dinsdag 15 november 2011

Vluchtgedrag

Niemand ontkomt eraan in het leven. Ook ik niet. Soms maak je compleet verkeerde beslissingen, en wil je weglopen voor de consequenties. Omdat die net niet lekker lopen. Of omdat je dat niet had voorzien, of niet had willen voorzien. Of soms omdat het leven je dingen op je bord werpt, waar je gewoon niet meer overheen kan kijken.
Mijn moeder werd nu ruim een jaar geleden veroordeeld tot een lang en slepend ziekbed. Zo onmenselijk als het maar kan. Kanker. Kanker is een ziekte die vluchtgedrag heel erg stimuleert. Niemand wil kanker krijgen, en geloof me, niemand wil kanker in zijn directe omgeving.
Toen ik eraan begon, wist ik niet wat ik nu weet. Toen ik eraan begon, was ik vrijgezel. En totaal niet voorbereid op wat komen zou. Ik kan me herinneren dat ik in het begin eens in tranen uitbarstte bij een collega, "misschien gaat ze wel dood". Ik liep op een kazerne in Den Haag, in tenue, en de tranen biggelden langs mijn smoel.
Met lood in mijn schoenen, reed ik telkens op en neer naar Limburg. En telkens als ik er was, wilde ik er weer weg. Ik wilde niet in die kankerbende zijn. Ik wilde niet in het ziekenhuis zijn. De stilte, de pijn, de ellende, de mislukte infusen. Ik wilde niet zien hoe mijn moeder aftakelde van een zelfstandige vrouw, tot de restanten die er van zijn overgebleven, anno nu.
Maar, kon ik haar alleen laten? Nee, natuurlijk niet. Ik wilde WEG. Het voelde en voelt telkens als een onterechte straf, die ik toch moet ondergaan. Ja, maar voor mijn ma is het erger. Die gaat dood.

Haar huisarts, ik noem geen namen, maar ik vind niet dat hij een pluim verdient. Het schijnt normaal te zijn dat huisartsen hun patienten die in die toestand zitten, regelmatig bezoeken. Vaak wel 2 keer per week. De man kwam alleen om de griepprik te geven, en dat zelfs nog na het verzoek van mijn ma. Loopt dan te zaniken over de hoge werkdruk, en is weer weg. Verder komt hij nooit. Ook vluchtgedrag. Wellicht heeft hij maar 1 patient met kanker in zijn bestand, en hij is nog zo jong, dat dit waarschijnlijk zijn eerste is. Hij heeft zelfs nog nooit euthanasie gedaan. Zul je net zien; is dat nodig, komt hij met adrenaline in zijn spuit ipv het benodigde spul... Of zo.


Halverwege deze periode kreeg ik een relatie. Die kabbelde voort. Ondanks de verschillen. Als we eerst wat meer tijd hadden genomen om elkaar echt goed te leren kennen, waren we waarschijnlijk nooit verder gekomen dan vriendschap. Maar we wilden beiden meer. Wellicht voor mij ook goed. Maar het was ook een soort vlucht. Een vlucht in geluk. In liefde. Even wat afleiding van al die kanker. Die relatie hield, ondanks wederzijdse liefde, geen stand. Het ging uit. Wederom voelde het alsof ik iets verloor, zonder daar grip op te hebben, zonder er iets mee te kunnen doen. En ik vluchtte wederom. Ik vluchtte naar de sportschool.
Ho! Wacht! Maar dat is een positieve vlucht. Ik trap, ren, push- en sit mezelf up naar, verlossing van negatieve energie. Het verdriet is inmiddels minder rauw, minder tranen, minder ellendig. Maar nog steeds zeurend aanwezig.


Dan komt het verzoek van mijn moeder. Sinterklaas komt eraan. En het is 99% zeker de laatste keer dat we het kunnen vieren. Mijn hoofd staat er totaal niet naar. Ik kan me goed voorstellen dat mijn ma het wel wil vieren. Maar ik zit in mijn hoofd zo vol van allemaal dingen, die totaal niks met welke feestdagen dan ook te maken hebben, dat het vieren van Sinterklaas me totaal onzinnig lijkt. Totaal ongepast. Moet ik me daar overheen zetten? Ja, waarschijnlijk wel. Maar die berg, die is zo hoog. Dus ik probeer weer te vluchten. Dat kan niet. Want er moet uiteindelijk een antwoord komen. En ik denk dat ik spijt krijg, als ik het niet doe.

De angst ook om alleen te zijn met kerst. Ja, hallo, verman jezelf eens. Ze is nog niet dood. Nee. Ze is nog niet dood. Maar ik ben een doemdenker. En om dat van me af te zetten, vlucht ik weer.

Het gebrek aan ervaring met al deze dingen (Nou ja, ik heb wel vaker werkeloos thuis gezeten, en deze keer heb ik het financieel een stuk breder). (Nou ja, het is niet de eerste relatie die verbroken werd, en deze keer ging het er vriendschappelijk en liefdevol aan toe). ( Dus eigenlijk is het een combinatie van deze drie dingen waar ik geen ervaring mee heb) nekt me. En welke kant ik ook opga, welke afslag ik ook wil pakken. Er liggen hoe dan ook beren op de weg. Ik moet er doorheen. Dus vluchten kan ik niet. Moreel niet. Maar praktisch ook niet. Hoewel, ik vlucht regelmatig weg. Naar een droomwereld, waar ik Marnix ben. Waar ik niet te maken heb met kanker, liefdesverdriet en de wens om te werken. Waar alles goed is. Ik vlucht weg in mooie muziek. In kleine dingen als huishoudelijke zaken, het installeren van een gasstel. Maar ook in herinneringen.

Is dit een slappe mentaliteit? Zijn deze gedachten zwakheid? Ik durf daar geen oordeel aan vast te knopen. Ik weet wel dat ik niet echt vlucht. Ik doe mijn uiterste best om mijn hoofd boven water te houden. In eerste plaats voor mezelf. Maar ook voor mijn ma. Ook voor de mensen die me steunen. Dat ben ik ze verplicht. Maar mezelf vooral.

En ik weet, dat als dit allemaal achter de rug is, ik ooit zal kunnen zeggen: ik heb dit gecheft. Ik heb dit kunnen mannen. Dus soms neem ik al een voorproefje op die som. En ben ik al een heel klein beetje trots.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...