zondag 26 april 2020

Over peinzingen

In tijden van corona, heb ik het idee dat sommige mensen hun fantasie wel erg op de loop laten. Sterker nog: mensen zien hun fantasie als realistisch toekomstbeeld.
Een ander nadeel van corona is dat het niet meer zo vanzelfsprekend is om je boodschappen te doen. Bij ons 3'en ben ik meestal de aangewezen persoon. Jente zou met alleen maar zoetigheden thuiskomen, als ze onderweg niet eerst alle paardenbloemen weg wil blazen, alle zielige diertjes wil redden en elke voorbijganger over haar broer konijn heeft verteld.
Ilse is sowieso niet de meest logische, omdat haar gezondheidstoestand haar tot een "risico-geval" maakt.
Dus ik ga.
Maar soms is het ook wel lekker om de Appie of de Picnic te laten komen.
Al was het maar omdat ik nog steeds een onterecht gevoel van schaamte krijg als ik 1 voordeelverpakking toiletpapier in mijn winkelwagentje leg. Je ziet de mensen op 1,5 meter afstand kijken. Ongemakkelijk.
Een van de laatste keren dat er een bezorger van de Appie onze spullen kwam brengen, betrof het een op het eerste oog vriendelijke, vrolijke snuiter.
En dat was hij ook.
En hij had alle tijd voor een praatje. Wij wat minder. Maar soit, die jongen doet zijn werk, zit om wat gezelligheid verlegen, dus willen wij ook de beroerdste niet zijn.
De lieve man ratelde een eind weg.
Hij dacht, herstel: wist zeker dat corona een van de wapens was die getest werd ter voorbereiding van de derde wereldoorlog.
En dat de Chinezen en Noord Koreanen, en de Russen en de Amerikanen hier in Europa de wereldorde zouden gaan herscheppen.
Niet alleen dat, nee, ik moest mijn vrouw maar goed beschermen. Want niet alleen zouden de Chinezen en Russen hier vreselijk tekeer gaan met allerhande wapens, er zou ook burgeroorlog komen, en mijn vrouw zou verkracht worden. Niet door hem persoonlijk, maar andere, kwade mannen zouden alle vrouwen en kinderen... Oké op dit punt aangekomen, hadden we beiden moeite met de slappe lach te bedwingen, maar gaf het ons ook een wat raar gevoel.
Nogmaals: de bezorger was een vriendelijke kerel, maar de manier waarop hij net zo vriendelijk en vrolijk dat verhaal aan ons opdiste, was toch enigszins awkward te noemen.
Ik moest er eigenlijk een beetje van poepen. En dat kwam op zich goed uit, want bij die bestelling zat gelukkig nieuw toiletpapier.

Over corona gesproken:
die is goed voor mij geweest. En dat klinkt net zo bizar als het oorlogspraatje van de Appie-koerier.
Maar doordat ik tot nu toe gewoon thuis ben gebleven, heb ik ongelooflijk veel tijd, ruimte, rust en lucht gekregen om eens goed na te denken.
Of juist te klussen en totaal niet na hoeven denken, en mijn hoofd eens wat leger te maken.
En ik ben tot conclusies gekomen over hoe ik mijn leven wel en niet wil leiden. Over wat IK wil en hoe ik het zie.
Als ik gewoon maar door was gegaan met werken, was ik daar nooit aan toe gekomen, en het voelt eigenlijk gewoon als een bevrijding.
Het gaat dus veel en veel beter dan een paar maanden geleden.
Let wel: ik ben nog lang niet klaar met therapie, en van het chemisch geluk dat mij door de psychiater is voorgeschreven, zal ik voorlopig nog elke dag blijven smullen.
En net als bij veel andere grote zaken in het leven, zal dit er één blijven van vallen en opstaan.
Maar de weg naar boven is ingezet.
Dus ja, de rust die corona me letterlijk heeft opgedrongen, is erg fijn. Ik snap dat als je zelf gevloerd werd door dat virus, dat je er dan iets anders tegenaan kijkt, maar voor mij was het een zegen.
Omdat ik nog lang niet klaar ben met mezelf, en omdat zowel Ilse als de bedrijfsarts (die verder een teleurstellende clown bleek) me dat meegaven: in overleg met de psycholoog ga ik een onderzoek in om te bepalen of er naast de depressie ook sprake zou kunnen zijn van ADHD. Dit omdat Ilse wel heel erg veel herkenningspunten ziet in mijn gedrag die daarop zouden kunnen wijzen. Aangevuld met de aanbeveling van de bedrijfsclown, leek het ook de psychologe een goed idee om dat te onderzoeken. Omdat een aantal kenmerken van ADHD, mij ook best wel danig in de weg zitten. En dat niet eens heel erg negatief meteen, maar ze zijn wel opvallend.
Ik ben er nu ook wel weer klaar mee.
Het werk op schiphol, de omgang met collega's bij defensie en op het platform: ik mis het. Ik geniet met alle uren met mijn gezin. Ik geniet van de uren die ik besteed aan het maken van allemaal dingen, maar ik wil ook wel weer met een stuur in mijn handen zitten, en met max. 30 km per uur naar een vliegtuig denderen. Ik wil ook wel weer eens lachen en mooie muziek maken met mijn collega's van de KMAR.

Wat ook met vallen en opstaan gaat: het thuisonderwijs.
Ik ben helemaal niet in de wieg gelegd als leraar. Of meester.
Heb daar ook helemaal geen prettige ervaringen mee. Met huiswerk. Mijn moeder sloeg eerst, en begon dan pas met overhoren. Geduld zat en zit niet in de familie.
Toch gaat het mij best aardig af. Ik leg de taakjes uit, en als Jente het goed doet, knuffel en kietel ik haar tot ze giert van pret.
Als ze haar hakken in het zand zet, dan mopper of brom ik, en vertrek naar buiten voor een peuk.
Ik heb geen zin om haar te dwingen, want dat leidt tot een slechte sfeer en een slecht gemoed.
Weglopen lijkt dan een afgang, maar het behoed mijn gezin voor escalatie. En nu is het nog kleuterklas werk, dus kan je er een spel van maken.
Maar ik hoop dus dat tegen de tijd dat het serieus wordt, die corona wel een keer opgehoepeld is.
Ik ben vader, geen onderwijzer. Dat is een vak, waar ik niet voor geleerd heb, wat we als mensheid bij specialisten hebben neergelegd, en waarvan ik vind dat we dat moeten koesteren. Ik moet opvoeden, het onderwijs maakt het af en verdiept en verbreedt. Zoiets.
En alle liefde die ik voel voor mijn dochter ten spijt: ik vind het ook wel weer tijd is voor school. Jente mist de omgang met leeftijdsgenoten (wij kunnen nu eenmaal geen vriendjes zijn voor haar), ze mist de juf, en de sociale activiteiten die bij school komen kijken. En dat is sneu. Maakt het voor ons ook lastig, want soms moeten of willen we dingen bespreken, zonder dat kleine oortjes meeluisteren. Maar dat lukt dus niet echt, vooral ook omdat Jente haar mening dan ook wil geven, over zaken waar ze geen bliksem mee te maken heeft.
En tegen de tijd dat ze op bed ligt, zijn wij afgepeigerd, en soms half vergeten wat we ook alweer te bespreken hebben.

Goed, dat was hem weer.
Ik wens eenieder een goede gezondheid. Blijf uit de buurt van corona, en maak er ondanks alles een mooie dag van.

zaterdag 18 april 2020

Plechtige hommeles

Vier en vijf mei komen er weer aan. En hoewel alle festiviteiten rondom de bevrijding zijn afgelast, wil men toch de doden herdenken. Voorwaar een mooi idee.

En al snel jakkeren de blije initiatieven het land door. Alle trompettisten moeten om 19:58 uit hun slaapkamerraam, voordeur, keukendeur, garagepoort, tuinhek of kelder het signaal Taptoe infanterie gaan spelen.
Zeg maar dag met je handje tegen de ingetogen plechtigheid. Los van het feit dat er altijd wel weer een kneus zal zijn die het verkeerde signaal speelt, voorzie ik intense lelijkheden ontstaan.
Geluid draagt ver, dus als er in een wijk 2 trompettisten op hetzelfde lumineuze idee komen, zitten die constant in elkaars echo te hompen. Dat gaat gegarandeerd meer tot hilariteit leiden, dan tot ingetogenheid.
Dat signaal (ik doe dit al zo'n slordige 12,5 jaar) is geen kattenpis. Iedereen weet wat er moet klinken, en iedereen heeft er een mening over, en o wee, als je een rafeltje ergens hebt, dan zal je dat nog lang weten.
Ik ben zelf eens met een signaal op lucky-tv geweest, dus ik kan het weten.
Als er nu per wijk, of per dorp of zo iets van coördinatie zou zijn, dan kun je dit dus allemaal voorkomen, maar het grote gebrek aan dit initiatief, is coördinatie.

Het comité vier en vijf mei, maakte het mijns inziens nog een hele dikke haar erger door te stellen dat iedereen die een (blaas)instrument speelt, het signaal taptoe kan gaan spelen. Om 19:58.
Nu weet ik ongeveer hoe een fagot kan klinken. Indien goed gespeeld klinkt zo'n chromatische regenpijp mooi warm, donker en vooral laag.
Ik bezit ook over een behoolijk goed inlevingsvermogen, en het idee dat er straks in mijn wijk iemand met een fagot het signaal taptoe infanterie gaat spelen, levert bij mij serieus buikpijn op. Van hilariteit, maar ook een beetje van de wil tot overgeven. Noem me een traditionele hork, maar een signaal hoort met een (signaal)trompet gespeeld te worden.
Stel je maar voor dat de generaal op het slagveld zijn bevelen moest doorgeven, en geen trompettist had, maar wel een fagottist. Alle vechtenden zouden spontaan gierend van de lach elkaar in de armen vallen, en vrede zou gesticht zijn.
Ja, of de vijand zou dermate geirriteerd zijn door het geluid dat ze de troepen in minder dan 2 minuten compleet afslachtten.
Of Harry, die lid is van de plaatselijke doedelzak-vereniging. Moest van de buren al in de kruipruimte oefenen, omdat geen enkel zinnig mens lastig gevallen wil worden met het geoefen op een doedelzak. Die ruikt nu zijn kans. Kan eindelijk laten horen dat een doedelzak wél mooi, ingetogen en plechtig kan klinken.
Dat is inderdaad grenzeloos hilarisch. Maar wel het recept voor een totaal om zeep geholpen plechtige sfeer die een dergelijke herdenking vereist.

Uit principe doe ik dit jaar dus niet mee, tenzij ik een rechtstreeks dienstbevel krijg vanuit het Orkest van de Marechaussee. Maar dan ga ik er vanuit dat het om een gecoördineerde bijeenkomst gaat, waarbij ik niet lastig gevallen word door andere uitvoerders, die het al dan niet kunnen. Ik wil best garant staan voor een goed en mooi en plechtig uitgevoerd signaal taptoe op zo'n dag, maar ik weiger om onderdeel te zijn van iets dat juist dat onmogelijk maakt.
En persoonlijk vind ik het bizar dat juist het comité vier en vijf mei, op deze manier zo ongelooflijk afbreuk doet aan hun eigen bestaansrecht.

Let wel: het lijkt erop alsof ik nu heel verongelijkt ben, maar dat is niet zo. Ik vind alleen oprecht dat een dergelijke herdenking zijn kracht gaat verliezen als "jan en alleman" met alle beschikbare toeters en bellen zomaar wat gaat doen.

Waar ik wel verongelijkt over ben: ouwe mannetjes, die denken dat ze goed kunnen rijden, desondanks onze autospiegel eraf rijden, en vervolgens wegrijden. Zoek het maar uit.
Dat ging zo:
Wij gingen naar een afgelegen bos om Jente uit te laten, zonder al te veel mensen tegen te komen. Daartoe reden we naar een van de buitengebieden (Almere kent nogal wat prachtige buitengebieden die echt de moeite waard zijn. Die crisis is nog eens ergens goed voor: ik ontdek dat mijn door elders wonende contacten afgekamde stad, echt veel mooier is dan ikzelf alleen al dacht).
Die buitengebieden zijn met de auto prima bereikbaar, maar wel vaak via smalle wegen, waardoor jijzelf, én het tegemoetkomende verkeer regelmatig even de berm in moeten om elkaar veilig en zonder schade te passeren.
En in alle gevallen ging dat prima. Tot we iemand met een Kia Picanto tegenkwamen, die het gewoonweg verrekte om net zoals Ilse deed, even wat meer aan de kant te gaan. En dan heb ik het over een Kia Picanto. Zo'n klein stadswagentje, waarmee je echt niet de hele weg nodig hebt.
Een luide dreun was het gevolg, en Ilse haar buitenspiegel was verleden tijd. Compleet versplinterd.
De kap van de picanto eindigde op de weg, en werd vervolgens overreden door achterop komend verkeer.
De Kia kwam terug, en een wat arrogante babyboomer balkte ons toe, of wij het waren die zijn spiegelkap eraf hadden gereden.
Ilses antwoord was heel wat eerlijker: "Ja, WIJ hebben ELKAAR geraakt".
Zonder verder veel woorden vuil te willen maken aan de situatie, keerde de boomer een paar keer, reed daarbij en passant ook nog over zijn eigen kap heen, alvorens hem op te rapen, en vertrok.
Ons in verbijstering achterlatend, want wij hadden gedacht dat meneer de boomer wel zo netjes zou zijn om gegevens in te vullen.
Maar helaas. Meneer de boomer was dus niet netjes.
Nu zal het verzekeringstechnisch wel zo zijn dat ieder zijn eigen schade moet betalen, maar wegrijden na een aanrijding(kje) zónder gegevens uit te wisselen, is een no-go. Dus uit principe heb ik aangifte gedaan, en zal meneer met de politie dan maar tot een oplossing moeten komen.
Het leidde er wel toe dat ik een klein klusje had, namelijk het vervangen van een buitenspiegel.
Via een merk-specifieke marktplaats-groep vond ik een spiegel, en ik toog naar de verkoper.
In de veronderstelling dat het betalen-halen was, kwam ik er aan, en werd vervolgens een uur lang getrakteerd op allerlei leuke verhalen, grappen en grollen. Het was meteen ouwe-jongens-krentenbrood, en ik kreeg een kijkje in de keuken van 2 jonge gozertjes die helemaal into de Peugeotjes 205 en 306 waren. Vol passie vertelden ze alle verhalen over de meest exotische exemplaren die ze hadden staan, waar ze mee bezig waren. En zo tussen neus en lippen door deden ze af en toe iets met concern-genoot Citroën.
Uiteindelijk heb ik er een uur heel erg genoegzaam zitten praten.
En het vervangen van de spiegel ging eigenlijk best goed.
Ik belde vriendje Bram die mij uitlegde hoe ik dat moest doen, en welke dingetjes er waarschijnlijk af zouden breken.
Ik kon hem na een half uurtje melden dat het gelukt was, inclusief exact die dingetjes waarvan hij zei dat ze waarschijnlijk af zouden breken.
Maar de spiegel zit weer, en Ilse kan weer veilig over straat.

Wie ook echt vreselijk verongelijkt kan zijn: mijn dochter.
Geen idee waar ze haar bloeddorstigheid vandaan haalt, maar gisteren had ze haar dag niet.
We waren op weg naar een of ander kasteel in Almere. Een typisch voorbeeld van megalomanisme dat toch maar niet van de grond wilde komen.
Dat kasteel is een soort van ruïne, en meer omdat het nooit is afgebouwd, dan dat het gewoon oud is.
Diverse speculanten, projectontwikkelaars en andere vastgoedfiguren hebben daar hun tanden op stuk gebeten, met als gevolg dat er een soort van onaf kasteel staat.
En omdat ik nu pas Almere begin te ontdekken, wilden we daar een kijkje nemen.
Ook hier weer een prachtige omgeving, met een prachtige brug over een riviertje om bij dat kasteel te komen. Maar aan de overkant van die brug, was er een groot hek, met daarop alle standaard teksten die aangeven dat je er als normaal individu niet welkom bent.
We mochten er niet in.
Dit tot groot verdriet en ongenoegen van De jongste Coster telg. Woedend was ze. Ze zou van die mensen wel eens gehakt maken. Doodmaken. En meer van zulks. Met het schaamrood op onze kaken passeerden wij enkele mensen, alvorens wij in de (zo vakkundig gerepareerde) auto van Ilse stapten.

Inmiddels ben ik zeer gepassioneerd een aantal vogelhuisjes in elkaar aan het zetten (ik word wijzer want de afgelopen paar dagen geen verwonding erbij gekregen), en zelfs een van de tuinstoelen gerepareerd die door weer en wind toch wel erg sleets geworden was.
Ik ben nu wel zover dat ik mijn tanden in het volgende project ga zetten: een mooi bed maken. Voor ons. Ilse en mij. Een luxe liefdesnest.
Ilse gaat alvast aan de slag met zogenaamde verzwaringsdekens, die naar verluidt goed zouden zijn voor de gezondheid.
Die wil ze dan vullen met grind. Aangezien zij degene is die onderzoek heeft gedaan naar dit onderwerp, zal ze wel weten waar ze aan begint en zo, maar ik kan dus ooit zeggen dat ik inderdaad onder een steen vandaan kom.

Dit geschreven hebbende, wens ik u allen een goed weekend.



zaterdag 11 april 2020

Auw!!!

Als je de simpele regels der statistiek volgt, is het volkomen logisch dat je jezelf een keer erger verwondt tijdens het klussen, dan een simpele schaaf, splinter of mep met een hamer.
Iedereen die veelvuldig aan de klus is, komt een keer aan de beurt.
Gisteren was het mijn beurt: met iets te veel geweld roste ik het snijvlak van een mes met venijnige precisie nét achter de eerste knokkel van mijn linker wijsvinger. En diep.

Daar gaat een verhaal aan vooraf, want niemand die bij zinnen is, rost zonder reden een mes met venijnige precisie nét achter de eerste knokkel van zijn linker wijsvinger. En diep.
Ook ik niet.

Een paar maanden geleden kwam Ilse thuis met een setje aardappelschilmesjes van de plaatselijke super. We hadden namelijk een tekort aan die krengen en 4 voor 1 euro is nu eenmaal een prima aanbieding voor dit soort toch wel redelijke wegwerp-producten.
Al snel kwamen we tot de conclusie dat die messen voor slechts 1 ding geschikt zijn: het slijpen van gevonden takken in het bos (een leuke bezigheid van ons drietjes als we in de natuur de hort op gaan). Want die mesjes zijn dusdanig goedkoop gemaakt, dat je er een appel niet fatsoenlijk mee kan snijden of schillen. Het lemmet is goed, maar het heft is om van te janken. Dat beweegt mee met alle bewegingen die je maakt om een stuk fruit of aardappel te snijden, waardoor een halve appel gewoon niet mogelijk is. Laat staan het dun schillen ervan.
Dus zaten we alsnog met een tekort aan aardappelschilmesjes, ondanks dat die qua hoeveelheid toch waren toegenomen.

Omdat ik inmiddels uit de klussen ben (ik weet echt even niet meer wat ik zou kunnen doen, aangezien het toilet op zich laat wachten, en de volgende klus -een nieuwe trapleuning- nog minimaal een jaar lang moet drogen) besloot ik dat ik wilde gaan proberen of ik die mesjes zou kunnen verbeteren door er nieuwe heften voor te maken.
Het plan was om van een van die gevonden takken een heft te maken, de mesjes te ontdoen van die vreselijke slappe plastikken kutheftjes en dan de zelf gemaakte houten heftjes te bevestigen.
Erg veel werk voor een mesje van 0,25 euro, maar wat is de lol aan zomaar weer nieuwe kopen, terwijl je met een beetje handenarbeid iets leuks kan proberen te maken.
Het op maat zagen van het stukje hout, en het splijten ervan om ruimte te maken voor het mes, ging erg soepel.
Het verwijderen van het heft van het bestaande mes, ging echter heel wat minder soepel. Bij bestudering ervan, ging ik er eigenlijk van uit dat ik de pinnetjes eruit moest tikken, maar er zaten helemaal geen pinnetjes in. Wel zaten er van die mooie, zilveren dopjes op die deden vermoeden dat er pinnetjes inzaten. Bleken fake.
Ik kwam tot de zeer terechte conclusie dat de boel gewoon verlijmd was, en stevig ook. En dat is waar mijn luiheid me een ongelooflijke loer draaide. Want in plaats van het juiste gereedschap ervoor te pakken, dacht ik het met een identiek mesje op te kunnen lossen, door de boel weg te steken en te snijden.
Dat lukte één plastic scherfje lang erg goed. En net op het moment dat ik dacht dat het wel vreselijk lomp zou zijn als ik uit zou schieten, schoot ik uit. Met venijnige precisie net achter de eerste knokkel van mijn linker wijsvinger.
Gedurende één heel erg gelukkige seconde, voelde ik er niks van, en wilde ik verder gaan. En toen brak de witte pijn door. En begon het ook denderend te bloeden.
Vloekend rende ik naar binnen, om de boel te spoelen, en dicht te drukken. En op bevel van de huisbazin belde ik met de huisartsenpost, omdat elke keer als ik de euvele en pijnlijke moed (lees: onnadenkendheid) had om mijn wijsvinger te buigen, het weer begon te bloeden.
Intussen begon ook Jente zich ermee te bemoeien, want die had gezien dat ik op de witte plavuizen een behoorlijk bloederig spoor had achter gelaten, en zij zou dat wel even gaan schoonmaken. (Heel erg lief natuurlijk). Alleen toen ze klaar was, was het geen bloedspoor meer, maar een waar bloedbad. Alsof ik er niet mijn vinger had geslacht, maar een compleet varken.
Het gaat om het gebaar.
Eenmaal bij de dokter op de huisartsenpost, kreeg ik te horen dat mijn naaldenangst, hoewel typisch een mannendingetje (volgens de villein grijnzende jongedame) onnodig was. Want met een hechtpleistertje en een paar uurtjes klusrust, zou het goedkomen. En voor de pijn mocht ik best een paar paracetamolletjes.

Nogmaals: statistisch gezien was ik gewoon aan de beurt, maar ik kon mezelf wel vervloeken. Bij het klussen aan de aanhanger, kon ik het zelf wel af met een pleister. En voor de rest is alles gelukt met kleine ongemakken. Maar nu was het vooral mijn eigen luiheid om het juiste spul te pakken, die me de das omdeed. Hoewel ik dan waarschijnlijk met een zaag in mijn been had gezeten of zo.
Het zal natuurlijk niet zo zijn dat een lullig mes van 25 cent het van me gaat winnen. Nu ben ik zo vastbesloten om dat mes te verbeteren naar mijn smaak dat ik gewoon doorga.

Die corona-quarantaine begint me inmiddels best wel te vervelen. Ik kan me levendig herinneren hoe ik mijn schoolwerk moest doen. En nu wordt dus van ons verwacht dat we huiswerk/thuisonderwijs geven.
Nu is Jente erg lief, en erg leergierig, maar ook zo eigenwijs als papa en mama samen. En op de een of andere manier heeft ze een redelijk kort lontje, als ze vindt dat ze gelijk heeft.
Vaak gaat het goed, en kom ik weg met een grapje. Soms leidt het tot onmin en geschreeuw (van haar) en soms loop ik weg, omdat ik echt even niet meer weet hoe het moet. Ik ben ten slotte geen meester. Ik ben haar vader.
En dan hebben wij er één. Hoe moet dat zijn als je er meer hebt. Niet alleen respect voor de juffen en meesters, maar ook voor al die ouders die het zomaar cheffen, met alle lastigheden.

Mijn brave Charley vond het de afgelopen maanden leuk om lawaaierig te worden. Tot het moment dat zelfs de radio op standje "blaas-de-boxen-op" het moest afleggen tegen het geraas.
Ik ging er eigenlijk vanuit dat het een slechte velg zou zijn. Maar toen we de winterwielen eraf gooiden om mijn mooie 17 inch zomerwielen erop te leggen, ontdekten we dat het stabilitatiestokje rechts, stomweg verdwenen was. Die was ontsnapt, had er geen zin meer in, of zo.
Oke, die hele santekraam ook maar vervangen.
Dat maakte het geraas in mijn auto niet minder. Helaas. Waarop vriendje Bram voorstelde dat het wel eens een wiellager zou kunnen zijn. Nu heb ik daar ervaring mee, en ik wilde het niet echt geloven, want het geluid was toch wel anders, en ik voelde het niet. De vorige keer dat ik met een versleten wiellager te maken had, voelde ik het resoneren in mijn linkervoet.
Maar goed, ik moest toch naar vriendje Ken, dus die mocht zijn magic dan maar doen. Bleek het het rechterwiellager te zijn. Geen wonder dat ik het niet voelde. Het zat gewoon aan de andere kant. Ik was ervan overtuigd dat het links was, maar dat was de verkeerde aanname, waarschijnlijk toch door een velg die er niet meer mooi uitzag.
Hoe dan ook, vriendje Ken demonteerde het oude lager (en kreeg de kogeltjes op zijn hoofd), en toen ik bij zijn garage wegreed, was ik vergeten dat ik mijn radio op standje "overstem-de-herrie" had staan, en met een nare piep in mijn oren reed ik heel blij huiswaarts.

Overigens: de bij de Deen gekochte messen van 25 cent per stuk, zijn niet representatief voor de andere producten. Zo kocht ik er een kerstboom, welke nu in de voortuin nog steeds zeer levend de lucht in schiet, en de aldaar gekochte kersenboom, heeft één heel erg mooi bloesempje aan zijn takjes. Dat is hoopgevend.

Dit alles geschreven hebbende, maken wij ons op voor pasen. Ik wens eenieder een naar omstandigheden mooi paasweekeind toe.

zaterdag 4 april 2020

Tutorial.

Een geschreven tutorial, maaaaaaar NEVER EVER TRY THIS AT HOME!!!!!!

Dat ik de coronacrisis gebruik om mijn handen (en hele lijf) aan de klus te gaan, mag inmiddels bekend zijn. De trotse uitingen daarvan op smoelenboek getuigen daar ook wel van, want ik ben oprecht trots op de eindresultaten.
Wat de lezer echter niet ziet, en wat ik ook niet laat zien: de lompe fouten en de ronduit levensgevaarlijke streken die ik in mijn relatieve onervarenheid uithaal, kan ik inmiddels niet meer op de (bijna letterlijk geamputeerde) vingers van één hand tellen.

Ilse en ik hebben inmiddels een nieuwe keuken, en nu zitten we te lonken naar een nieuw toilet. Helaas drogen de financiele middelen op, nu ik ongewenst thuis zit, dus dat moet nog maar even wachten. Maar niks let me om alvast wat meubulair te fabrieken.

Als eerste was het een plankje voor boven Jente's bed. Ik heb namelijk een hele poos terug een paar pallets gekregen, en die verwerkt in diverse zaken.
Dus een plankje voor boven haar bed, moest met de inmiddels opgedane ervaringen geen enkel probleem zijn. Dat was het ook niet.

Maar laten we eerst eens een pallet gaan bekijken.
De functie van een pallet is om veel gewicht te dragen tijdens transport. En dit transport, inclusief in- en uitladen te vergemakkelijken.
Dus men neme redelijk goedkoop, doch sterk hout. Mishandelt dat tot sterke, forse planken, en middels een spijkerpistool wordt dat in elkaar geramd.
De maker van die pallets heeft slechts één doel: pallets maken die geschikt zijn om veel mishandelingen in zijn leven te overleven, tot de houtrot dusdanig is ingetreden dat het ding zelfs als brandhout niet meer voldoet.
De maker van die pallet heeft geen seconde weet van het feit dat er gekken zijn als ik, die die dingen dan tot meubelstukken wil gaan verwerken. Waarom zou hij ook.

Goed, na een leven vol reizen, belandt die pallet in mijn tuin tot nader order.
En nader order was de afgelopen dagen.
Want terug naar ons toilet: wij wilden graag een extra kastje om handdoeken op te bergen, de flessen bleek en andere zut. En wat is een betere ruimte voor een kastje, dan onder het minuscule wasbakje (welke wij ook al in huis hebben). Daar lopen op dit moment twee buizen. Een voor de aanvoer, en een voor de afvoer van het water waarmee wij onze handen wassen.
Het nieuw gekochte bakje is vierkant, en dus kan ik een paar vliegen in één klap slaan: een kastje bouwen voor onder het vierkante bakje, in de hoek van het toilet, waardoor ook die ontsierende, doch belangrijke buizen uit het zicht verdwijnen.

Het project begon met wat meetwerk, en toen pakte ik de zaag er maar bij.
Ik heb dus geen mooie inkortzaag op een tafel, maar ik moet me behelpen met een decoupeerzaag.
Nu is het van belang dat je weet waar je mee bezig gaat: dat pallethout is dan weliswaar sterk, maar het splijt en splintert als een gek. Zelfs deftig voorboren is geen garantie op succes. Dus voor één deel van een kastje, kun je zomaar een hele pallet aan gort zagen.

Les 1.
Ga nooit. Maar dan ook serieus echt nooit aan de klus met (roze)(nep)crocs. Echt niet doen. Ik deed dat gewoon. Met als onbedoeld gevolg dat ik die ene enorme splinter, die ik had kunnen en moeten zien, door mijn croc heen uit mijn voet moest peuteren. Op zich een bizarre gewaarwording dat die crocs, die altijd sneller van mijn voet glijden omdat ze een half maatje te groot zijn geworden, nu ineens goed op zijn plek aan mijn voet bleef zitten. Onhandig ook. En pijnlijk. Als je toch op (roze)(nep)crocs wil gaan klussen: zorg dat je tetanus injectie op orde is. En wees lief voor de buurt, en oefen alvast op een nieuw vocabulaire om verbaal uiting te geven aan je teleurstelling. Telkens maar dezelfde heiligen afstoffen gaat vervelen, zo weet ik inmiddels uit ervaring.

Les 2.
Het kan voorkomen dat je een klein onderdeeltje voor wil boren, zodat deuvels er zonder dat het onderdeeltje uitscheurt, mooi in kunnen, en je het geheel vast kan lijmen.
Als je je vingers lief hebt, loop je op je (inmiddels aangetrokken, want geen zin in nog meer splinters in je voet of tussen je tenen) stevige schoenen naar je rommelschuurtje alwaar je een bankschroef hebt om dat onderdeeltje in te klemmen. Zelfs een 14,4 volts accuboor heeft zoveel kracht dat hij het (in mijn geval pijnlijk splinterige) onderdeeltje gewoon uit je hand draait en slaat.
Gevolg: schaafwonden en splinters. Dus: niet lui zijn, maar gewoon even die extra meters lopen.

Les 3.
Een poos terug kocht ik zo'n hele handige platte handzaag om uitstekende deuvels en andere gekkigheid weg te kunnen zagen. Dat had ik gezien op alle houtbewerkfilmpjes op internet. Leek mij ook wel een goede aanvulling op mijn nog steeds ontoereikende gereedschapsverzameling.
Maar die zaagjes zijn scherp. En het verdient aanbeveling om die deuvels ook echt pas af te zagen als ze op hun definitieve plek zitten, en niet gewoon uit de losse pols.
Gewoon niet doen. Die zaag heeft ongeveer even vaak in mijn vingers gezeten als deuvels doorgezaagd.

Les 4.
Als alles dan in elkaar zit, ben je niet klaar. Een pallet is namelijk niet keurig netjes geschuurd en gelakt voor huishoudelijk gebruik.
Ook al ben je erin geslaagd om alle spijkers te verwijderen (een ijzerboor helpt erg goed, maar pas wederom op, ook een ijzerboor is er erg goed in om weg te schieten, en in menselijk vlees draaien is voor zo'n ding makkelijker dan een softijsje happen voor een mens op een warme zomerdag) er zullen altijd restjes zijn, die je weg moet schuren.
Ga dus niet zoals ik, in de weer met een schuurpapier, zonder dat je je bouwsel GRONDIG controleert op achtergebleven ijzerrestjes.
Dit op straffe van heel wat sneetjes in je handen.
Ik was lekker bezig. Dat wil zeggen: wrijving veroorzaakt warmte, en die gaat ook vrij ongehinderd je fikken in, dus wissel af en hou het luchtig allemaal. Ga niet als een Jean-Claude Vandamme tekeer op dat hout, maar laat het schuurpapier zijn werk doen.
Wat ik dus echter vergat: controleren of alle spijkerresten er wel uit waren. En dat is godnondeju nogantoe pijnlijk. Het kostte me ook een compleet aan flarden getrokken schuurpapier voor ik in de gaten had waarom mijn vingers het me wel erg weinig in dank afnamen.

Les 5.
Ik kocht een houtbeitel. Want het leek me prettig om niet alleen te schuren, maar de te grove stukken scherp hout, of deuvels, zouden wel eens mooi weg te werken zijn met een beitel.
Dit klopt. Die lessen van de internet filmpjes bleken erg accuraat. Ik denk dat ik niet helemaal goed oplette op hoe die mensen dat doen, want mijn eerste poging tot het wegbeitelen van wat overtollig hout, eindigde in mijn rechter wijsvinger, en de direct daaropvolgende slag die ik maakte in de knokkel die diezelfde vinger met de hand verbindt. Altijd van je af beitelen is de les hier.
Had ik zelf kunnen bedenken, maar ja. Al doende leert men.

Les 6.
Ben je klaar met klussen, is het lekker om je kluskleding in de was te doen. Zweetgeur, maar ook geuren van bewerkt hout, zijn misschien onder bizarre omstandigheden zinnenprikkelend, maar schone kluskleren zijn fijn.
Als je even snel wat anders aantrekt, maar nog geen tijd of energie hebt om de wasmachine aan te zetten (of omdat er gewoon te weinig was is, en het zonde is om voor 1 trui en 1 broek de machine aan te slingeren) doe je er verstandig aan om die kluskleren in een emmer met water te gooien. Dan gaat het stof en zaagsel ten minste niet zijn eigen leven leiden door het huis, waar je het stiekem niet hebben wil.
Maar vergeet dan vervolgens niet in de uren of dag erop alsnog die kleren te wassen, want anders gaan die kleren niet alleen naar zweet en hout ruiken, maar dan wordt dat bouquet aangevuld met een viezer luchtje.... Sorry Ilse. 

Het gevolg van deze acties is wel dat Ilse en Jente erg goed in konden schatten wanneer ze ook van papa/echtgenoot minimaal anderhalve meter afstand moesten houden.

Goed, hier zijn we nog steeds corona vrij, en verveeld. Ik hoop dat ik snel weer aan het werk kan. Want hoe lief mijn meiden ook zijn, soms.....

Prettig weekend allemaal en stay safe. (Qua corona en klussen, that is).





Bijzondere mensen, een observatie.

 Reizigers. Passagiers. Ze zijn er in alle soorten en maten. Het kleine kereltje van een jaar of 9, die de trap af kwam, zeulend met de veel...