zaterdag 11 april 2020

Auw!!!

Als je de simpele regels der statistiek volgt, is het volkomen logisch dat je jezelf een keer erger verwondt tijdens het klussen, dan een simpele schaaf, splinter of mep met een hamer.
Iedereen die veelvuldig aan de klus is, komt een keer aan de beurt.
Gisteren was het mijn beurt: met iets te veel geweld roste ik het snijvlak van een mes met venijnige precisie nét achter de eerste knokkel van mijn linker wijsvinger. En diep.

Daar gaat een verhaal aan vooraf, want niemand die bij zinnen is, rost zonder reden een mes met venijnige precisie nét achter de eerste knokkel van zijn linker wijsvinger. En diep.
Ook ik niet.

Een paar maanden geleden kwam Ilse thuis met een setje aardappelschilmesjes van de plaatselijke super. We hadden namelijk een tekort aan die krengen en 4 voor 1 euro is nu eenmaal een prima aanbieding voor dit soort toch wel redelijke wegwerp-producten.
Al snel kwamen we tot de conclusie dat die messen voor slechts 1 ding geschikt zijn: het slijpen van gevonden takken in het bos (een leuke bezigheid van ons drietjes als we in de natuur de hort op gaan). Want die mesjes zijn dusdanig goedkoop gemaakt, dat je er een appel niet fatsoenlijk mee kan snijden of schillen. Het lemmet is goed, maar het heft is om van te janken. Dat beweegt mee met alle bewegingen die je maakt om een stuk fruit of aardappel te snijden, waardoor een halve appel gewoon niet mogelijk is. Laat staan het dun schillen ervan.
Dus zaten we alsnog met een tekort aan aardappelschilmesjes, ondanks dat die qua hoeveelheid toch waren toegenomen.

Omdat ik inmiddels uit de klussen ben (ik weet echt even niet meer wat ik zou kunnen doen, aangezien het toilet op zich laat wachten, en de volgende klus -een nieuwe trapleuning- nog minimaal een jaar lang moet drogen) besloot ik dat ik wilde gaan proberen of ik die mesjes zou kunnen verbeteren door er nieuwe heften voor te maken.
Het plan was om van een van die gevonden takken een heft te maken, de mesjes te ontdoen van die vreselijke slappe plastikken kutheftjes en dan de zelf gemaakte houten heftjes te bevestigen.
Erg veel werk voor een mesje van 0,25 euro, maar wat is de lol aan zomaar weer nieuwe kopen, terwijl je met een beetje handenarbeid iets leuks kan proberen te maken.
Het op maat zagen van het stukje hout, en het splijten ervan om ruimte te maken voor het mes, ging erg soepel.
Het verwijderen van het heft van het bestaande mes, ging echter heel wat minder soepel. Bij bestudering ervan, ging ik er eigenlijk van uit dat ik de pinnetjes eruit moest tikken, maar er zaten helemaal geen pinnetjes in. Wel zaten er van die mooie, zilveren dopjes op die deden vermoeden dat er pinnetjes inzaten. Bleken fake.
Ik kwam tot de zeer terechte conclusie dat de boel gewoon verlijmd was, en stevig ook. En dat is waar mijn luiheid me een ongelooflijke loer draaide. Want in plaats van het juiste gereedschap ervoor te pakken, dacht ik het met een identiek mesje op te kunnen lossen, door de boel weg te steken en te snijden.
Dat lukte één plastic scherfje lang erg goed. En net op het moment dat ik dacht dat het wel vreselijk lomp zou zijn als ik uit zou schieten, schoot ik uit. Met venijnige precisie net achter de eerste knokkel van mijn linker wijsvinger.
Gedurende één heel erg gelukkige seconde, voelde ik er niks van, en wilde ik verder gaan. En toen brak de witte pijn door. En begon het ook denderend te bloeden.
Vloekend rende ik naar binnen, om de boel te spoelen, en dicht te drukken. En op bevel van de huisbazin belde ik met de huisartsenpost, omdat elke keer als ik de euvele en pijnlijke moed (lees: onnadenkendheid) had om mijn wijsvinger te buigen, het weer begon te bloeden.
Intussen begon ook Jente zich ermee te bemoeien, want die had gezien dat ik op de witte plavuizen een behoorlijk bloederig spoor had achter gelaten, en zij zou dat wel even gaan schoonmaken. (Heel erg lief natuurlijk). Alleen toen ze klaar was, was het geen bloedspoor meer, maar een waar bloedbad. Alsof ik er niet mijn vinger had geslacht, maar een compleet varken.
Het gaat om het gebaar.
Eenmaal bij de dokter op de huisartsenpost, kreeg ik te horen dat mijn naaldenangst, hoewel typisch een mannendingetje (volgens de villein grijnzende jongedame) onnodig was. Want met een hechtpleistertje en een paar uurtjes klusrust, zou het goedkomen. En voor de pijn mocht ik best een paar paracetamolletjes.

Nogmaals: statistisch gezien was ik gewoon aan de beurt, maar ik kon mezelf wel vervloeken. Bij het klussen aan de aanhanger, kon ik het zelf wel af met een pleister. En voor de rest is alles gelukt met kleine ongemakken. Maar nu was het vooral mijn eigen luiheid om het juiste spul te pakken, die me de das omdeed. Hoewel ik dan waarschijnlijk met een zaag in mijn been had gezeten of zo.
Het zal natuurlijk niet zo zijn dat een lullig mes van 25 cent het van me gaat winnen. Nu ben ik zo vastbesloten om dat mes te verbeteren naar mijn smaak dat ik gewoon doorga.

Die corona-quarantaine begint me inmiddels best wel te vervelen. Ik kan me levendig herinneren hoe ik mijn schoolwerk moest doen. En nu wordt dus van ons verwacht dat we huiswerk/thuisonderwijs geven.
Nu is Jente erg lief, en erg leergierig, maar ook zo eigenwijs als papa en mama samen. En op de een of andere manier heeft ze een redelijk kort lontje, als ze vindt dat ze gelijk heeft.
Vaak gaat het goed, en kom ik weg met een grapje. Soms leidt het tot onmin en geschreeuw (van haar) en soms loop ik weg, omdat ik echt even niet meer weet hoe het moet. Ik ben ten slotte geen meester. Ik ben haar vader.
En dan hebben wij er één. Hoe moet dat zijn als je er meer hebt. Niet alleen respect voor de juffen en meesters, maar ook voor al die ouders die het zomaar cheffen, met alle lastigheden.

Mijn brave Charley vond het de afgelopen maanden leuk om lawaaierig te worden. Tot het moment dat zelfs de radio op standje "blaas-de-boxen-op" het moest afleggen tegen het geraas.
Ik ging er eigenlijk vanuit dat het een slechte velg zou zijn. Maar toen we de winterwielen eraf gooiden om mijn mooie 17 inch zomerwielen erop te leggen, ontdekten we dat het stabilitatiestokje rechts, stomweg verdwenen was. Die was ontsnapt, had er geen zin meer in, of zo.
Oke, die hele santekraam ook maar vervangen.
Dat maakte het geraas in mijn auto niet minder. Helaas. Waarop vriendje Bram voorstelde dat het wel eens een wiellager zou kunnen zijn. Nu heb ik daar ervaring mee, en ik wilde het niet echt geloven, want het geluid was toch wel anders, en ik voelde het niet. De vorige keer dat ik met een versleten wiellager te maken had, voelde ik het resoneren in mijn linkervoet.
Maar goed, ik moest toch naar vriendje Ken, dus die mocht zijn magic dan maar doen. Bleek het het rechterwiellager te zijn. Geen wonder dat ik het niet voelde. Het zat gewoon aan de andere kant. Ik was ervan overtuigd dat het links was, maar dat was de verkeerde aanname, waarschijnlijk toch door een velg die er niet meer mooi uitzag.
Hoe dan ook, vriendje Ken demonteerde het oude lager (en kreeg de kogeltjes op zijn hoofd), en toen ik bij zijn garage wegreed, was ik vergeten dat ik mijn radio op standje "overstem-de-herrie" had staan, en met een nare piep in mijn oren reed ik heel blij huiswaarts.

Overigens: de bij de Deen gekochte messen van 25 cent per stuk, zijn niet representatief voor de andere producten. Zo kocht ik er een kerstboom, welke nu in de voortuin nog steeds zeer levend de lucht in schiet, en de aldaar gekochte kersenboom, heeft één heel erg mooi bloesempje aan zijn takjes. Dat is hoopgevend.

Dit alles geschreven hebbende, maken wij ons op voor pasen. Ik wens eenieder een naar omstandigheden mooi paasweekeind toe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...