zaterdag 18 april 2020

Plechtige hommeles

Vier en vijf mei komen er weer aan. En hoewel alle festiviteiten rondom de bevrijding zijn afgelast, wil men toch de doden herdenken. Voorwaar een mooi idee.

En al snel jakkeren de blije initiatieven het land door. Alle trompettisten moeten om 19:58 uit hun slaapkamerraam, voordeur, keukendeur, garagepoort, tuinhek of kelder het signaal Taptoe infanterie gaan spelen.
Zeg maar dag met je handje tegen de ingetogen plechtigheid. Los van het feit dat er altijd wel weer een kneus zal zijn die het verkeerde signaal speelt, voorzie ik intense lelijkheden ontstaan.
Geluid draagt ver, dus als er in een wijk 2 trompettisten op hetzelfde lumineuze idee komen, zitten die constant in elkaars echo te hompen. Dat gaat gegarandeerd meer tot hilariteit leiden, dan tot ingetogenheid.
Dat signaal (ik doe dit al zo'n slordige 12,5 jaar) is geen kattenpis. Iedereen weet wat er moet klinken, en iedereen heeft er een mening over, en o wee, als je een rafeltje ergens hebt, dan zal je dat nog lang weten.
Ik ben zelf eens met een signaal op lucky-tv geweest, dus ik kan het weten.
Als er nu per wijk, of per dorp of zo iets van coördinatie zou zijn, dan kun je dit dus allemaal voorkomen, maar het grote gebrek aan dit initiatief, is coördinatie.

Het comité vier en vijf mei, maakte het mijns inziens nog een hele dikke haar erger door te stellen dat iedereen die een (blaas)instrument speelt, het signaal taptoe kan gaan spelen. Om 19:58.
Nu weet ik ongeveer hoe een fagot kan klinken. Indien goed gespeeld klinkt zo'n chromatische regenpijp mooi warm, donker en vooral laag.
Ik bezit ook over een behoolijk goed inlevingsvermogen, en het idee dat er straks in mijn wijk iemand met een fagot het signaal taptoe infanterie gaat spelen, levert bij mij serieus buikpijn op. Van hilariteit, maar ook een beetje van de wil tot overgeven. Noem me een traditionele hork, maar een signaal hoort met een (signaal)trompet gespeeld te worden.
Stel je maar voor dat de generaal op het slagveld zijn bevelen moest doorgeven, en geen trompettist had, maar wel een fagottist. Alle vechtenden zouden spontaan gierend van de lach elkaar in de armen vallen, en vrede zou gesticht zijn.
Ja, of de vijand zou dermate geirriteerd zijn door het geluid dat ze de troepen in minder dan 2 minuten compleet afslachtten.
Of Harry, die lid is van de plaatselijke doedelzak-vereniging. Moest van de buren al in de kruipruimte oefenen, omdat geen enkel zinnig mens lastig gevallen wil worden met het geoefen op een doedelzak. Die ruikt nu zijn kans. Kan eindelijk laten horen dat een doedelzak wél mooi, ingetogen en plechtig kan klinken.
Dat is inderdaad grenzeloos hilarisch. Maar wel het recept voor een totaal om zeep geholpen plechtige sfeer die een dergelijke herdenking vereist.

Uit principe doe ik dit jaar dus niet mee, tenzij ik een rechtstreeks dienstbevel krijg vanuit het Orkest van de Marechaussee. Maar dan ga ik er vanuit dat het om een gecoördineerde bijeenkomst gaat, waarbij ik niet lastig gevallen word door andere uitvoerders, die het al dan niet kunnen. Ik wil best garant staan voor een goed en mooi en plechtig uitgevoerd signaal taptoe op zo'n dag, maar ik weiger om onderdeel te zijn van iets dat juist dat onmogelijk maakt.
En persoonlijk vind ik het bizar dat juist het comité vier en vijf mei, op deze manier zo ongelooflijk afbreuk doet aan hun eigen bestaansrecht.

Let wel: het lijkt erop alsof ik nu heel verongelijkt ben, maar dat is niet zo. Ik vind alleen oprecht dat een dergelijke herdenking zijn kracht gaat verliezen als "jan en alleman" met alle beschikbare toeters en bellen zomaar wat gaat doen.

Waar ik wel verongelijkt over ben: ouwe mannetjes, die denken dat ze goed kunnen rijden, desondanks onze autospiegel eraf rijden, en vervolgens wegrijden. Zoek het maar uit.
Dat ging zo:
Wij gingen naar een afgelegen bos om Jente uit te laten, zonder al te veel mensen tegen te komen. Daartoe reden we naar een van de buitengebieden (Almere kent nogal wat prachtige buitengebieden die echt de moeite waard zijn. Die crisis is nog eens ergens goed voor: ik ontdek dat mijn door elders wonende contacten afgekamde stad, echt veel mooier is dan ikzelf alleen al dacht).
Die buitengebieden zijn met de auto prima bereikbaar, maar wel vaak via smalle wegen, waardoor jijzelf, én het tegemoetkomende verkeer regelmatig even de berm in moeten om elkaar veilig en zonder schade te passeren.
En in alle gevallen ging dat prima. Tot we iemand met een Kia Picanto tegenkwamen, die het gewoonweg verrekte om net zoals Ilse deed, even wat meer aan de kant te gaan. En dan heb ik het over een Kia Picanto. Zo'n klein stadswagentje, waarmee je echt niet de hele weg nodig hebt.
Een luide dreun was het gevolg, en Ilse haar buitenspiegel was verleden tijd. Compleet versplinterd.
De kap van de picanto eindigde op de weg, en werd vervolgens overreden door achterop komend verkeer.
De Kia kwam terug, en een wat arrogante babyboomer balkte ons toe, of wij het waren die zijn spiegelkap eraf hadden gereden.
Ilses antwoord was heel wat eerlijker: "Ja, WIJ hebben ELKAAR geraakt".
Zonder verder veel woorden vuil te willen maken aan de situatie, keerde de boomer een paar keer, reed daarbij en passant ook nog over zijn eigen kap heen, alvorens hem op te rapen, en vertrok.
Ons in verbijstering achterlatend, want wij hadden gedacht dat meneer de boomer wel zo netjes zou zijn om gegevens in te vullen.
Maar helaas. Meneer de boomer was dus niet netjes.
Nu zal het verzekeringstechnisch wel zo zijn dat ieder zijn eigen schade moet betalen, maar wegrijden na een aanrijding(kje) zónder gegevens uit te wisselen, is een no-go. Dus uit principe heb ik aangifte gedaan, en zal meneer met de politie dan maar tot een oplossing moeten komen.
Het leidde er wel toe dat ik een klein klusje had, namelijk het vervangen van een buitenspiegel.
Via een merk-specifieke marktplaats-groep vond ik een spiegel, en ik toog naar de verkoper.
In de veronderstelling dat het betalen-halen was, kwam ik er aan, en werd vervolgens een uur lang getrakteerd op allerlei leuke verhalen, grappen en grollen. Het was meteen ouwe-jongens-krentenbrood, en ik kreeg een kijkje in de keuken van 2 jonge gozertjes die helemaal into de Peugeotjes 205 en 306 waren. Vol passie vertelden ze alle verhalen over de meest exotische exemplaren die ze hadden staan, waar ze mee bezig waren. En zo tussen neus en lippen door deden ze af en toe iets met concern-genoot Citroën.
Uiteindelijk heb ik er een uur heel erg genoegzaam zitten praten.
En het vervangen van de spiegel ging eigenlijk best goed.
Ik belde vriendje Bram die mij uitlegde hoe ik dat moest doen, en welke dingetjes er waarschijnlijk af zouden breken.
Ik kon hem na een half uurtje melden dat het gelukt was, inclusief exact die dingetjes waarvan hij zei dat ze waarschijnlijk af zouden breken.
Maar de spiegel zit weer, en Ilse kan weer veilig over straat.

Wie ook echt vreselijk verongelijkt kan zijn: mijn dochter.
Geen idee waar ze haar bloeddorstigheid vandaan haalt, maar gisteren had ze haar dag niet.
We waren op weg naar een of ander kasteel in Almere. Een typisch voorbeeld van megalomanisme dat toch maar niet van de grond wilde komen.
Dat kasteel is een soort van ruïne, en meer omdat het nooit is afgebouwd, dan dat het gewoon oud is.
Diverse speculanten, projectontwikkelaars en andere vastgoedfiguren hebben daar hun tanden op stuk gebeten, met als gevolg dat er een soort van onaf kasteel staat.
En omdat ik nu pas Almere begin te ontdekken, wilden we daar een kijkje nemen.
Ook hier weer een prachtige omgeving, met een prachtige brug over een riviertje om bij dat kasteel te komen. Maar aan de overkant van die brug, was er een groot hek, met daarop alle standaard teksten die aangeven dat je er als normaal individu niet welkom bent.
We mochten er niet in.
Dit tot groot verdriet en ongenoegen van De jongste Coster telg. Woedend was ze. Ze zou van die mensen wel eens gehakt maken. Doodmaken. En meer van zulks. Met het schaamrood op onze kaken passeerden wij enkele mensen, alvorens wij in de (zo vakkundig gerepareerde) auto van Ilse stapten.

Inmiddels ben ik zeer gepassioneerd een aantal vogelhuisjes in elkaar aan het zetten (ik word wijzer want de afgelopen paar dagen geen verwonding erbij gekregen), en zelfs een van de tuinstoelen gerepareerd die door weer en wind toch wel erg sleets geworden was.
Ik ben nu wel zover dat ik mijn tanden in het volgende project ga zetten: een mooi bed maken. Voor ons. Ilse en mij. Een luxe liefdesnest.
Ilse gaat alvast aan de slag met zogenaamde verzwaringsdekens, die naar verluidt goed zouden zijn voor de gezondheid.
Die wil ze dan vullen met grind. Aangezien zij degene is die onderzoek heeft gedaan naar dit onderwerp, zal ze wel weten waar ze aan begint en zo, maar ik kan dus ooit zeggen dat ik inderdaad onder een steen vandaan kom.

Dit geschreven hebbende, wens ik u allen een goed weekend.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...