
Claus is hier inmiddels aan gewend, en voor zover het hem iets kan schelen, laat hij niet merken dat hij schrikt van mijn bulderende gehoest. Instinctief speelt hij niet met mijn gebruikte zakdoeken, daar waar hij normaal wel graag met een propje speelt.
Ergens vind ik het nogal zouteloos van mijn lichaam. Al vanaf september ben ik bezig met het vreten van appels, sinaasappels, hele struiken broccoli, bloemkolen, bonen, gezonde dingen als lof, paprika, tomaten, sla en noem al die gezonde teringbende maar op. Dit aangevuld met elke dag zo'n ultiem ranzige vitamine pil. Daarnaast ben ik voor mijn conditie naar de sportschool aan het gaan. En dan nog verkouden worden. Ik ben er eigenlijk niet zo van gediend. Maar ja.

Als je longkanker hebt, in een laat stadium, dan wordt zeer sterk afgeraden om met verkouden mensen om te gaan. Want zeker in dat laatste stadium is je lichaam niet echt bezig met het bevechten van verkoudheidjes. Het is bezig met de laatste strijd tegen de kanker. Die het toch wel verliest. Maar een simpele verkoudheid kan tot de dood leiden.
Vandaar dat doktoren zeggen dat mensen die verkouden zijn weg moeten blijven.
Maar de wijkverpleegkundigen dan? Die kunnen het ook onder de leden hebben. Moeten die dan maar wegblijven, en mijn ma niet meer verzorgen?
In dit geval: ik had het al onder de leden toen we sinterklaas gingen vieren. Dus het is goed denkbaar, dat ik mijn moeder een pracht van een verkoudheid heb gegeven. Surprise avond was nog nooit zo verrassend...


Had ik dan maar thuis moeten blijven? Moet ik dan maar wegblijven, terwijl er in Limburg een mensje dood ligt te gaan, die vreselijk veel behoefte heeft aan mijn aanwezigheid? En wat cynischer: wat maakt het uit, dood gaat ze toch wel.
Voor mij is die verkoudheid al vervelend. Sporten gaat niet zo lekker, spelen wordt wat kortademig, en het hoesten is ronduit irritant.
Mijn moeder daarentegen... Haar longen, die toch al vol zitten door een fikse tumor, komen nog voller te zitten. Met verkoudheidstroep. Waardoor ze terecht het gevoel krijgt dat ze stikt. Die paar longblaasjes die het nog doen, worden nu geteisterd door een klein kloterig virus.
Nu heeft ze wel een apparaatje gekregen waaruit ze snuifjes spul kan nemen, die de longblaasjes met geweld open kan maken. Dat helpt. Maar niet in de nacht. Dan lopen de longen vol, en wordt ze helemaal panisch wakker. Ze stikt. En om 0400 uur, gaat bij mij de telefoon. Meer dan wat brommen kan ik niet. Blijkbaar stelt haar dat gerust.
Gelukkig was afgelopen weekend een goeie vriendin mee. Die nog even afscheid wilde nemen van mijn ma. Een heel lief gebaar, al was de aankomst situatie een beetje maf. Die had bij dat snuifjes apparaat nog wel een paar tips.

Mijn ma is terecht doodsbang. Bang voor de dood. Bang voor alleen doodgaan. Maar ik hoor haar ook steeds vaker zeggen dat het zo voor haar niet meer hoeft. Na meer dan drie maanden begint de rek er een beetje uit te gaan. Na meer dan anderhalf jaar ziek te zijn geweest, is de kracht om nog langer ziek te zijn, op. Ziek zijn. Daar kun je ziek van worden. Ze wil geen pijn meer. Geen pillen meer, die haar lichaam niet meer verwerken kan, ze wil de angst niet meer. De ongemakken. Nauwelijks tot niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. Ze is niet aan bed gekluisterd, maar aan huis. Dat heet mobiel. En letterlijk klopt dat. Maar figuurlijk.
Wat mij betreft....


Gisteren zag ik een lief dametje collecteren voor het Kankerbestrijdingsfonds. Ik gaf niks. Men heeft de kanker bestreden, en het resultaat was een half jaar, wellicht langer, verlenging van het leven. Maar de condities waaronder dat gebeurde waren absoluut miserabel. Als er nu een stichting was die zich zou toeleggen op onderzoek van hoe we de pijn en de ongemakken kunnen bestrijden, zouden die mijn laatste dubbeltje krijgen. Maar een stichting die alleen maar interesse heeft om het leven te rekken, zonder te kijken naar wat voor leven dat je rekt. Ik vind het gezegend. Maar niet van mijn geld.


Wat is het eerste dat ik ga doen als dit achter de rug is? Stoppen met roken!. Ik heb de ellende die het KAN opleveren gezien, en het is het me niet waard. Op die manier wil ik niet gaan. Echt niet. Dus wellicht levert dit toch nog iets positiefs op.

vrijdag 9 december 2011

sinterklaas en ander nieuws.

Sinterklaas.
De opbrengst: een paar sokken, een houten bord met daarop de tekst: SMILE, IT CONFUSES PEOPLE, een en een speeltje voor de kat.
Dat bord wilde ik eerst op mijn hoedenplank neerzetten, maar de kans dat dat rechtop blijft staan, is niet zo groot. Maar hoe leuk zou het zijn, om dat bord daar wel te hebben staan. Dat mensen me inhalen, en mij met mijn humeurige kop achter het stuur zien zitten.
Dat speeltje van Claus. Zoiets had ik al eens zelf voor hem gekocht. Een stokje, met daaraan een touwtje, met daar weer aan een soort knuffelbeestje, met een belletje. De bedoeling is dat je dat ding dan een beetje uitdagend voor hem laat bungelen, of voor hem uitsleept. Bij de vorige, vond Claus het touw veel leuker dan het knuffeltje. Dus het knuffeltje lag er na een paar weken al af. En pas toen het touw echt helemaal kapot gekloven was, naja. Ik heb het maar in Ede achtergelaten (uiteraard wel in de vuilnisbak).
Het nieuwe speeltje, daar is Claus een beetje bang voor. Het gaat hier om een kerstkalkoen speeltje, waarvan de staart er zeer dubieus uitziet. Maar dan ook echt heel erg dubieus. Nu vraag ik me af of dat de weerzin van Claus heeft opgewekt, of dat die er meer in gelegen is dat het nieuw is, en dus per definitie eng.

Eenmaal thuis van het vieren van Sinterklaas besefte ik 2 dingen: 1) ik had er zeer tegenop gezien. Mijn kop stond en staat niet bepaald naar feestelijkheden, om meerdere redenen.Maar het was wel goed dat ik het toch gedaan heb, want:  2) Dit is met 99% zekerheid de laatste keer dat ik Sinterklaas vierde. Ditzelfde geldt ook voor kerst. Het wordt op die manier een beladen periode. Een vriendin zei me: Marnix, je bent een tobber. En dat klopt. Ik probeer er van te genieten. En het is oppassen voor al te veel zwartgalligheid.

Eenmaal thuis bleek ik een dijk van een verkoudheid opgelopen te hebben. De dunne muren van mijn huisje trillen vrolijk mee, als ik weer eens een hoestbui heb. Vandaag zou ik naar de sportschool gaan, maar dat doe ik toch maar niet. Ik heb heel even te weinig lucht over.

Een ander ding aan mijn huisje in Tiel: toen het een paar dagen geleden stortregende, bleek het dakje van mijn toilet redelijk lek te zijn. En lekte het zo hard, dat ik bijna de associatie had dat dat hoekje van mijn huis gewoon geen dak had. Het druppelde niet, nee het stroomde gewoon naar binnen. Redderen met emmers en pannen, bleek niet te werken, want in de hoek waar het naar binnen stroomde, staat ook een radiator. Dus een emmer of pan kon er helemaal niet bij. Gebiologeerd stond ik te kijken naar dit bijzondere tafereel. Nog nooit eerder had ik een dermate groot lek mogen aanschouwen. Een beetje jammer was ook dat de verwarming niet aan wilde slaan. De druk op de ketel was onder de 1 bar. Dus die moest bijgevuld worden. Geen leuke klus, als je in de vroege ochtend wakker bent, koffie wil, en zo snel mogelijk een warm huis wil. Ik kan stellen dat die dag geen bijzonder goed begin had.

Er gloort ook hoop voor deze man. Ik beschouwde mezelf nooit echt als planten man. Echt groene vingers heb ik nooit gehad, en ook niet de interesse erin. Maar goed, er kwamen planten in huis. En ze zijn nog niet dood. De varen staat er wat droogjes bij (krijgt wel water) de boom (geen kerstboom) heeft inmiddels een paar nieuwe takken gekregen. De vleesetende plant, leeft ook nog (Claus is nog een maatje te groot voor hem) en de twee struikjes die ik in de vensterbank heb staan, zijn ook nog steeds niet dood. En dat voor iemand die beweerde dat planten bij hem altijd doodgaan... Niet slecht toch?

Toen ik deze blog begon te tikken, bleek halverwege mijn toetsenbord geen sjoege meer te willen geven. Ik tikte er lustig op los, maar er verschenen geen lettertjes. Nu heb ik al een beetje problemen met de e toets, dus ik werd een heel klein beetje knorrig. Op het moment dat ik het ding door het raam naar buiten wilde flikkeren, viel mijn oog op een klepje onder het toetsenbord. En op dat klepje stonden 2 batterijen getekend. Verrek! Zou het?.... Klepje open, gelukkig bleek ik nog aaa-batterijtjes te hebben, en jawel! Het toetsenbord doet het weer als tevoren. Dus helaas nog wel met een lauw functionerende e toets.

Eens kijken wat er gebeurt als je de e toets overslaat:
Ton ik dz blog bgon t tikkn, blk halvrwg mijn totsnbord gn sjog mr te willn gvn. Ik tikt r lustig op los, maar r vrschnn gn lttrtjs. Nu hb ik al n btj problmn mt de  tots, dus ik wrd n hl klin btj knorrig. Op ht momnt dat ik ht ding door ht raam naar buitn wild flikkrn, vil mijn oog op n klpj ondr ht totsnbord. n op dat klpj stondn 2 battrijn gtknd. Vrrk! Zou ht?.... Klpj opn, glukkig blk ik nog aaa-battrijtjs t hbbn, n jawl! Ht totsnbord dot ht wr als tvorn. Dus hlaas nog wl mt n lauw functionrnd  tots.

maandag 28 november 2011

Ik ben dus heel veel verhalen aan het schrijven. En ergerlijk gehinderd door een nauwelijks meer functionerende 'e' toets, probeer ik hilarische verhalen af te wisselen met eerlijke ervaringen. Ervaringen met de liefde, met kanker, met muziek, met mezelf.
Valt me nu pas op: de 'e' toets is een veelvuldig gebruikte toets. Een groot percentage van onze taal bestaat uit de 'e'.
En als je dan veel schrijft, of in dit geval dus: typt, dan moet je de 'e' vaak aanslaan.
Soms doet hij het meteen, maar zonet, tijdens het typen van het woordje meteen, liet deze klote-toets het weer afweten. Bij het woordje 'weer' ook, trouwens. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Dus dat doe ik maar niet. Schrijven is lijden.
Blogs schrijven ook, trouwens.
Afgelopen zaterdag kreeg ik bezoek van een oude vriendin (ze is helemaal niet zo oud!) en haar vriend. Ik had lekker voor ze gekookt, en ook het toetje, keihard ingevroren sinaasappelen, die bij het serveren bijna op de vlucht sloegen, viel in goede aarde (bijna letterlijk dus). Heel gezellig zitten pimpelen. (Die wijn is goddelijk, ik heb gelukkig nog een fles staan) en kletsen, over mijn toekomstige verlof. Ik kan nu al bijna nergens anders meer aan denken. Nog 1 of 2 maanden, en dan heb ik een klein maandje verlof.
De plannen zijn legio, en er komt steeds meer duidelijkheid in.

Gisteren een afspraak met Syl. Daar zag ik huizenhoog tegen op. En het begin vond ik ook echt heel moeilijk. Gelukkig was ze zo intelligent om op een andere plaats af te spreken dan Tiel of Den Helder. Gewoon op een open plek. We zijn in een turks/arabisch restaurantje beland, om daar 'na' te praten. Toen ik haar voor het eerst zag, moest ik de neiging om te vluchten heel erg wegstampen. Maar gaandeweg ging het alsmaar beter, en goddank was dit zo'n gesprek waarbij geen emmers met modder noodzakelijk waren, en er hoefde niet met het mes op tafel gediscussieerd te worden. We hebben alles kunnen zeggen. Heel informeel, heel vriendschappelijk.
De spullen die nog hier liggen: ach, dat komt wel.
Ik heb haar na afloop naar haar kazerne gebracht. Wanneer we elkaar weer zien? Ach, ook dat komt wel.
Er is weer een stukje afgesloten, en ondanks het feit dat dat niet makkelijk is (geweest), heb ik er meer vrede mee gekregen.
Ze komt in mijn mapje: dierbare vrienden. En daar kan een mens er niet genoeg van hebben.

Terug naar kanker. Er zijn inmiddels 3 maanden voorbij. En mijn moeder leeft nog. Nou ja. Leven. Dat is misschien al te positief gesteld. Een douche voor haar is als een week lang sporten voor mij. Een fikse uitdaging.

En verder? Oh ja! Werken. Ik zou heel graag willen. Ik moet ook. Maar... Naja. Ook dat komt wel.
Eerst ook maar eens wat rust in de tent.

dinsdag 15 november 2011

Vluchtgedrag

Niemand ontkomt eraan in het leven. Ook ik niet. Soms maak je compleet verkeerde beslissingen, en wil je weglopen voor de consequenties. Omdat die net niet lekker lopen. Of omdat je dat niet had voorzien, of niet had willen voorzien. Of soms omdat het leven je dingen op je bord werpt, waar je gewoon niet meer overheen kan kijken.
Mijn moeder werd nu ruim een jaar geleden veroordeeld tot een lang en slepend ziekbed. Zo onmenselijk als het maar kan. Kanker. Kanker is een ziekte die vluchtgedrag heel erg stimuleert. Niemand wil kanker krijgen, en geloof me, niemand wil kanker in zijn directe omgeving.
Toen ik eraan begon, wist ik niet wat ik nu weet. Toen ik eraan begon, was ik vrijgezel. En totaal niet voorbereid op wat komen zou. Ik kan me herinneren dat ik in het begin eens in tranen uitbarstte bij een collega, "misschien gaat ze wel dood". Ik liep op een kazerne in Den Haag, in tenue, en de tranen biggelden langs mijn smoel.
Met lood in mijn schoenen, reed ik telkens op en neer naar Limburg. En telkens als ik er was, wilde ik er weer weg. Ik wilde niet in die kankerbende zijn. Ik wilde niet in het ziekenhuis zijn. De stilte, de pijn, de ellende, de mislukte infusen. Ik wilde niet zien hoe mijn moeder aftakelde van een zelfstandige vrouw, tot de restanten die er van zijn overgebleven, anno nu.
Maar, kon ik haar alleen laten? Nee, natuurlijk niet. Ik wilde WEG. Het voelde en voelt telkens als een onterechte straf, die ik toch moet ondergaan. Ja, maar voor mijn ma is het erger. Die gaat dood.

Haar huisarts, ik noem geen namen, maar ik vind niet dat hij een pluim verdient. Het schijnt normaal te zijn dat huisartsen hun patienten die in die toestand zitten, regelmatig bezoeken. Vaak wel 2 keer per week. De man kwam alleen om de griepprik te geven, en dat zelfs nog na het verzoek van mijn ma. Loopt dan te zaniken over de hoge werkdruk, en is weer weg. Verder komt hij nooit. Ook vluchtgedrag. Wellicht heeft hij maar 1 patient met kanker in zijn bestand, en hij is nog zo jong, dat dit waarschijnlijk zijn eerste is. Hij heeft zelfs nog nooit euthanasie gedaan. Zul je net zien; is dat nodig, komt hij met adrenaline in zijn spuit ipv het benodigde spul... Of zo.


Halverwege deze periode kreeg ik een relatie. Die kabbelde voort. Ondanks de verschillen. Als we eerst wat meer tijd hadden genomen om elkaar echt goed te leren kennen, waren we waarschijnlijk nooit verder gekomen dan vriendschap. Maar we wilden beiden meer. Wellicht voor mij ook goed. Maar het was ook een soort vlucht. Een vlucht in geluk. In liefde. Even wat afleiding van al die kanker. Die relatie hield, ondanks wederzijdse liefde, geen stand. Het ging uit. Wederom voelde het alsof ik iets verloor, zonder daar grip op te hebben, zonder er iets mee te kunnen doen. En ik vluchtte wederom. Ik vluchtte naar de sportschool.
Ho! Wacht! Maar dat is een positieve vlucht. Ik trap, ren, push- en sit mezelf up naar, verlossing van negatieve energie. Het verdriet is inmiddels minder rauw, minder tranen, minder ellendig. Maar nog steeds zeurend aanwezig.


Dan komt het verzoek van mijn moeder. Sinterklaas komt eraan. En het is 99% zeker de laatste keer dat we het kunnen vieren. Mijn hoofd staat er totaal niet naar. Ik kan me goed voorstellen dat mijn ma het wel wil vieren. Maar ik zit in mijn hoofd zo vol van allemaal dingen, die totaal niks met welke feestdagen dan ook te maken hebben, dat het vieren van Sinterklaas me totaal onzinnig lijkt. Totaal ongepast. Moet ik me daar overheen zetten? Ja, waarschijnlijk wel. Maar die berg, die is zo hoog. Dus ik probeer weer te vluchten. Dat kan niet. Want er moet uiteindelijk een antwoord komen. En ik denk dat ik spijt krijg, als ik het niet doe.

De angst ook om alleen te zijn met kerst. Ja, hallo, verman jezelf eens. Ze is nog niet dood. Nee. Ze is nog niet dood. Maar ik ben een doemdenker. En om dat van me af te zetten, vlucht ik weer.

Het gebrek aan ervaring met al deze dingen (Nou ja, ik heb wel vaker werkeloos thuis gezeten, en deze keer heb ik het financieel een stuk breder). (Nou ja, het is niet de eerste relatie die verbroken werd, en deze keer ging het er vriendschappelijk en liefdevol aan toe). ( Dus eigenlijk is het een combinatie van deze drie dingen waar ik geen ervaring mee heb) nekt me. En welke kant ik ook opga, welke afslag ik ook wil pakken. Er liggen hoe dan ook beren op de weg. Ik moet er doorheen. Dus vluchten kan ik niet. Moreel niet. Maar praktisch ook niet. Hoewel, ik vlucht regelmatig weg. Naar een droomwereld, waar ik Marnix ben. Waar ik niet te maken heb met kanker, liefdesverdriet en de wens om te werken. Waar alles goed is. Ik vlucht weg in mooie muziek. In kleine dingen als huishoudelijke zaken, het installeren van een gasstel. Maar ook in herinneringen.

Is dit een slappe mentaliteit? Zijn deze gedachten zwakheid? Ik durf daar geen oordeel aan vast te knopen. Ik weet wel dat ik niet echt vlucht. Ik doe mijn uiterste best om mijn hoofd boven water te houden. In eerste plaats voor mezelf. Maar ook voor mijn ma. Ook voor de mensen die me steunen. Dat ben ik ze verplicht. Maar mezelf vooral.

En ik weet, dat als dit allemaal achter de rug is, ik ooit zal kunnen zeggen: ik heb dit gecheft. Ik heb dit kunnen mannen. Dus soms neem ik al een voorproefje op die som. En ben ik al een heel klein beetje trots.

zondag 13 november 2011

Klein leed

In de categorie klein leed.

Nachtmerries. Over seks met een vrouw waar ik bij bewustzijn al geen band mee zou willen hebben. Het was een zeer realistische droom, dus ik zal de details besparen. Maar ik werd wakker met het gevoel dat ik als de sodemieter moest vluchten. Wat ik dus ook meteen deed, en compleet verwilderd in mijn kamer rondkeek waar ze was. Struikelend over mijn schoenen, besefte ik dat ik 1) een nachtmerrie had en 2) mijn schoenen niet meer lukraak door de kamer dien te slingeren voor ik in bed stap. Je zal maar een nachtmerrie krijgen...

Een spastische (?) nou ja, in elk geval gehandicapte man, die in het donker op zijn scootmobiel niet in de gaten had, dat hij met zijn scootmobiel nooit door de wegopbreking zou kunnen komen. De straat was opgebroken, en deels afgezet. De klinkers (jaja, in Tiel kent men nog straten die van klinkers (van die rode baksteen achtige stenen, ik weet de naam even niet) lagen lukraak op plekken die de doorsteek voor iemand die niet ter been is, gewoon onmogelijk maakte. Heldhaftig als de man was, deed hij dit toch, en reed zichzelf dus vast. Geen beweging meer in te krijgen. Temeer daar hij dus in een zanderig gat reed. Omdat ik het wat lomp vind om dan stug door te lopen, alsof er niks aan de hand was, ging me wat ver, dus samen met mijn bezoek, de man weer aan het rollen gebracht. Te-ee-ring, wat zijn die scootmobielen zwaar zeg. Het is dat ik al spierpijn had, anders was ik waarschijnlijk opgenomen vanwege een verrekte rugspier of zo. Gelukkig hoefden we het niet alleen te klaren. Een turks of marokkaans gezin schoot ook te hulp.

Ik eet sinds een week of wat enorm veel appels. Jona Gold. Lekker friszuur en stevig. Er was een week, dat ik leefde op appels, koffie, brood en soep. Mijn maag hield niks binnen. Omdat ik voel dat de winter er aan komt, neem ik vaak van die vitamine pillen in. Om eventuele tekorten aan te vullen. Ik wil niet ziek worden. Welnu, de periode van die pillen is weer aangebroken, en nu valt me pas echt op, hoe smerig dat die dingen smaken. Je moet ze met water innemen, en aldus leg je ze op je tong, en dat is exact het punt waar het misgaat. Die dingen smaken naar iets dat net even te lang dood achter de koelkast lag. Er zijn ook bruistabletten in de handel, die dan smaken naar sinaasappel. Nou weet ik niet of de fabrikanten hun eigen pillen wel eens proeven, maar bij dat soort bruispillen heb ik altijd het idee dat die mensen nog nooit een echte sinaasappel ophebben.
Dus je moet bij aanschaf kiezen tussen, chemische sinaasappelsmaak, of muizenlijken smaak. Soms lukt het me om die pillen zonder kokhalzen met water weg te spoelen. Soms lukt dat niet, en is de lijdensweg langer, want dan gaat die pil door het water in je mond ronddrijven. Meer appels? Ja, goed plan.

Ook in de categorie klein leed: crematie muziek uitzoeken. Iets met harpen, gitaren en trompetten. Het mogen geen gebrande cd's zijn, want als de nazi's van de buma daar achter komen, wordt je opgeknoopt, gevierendeeld en vermoord. Of je krijgt een boete van een paar duizend euro. 
Nu ben ik de laatste tijd erg weinig bezig geweest met CD's dus ik moet nog even de kast induiken op zoek naar wat mooie trompet-cd's. (Ja, gitaar en harp muziek, heb ik principieel niet in mijn kast staan. Trompet daarentegen weer wel). De eerste cd was die met bugler's holiday erop. Misschien niet de meest geschikte voor een crematie. Hoewel... De volgende cd is er een met allemaal moderne werken erop. Geen piepkrak modern, maar... Weet je, ik kap er ook weer mee. Mijn hoofd staat er ook gewoon niet naar. Het komt goed.

donderdag 10 november 2011

Kerkklokken, donkere weggetjes en bijnabotsingen

Gisteren was wel een aardige dag weer. Allemaal kleine rommeldingetjes gedaan. Zoals naar de juwelier. Het slotje van mijn armbandje is stuk en dat moest gerepareerd worden. Omdat ik Tiel niet echt ken, kostte het me een half uur lopen (jaja, buiten de sportschool om, dus!!) om bij een juwelier te komen.
Denkende dat de schuifdeuren zich automatisch voor me openden, stevende ik af op het binnenste van de winkel. Toen ik met mijn neus de deur net niet raakte, besefte ik dat er een veiligheid was in gebouwd. Die deuren gingen dus niet meteen open. Nou ja, gelukkig stond ik op tijd stil (wat niet gezegd kon worden van mijn aanvaring met Thomas tijdens de laatste medaille uitreiking, want toen lette ik niet op, en liep zomaar tegen hem aan), en kon ik, nadat de eigenaar de deur opende, mijn groots geplande entree maken.
Het vervangen van het veertje in het slotje, is niet zo denderend duur, dus opgelucht wilde ik het pand verlaten, tot ik besefte dat ik niet wist waar ik ergens was. Ik had maar een beetje lopen dwalen door het dorp om die toko te vinden, dus nadat ik het adres had opgeschreven, kon ik weer gaan.

Het gaat slecht hier in Tiel. Regelmatig hoor ik een priester of pastoor aan de kerkklokken rammelen. Dat gaat dan vaak een half uur achter elkaar door. Eerst was ik er stellig van overtuigd dat het om een ludieke actie ging, om mensen meer naar de kerk te krijgen. Maar ik kwam er achter dat er telkens als die klokken geluid worden, er iemand begraven wordt. Dus best vaak, in de afgelopen weken. En mekkerend hierover, besef ik me eens te meer dat ik gewoon lekker aan het werk moet.

Toen ineens, een gesprek met Syl. Een heel fijn gesprek met Syl. Een waar ik heel erg van opknapte. Voor even? Maar het was goed haar even gesproken te hebben. De eerste ex met wie ik niet meteen hele nasty gesprekken voer, waarbij modder niet genoeg op voorraad is, maar gewoon een open en eerlijk gesprek.
Ze vroeg: "kan ik dan helemaal niks fout doen bij jou?" Nee, dat kan ze niet.

Gisteraaf even bij Willy en Vincent langs geweest. Willy is een oud-collega van de Kmar, en een vreselijk tof wijf. Even er gewoon gezellig uit zijn. En gezellig was het best wel. Tot ik naar huis moest rijden. Binnendoor. God, wat was ik blij dat ik geen bier op had. Want die weg was zo vreselijk donker en slingerig, dat ik zonder alcohol ook wel van de weg had kunnen raken.

Vanmorgen maar even naar de kapel geweest. Ik moet toch werken, zo af en toe. Bij mijn auto aangekomen, bleek dat een of andere hansworst zijn busje zo vlak voor die van mij had gezet, dat ik er niet met goed fatsoen uit kon. Dat wil zeggen, in eerste instantie dacht ik dat ik achteruit er wel uit kon. Maar achteruit bleek een minuscule drempel te zijn, die eindigde in een verlaagd soort mini perkje, waar ooit een boom stond. Nu lag er alleen nog modder. En in die modder, kwam ik dus klem te zitten. Mijn auto belandde met de onderkant op de drempel, en was niet meer voor of achteruit te bewegen. Daar stond ik dan. Goddank hoefde ik niet lang te wachten. Een vriendelijke jongeman, met een auto, was bereid om mij er even uit te trekken. (Goddank ooit voor Syl's autootje een sleepkabel gekocht. Kwam dat ding ook nog eens van pas. Had alleen nooit kunnen dromen dat het voor mezelf was...

Vanaaf komt Tirza. Ook alweer zo'n vriendin van jaren. Wordt vast gezellig.
Morgen sportschool en lesgeven. Yeah. T wordt wat met me.

dinsdag 8 november 2011

Een weekend en verder...

Zo.
Dit is poging 3 van vandaag om een blog te schrijven. Enerzijds blijf ik vinden dat ik niet alleen maar zwartgallige dingen op moet schrijven, anderzijds: wederom, waarom niet? Van me afschrijven is goed.
Maar goed. Op naar afgelopen weekend. Ik was naar Limburg afgereisd. Daar veel gesproken over de dingen. Over Syl, over de naderende dood van mijn ma, over mijn zoektocht naar werk. Over de dood. Geen leuke onderwerpen, maar bespreken moesten we ze toch.
En natuurlijk kwamen we uit bij mijn huwelijk. Neenee, ik ga niet trouwen. Ten minste, voor zover ik nu kan overzien, heeft mijn toekomstige bruid zich nog niet aangediend, dus van trouwen is voorlopig geen sprake. Maar wel dat er dan vast iemand is, die totaal niet kan zingen, en dat dan toch gaat doen. Dat gaf enige aanleiding tot wat grijnzen. En grijnzen gaat me heel moeilijk af de laatste tijd. Overigens: wie dat is, die persoon die totaal niet kan zingen, laat ik even in het midden. Maar als ze deze blog leest, zal ze vast een glimlach van herkenning niet kunnen voorkomen.

Gesprekken die over de dood gaan, zijn soms erg bizar. Dan zie je een terminaliteitsverklaring. En die staat op 3 maanden. Tja, die zijn nodig, voor bijvoorbeeld opnames in een hospice. Maar daaronder staat dan dat die verklaring 100 jaar geldig is. Ik herhaal: 100 jaar geldig. Ik snap de reden dat er een geldigheid aan wordt verleend. Het kost stukken van mensen, om telkens zo'n verklaring te maken. Artsen-uren zijn niet bepaald goedkoop. Maar het cynisme dat er onbedoeld achter zit, is natuurlijk te mooi om waar te zijn. Je sterft binnen 3 maanden, maar daar krijg je 100 jaar de tijd voor.
Maar verder, ik vraag me steeds vaker af, hoe ik het toch voor elkaar ga krijgen om deze hele periode ongeschonden te doorstaan.

Dan is daar de sportschool. Anderhalf uur lang krachttraining, conditietraining, en cardio. Inmiddels ben ik wel aan wat spierpijn toe. Maar dat is goed. Dat is prettig. Deze keer maakte ik niet de fout om te zeggen dat ik iets wel redelijk kan. Ik ga er telkens met open vizier heen. Ik moet er mijn conditie verbeteren. En ik probeer er heel wat op te steken. Maar ik moet toch telkens wel mezelf opzij zetten. Want voor iemand als ik is het geen gewoonte om op een sportschool rond te rennen. Hoewel het dat natuurlijk wel wordt.

Toen ik thuis kwam van Limburg, trof ik the Goonies en American Pie the wedding aan, liggend op de grond, in plaats van staand in de kast. En ook mijn theorie boeken voor mijn D rijbewijs lagen buiten de kast. Ik geloof dat Claus zich verveelde, een boek ging lezen, maar toch maar besloot om American Pie te gaan kijken.
Waarom ik die DVD's in de kast heb staan? Don't even ask...

vrijdag 4 november 2011

Van alles veel. En daar een beetje van.

Van alles veel, en daar een beetje van. Toen ik ooit, een jaar of anderhalf geleden begon met bloggen, verzon ik deze titel, omdat ik geen betere wist. Profetisch genoeg lijkt me zo. Van alles veel. Veel emoties. Heel veel emoties. Heel veel stress. Heel veel hooi op mijn vork. Maar ook heel veel mooie momenten gehad, in die anderhalf jaar van bloggen.Die mooie momenten vergeet ik zeer zeker niet. Dat zou iedereen om me heen, maar ook mezelf tekort doen.  En daar een beetje van. Tja, verzin dat zelf maar.

Waarom zou ik blogs schrijven? Er tegen pleit natuurlijk dat dit niet de blogs zijn, die ik normaal gesproken schrijf. Ze zijn doordrenkt met verdriet, gemis, afscheid nemen. En dat zijn vaak niet de dingen die mensen lezen willen.
Of juist wel. Maar Louis vond dat 'ik' er in zat. Een Marnix die vaak voor de buitenwereld niet echt zichtbaar is. Net zoals toen ik eens een hele mooie trompetsolo speelde. En mensen helemaal verbaasd waren. Vaak horen ze alleen maar lompe dingen. Maar toen ineens een hele mooie ingetogen solo. Ze wisten niet dat ik het in me had. Ikzelf ook niet, trouwens.
Ook fijn dat er veel collega's zijn die niet eens lang praten, maar gewoon even hun hand op je schouder leggen, of heel even zeggen, dat ik maar langs moet komen, als ik even weg wil. Dat is ook goud waard. Want het maakt zo duidelijk dat ik er niet alleen voorsta. Tuurlijk, het verdriet, en het stervensproces, en alles eromheen, ik moet het zelf doen. Zonder Syl aan mijn zijde maar een zeer beperkt genoegen. Ow, wacht, het was sowieso al geen genoegen... Maar vrienden en collega's ze zijn er. En ze zijn er voor mij. Dat maakt van mij een rijk mens. Hoewel de financiele situatie op dit moment wel een impuls kan gebruiken. Ik WIL werken, ik WIL NIET thuiszitten... Maar goed, op naar gisteren...

Gisteren was een raar soort dag. Volop afleiding. Volop even niet denken aan verdriet. Even weg. Dat begon in Wageningen, alwaar ik een gesprek had. Een sollicitatie gesprek voor op de bus. Maar helaas; dat werd niks. In verband met bezuinigingen konden ze mij helaas toch niet gebruiken. Ok. Toen naar Den Haag. Eerst even een bakkie pleur (naja bitter lemon gedronken) en gezellig bijkletsen.
Toen was het tijd voor een medaille uitreiking. Een medaille voor verdiensten tijdens uitzendingen voor politiemensen en Marechaussee mensen.
Het was natuurlijk voor die mensen een best wel indrukwekkend moment. Een stukje erkenning voor wat ze deden. Waarschijnlijk onder de indruk van al die praal in de kerk, stortte er al een vlak na het begin van de toespraak in. Die toespraak werd eerst gehouden door Ivo Opstelten. De minister van Justitie. Die man klinkt echt serieus als Sinterklaas, dus toen hij begon (en ik kon hem van daar niet zien) kreeg ik visualisaties van een Sinterklaas, die aan alle gedecoreerden zou vragen of ze wel zoet waren geweest tijdens hun uitzending, of dat hij beter Piet met de roe langs kon sturen.
En natuurlijk mochten de kindertjes onder de 16 ook een medaille in ontvangst nemen. Want zij hadden het toch een x-aantal maanden zonder pa of ma moeten stellen. Een van die kindertjes (een net-niet-meer baby) kon al kruipende tussen al die hoge mensenbenen de weg niet meer terug vinden, dus hier lag een mooi pr-momentje voor meneer Opstelten. Want de fotograaf stond al op de loer...

 Toen ik gistermorgen in alle godsverlaten vroegte beneden kwam, werd ik zoals gebruikelijk door Claus tegemoed gekwekt. Hij vond het wel leuk. Hoe eerder ik beneden ben, hoe eerder hij zijn voer krijgt. En een aai. En wat aandacht. En omdat hij nu een weekje niet meer kotst, ben ik wel nog steeds erg gespitst op geluiden die een vorstelijke kotspartij aankondigen. En gister morgen was het dan zover. DACHT ik. Ik hoorde vieze geluiden vanaf de bank, en als ik iets niet wil, is het kots op de bank. Kattenharen zijn tot daar aan toe, maar kattenkots, gaat me dan weer een straat te ver. Dus ik vloog overeind, uit mijn burostoel, race naar de bank, al roepend dat hij er als de sodemieter afmoet, en niet moet kotsen op de bank. Verontwaardigd mauwend, sprong hij weg. Er was niks aan de hand... Tja, en zie een beledigde kater maar eens uit te leggen wat je bedoelt.

En vandaag, speciaal voor Gerben: als je melk drinkt uit een pak, moet je wel zorgen dat je je pak aan je mond hebt, voor je het kantelt. Anders giet je het ernaast. En witte melk op een blauw tenue. Tja. Ach. Ze zullen vast wel slabbetjes hebben, voor de onhandige recruut...

Op naar het weekend. Even naar Limburg. En op naar morgen. De toekomst. Want die ligt, heb ik besloten, niet in Tiel, niet in dit huis. Maar elders. Maar dat is de toekomst. En daar een beetje van....

woensdag 2 november 2011

update, dcp, en verder?

Het gaat nog steeds niet denderend. Ik sta in regelmatig contact met vrienden, Mieke, Sarah, Sara, Gerben, Lotte, Wilbert en Matthijs. Bij hun kan ik mijn verhaal kwijt, en zij zijn niet de enigen, maar wel de genen die er het eerste bij waren. En er zijn. Het is jammer dat ik nog niet genoeg verdien om hun gewicht in goud te kopen...

Volgens de maatschappelijk werker met wie ik al eerder in contact stond, leek ik niet depressief. Nou, dat is in elk geval al wat. Nee, maar verdriet en depressie zijn twee hele verschillende dingen. Ik ben wel moe, en mijn draagvlak is door het wegvallen van mijn liefde, toch wel drastisch beperkt geraakt. Ik noem dit specifiek liefde. En niet op de persoon. Want wat daar uit verder groeit, of niet, is nog een vraagteken. En die laat ik open.
De man vond het goed als ik eens wat gesprekken met een therapeut zou gaan houden. Enerzijds om de angst voor de toekomst, te handelen, anderzijds om het verdriet te beteugelen. Hoewel dat nu al een heeeeeeeeeeeeeeel, heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel klein beetje beter gaat. Maar dan ook echt maar een heel klein beetje. Nauwelijks waarneembaar. Maar toch.

Maar toch, ben ik vandaag naar de sportschool gegaan. Zoals ik mezelf beloofd had. Omdat ze pas om 900 uur open waren, kon ik van te voren nog even naar de Appie schieten. Want ik vermoedde dat ik afgebeuld zou worden, en na afloop van het sporten geen fut meer zou hebben in tochtje naar de Appie. Het afknijpen viel wel mee. Cardiofitness. Ik moest op een bepaalde hartslag lopen, en met een bepaalde hartslag een aantal dingen, zoals toeren per minuut, of meters lopen. Dat ging vrij aardig. Ik ben geen moment buiten adem geraakt, of geen moment dat ik dacht: "ik stop ermee". Na een uur lang op die apparaten moest ik maar eens even wat sit-ups gaan doen. 60. 3 x 20. Dat was bijna letterlijk appeltje-eitje. Dus dat aan de instructeur gezegd, dat dát voor mij niet zo'n groot probleem is. Nou, dan wist hij nog wel wat. Met mijn voeten in een beugel, van de grond af, in de voorligsteun, en gaan. Godver, ik was af. Dat was het punt dat ik echt even niet meer kon. Naja van 915 tot 1130 toch bezig geweest. Dus maandag verder. Het moet toch.
DCP here I come.
En eerlijk gezegd, ik ben wel moe, maar niet al te. Ik was alleen met mijn suffe hersens vergeten dat ik ook douchespullen mee moest nemen. Dat is een lesje voor de volgende keer. Intake geregeld en klaar.
Vrijdag zou ik spierpijn krijgen. Dus dat wordt een interessante dag. Medaille uitreiking, lesgeven, me voorbereiden op de nieuwe busroutes die ik moet gaan leren. Met zeurende spieren. Die maandag alweer aan de bak moeten, want maandag om 0900 uur sta ik weer in de sportschool. Voor ik naar de huisarts moet. Voor een doorverwijzing voor de therapeut.

Dus met een beetje goeie wil, heb ik morgen nog geen spierpijn, en kan ik zonder kraken, en steunen mijn sollicitatie in Wageningen afhandelen. En dan wellicht volgende week beginnen met routeverkenning, en me weer eens nuttig maken voor de maatschappij. Klinkt allemaal heel stoer. Het moet nog even zo gaan voelen.

zondag 30 oktober 2011

Rauw nieuws

Het is uit. 
Het nieuws is inmiddels de wereld al wel in geslingerd, en ik ben nu wel toe aan het schrijven van een blog erover.
Het ging zo:

Ik kwam vrijdag thuis, en het licht brandde, Syl was er. Daar had ik me heel erg op verheugd. Want dat zou een fijn samenzijn worden na elkaar 2 weken niet gezien te hebben.
"Ik moet met je praten". Ik was even bang dat ze nog een Seat Marbella had gekocht, mét dak, voor in de winter. Dus mijn hart zakte alweer naar mijn schoenen.
"Ik weet niet of ik verder met je wil". Toen kwam mijn hart niet meer omhoog. Ze vond de verschillen te groot, en kon daar niet meer echt mee leven. Voor haar was het afscheid denk ik makkelijker, want voor haar lag de beslissing al vast. Desalniettemin hebben we een potje kunnen huilen samen, en een beetje praten. Voor ze wegging.
We praatten over de verschillen die zij ervoer als veel te groot. En niet meer overbrugbaar waren voor haar. We zijn bijna in alles anders. Zij is op en top militair. Ik ben militair-musicus. Zij is verpleger. Ik ben buschauffeur. Zij gaat op uitzending. Ik niet. Zij is vele malen nuchterder. Ik ben emotioneler. Zij is geordend. Ik ben wat chaotischer. Zij bekijkt de dingen vaak in het groot, ik ben wat gedetailleerder. En dat botste. Nog een laatste knuffel kreeg ik van haar.
En toen ging ze. Ze had de spullen die hier lagen, en makkelijk mee te nemen waren, al ingepakt. Klaar voor vertrek. Ik liep nog even mee naar haar autootje. Ik weet hoezeer ze Tiel maar niks vond.
Toen ik afscheid had genomen, en de deur van mijn huisje opende, kreeg ik een enorme dreun tussen mijn ogen. Letterlijk alles hier, ademt de sfeer uit die Syl hier gemaakt had. Ze had een hele grote hand in het inrichten van mijn huis, zodat zij zich er (terecht) ook fijn zou voelen. Schilderijen, planten, lampen, gordijnen, de inrichting van mijn pc hoek,zelfs Claus, die we min of meer samen uit hadden gezocht.
De slaapkamer en de badkamer, waren inmiddels ontdaan van alle kleren en vrouwenspulletjes die hier lagen. En dat zag eruit als een gat. Een soort van extra bevestiging van de leegte die ze achterliet.

En dat doet pijn.

Tot het laatste moment had ik het niet aan zien komen. Veel reacties van vrienden waren dan ook verbaasd:
"Maar je was zo gek op haar"
"Het ging zo goed tussen jullie"
Misschien had ik het wel aan moeten zien komen, maar had ik mijn kop in het zand gestoken. Of wilde ik het misschien niet aan zien komen?
De timing is absoluut beroerd. In Limburg ligt mijn moeder te sterven, waarvoor ik heel wat kilometers maak, zorgen heb, en stress ervaar. Syl was hierin degene die mij staande hield, de me soms een schop onder mijn kloten verkocht, en een arm om me heen sloeg. Aan de andere kant: wat is een relatie waard, als die alleen maar gaat om het mij zo makkelijk mogelijk te maken? Dan is die relatie ook een leugen. En dat is net zo min prima, en dan escaleert het alleen nog maar harder. Dus naast mijn diepe verdriet, voel ik ook respect dat ze zo volwassen is om een klote keuze, op een klote moment te maken.

Goddank waren de reacties op facebook genuanceerd. Ik wil namelijk benadrukken dat ondanks dat het uit is, ik toch blijf vinden dat Syl een fantastisch mens is. En eigenlijk moet ik zeggen dat ik uit deze relatie alleen maar mooie herinneringen koester. Nu, op dit moment, is dat heel erg pijnlijk. Maar ik vind positieve herinneringen toch belangrijk. Zeker in deze periode, kan ik zonder liegen zeggen, dat Syl me heel erg gesteund heeft in een heel zware periode.
Kleine dingetjes die ze voor me deed, maar ook de grote dingen, zoals een prachtige vakantie samen, met als toetje een prachtig fotoboek ervan.

Uit elkaar gaan is bijna nooit leuk. Maar dit is wel een van de meer positieve manieren. Eerlijk, vriendschappelijk, geen ruzie, geen haat. Maar gewoon, twee mensen die samen een eindje oplopen, en er vervolgens achter komen dat de match toch niet helemaal aanwezig is. It wasn't meant to be. De herinneringen blijven voor ons. En die zijn gewoon goed.

Gisteren, ben ik een eind gaan rijden. En god, wat was dat de meest stomme beslissing. Ik begon met een tochtje door de Betuwe. Zeer smalle dijkjes, langs de uiterwaarden van de sloot die hier stroomt. Dat hield ik nog wel, toen maar in een zotte vlaag van gekkigheid besloten om naar Kleef te rijden (herinneringen ophalen?). De snelweg op, en daar begonnen mijn ogen weer te lekken. Ik kon er niks aan doen. Ben een emotioneel mens. Alleen dat is niet handig bij een snelheid van 120 km/u. Bij Nijmegen besloten om terug te rijden, en ik snap nu waarom het Keizer Karelplein zo'n ellende is. Overal afslagen, maar geen wegbelijning, dus iedereen rijdt elkaar in de weg. Dat ding wel 3 keer rond geweest, voor ik de terugweg gevonden had.
Toen ik terugkwam, besloten om vandaag op bezoek te gaan bij een vriendinnetje in Antwerpen. Even met mijn hoofd elders zijn.

De paniek slaat soms wel heel hard toe. Want wie zal er voor mij zorgen, in deze aankomende periode. Waar kan ik mijn ei kwijt. Rationeel weet ik dat mijn vrienden klaarstaan voor me. Maar zonder ze tekort te willen doen: dat is anders dan "mijn Syl". Dat went vanzelf. Denk ik. Ze zeggen vaak:"Je redt t wel". Maar hoe dan?
De dominee met wie ik veel sprak zei dat ik bij een psycholoog misschien wel heel goed af zou zijn. Om het verdriet, de rauwe paniek, de (onterechte) eenzaamheid, en angst een beetje te kanaliseren, en in goeie banen te leiden. Wederom: rationeel weet ik dat dat waarschijnlijk de beste optie is die ik heb, en ga ik dit ook zeker doen. Emotioneel vind ik het een afgang. Aangeven dat ik het zelf niet meer op kan lossen. Dat ik er zelf niet meer uit kom. Maar goed, als het moet dan moet het. Dinsdag maar even regelen.

Er gloort ook een heel klein beetje hoop: aanstaande donderdag mag ik op gesprek in Wageningen. Om daar op de bus te rijden. Met een beetje goeie wil, nemen ze me aan, en dan kan ik wat tijd doorbrengen met werken. Zodat ik niet alleen maar met mijn kop of hier, of in Limburg zit. Maar gewoon een bus besturen, passagiers, die het echt geen flikker kan schelen hoe het met mij gaat, vervoeren van A naar B.
En ik ben ook weer gaan rennen, en morgen mezelf maar aanmelden bij de sportschool. Samen met het liefdesverdriet-dieet (nee, geen zorgen, ik eet bruine boterhammen, appels, en genoeg om niet dood te gaan, of tekorten op te lopen) moet dit er toch voor zorgen dat ik de DCP ga halen. (En gek genoeg: daar begon het ooit allemaal mee. Sara en Syl vonden dat ik als militair mijn DCP moest halen. En zo zijn we bij elkaar gekomen....) Mede als eerbetoon aan een vrouw waarvoor ik veel respect heb, heel veel warme gevoelens koester, ga ik die verrekte conditieproef gewoon halen.

woensdag 26 oktober 2011

tapasbar Chez Iwan

Gisterochtend, net na de files toog ik naar Voorhout. Het idee was om wat vriendjes uit te nodigen en lekker een avondje tapas te maken. Dit omdat Iwan en ik beide een voorliefde hebben voor lekker eten en kokkerellen in de keuken. En uiteraard omdat we een eerbetoon wilden brengen aan onze (helaas veel te vroeg overleden) tapasheld Doro Vinas.
Het begon allemaal bij de Albert Heijn. Alwaar we de ingredienten bij elkaar moesten schravelen. En uiteraard moest Valentijn, Iwans zoontje ook even bij de visboer een harinkje weghappen. Het kereltje (overigens een stoer manneke met een eigen wil, hoe gaaf) is 2. Het komt niet vaak voor dat kinderen van 2 een haring eten. Maar blijkbaar is 7 maart een geboortedag die dat met zich meebrengt, ondergetekende at ook op zijn 2e jaar een harinkje weg.
Om 1400 uur gingen we aan de slag. Met het kookboek van Doro in de hand, begonnen we met het maken van de Sangria, en het dessert. Van de Sangria hebben we heus waar, echt niks voorgeproefd. Enerzijds omdat we de 7up er pas op het laatst in wilden gooien, anderzijds omdat we wilden voorkomen dat we toeterlampion waren als onze gasten zouden komen. (Overigens: de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we van de honingrum wel een en ander voorgeproefd hadden, dit is logisch te verklaren: je wil zeker weten dat je de gasten iets lekkers als aperitief voorzetten). Het dessert leverde nogal wat hoofdbrekens op. Want daar moest gecondenseerde en gezoete melk in. En die stond uiteraard niet bij de melkproducten maar bij de oosterse producten, tussen de sambal en de kokosmelk. Ook het uithollen van een sinaasappel is een werkje van trial and error. Maar als dan de vulling erin zit, en de sinaasappels kunnen de diepvries in, heb je wel een voldaan gevoel, en plakkerige handen.
Ook de overige gerechten gingen eigenlijk allemaal van een leien dakje. Uiteindelijk hoefde ik maar 2 keer terug naar de appie om wat vergeten ingredienten te halen.
Absolute toppers van de avond waren:
de St Jacobsschelpen.
De in honing en citroen gemarineerde varkenshaasjes
De salades van Iwan
De tortilla met zeevruchten
De ubermalse balletjes in tomatensaus
De gevulde eieren
De Sangria
De gevulde sinaasappels

Die gevulde eieren. Daar was nog iets mee. Veel tijd in gaan zitten om de vulling te maken. De ui zeer fijn snipperen, de tonijn uit blik zeer fijn losharken, eigeel en mayonaise goed prakken. En dan die halve eieren netjes vullen. Zag er heerlijk uit. En omdat we vulling overhadden, wisten we ook dat dat heerlijk zou smaken. Toen onze gasten (Jurgen, Astrid en Martijn) vertrokken, kwamen we erachter dat we juist die vergeten waren te serveren. Dus nu zit Iwan met nog 16 gevulde eieren. Maar das geen straf. Lijkt mij zo.
Het dessert was echt een knallend einde van zo'n maaltijd. Aangezien we veel en veel te veel gemaakt hadden, had gelukkig iedereen er verstandig aan gedaan om een gaatje vrij te houden.
De sangria leverde bij Iwan het commentaar op dat hij teleurgesteld was in mij. En ik ook. Want hoezeer het ook goddelijk was, het spul was echt apesterk. 3 verschillende alcoholische dranken. En niet in kleine glazen (ik kwam tot de ontdekking dat 1 glas ongeveer een halve fles wijn bevatte).
Toen ik vanmorgen opstond, voelde mijn kop aan alsof hij van hout was. En met meer dan 30 tenen knoflook in de complete maaltijd, zou de geur uit mijn mond niet onder doen voor mosterdgas. Maar het was het absoluut waard. Zeer zeker.
Nu even het roofdier in mijn hoofd temmen.

zaterdag 22 oktober 2011

Verdi, stoppenkast en het weggesleepte dekbed.

Als iemand Verdi roept, krijg ik rillingen. Veel mensen die ik spreek over dit onderwerp, vinden het prachtige muziek. 'Ohhh jaaaaaaah, het Requiem. Dat is prachtig!!!!" Of: "Zijn opera's, heerlijk".
Juist. Ik krijg bultjes als ik denk aan Verdi. Het requiem is dodelijk. Saai. Ik bedoel: het zal vast prachtig zijn, maar ik denk meteen aan de buhnepartij, waarin je als trompettist gewoon te lang niks zit te doen. En als je pech hebt, niet eens de mogelijkheid om tussentijds te vertrekken en een pilsje te drinken. Zijn opera's. Tja, je moet er van houden. Er zitten zeker mooie dingen in. Maar dan moet je dus transponeren. In B, nee in A. Nee, in Bes. Maar er staat toch duidelijk E. Echt niet, het staat in D. OW, kut nu staat het weer in As.
Ik ben absoluut fan van romantische muziek, maar dit is vaak zo vreselijk over de top, dat de romantiek er in dikke slijmerige klodders vanaf druipt.
Waarom ik het dan doe? Gewoon, ik speel weer eens met een leuk begeleidingsorkest. De musici zijn aardig, en er valt geregeld wat te lachen. Van een verkeerde inzet, die toch erg goed klinkt, ondanks dat het niet op de goeie plek is, tot diverse pogingen van het koor achter ons, om NIET een terts lager uit te komen. Van een dirigent, die gewoon compleet vioolles staat te geven (dit tot hilariteit van eenieder) tot een verkeerde transpositie die erg leuk uitpakt. Van losse blaadjes die overal naartoe wapperen tot een net niet lekker getimede inzet. Ja, er valt genoeg te lachen. Maar los daarvan, wel met ons allen proberen een zo goed mogelijk product neer te zetten. En op het concert is het gewoon goed.

Afgelopen week kreeg ik voor het eerst van mijn leven in Tiel, te maken met een stroomstoring. In de vroege ochtend (jemig, het was gewoon nog donker toen ik opstond) tapte ik mijn kopje senseo, en met dat de laatste druppels in mijn mok vielen, viel de pc uit, het licht uit, en de kachel. Ik meteen naar de stoppenkast gelopen. Maar ik had niet goed opgelet, dus ik kon niet zien of die schakelaars nu wel of niet naar boven dienden te staan. Daar kon ik niks mee. Maar eens buiten kijken. En nog eens kijken, want het leek erop alsof heel Tiel gewoon niet meer bestond. Het nummer van Liander stond in mijn stoppenkast, en na een telefoontje kwam ik erachter dat er algehele stroommalaise was in de Betuwe. Claus kan erg goed zien in het donker. Een verontwaardigd gemauw, bewees dat ik niet goed kan zien in het donker.

Die dag zou ik voor het eerst een repetitie hebben met een nieuw gevormd koperkwintet. Dit koperkwintet bestaat voor 90% uit mensen van de tkkmar, aangevuld met 1 dame van daarbuiten. En allemaal hebben we zo onze eigen redenen om een nieuw kwintet op te zetten. Geld verdienen. Muziek maken. Die twee combineren. En verrek als het niet waar is, de eerste repetitie klonk al eigenlijk best leuk. De grootste lol gehad. Volgende repetitie staat gepland. Prijsvraag: verzin een leuke naam voor een kwintet. De winnaar krijgt een drankje naar keuze, en gratis toegang bij ons eerste concert.

Over Claus gesproken: Ik weet niet of hij helemaal beter is. Voor ik gister mijn huis in het pikkedonker verliet, vond hij het noodzakelijk om maar weer eens zijn maaltijd achterstevoren te verteren. Dus of de medicamenten geholpen hebben weet ik niet. Gisteraaf, na zijn bakje, deed hij dit niet. Ander voer geprobeert. Wellicht helpt dat. Maar volgens de boekjes, is Claus met zijn 3 jaar een beetje aan het puberen. Hij was altijd tuk op een aai, op een knuffel en wat spelen. De laatste week niet. Dan rent hij hard voor me weg, alsof ik de hulk in eigen persoon ben. En er wordt veelvuldig gezeurd. Maar aaien, neeeee, brrrr dan rent hij weg.
Dit in mijn achterhoofd hebbende, is het natuurlijk lekker dubbel, dat als ik wakker wordt, ik een kater op mijn bed aantref. Dicht tegen me aan genesteld. Lekker warm. Maar owee als we beiden wakker worden. Dan is hij meteen weer de stoere mannelijke kater (zonder ballen) die niks van knuffels weten wil. Jaja, maar ondertussen. En helaas, heeft hij tegenwoordig ontdekt hoe hij zijn nagels kan gebruiken om mij sneller uit bed te krijgen. Nee, niet tegen mij, absoluut niet. Nee, hij zet zijn nagels in mijn dekbed, en trekt vervolgens mijn dekbed van me af. Dit onder het uiten van de diverse kreten, dat het maar goed duidelijk is, dat hij zijn bakje gevuld wil zien. Rillend van de kou, kleed ik me dan maar aan. Mompelend, half struikelend over een kater die er met succes in geslaagd is om als wekker te fungeren.

zaterdag 15 oktober 2011

Hallo Jumbo

Dit stukje tekst kwam tot stand met (onverwachte) hulp van Jurgen van Nijnatten en Ronald B. Waarvoor mijn onuitsprekelijke dank.
Jumbo is een supermarkt-keten die hard aan de weg timmert. Wellicht ben je al eens langs zo'n vrachtwagen gereden. Die vrachtwagen is wat hoger, zodat er twee keer zoveel rolcontainers inpassen. Dit levert minder transportkosten op, en dat bespaart de klant. Volgens de trotse tekst op deze opleggers.
Wellicht heb je op tv de reclames gezien, waarin ze trots aankondigen dat ze in Krabbekutteveen en Schubbekutteveen een nieuw filiaal geopend hebben.In Mijdrecht zelfs 2!!!. En het laatste wat je hoort, is een koor aan mensen die luidkeels "Hallooo Jumboo" krijsen. En dan met een klein kindje op het laatst, alleen, want die reageerde te laat. Onderstaande foto in acht nemende, weet ik wel hoe dat komt. Of zou het precies andersom zijn. Dat kindje, een klein menneke, reageerde te laat, en voor straf... Logischer lijkt mij dat Jumbo zijn eigen succes niet meer kan bijbenen, en op deze manier de voorraad toch probeert aan te vullen. Ouders, bekijk uw kinderen (zeker jongetjes) ernstig goed, als u ze vanavond naar bad en bed stuurt. Voor je het weet liggen er vitale onderdelen van uw kinderen, in de winkel te koop. Met als onderstaande tekst: "Vers is ook echt vers, Elke dag!!!".
Maar alle gekheid op een stokje: wie verzint er nu zo'n trotse tekst. Gegaarde Kinderballetjes. Oke, de strekking lijkt duidelijk: een kind is geen volwassene, eet dus minder, en krijgt kleinere balletjes dan pa en ma. Zover snap ik het. Maar als ik letterlijk zou nemen wat er staat, dan koop ik dus de balletjes van een kind (en gezien de verpakking, denk ik dat ik de balletjes van meer kindertjes koop) die reeds zijn voorgegaard, en dus niet heel lang nodig hebben voor ze lekker dampend op mijn bord liggen. Wellicht voor ranzige homofiele, kannibale pedofielen een lust voor de ziel, maar voor de gemiddelde klant, lijkt me dit toch een reden om eens met de verpakkingsafdeling te gaan praten. Zou het om een wat zieke, zij het komische grap gaan? Of heeft iemand hier echt over nagedacht, en tot de conclusie gekomen dat de benaming toch echt de enige juiste was. En zou die manager dan 's avonds tegen zijn vrouw trots verkondigen dat de 'Gegaarde Kinderballetjes' als zoete broodjes over de toonbank gingen? Wellicht voert hij die kinderballetjes aan zijn eigen kroost. Met als vals grapje: "Dit zijn de balletjes van de buurjongen". En uiteraard hebben ze dan al jaren ruzie met dat snotjong...

Voor de goede orde: onderstaand de bewuste foto.

vrijdag 14 oktober 2011

Claus' verhaal.

Als Claus kon praten, had hij vandaag wat te vertellen. Zijn verhaal gaat ongeveer zo:

Die Marnix, dat is een beste vent. Hij haalde me uit het asiel in Ede, waar ik opgesloten zat tussen allemaal soortgenoten. Sommigen waren wel lief, anderen snaaiden het eten voor mijn bek weg. De onverlaten. Ik moest eerst in een klein mandje, waar ik eigenlijk niet zoveel zin in had. Want laten we wel wezen: een klein hokje, daar wil toch niemand in, zelfs niet als hij gestraft is? Maar goed. In Ede heb ik nog 2 maandjes prettig kunnen wonen. Allemaal vierkante kamers, waar ik naar alle hartelust op onderzoek uit kon gaan, en mijn speeltjes doorheen kon meppen, als ik daar zin in zou hebben. Toen werd ik ziekjes. Ik bleef maar niezen. Zozeer dat de vlokken om Marnix' oren vlogen. Dat was niet zo prettig, dus Marnix besloot voor mij, dat het goed voor mij zou zijn als ik naar de dierenarts zou gaan. Dus haalde hij dat blauwe bakje weer tevoorschijn. Gruwel oh gruwel!!! Ik verzette me met hand maar zonder tand. Marnix moest echt proppen om me erin te krijgen. Mauwend van ongenoegen moest ik dus wel mee, in de auto, naar de dierenarts. Daar aangekomen, werd ik op een hoge tafel gezet, en een vreemde vent begon in mijn neus te knijpen, en hij schoof een ijskoud dun pinnetje in mijn reet. Waarom, zal ik nooit achter komen. Maar de logica ontgaat mij volledig. Ik nies me een ongeluk, en de dierenarts schuift een koude spijker in mijn kont. Ik nies toch uit mijn neus, of heb ik dat nu weer verkeerd? Eind goed al goed. Nog geen 15 minuten later mocht ik mijn hok weer in, en mee naar huis. Dat wil zeggen: Marnix had als opdracht meegekregen om mij pillen te voeren. Eerst dacht hij dat ik het niet zou merken als hij ze in mijn brokjes zou doen. Maar die at ik natuurlijk op zonder pil! Ben toch niet gek!. Maar ja, die pillen vond hij zo belangrijk dat hij me in de houdgreep nam en die pil hardhandig door mijn strot drukte. Naja nogmaals: eind goed al goed. De pillen waren op en ik leefde nog lang en gelukkig bij die roodharige gek.
Niet helemaal. Want de vent besloot dat hij ging verhuizen. En mij werd niks gevraagd. Ik Prins Claus van de Prins Maurits Kazerne!!!. Ik wilde daar helemaal niet weg. Dus wederom werd ik in dat blauwe mandje geduwd, en voor straf poepte ik dat mandje tijdens de reis vol. Wat zullen ze geleden hebben onder de stank. Ikzelf ook trouwens, maar dat was even van ondergeschikt belang. In Tiel kan ik aardig aarden. Het is een huis met 2 verdiepingen, en ik mag zelfs tegen het ochtendgloren, even bij Marnix op bed komen liggen. Dat is feest. Want als de wekker gaat, en hij nog slaap dronken is, kan ik lekker tegen hem aan kwekken. En voor zijn voeten lopen als hij de trap af komt. Maar ook in Tiel werd ik niet lekker. Mijn eten smaakt me prima, en ik voel me prima, maar ik kots het wel telkens uit. Verbazend wat een hoop ellende er uit mijn kleine lijfje kan stromen, als ik mijn best doe. En Marnix er op handen en knieen achteraan om het op te ruimen. Ook dit was niet naar de zin van Marnix. Vandaag vond hij het tijd worden om een bezoekje aan de dierenarts te brengen. Weer in dat verrekte mandje. Tijdens de heenreis slaagde ik er bijna in om het deurtje open te krijgen. Maar die lomperd van een Marnix drukte het deurtje zo tegen mijn snuit dicht. Klojo. Bij de dierenarts werd ik wederom bevoelt, beklopt en beknepen. En ik herkende dat stuk ijzer waarmee de vorige dierenarts in mijn poepert prikte. Meteen wilde ik vluchten, maar Marnix' houtgreep was helaas bijzonder effectief. Mijn verontwaardigde gemauw helaas niet. Ze deden maar, alsof MIJN wil er niet toe deed! En toen kwam nog het ergste: die dierenarts liet een vrouw aanrukken, met enorme handschoenen aan. Dat meisje nam mij in een nog steviger greep, om vervolgens een stuk huid te pakken, en mij heel HEEEEEEL erg pijnlijk te prikken. Dat was dan voor het eerst dat ik vrijwillig mijn mand invluchtte. Ik ben zeer ontstemd over deze gang van zaken. Maar ja, Marnix is wel degene die mij eten geeft.
Ik ga hier maar eens een nachtje over slapen.

maandag 10 oktober 2011

KPN, Chinees en kattenkots

Een nieuw bericht, daar de vorige een compilatie was, geschreven in een periode dat ik internet en tv-loos door het leven ging, en het uploaden van blogs via een, als wifi-hotspot gebruikte telefoon, een eindeloos durende grap was.
Wat een kutzin. Grammaticaal klopt het niet, en als je hem uitspreekt, bekt het niet lekker. Het dekt wel de lading van 3 weken lang geen internet.
Maar goed. In mijn agenda stond voor vandaag een afspraak met een service monteur van de KPN. En met mijn eerdere ervaringen met dit bedrijf, besloot ik zondagavond (welk bedrijf is er zondagavond tot 2200 uur open? KPN! Dat moet ik ze nageven) toch maar even te bellen, of deze afspraak goed was doorgekomen. Het probleem was namelijk dat ik niet wist waar de aansluiting zich bevond in mijn huis zelf. En wat bleek: de afspraak was niet goed doorgekomen. Verbaasd was ik allerminst. Zuur vond ik het op dat moment wel. Want KPN had mij triomfantelijk een mail EN en sms gestuurd waarin ze aankondigden dat de verhuizing gereed was. De meneer aan de telefoon was echter intelligent, en hij heeft mij mijn hele huis laten doorzoeken naar iets dat leek op een telefoonaansluiting. En jawel: de rare losse draadjes in de hoek aan de muur, bleken een telefoonaansluiting te zijn. En jawel: eenmaal ingeplugd, bleek internet te werken. En de tv ook!!! Verrek nu toch, blijk ik helemaal die monteur niet nodig te hebben. Maar goed dat die afspraak niet goed is doorgekomen. Bleef over dat ik een veel te hoge rekening ontving, en ook die werd door een lieve mevrouw rechtgezet. Tot zover KPN.
Dan is er nog Claus. Afgelopen weekend was ik in Den Helder. Bij Syl. Dat was fijn. Even tot rust komen, even wat zorgen aan haar kwijt kunnen. Ze is serieus een rots in een branding. Samen met haar, haar ouders, oma, zusje en aanpalend vriendje zijn we bij een drijvende chinees gaan eten. Het aanpalende vriendje (een marineofficier in opleiding) smeet al meteen zijn autosleutels naar het zusje, en sprak de woorden: "jij rijdt". En zoals een goed onderofficier betaamt, volgde ik zijn voorbeeld ogenblikkelijk. Twee biertjes werden besteld. Heerlijk zitten schranzen. Hoewel op het laatst het nog bijna misging toen Syl een lel bananenijs in mijn toetjesbakje smeet. Banaan is niet te vreten, chemische banaan nog veel minder. Maar ja, om nu met bananenijs te gaan smijten in een drijvende chinees, is wellicht een beetje raar.
De zondag hebben we besteedt aan heel erg weinig. Toen ik thuis kwam, trof ik Claus aan. Enerzijds blij dat ik thuis kwam, anderzijds toch wel ernstig de aandacht vestigen op zijn lege bakjes. Ik had toch serieus volle bakken achter gelaten toen ik vertrok. Alles was op, dus meteen maar bijgevuld. Als een kind zo blij. Niks mis mee verder. Toen ik vandaag wakker werd, lag ik heerlijk bijna lepeltje-lepeltje gezellig met Claus in mijn bed. Op zich heb ik liever niet dat Claus in mijn bed komt, dit in verband met alle haren. Maar goed, Claus is een meester in het negeren van mijn orders, dus ook met dit verbod veegt hij zijn kattenkontje beleefd, doch beslist af. Eenmaal beneden voor koffie, ontdekte ik een plakkaat rood-bruine ellende. Naast het buro. Ik wilde wat verontwaardigd mopperen op Claus, dat hij toch echt een kattenbak heeft, en die ook net schoon is, en dat er dus er geen redelijke reden is om ver naast zijn bak te kakken. Maar gedane zaken nemen geen keer, dus al kokhalzend, proestend en gruwelend raapte ik deze toch wat vreemd onverteerde ellende op, om ze door te spoelen. Einde oefening, dacht ik zo. Tijdens mijn bakkie ochtendtroost hoorde ik ineens wat angstaanjagende geluiden achter mij. Ik zal ze fonetisch noteren: huuaagh... huuuaaaaaaghrr... HUAAAAAAGRHRHHHRFFDFGG. En met deze geluiden kwam een stroom aan onverwerkte brokken naar buiten. Dit proces herhaalde zich een keer of 4, 5. Waarbij dat arme beest telkens de exacte gezichtsuitdrukking had van Puss on Boots uit Shrek. Die scene waarbij hij die haarbal opkotst. Alleen in dit geval bleef het niet bij een haarbal. Nee, wat eruit kwam leek eerder op rul gebakken, doch kleddernat gehakt. En de geur die eraf kwam. Naja. Rozengeur was het niet. In plaats van dat dat beest op 1 plek alles eruit gooit, moet dat blijkbaar op meerdere plaatsen in de kamer. Even nieuwsgierig onderzoeken wat dat precies is, wat hij uitkotste, en vervolgens opgewekt een andere plek in de kamer zoeken om de volgende hoeveelheid te droppen. Maar dat schijnt erbij te horen. Katten schijnen soms haarballen op te braken. En daar schijnt ook voedsel bij mee te komen. Ik vond het geen verfrissende belevenis.
Maar zolang als Claus niet weken achtereen gaat lopen kotsen, is het een leuk beestje.

zondag 9 oktober 2011

Marnix’ keukengepruts.




Van enkele vrienden en collegae heb ik begrepen dat zij enorme BOURGONDIERS zijn. Ze houden van lekker eten. Met nadruk op lekker. Niet op veel. Bij mij gaat dit hand in hand. Want als iets lekker is, is het zonde dat het te snel op is.
Maar om maar eens een voorschotje te nemen op het feit dat ik binnenkort een heus vierpits gasstel krijg, en een magnetron/oven, dacht ik dat ik maar eens wat recepten op papier moest gaan zetten. Dit ter lering, ende vermaeck.

Broccoli stamppot.
 Ik kan een heel lulverhaal gaan afsteken over wat stamppot precies is, en waarom broccoli dus eigenlijk wel of geen stamppot kan heten, maar dat zal de ware etensgenieter aan zijn spreekwoordelijke anus oxyderen.

Wat men nodig heeft.
-2 kleine of 1 grote struik broccoli.
-4 middelgrote of 5 kleine aardappels.
-1 of 2 bakjes spekreepjes (rauw, om af te bakken)
-Per persoon 1 ei. (Of twee als je voor meerdere dagen maakt, en gezien het feit dat dit voedsel erg vullend is, maak je voor meerdere dagen. Geen zorgen, de tweede dag is het nog lekkerder).
-kaasblokjes (kun je ook zelf snijden van een grote homp) liefst jong belegen, maar de kaasboer heeft ook kaas met allemaal kruiden, kan ook heel lekker zijn.
-per persoon 1 tot anderhalve tomaat.
-1 ui
- 1 of 2 tenen knoflook. Nooit zuinig mee zijn. Knoflook is gezond, en houdt de muggen weg. (En ook vrouwen of mannen die je toch alleen maar van je werk houden).
-peper
-mayonaise

Als eerste kook je de eieren hard, en bak je de spekreepjes lekker knapperig. In het spekvet kun je kiezen om de ui te fruiten. Als je van een wat pittigere smaak houdt, dan doe je de ui op het laatst rauw door het gerecht. In beide gevallen, de ui niet te fijn snipperen.
Als dit gedaan is, heb je je gasstel vrij om de broccoli en de aardappels te koken. Niet te moeilijk doen, dat kan best in 1 pan.
Terwijl dit lekker staat te pruttelen, pak je een schaal. Op de bodem doe je een lekkere, gulle lik mayonaise. Daaroverheen gooi je de in grove stukken gesneden tomaat, met de (rauwe) ui, de in stukken gesneden eieren, de geperste knoflook, de gebakken spek, en de kaas. Even goed door elkaar husselen. Het kan geen kwaad als de spek, en de eieren nog warm zijn. Naar smaak peper toevoegen, en aan de kant zetten tot de broccoli en de aardappels gaar zijn.
Als dit het geval is, dan pak je een stamper (zo’n hakselstaaf is ook prima, maar dan wordt het een beetje puree) je stampt de inhoud van de pan, met een klein beetje melk tot iets dat op stamppot lijkt, en dan ben je er bijna.  Gooi nu het mengsel van spek, kaas, eieren en de hele reut erbovenop, en roer het geheel goed door elkaar. Om de kaas helemaal te laten smelten, kan je het geheel nog heel kort op een heel laag vuurtje laten warmen, zodat de kaas lekker gesmolten is.
Dit gerecht laat zich op geen enkele manier aantrekkelijk serveren. Gewoon op je bord plempen. Het ziet er toch wel uit als iets dat al eens eerder werd gegeten. Dus doe geen moeite. Het is geen gerecht om indruk mee te maken op je eerste date. Maar lekker is het wel. De volgende dag in een koekenpan zachtjes opwarmen, en met een bruine boterham voor de lunch weghappen. Gezond en lekker.

Het volgende gerecht is niet van mijn hand. Joop Braakhekke heeft dit verzonnen, maar eerlijk gezegd heb ik het nog nooit zo zout gegeten. Dus dat heb ik aangepast.

Wat men nodig heeft.

-Kabeljauw (liefst vers, uit de vriezer kan ook, andere witvis kan ook)
-plakken chorizo. (Liefst van die lekkere, niet die van de euroshopper)
-2 eieren
-Groene groente. Verse doperwten, of verse boontjes
-nootmuskaat (voor over de groente)
-Rijst (van die met die pitten erin, da’s lekker).

Kook de rijst volgens de aanwijzing.  De groente ook koken. Naar smaak. Ik ben zelf fan van niet al te soepig gekookte groente, dus bij mij is de kooktijd kort.

Sla de eieren stuk. De bedoeling is dat je alleen het eigeel overhoudt. Dat kan voor de onervaren keukenprins(es) nogal een debacle opleveren: succes. Met dat eigeel smeer je de bovenkant van de vis in. Kan met zo’n fancy kwastje, maar als je een zeeppomp hebt, en je wast je handen, kan het ook met je vingers. Op die met eigeel ingesmeerde bovenkant, leg je de plakken chorizo. Het mag wat overhangen, dat is geen bezwaar. Maar als het te ver overhangt, dan gaan die plakken chorizo alsnog zwemmen in de pan.
Verhit wat boter of olie in de pan. Als dit lekker pruttelt kan je de vis erin doen. Door ervaring wijs geworden: Begin ondersteboven. Dus eerst de plakken chorizo onder. Dan bakt het eigeel wat aan, en is de kans groot dat het keren van de vis lukt, zonder dat de chorizo zijn eigen leven gaat leiden.
Doe dit met een scherpe spatel. Een dikke botte spatel, zal de combinatie lastig in stand houden. Let op: te dunne plakken chorizo betekent vaak onheil: die zal verbrand zijn voor de vis gaar is. En dus niet lekker. Bij dunne plakken moet je dus wat vaker (voorzichtig) keren. Te dikke plakken eigenlijk idem.
Voor de vorm is het wellicht leuk om de boontjes in bundels samen te binden met dunne speklapreepjes. Eventueel eerst wat licht glazig gefruite uitjes door de boontjes husselen. (Dan heb je de nootmuskaat niet nodig. Over nootmuskaat: vers van zo’n bol geraspt is het lekkerst).

Dit gerecht  is vrij zout. Dus probeer het met niet al te zoete, maar toch een fris zoet wit wijntje te combineren. Als je daarna nog indruk wil maken op je eerste date, kun je beter geen vlaflip serveren, maar iets met vers fruit. Zoals aardbeien, of druiven of zo.




Eigen gemaakte pastasaus.

Dit is ontstaan nadat ik met mijn gulzige hoofd een hele bak tomaten had gesneden, en tot de conclusie kwam dat er in mijn pan geen plaats meer was voor pastasaus uit een pot.

Wat men nodig heeft.

-Een bak tomaten (roma tomaten doen het erg goed!!)
-Een bak gehakt
-Uien
-Champignons
-Knoflook
-peper
-geraspte kaas
-pasta
-verdere gezonde groente die men door pasta gooit omdat het lekker en/of gezond is.

Snij de tomaten in grove stukjes. Snipper de ui, hak een stuk of wat tenen knoflook, en mik dat in een pan die op het vuur staat. Wat heel erg lekker is: de Action heeft in zijn assortiment een fles peper/knoflook olie. Als dit lekker aan het pruttelen is, kun je ervoor kiezen om de champignons ook toe te voegen. Dit kun je ook later doen.  Als dit prutje goed heet is, kan het in de blender. Bak nu het gehakt rul, terwijl je de tomaten tot puree blendert. (Sommige mensen beweren dat tomaten bij verhitting bitterachtig worden, die mensen kunnen er desgewenst wat suiker aan toevoegen).
Als het gehakt rul is, kan je saus erover, met alle andere ingrediënten. En smullen maar. Niet vergeten ook de pasta nog even te koken.

Een gerechtje uit Frankrijk. Door Sylvia dit weekend aan mij geïntroduceerd. Dit is een werkelijk goed vullende salade. En lekker fris met een pittige touch door de ui.

Wat men nodig heeft.

-Selder (een lekkere dikke, met van die dikke takken)
-Tonijn in blik (in zonnebloemolie)
-2 Jona Gold appelen.
-Rijst (volkoren, of met die granen erdoor)
-Yoghurtdressing (zelf te maken of uit een potje)
-Ui

Ontdoe de Selder van zijn buitenste laagje en die draden. Met draden kan ook, maar dan moet je met verteren wat beter je best doen. Hak de ui in stukken. Laat de tonijn uitlekken. Schil de appel, ontdoe hem van zijn klokhuis en snij hem in stukken. Doe dit alles in een grote schaal, giet de yoghurtdressing erover, en serveer de gekookte rijst er apart bij.
Als toevoeging, kun je er komkommer bij doen. Dan snij je de komkommer in lange repen, die je ontdoet van de zaadleiders.  

In plaats van groente kun je ook kiezen voor een lekker uitgebreide, of minder uitgebreide salade.
De volgende salade doet het ernstig goed bij vissticks.

Men neme

-1 zakje rucola
-1 bakje kerstomaatjes (om verwarring te voorkomen: kers-tomaatjes)
-1 bolletje mozarella

Drapeer de rucola georganiseerd slordig op je bord. Snij de kerstomaatjes aan plakjes, en leg die aansluitend op elkaar op de rucola. Vervolgens snij je de mozzarella in plakken, en die leg je weer over de rood-groene bende op je bord.
De vissticks bak je volgens aanwijzing, en als je klaar bent om te serveren, is het heerlijk om over die salade nog wat balsamico te sprenkelen. Smullen maar.

Over vissticks: de goedkoopste vissticks zijn zonder twijfel die van de euroshopper. Nu heeft de euroshopper heel veel goeie artikelen. Mijn kater Claus, bijvoorbeeld vind de bakjes kattenpate vreselijk lekker. En de pindakaas doet wat mij betreft niet onder voor calve. Maar euroshopper vissticks zijn werkelijk waar, niet te vreten. Een soort van witte rubber in een veel te dikke kroketlaag. De euroshopper vissticks hebben volgens mij nog nooit een echte vis gezien. Wat een smakeloze blerf.  De vissticks van albert Heijn en de Iglo wel. Met name die dikke planken met spinazie of tomatenprut erin (combino’s heten die) zijn erg lekker. Als je nu bovenstaande salade gaat eten, is met name de combino met spinazie vulling heerlijk.

Een andere heerlijke salade.

Men neme

-1 flesje cocktail of whiskeysaus
-1 of twee stronken witlof
-1 oranje of gele paprika
-1 tomaat

Hak alles aan stukken, vergeet bij de paprika niet de zaden en witte urft weg te halen, doe dit in een schaal, en doe er een heel klein beetje van de saus overheen. Belangrijk: knoflooksaus en andere sauzen werken hierbij niet. Dat is serieus geen lekkere combinatie, dit weet ik uit ervaring.
Deze salade doet het goed bij vlees. Een heerlijke varkenshaas, bijvoorbeeld.

Auto en flora.

Let op: verkapte reclame!!! Zoals iedereen weet: een auto rijden kost geld. Vorig jaar, vlak na ons huwelijksreisje kocht ik van vriendje Ke...