zaterdag 30 mei 2020

Hoera, joechei, driewerf hieperdepiep

Hoera, joechei, driewerf hieperdepiep en meer van zulke exclamaties.
Het riool heeft het gehouden. Sterker nog: de problemen bij de gemeente waren binnen 2 dagen opgelost. Dat valt mee, en we kunnen de hele schijtzooi nu lekker in de boeken zetten als een tijdelijk ongemakje. Hoewel dat ongemakje toch wel redelijk werd goedgemaakt door het overbuurjongetje die met zijn 2 jaar helemaal lijp is van Jente, en dus met enige regelmaat ons (en de heel erg leuke en empathische werklui van de gemeente) de stuipen op het lijf joeg door zonder veel plichtplegingen als uitkijken, dwars door, over en langs allemaal stenenstapels, gleuven, kuilen en zaagmachines te glippen, om Jente's aandacht op te eisen. De fluffy kater van diezelfde overburen heeft eenzelfde soort genegenheid voor ons (huis), maar die komt dan weer meer voort uit het feit dat hij daar eens een gulle greep in de voerbak kan doen.
U begrijpt vast dat ik inmiddels wel onze complete tafel aan splinters heb "afgeklopt", voordat ik straks weer een terug gespoten baggerzooi aantref op ons toilet.

Hoera, joechei, driewerf hieperdepiep en meer van zulke exclamaties.
Inmiddels hebben we het heuglijke nieuws ontvangen dat het naar behoorlijk grote waarschijnlijkheid toch mogelijk zou kunnen gaan zijn dat onze vakantie in Frankrijk doorgaat.
We zaten immers al een hele poos op elkaars lip door de coronamaatregelen, is het uiteraard bijzonder verlossend om dat dan nog eens dunnetjes over te doen in een tent van 7 bij 4. En gezien het feit dat het om een naturistencamping gaat, geloof ik dat ik mezelf heel erg aan die 10,50 meter ga houden.
Hoe dan ook, het is toch best wel een pittig seizoen geweest, en ik vind dat we die vakantie nodig hebben. Verdiend hebben. We mogen dus ook best gewoon lekker gaan genieten van liters Pastis, kilo's Franse (stink) (schimmel) kazen en ganzenleverpatés en andere versnaperingen. Komt mijn kar (welke ik nu frequent gebruik voor aan- en afvoer van tuinpuin en hout) toch nog voor vakantie van pas, dit jaar.

Hoera, joechei, driewerf hieperdepiep en meer van zulke exclamaties.
Ik kreeg een heuglijk telefoontje van mijn oude uitzendbureau. Mijn tijdelijke werkloosheid zal heel misschien, als alles meezit over niet al te lange tijd zo geleidelijk aan tot een halt komen. Omdat ik het klussen (en we zijn nog lang niet klaaaaar, nog laaaange niet, nog laaaaaaange niet en we zijn nog lang niet klaar, maar 't eind is bijna daar), hoezeer ik er ook van tot rust kom en er van geniet, nu toch wel een beetje zwaar begin te vinden.
Het zou fantastisch zijn om mijn collega's van het platform weer terug te zien. En financieel ook prettig, want hoezeer ik ook begrip heb voor mijn collega's uit de muziek, over uitzendkrachten, hoor je niemand. En het is niet zo dat de ww wél snel of zonder enige vorm van verplichtingen uit betaald word. In tegendeel. De laatste paar weken waren nijpend. En tuurlijk, ik had mijn deeltijd inkomen van defensie, maar je doet je lange termijn aankopen over het salaris dat je overal vandaan haalt. En dan ineens merk je dat je als uitzendkracht toch wel erg makkelijk overboord gekieperd wordt. Ondanks dat ik de reden wel snap. Maar hele volksstammen die als uitzendkracht hun hele inkomen  verdienen, en dus nog veel dieper in de problemen komen. Hoor je niemand over. En ik ga er ook niet al te lang op door. Maar muzikanten en andere kunstenaars zijn niet de enigen die lijden onder de corona ellende.
Maar goed.

Over dat klussen gesproken: in goede harmonie met mijn buren, zijn we begonnen met het plaatsen van een schutting tussen onze huizen. Daar stond eerst een vermaledijde coniferenhaag, en daar komt een mooi stukje schutting tussen.
Die werden pas gisteren geleverd, en dus zijn we vandaag begonnen. Geweldig. Die krengen zijn dus onverwacht zwaar.
En omdat we het wel goed willen doen, moesten we het eerste deel toch een paar keer opnieuw zetten, voor het goed en naar ons zin stond. Dat blijkt voor 2 daarin onervaren jonge kerels toch een hele opgave.
Aan het einde van de middag moest buurman werken, ik douchen (van hard werken in de zon ga ik zweten en meuren, en om Ilse niet te zeer van haar eetlust te beroven ging ik dan eerst maar even onder een verfrissende douche) dus vonden we het gezegend.
Morgen verder.
En dan als dat af is, heb ik al weer een heleboel andere klussen op mijn bord. Ik wil de tuin achter aan kant maken. Dan een hoger werktafeltje dat past bij mijn grumpy-old-Citroën-driver-krukje, dan een paar aanpassingen aan mijn hoogstpersoonlijk gebouwde gereedschapskist, etc... etc...
Snapt u dat ik graag weer aan het werk wil?
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ik het mezelf allemaal opleg. Want als het aan Ilse ligt, doe ik het gewoon kalm aan. En dus zou werken ook wel weer iets van rust kunnen betekenen als.... Naja. Hoe dan ook.

Over Ilse gesproken:
Die sprak een kleine week geleden de wens uit dat ze toch weer een kleiner autootje wilde, want die Xsara station was toch wel groot, zwaar en stond veel stil en dat was zonde van het geld.
Het zweet brak me uit. Ze zal toch niet weer zo'n kliko met koplampen willen? Zo'n Ron Brandsteder mobiel?
Maar nee, het moest dan maar een Citroën Saxo worden. (Hoera, joechei, driewerf hieperdepiep en meer van zulke exclamaties). Liefst met airco, en als het even kan ook nog met 5 deuren.
Het budget: liefst gratis, of geld toekrijgen.
Dat laatste is me op een paar honderd euro na, niet gelukt, de rest wel. En zo kon het dat we afgelopen donderdag naar Zaltbommel reden om eens te kijken of de aangeboden auto, ook daadwerkelijk iets zou kunnen zijn dat voor ons budget goed genoeg was.
En dat was zo. De airco blies na even nadenken, zo erg koude lucht dat we terstond bevroren, alle 5 de deuren gingen open, en de motor is zó gretig dat ik bij het wegrijden moet oppassen dat ik tijdig instuur, omdat ik anders bij de overburen de tuin verwoest.
Dus hebben we onze tweede Saxo, en ik ben weer een beetje verliefd. Het is klein, aandoenlijk en behoorlijk luxe, met airco, elektrische ramen, centrale vergrendeling met afstandsbediening en een trekhaak. (Wat je ermee zou kunnen en mogen trekken, is me een raadsel. Volgens mij moet je dat helemaal niet willen, zelfs mijn kleine karretje is al groter dan die hele Saxo, maar soit. Er zit nu eenmaal een trekhaak op).
Het rijdt heerlijk. Ik ben zelfs een beetje jaloers. Beetje jammer was wel dat de ruitenwissers zó oud waren, dat ik de rechter pontificaal afbrak, toen ik ze los wilde halen. En diezelfde stunt herhaalde ik bij de Xsara, omdat die weggaat, en dus vond dat die ruitenwissers wel even geruild konden worden.  Soms is mijn intelligentie wat trager dan de materialen waarmee ik werk.

Goed, dit alles geschreven hebbende, wens ik u allen een goed weekend.
Blijf veilig, en doe niets dat ik wel zou doen....






zondag 24 mei 2020

Meer geklets.

Ik vergeet nog wel eens dat ik lijd aan een depressieve stoornis, en op zich is dat goed nieuws.
Echter, ik krijg keihard de deksel op mijn neus gebeukt, als er iets niet helemaal gaat zoals het zou moeten.
Ik noem een overstroming van ons riool, door een treurige kwaliteit van aanleggen onder ons huis.
Dan raak ik van de kook. Gelukkig heb ik dan een Ilse die er op haar blijmoedige manier de moed in houdt.
Want het is natuurlijk niet zo dat we niks beters te doen hebben, dan ons druk te maken over een overstroming van een treurig aangelegd riool.
Goed, dat opgelost.
En verder.
Verder met alle klussen die we (al dan niet met buren links en rechts) willen. En met verbetering van ons huis en woongenot.
Mijn allerliefste besloot op hemelvaartsdag, dat het de dag was om eens wat op te ruimen. Waaronder ook de gang, waar mijn zelf gebouwde kapstok al een paar jaar zeer stevig staat te pronken. Daar zou ze graag wat verandering in zien, en ze zou ook graag willen dat het ding ein-de-lijk eens een wit jasje zou krijgen. (Dat wilde ik ook, maar omdat ik man ben, vond ik niet dat ik mezelf daar elke 6 maanden aan hoef te herinneren).
Maar goed, dus ik aan de slag met de kapstok verbouwing, Ilse aan de slag met opruimen, en Jente met een aangewaaid buurmeisje/vriendinnetje aan de slag om zoveel mogelijk van het werk van Ilse ongedaan te maken en zoveel mogelijk van mijn werk onmogelijk te maken. Heel lief, dat alles.
Ik was goed op weg tot ik op een gegeven moment een soort van drassig geluid voelde soppen onder mijn roze nep-crocs (welke binnenkort vervangen worden door hippe, fleurige échte crocs). Ik keek, en zag dat er wéér een laag water ontstond in de gang, en dat de droogloopmat wederom helemaal doorweekt was met wanstaltig geurend rioolwater.
Het buurmeisje in kwestie heeft nog nooit in zó korte tijd zoveel zaken gehoord die niet voor kinderoortjes bestemd zijn, maar ik was wederom in alle staten en niet tot enige kalmte te manen.
In bijna blinde paniek de rioolmeneer ontboden, die helemaal ontdaan was dat hij twee keer op hetzelfde adres op een feestdag op moest komen draven.
Nogmaals een controle, en toen kwamen we tot de wrange ontdekking dat ons riool nu wel goed is, maar 11 meter bij onze voordeur vandaan (dus op gemeentegrond) er een behoorlijk probleem ligt.
En natuurlijk is op de dag na hemelvaart geen gemeente-ambtenaar aan het werk, dus de rioolmonteur heeft de verstopping daar weggehaald, met het klemmende advies om de gemeente zo snel mogelijk te laten komen.

Inmiddels zijn al onze handdoeken en dweilen twee keer nat geworden van niet zo fris geurig rioolwater, maar ook onze droogloopmat is inmiddels totaal verzadigd met poep, plas, afwas en ander water dat voor consumptie niet meer geschikt is.
En omdat we toch wat laks waren met het binnenhalen ervan, ligt die nu over mijn aanhanger in de regen te drogen.
Die handdoeken zijn met een 90 graden wasje wel weer te redden. Maar die droogloopmat... Laten we zeggen dat er een goede reden is dat het personeel van de Gamma, de Praxis en E-Norm van Driel mij inmiddels bij mijn voornaam kent, mijn koffiesmaak kent, weet van mijn ingebakken Citrofielie, en mij wist te feliciteren met mijn vrouw, 6 mei jongstleden.

Afgelopen week was het zover. Een heusch onderzoek naar of ik wel of niet ADHD heb. Een uitslag is er nog niet, maar sooooo-de-juuuuuuuuhhhhhh wat was ik totaal afgepeigerd na dat gesprek. Maar echt. Ik moest midden op de dag bij gebrek aan luciferhoutjes, wat stokjes uit mijn modelbouw gereedschapskist op maat maken, teneinde mijn oogleden te beletten om op elkaar te vallen. Wat was ik moe. Een flink uur aan de telefoon hangen, heel veel en diep nadenken over antwoorden op vragen die ik misschien niet eens wilde beantwoorden of die zó diep gingen, dat ik mijn ziel tot in mijn kleine teen moest doorzoeken.
Ik kon zelfs geen appel van peer onderscheiden.

En dan komt Jente weer thuis van school.
Ik geloof dat het mijn brave zuster was, die me op een gegeven moment eens influisterde dat zo'n kind tussen haar 5e en 9e in een fase komt waarin je je afvraagt of dit nu echt het snelste zaadje had moeten wezen.
Waarin je je afvraagt of het nu echt allemaal aan jou ligt, of dat er toch iets grondigs mis aan het gaan is. Waarin je je afvraagt of en waarom je het allemaal nog wel zo leuk vindt.
Begrijp me niet verkeerd, ik hou zielsveel van mijn dochter, en iedereen die haar vreemd bekijkt, zal niet lang gebruik kunnen maken van zijn of haar ogen.
Maar de fase waarin ze zich nu bevindt, is er een van ongekende brutaliteit. En niet een keer per dag. Maar aan de lopende band. Bijna niet te corrigeren zonder dat het gepaard gaat met brulpartijen waar de oprichters van Farmers Defence Force nog een puntje aan kunnen zuigen. En het egocentrisme staat op een hoogte waar Geert Wilders en Thierrie Bodet nog een dikke punt aan kunnen zuigen.
En als de boel dan weer gesust is, tot rust gekomen is en nét als we denken dat we door kunnen met de alledaagse gang van zaken, jawel: dan volgt er weer een staaltje brutaliteit waar je u tegen zegt.
Niet van het soort waar je om kan lachen, omdat het zo lekker schattig en spitsvondig is. Nee, echte, gemeende brutaliteit... Vermoeiend en onzeker makend.
Ik snap ergens dat het ook zo is dat ze gewoon de contacten met haar vriendjes mist, en dat ze ons misschien wel een beetje als vervangers daarvan ziet. Maar waar doen we goed aan? Als ik elke brutaliteit ga bestraffen, kan ik beter een kippenhok in de tuin voor haar bouwen. En dan is het heel de dag door ruzie. Als ik te weinig reactie geef, dan wordt het normaal.
Vragen, zoveel vragen.
Ze schijnen er ook weer uit te groeien, en dan wat leuks te krijgen. Ik kan niet wachten.
Hoewel dat ook wat overdreven is, want er zijn ook leuke momenten met haar. Zo rond slaaptijd.... En zo rond het ontbijt, als ze net wakker is.
En los van haar brutaliteit komt ze ook wat vaker een kus of knuffel geven. Maar toch.

Met voorgenoemde zus had ik een telefoongesprek over haar containers, en hoe ze die zo voordelig mogelijk kon wegwerken. Dat wil zeggen: uit het zicht krijgen.
Omdat zuslief nogal veel noten op haar zang heeft, ging ik ondertussen even een peukje roken, netjes op mijn rookkrukje gezeten.
Op het smoelenboek zie je, als je een beetje op gekkigheid zoekt, soms pagina's die gewijd zijn aan de modieus gezien minder valide mens. Vooral de mode-gehandicapte-Wallmart-bezoeker, komt veelvuldig aan bod.
En voorop gesteld dat ik op roze nep-crocs loop, die vervangen gaan worden voor hippe, fleurige echte crocs, moet ik bekennen dat ik wat mode betreft ook niet vooraan stond toen de goede smaak werd uitgedeeld.
Maar tijdens dit gesprek met zusterlief, liep er een volronde vent voorbij, met een chiwawa (of zo'n soort enkelbijter), gekleed in een donkergroen shirt, ballenknijper (waar flappen van zijn shirt onderuit bungelden en een soort van birkenstocks aan zijn voeten.

Groen shirt
Ballenknijper (met flappen van shirt uit de beengaten flapperend)
Soort van birkenstocks

U kunt zich voorstellen dat ik afgeleid was, en vreesde dat er ergens in Almere ook een Wallmart was geopend. En dat ik bijna onpasselijk werd van deze weinig verheffende aanblik.
Heel bizar.

Goed.
Morgen de gemeente maar eens op hun plichten wijzen. Ten slotte betaal je je blauw ook aan rioolrechten, dus daarvoor mag ik dan ook verwachten dat er prompte actie ondernomen wordt. Ik hoop niet dat ik al mijn excrementen in een forse emmer moet deponeren, die ik vervolgens op straat flikker. Dat is wel heel erg middeleeuws.

Omdat het weekend reeds bijna voorbij is, wens ik u allen een mooie (werk)week toe.


zondag 17 mei 2020

Ik klus je niet alleen maar de moeder, maar inmiddels de hele familie.



Een poos terug kwam mijn schoonvader met een hele stapel latten aan. Mijn schoonouders hadden namelijk hun bed voorzien van een nieuwe lattenbodem, kenden mijn houtbouw-driften, en in plaats van het in de haard op te stoken, gaven ze het aan mij.
Want het zou zo leuk zijn als ik er een Rietveld-stoel-junior van zou maken.
Dat leek mij ook superleuk, maar dat is dus mooi mislukt.

Want inmiddels ben ik een aantal bouwsels verder, en zelfs een kruk en een tafel, maar geen Rietveld-stoel-junior.
Ik maakte achtereenvolgens een kruk, een opklapbare tafel, een schatkistje voor Jente, een gereedschapskist voor mezelf en tot slot bouwde ik een modelautootje om naar iets mooiers.
 Dat zit zo:
Ik irriteerde mij mateloos aan de kleine opstapkrukjes die wij, lang geleden, bij de Ikea kochten. Het zijn prima dingen, en ik heb er vaak zeer dankbaar gebruik van gemaakt. (De lijmvlekken, zaagsnedes en aangeplakte verfresten getuigen hiervan). Maar na verloop van tijd gaan ze wiebelen, wankelen, en hoe strak je ze ook aandraait, het wordt nooit meer dan wat het was: een Ikea meubel dat niet echt geschikt is om lang mee te gaan.
Maar met alle gekregen latten (Ikea...) meende ik iets beters in elkaar te kunnen zetten. Ik begon met het voorgenoemde krukje als voorbeeld. Maar omdat mijn bouwtekeningen in mijn hoofd zitten, en ik erg flexibel ben op sommige momenten, stond er toen ik klaar was een soort van barkruk naast me, met rugleuning. Perfect op hoogte om lekker op te leunen, zitten of te hangen. Peukje erbij, koffie erbij en in de voortuin ermee.
Niet echt wat ik voor ogen had, want erg geschikt om als vervanging te dienen voor het krukje dat ik net zo verfoeide, is het niet. Daarvoor is hij te hoog.

Ilse verdwijnt vaak naar boven als ze moet werken, of iets werkgerelateerds moet doen. Daar is het rustiger, want er loopt geen eigenwijsneuzerige Jente rond die zich overal mee wil bemoeien. En daar is geen Marnix die allemaal dingen wil maken. Daar is rust. Maar geen tafel.
Nou is diezelfde Marnix heus niet de lulligste, dus: hoppa, ik maak een tafel. Een opklapbare tafel.
Heel hip: ik kocht daarvoor zwarte scharniertjes. Ja, heel hip, echt suuuuuuupergaaf. Jammer alleen dat die scharnieren op plekken zitten waar je ze niet ziet. Net niet lang genoeg over nagedacht.
Verder functioneert die tafel prima. Volgens Ilse. Heel stevig. Lekker om aan te werken. Ze is er oprecht blij mee, en vindt hem nog mooi ook. Zeker nadat ik het ding lekker in het wit sopte.
Die stevigheid houdt op zodra ze haar naaimachine aanzet. Dan springt die tafel mee met het ritme van de naaimachine. Wat op zich voor het maken van mondkapjes, jurkjes, tangaslips en tentzeilen niet heel handig is, tenzij je vrolijk wordt van stiksels die alle kanten op gaan.

En toen ik dat hout zo zat te bekijken, flitste er ineens een jeugdherinnering door mijn hoofd. Ik had namelijk een houten kistje als kind. Een klein houten kistje, waarin ik mijn snuisterijen kon bewaren. Mijn geheime dingetjes. Zoals een kind dat soort dingen kan hebben.
Ik gunde Jente dat ook. Dus hoppa: aan de klus maar weer. Toen ik vertelde wat ik ging maken, ging haar snoetje glimmen. Dát was nog eens leuk.
Toen ik zei dat ik het kistje zwart ging verven, en uitlegde waarom, kon haar dag helemaal niet meer stuk. Want niet alleen had ze een echt eigen schatkistje, maar die kon ze ook nog eens helemaal naar eigen smaak bekrijten. Gedurende de 2 dagen dat ik ermee bezig was, bleef ze maar vragen wanneer die klaar was. En inmiddels heeft ze die kist ook aan haar smaak aangepast. En kan ze er haar snuisterijen en geheimen in bewaren, zonder dat wij als ouders daar in gaan zitten neuzen.

Met die drie zaken in mijn gedachten, keek ik eens naar mijn handen.
Telkens als ik een stuk gereedschap nodig heb, graaide ik in een plastikken bak, zoekend naar een specifiek bitje, zaagje etc. En telkens haalde ik mijn klauwen open aan gereedschap dat ik helemaal niet nodig had. Of kwijt dacht te zijn.
De rioolmonteur had een hele mooie, zelfgemaakte gereedschapskist. Specifiek op zijn behoefte als rioolmonteur gemaakt en ingericht.
Verhip, zo dacht ik. Dat wil ik ook. En mijn hout is nog niet helemaal op.
Aan de bouw maar.
En daar waar ik voor Jente en Ilse niet alleen iets leuks/nuttigs, maar ook iets moois wilde maken, gold dat niet voor de gereedschapskist die ik voor ogen had. Die moet vooral sterk en praktisch zijn. Het gereedschap dat ik vaak gebruik, moet op een logische manier erin, zodat ik er snel en makkelijk bij kan, zonder mezelf te verwonden nog voor ik begonnen ben met de klus.
Mooi is hij dus niet geworden, maar wel precies zoals ik hem hebben wilde. Met alle zut op een eigen plaats, en toch ruimte voor wat losse zaken. En die staat dus nu binnen in de trappenkast te pronken.

En meteen kon ik er gebruik van gaan maken, want ook miniaturen hebben mijn interesse. En omdat ik ineens de geest kreeg en een bestaand model ging slopen om er iets anders van te maken, kon ik van mijn gereedschapskist meteen goed gebruik maken. De lijm, de verf, de houtjes, de dremelspullen en de kwastjes... Alles op een logische plek goed bereikbaar, zonder dat ik al morrend, mopperend, vloekend, scheldend en tierend de rest van het gezin sidderend van angst naar buiten joeg.
Jammer was wel dat ik die kist dus op een stoel zette, Jente niet goed uitkeek en met haar hoofd ertegen aan liep. En vervolgens (niet helemaal ten onrechte, die kist had beter op de grond kunnen staan) mij de schuld gaf van het feit dat zij niet helemaal goed keek waar ze liep, en dus naar eigen zeggen een enorme bult op haar hoofd had. Waar dat gevoel voor drama vandaan komt, weet ik niet. Ze moet later maar actrice worden of zo.

Rest mij nog één ding voor het hout echt helemaal op is: een laptop plankje kopen voor op Ilse's tafel. Want ondanks dat de tafel prima op hoogte is: een verhoger voor de laptop is toch wel fijn (werken).
Dat lijkt het makkelijkste klusje, maar mezelf kennende onderschat ik de makkelijkste klusjes als een gek, en ben ik dus relatief langer bezig met een laptop-verhoog-plankje dan met een kruk, tafel, schatkist of gereedschapskist.
Met Jente's kistje ben ik het langste bezig geweest, want die wilde ik echt mooi hebben. Mijn eigen kist duurde vooral lang omdat ik het gereedschap moest uitzoeken, en vervolgens vakjes en bakjes moest maken. Maar goed, de uitdaging voor het plankje van Ilse staat.

Wat mij stiekem een beetje verbaast: ik ga er volledig in op. In het maken van dingen. Zozeer dat ik na het ontbijt begin, en als Ilse me niet af en toe betrekt bij de normale gang van zaken, en me herinnert aan het feit dat ik een dochter heb, of dat het simpelweg gewoon etenstijd is, ik gewoon pas ophou als het te donker wordt. Totale focus op dat waar ik mee bezig ben. Overfocus. Want dan kan het dus gebeuren dat ik voor mijn doen erg weinig rook, maar ook sta te zwaaien van de honger, áls ik dan eens een break neem.
En het gekke is: als ik een boek wil lezen, lukt het me dus niet om te focussen. Of een film kijken. Ik ben er maar mee gestopt. Ik kan me er op geen enkele manier op concentreren.
Ik accepteer het maar voor wat het is.
Want ik heb natuurlijk best wel wat te stellen.
Mijn inkomsten. Verder opkrabbelen en de zwarte hond uitbannen.
En binnenkort een onderzoek naar of ik wel of geen ADHD heb. (Morgen, best wel binnenkort).
En het klussen verzet in elk geval mijn zinnen.

Weer een heel verhaal.
Ik hoef mijn trouwe lezers geen prettig weekend te wensen, want dat is al bijna weer voorbij.
Maar een prettige whatever kan altijd.

zaterdag 9 mei 2020

En we klussen maar door.

Ik klus mezelf de moeder, deel zoveel (en sowieso "to be continued").
Na het zagen van de heg, kon ik gelijk door met de volgende klus. Die kwam totaal niet gelegen. Integendeel.
Maandag mocht ik eerst eens mijn werk doen op het door mij zo geliefde Schiphol. Ik mocht er namelijk een signaal taptoe spelen, ter gelegenheid van een zeer sobere dodenherdenking. Pal aan een landingsbaan "in het veld" werd ik opgesteld, een camera op mijn smoel, en gaan.
Ging eigenlijk best prima. Tot het moment dat ik de twee minuten stilte inzette, en bleek dat kilometers verderop iemand a) geen klok kon kijken en b) geen idee had wat het "signaal taptoe" zou moeten zijn, en uit arren moede maar de "last post" speelde... Jammer.
Maar goed, thuisgekomen, was ik moe en trots, en had ik het plan om de volgende dag eens lekker met het eindje van de achtertuinse bossages aan de wandel te gaan.
Die moesten namelijk afgevoerd worden, en zo kon ik mijn zelf opgeleukte karretje eens lekker in de praktijk testen. (Ik overwoog om een veel grotere aanhanger te huren, maar aangezien de gemeente Almere het op alle fronten qua afval af laat weten, vond ik dat zonde van mijn geld).
Uiteraard is op 5 mei ook het afvalperron dicht, dus besteedde ik mijn dag lekker aan de puntjes op de i voor wat betreft de tuinkast. Er zitten heuse planken in.
Na een paar uurtjes in de zon te hebben staan klussen, was ik behoorlijk moe, en stapte voldaan eens lekker onder de douche. Eventjes het werkzweet van me af spoelen.
Ik kan daar intens van genieten. Lekker warm douchen. Duurt bij mij dus ook altijd even.
Maar aangezien het om en nabij etenstijd was, kon ik er ook weer geen uren onderstaan, dus opgefrist en welgemutst droogde ik me af en kloste naar beneden, in de zekere veronderstelling dat Ilse al een lekker maaltje had gemaakt. Of daarmee bezig was.
Dat laatste klopte.
Ze was zó geconcentreerd bezig met ons avondprakje, dat ze totaal niet in de gaten had dat er inmiddels een centimeter water op de grond stond.
Mijn vraag aan haar, waarom er in vredesnaam een centimeter water op de grond stond, leidde in eerste instantie tot onbegrip, want zij had niet door dat dat zo was.
Inmiddels speurde ik het plafond af naar lekkage plekken, maar die waren niet zichtbaar.
K.
A.
K.
Het kwam dus uit het toilet.
Gelukkig is het zo dat we plavuizen op de benedenverdieping hebben, dus geen waterschade. En ook gelukkig hebben mijn schoonouders een waterzuiger (die staat hier nu nog steeds, voor het geval ons riool besluit om ons nogmaals te trakteren op een fontein van water, poep, plas en andere ellende die je bij voorkeur NIET in je huis wenst) waarmee we de zooi gemakkelijk konden opzuigen.
Wel is het zo dat ons toilet verstopt was. En wel zo grondig dat de inderhaast opgetrommelde rioolmeneer er met zijn ontstopveer niet door kwam. En met zijn camera ook niet.
Dat lag overigens ook niet helemaal aan de verstopping, want die heeft hij uiteindelijk weten te verhelpen.
Dat lag ook aan de bijzonder kneuzige manier van aanleggen van de afvoer.
Hij stelde ons voor de keuze: zo laten, en mij over een jaar terug laten komen om hem weer te ontstoppen, of het nu in één keer goed doen, uitgraven en een nieuwe afvoer aanleggen.
De volgende dag hebben we gezamenlijk gekeken, en hij wees me op de overvloed aan haakse bochten, verbindingsstukken, verzakkingen en andere bezopen constructies.
Omdat hij meedacht, en vond dat het allemaal wel goedkoper kon, gaf hij me instructies hoe diep en waar ik moest graven, hij zou dan maandag terugkomen om de afvoer verder op orde te maken.
Daar zag ik dus vreselijk tegenop.
Ik ben niet vies van klussen, maar nog geen 3 jaar geleden hebben we de voortuin gedaan en zo hufterproof mogelijk gemaakt naar onze zin, nu konden we dus het pad naar de voordeur weer open leggen, tegels eruit en al die ellende meer. En dan weer dichtgooien, en een nieuw pad aanleggen en al die ellende meer.
Bovendien ken ik mijn eigen krachten niet, want ik heb inmiddels één schep en één spade gebroken op onze tuin.
Gelukkig heb ik een schoonvader die zijn gewicht in goud waard is, en dat keer twee of meer. Die kwam, schepte en overwon.
Met als gevolg dat er nu pal voor de voordeur een gat van bijna een meter diep ligt, en ik morgenochtend dus met mijn slaperige hoofd echt enorm moet oppassen als ik de deur uitloop.
Ik zie mezelf al half comateus met koffie naar buiten strompelen om een peuk te gaan roken, dat hele gat vergeten om vervolgens languit mijn nek te breken als ik in dat gat stort.
Waarom dan niet in de achtertuin staan roken?
Nou, dat heeft dan weer te maken met het feit dat Jente een prachtige tipi tent heeft gekregen voor haar verjaardag, en zij daar op zaterdag in mag slapen. Samen met Ilse beneden, die dan haar kamp op de bank opslaat.
En aangezien ik meestal degene ben die als eerste wakker is, moet ik dus op de gang mijn koffie maken, en door de voordeur naar buiten.
Normaal geen enkel probleem, maar dit weekend dus wel. Of wel. Als ik naast het gat stap, is er ook niks aan de hand, alleen moet ik dus mijn hersens ook even aanzetten morgenochtend. Ik denk zelf dat Ilse het niet kan uitleggen dat ik letterlijk in een schijthol ben geflikkerd, en zij daardoor mijn riante levensverzekering kan opstrijken. Dat gelooft niemand.

Dan blijkt dus dat ik qua depressie echt nog niet beter ben. Want dit soort akkefietjes hakken er toch meer in, dan normaal.
Zeker ook omdat het qua kosten ook allemaal nogal lekker oploopt, en het uwv besloot dat de ww voor mij toch nog even uitgesteld moest worden, want er kan blijkbaar niet rechtstreeks gecommuniceerd worden.
Ik ben van mezelf al een doemdenker, maar nu had ik mijn betere helft toch net even wat vaker nodig om me te zeggen dat het wel goed zou komen.

Dat gaat het ook wel, maar dat moet toch even indalen, dat idee.
Gelukkig doet mijn schoonvader ook niet moeilijk, en komt die, als het riool ligt, de boel weer dichtgooien.
Ik liet me ontvallen dat het dan wel fijn zou zijn om een klein extra paadje aan te leggen voor mijn aanhanger. Doen we ook gewoon.

Een en ander leidde ertoe dat we de verjaardag van Ilse, die een nieuwe mijlpaal bereikte (haar vierde pubertijd ingaat, zeg maar) toch wat mineur achtig begonnen.
Want doordat de voortuin open ligt, is het ook best wel een tyfuszooi in huis.
Ik onderbreek mijn gejammer over alles. Want het komt goed.
Het komt goed.
Het komt gewoon goed.
Als ik dit maar vaak genoeg zeg, komt het goed.
Het komt goed.
Het komt goed.

Inmiddels ook alweer twee beedigingen kunnen spelen. Die ook zeer sober waren van opzet. Toch ook wel weer leuk om te doen, moet ik zeggen.

Morgen is het moederdag, zo meldde Ilse mij. Ik zag het al aan Jente, toen die van de BSO terugkwam, want een ingepakt dingetje, rond deze tijd, betekent meestal dat er iets speciaals is.
En dan mag Jente weer naar school. Ik moet zeggen: hoezeer ik mijn dochter ook helemaal geweldig vind, stiekem vind ik het ook heel erg geweldig voor haar dat ze weer naar school mag. Lekker ravotten met haar vriendjes. Is goed voor haar, want ze miste het contact met haar leeftijdsgenoten.
En wij weten inmiddels niet meer zo goed wat we met haar eigenwijsheidheid aan moeten. Onze verbazing (en hilariteit ook) over haar wijsneuzerigheid kent inmiddels bijna geen grenzen meer.

Dit alles maar weer van me afgeschreven hebbende, wens ik u allen een goed weekend toe.
En voor alle vaders die net als ik erg laat tot de conclusie kwam dat het morgen moederdag is: ff snel naar de texaco voor een bosje bloemen. Nachtje verstoppen op de wc (NIET doorspoelen, om ellende als bij ons te voorkomen, heus dat wil je...) en morgenochtend lekker vroeg de vrouw wakkerknuffelen met een kopje thee, een croissant en die verse blommen.




zondag 3 mei 2020

Update.

Ik klus je de moeder....
Een uitspraak van mijn betere helft. Een soort van opgehipte kruising tussen Nederlands en straattaal.
Voor wie zich regelmatig bedient van smoelenboek, zal het geen verrassing zijn dat ik de corona-ellende ook gebruik om het een en ander aan ons huis te verbeteren. Of veranderen. Naar onze zin te maken.
Zo vond ik het op een gegeven moment noodzakelijk om de tuintafel een levensverlengende kuur te geven. En daarin ben ik geslaagd. Uiteraard kwam ik toen tot de conclusie dat het buitenspeelgoed van Jente een andere plaats nodig had. Want dat stond onder die tafel vaak maar af te wachten wanneer het weer ingezet ging worden. Maar als we die tafel weer zouden gaan gebruiken omdat die nu eenmaal weer inzetbaar is, zou dat speelgoed maar een beetje in het luchtledige staan te staan.
Tot mijn milde verbazing ging Ilse zonder morren akkoord met mijn idee om een tuinkast te maken om al dat speelgoed en andere tuinzooi in op te slaan.
Precies op het moment dat ik zat te bedenken hoe ik dat dan weer voor elkaar moest krijgen met een bescheiden budget, kwam mijn schoonvader aan met een bizar grote stapel rabat-hout.
Goed, dat in huis, moesten er nog wat balkjes en platen, maar kon ik voortvarend aan de slag.
Binnen anderhalve dag stond het ding, maar dat ging niet zonder slag of stoot.
Een verwoestende trap mijnerzijds (om een stuk hout los te krijgen) resulteerde in een enorme dreun van datzelfde hout tegen mijn knie.
En ook hier geldt dat ik bijzonder hardleers en lui ben: mijn kleine teen schaafde ik langs wat vers gezaagd hout. Ja, ik had al eerder geschreven dat het beter is om te klussen op goed schoeisel, en niet op roze nep-crocs.
Maar alles bij elkaar, staat er nu een stevige, ietwat forse tuinkast, waarin ik bij gebrek aan deurtjes (deze komen nog, zullen deurtjes worden van een Citroen c15, een bedrijfswagentje) in elk geval lekker droog kan staan roken in de achtertuin als het weer eens regent.

Intussen kwam de buurman aan de deur. Of wij ervoor voelden om de enorme coniferenhaag tussen ons weg te halen en te vervangen voor een fatsoenlijke schutting.
Wij konden wel juichen. Die enorme coniferenhaag neemt namelijk een goeie meter, bij 8 meter van onze tuin in beslag. Dit komt omdat de vorige bewoner nooit enige aandacht aan die heg besteedde, waardoor die echt walgelijke vormen aannam, en dus ongeveer 8 vierkante meter tuin verspilde.
We gaan het hele project samen doen. En gisteren begon ik al voortvarend die haag weg te zagen met een kettingzaag.
Boom 1 ging prima, maar wilde niet omvallen. Was helemaal vergroeid met boom 2. Die ging ook nog wel aardig, maar zat vergroeid met boom 3. Bij boom 4 had ik het idee dat ik dan maar lekker door moest gaan, maar uiteraard toen ik onder boom 5 kroop om die om te zagen, flikkerden boom 1 tot en met 4 over mij heen.
En dat was vervelend. Want aangezien ik op mijn kont zat, met mijn benen gekruist naar voren om de kettingzaag te ondersteunen, raakte ik min of meer bekneld onder die bomen. En vier niet/onderhouden coniferen van ruim 2,5 meter hoog, zijn best zwaar.
Uiteraard had ik natuurlijk eerst als een lijpe Lotje al die takken moeten afzagen, voor ik aan de stammen begon. Maar hey, al doende leert men. Na een keer of 2 om hulp geroepen te hebben, kwam de andere buurman van mijn buurman me te hulp. Hij begon me eerst wat tips en tricks te geven (heel lief) en toen hij daarmee klaar was vroeg hij of ik vast zat. En hielp hij me er onder uit.
Goed, tot zover gekomen, ben ik dus als een lijpe Lotje alle takken gaan doen, en toen alle stammen.
De coniferen haag ligt plat, onze tuin ziet eruit alsof er een granaat ontploft is, omdat ik al die coniferenzooi er maar heb opgestapeld in afwachting van een grote aanhanger (nee, dit gaat echt niet passen in mijn Citrokar) die alles in een keer naar het milieupark kan brengen.
Ik dacht dus dat het met een kettingzaag een kwestie van appeltje eitje zou zijn. Het spreekwoordelijke mes door de boter. Maar dat viel vies tegen. Ik begon om 1330 uur, en was om 1730 een keer klaar.
Maar goed, vandaag komen de hulptroepen van de buurman om de zooi te ontwortelen.

Over mijn crocs gesproken:
Men vindt daar wat van. Ik ook.
Ik had ooit in een niet-zo-heel-heldere bui tegen mijn lief gezegd dat als ze roze crocs kon vinden, in mijn maat, ik ze zou dragen.
Dat was in 2013. En verdomd, ze kwam terug van de Ikea met een paar roze nep-crocs in mijn maat.
Ik heb woord gehouden.
Vanaf die dag draag ik met grote regelmaat intens lelijke roze nep-crocs. Uitsluitend thuis. En als ik toevallig met wat containers naar de straat moet.
Ze liepen in eerste instantie ongelooflijk lekker, maar na een jaar of 7 zijn ze plat geworden, en eerlijk gezegd: alleen maar lelijker. Zo lelijk dat ik overwoog om nieuwe te kopen. En dat doe ik nog.
Maar ja. Ik kom er niet aan toe, en dus ben ik er tijdens een van de eerdere klussen al eens mee in een spijker gaan staan (auw).
Op een gegeven moment ontdekte ik dat er een heel klein spijkertje in de zool zat. Nog nét niet helemaal door. Maar voor mij niet meer de moeite om moeite te doen om te kijken of ik hem eruit zou krijgen.
Dus dit (toch wel enigszins opgelucht) aan Ilse gemeld. Ik kon eindelijk een paar crocs kopen in een wat beschaafdere kleur. (En ja, ik zou zo maar weer een paar crocs kopen, want ze lopen gewoon ongelooflijk lekker. Boeiend dat het eruit ziet alsof je een niet helemaal afgestorven verpleegster bent uit "The Walking Dead". Het draagcomfort is ongeevenaard.
Maar goed, weggooien dus. Dat was even buiten Jente gerekend. Die zag mij natuurlijk veel klussen, hoorde mijn verhaal over de kapotte crocs, bekeek de zaak aandachtig en pulkte zomaar dat spijkertje eruit.
Helemaal trots was ze.
Had zij zomaar iets gerepareerd.
Okeeeeee. Dat was op zich natuurlijk prijzenswaardig. En voor haar is roze geweldig, en "nep", zegt haar nog niet zoveel. Dus heeft ze oprecht een goede daad verricht.
Na 7 jaar trouwhartig mezelf voor lul gezet te hebben met roze nep-crocs, omdat ik een iets te grote bek had, vind ik dat ik lang genoeg gestraft ben, en wil ik gewoon een paar nieuwe, in iets geciviliseerder kleuren.
Nog ff een paar weken wachten, want ik wil Jente ook wel een beetje eer van haar succesvolle reparatie geven.

Het zal niemand ontgaan zijn: 4 mei, het komt eraan. Morgen al. En waar ik eerst enorm vreesde dat ik aan zou moeten horen hoe heel blaasinstrument Nederland het signaal Taptoe gezamenlijk om zeep geholpen wordt, ga ik toch mijn aandeel geven.
Op Schiphol. In een zeer sobere zetting, zal ik daar een herdenking gaan opluisteren.
Dat is fijn. Want ondanks dat ik het "de moeder klussen" erg bevredigend vind, mis ik het werken wel.
Dus met enorm veel plezier zal ik mezelf maandag naar Schiphol begeven.

Want ondanks dat de rust van corona me echt goed heeft gedaan: het is wel weer tijd dat ik aan het werk ga.
Ik ben een heel eind opgeknapt. De depressie is niet weg, maar niet meer continu op de voorgrond. De medicatie en therapie doen me goed. De rust doet me goed, maar ik ben er nog niet.
Wel zover dat ik sociaal en collegiaal te pruimen zal zijn. Niet zover dat ik definitief kan zeggen dat ik weer helemaal de oude ben.
Maar gelukkig dat de zwarte hond (zie het filmpje dat ik eerder plaatste) niet meer zo groot is, en zich al wat beter laat wegsturen.

Blijf alsjeblieft gezond mensen. Ga niet zelfstandig denken dat je het beter weet dan de mensen die ervoor geleerd hebben. Blijf slim.
Ik wens eenieder een goed weekend toe. 



Stoelen, mieren, oorlog en gekwek

Onze nieuwe stoelen zijn gearriveerd. Dat is een paar weken eerder dan de beloofde leveringsdatum, en daar kunnen heel wat grotere bedrijven...