zaterdag 16 mei 2015

Pechgevalletjes, en lachend verder.

Het is me niet gegund. Of, en dat is een eerlijker manier van vertellen: ik ben gewoon niet zo heel erg goed met het kopen van auto's... Voor mezelf, that is.
De laatste keer dat dat goed ging, was toen ik de BMW kocht, want die kocht ik in de wetenschap dat ik er 1 jaar in zou rijden, voor hij van ellende uit elkaar zou vallen. En toen bleek dat dat toch ruim twee jaar was.
Laatst kocht ik een Ford, in de veronderstelling dat het ding meer dan 2 jaar mee zou kunnen, maar helaas, afgelopen week werd die opgehaald door een opkoper. Motor kaduuk. Je kunt maar pech hebben.
Dus voorlopig (het zoeken naar een leuke auto met een beperkt budget is dan wel weer een leuke bezigheid) doen we het met 1 autootje. Het autootje van Ilse. Lekker goedkoop, maar het levert ons wel een en ander aan logistieke poep op.
Zoals bijvoorbeeld de caravan. Met de beste wil van de wereld kan een citroen saxo de caravan niet trekken. Ook niet als er wél een trekhaak op gezeten had. Maar ja, laten we nu net deze twee weken voor hemelvaart en pinksteren op een camping staan.

Dat ging dus als volgt: De broer van Ilse heeft een berlingo en die mocht net aan de caravan trekken. Maar die staat in almere (net als de caravan die we na de vakantie in Ridderkerk mogen onderbrengen). Dus afgelopen woensdag vertrok ik met een volgeladen saxo naar Almere, om de auto van Sietse te lenen, om daarmee van Almere naar Heusden (brabant) te rijden, om de caravan daar af te zetten, dan weer terug naar Almere om de auto van Sietse weer af te geven, dan met de saxo weer terug naar Rotterdam om Ilse, wurm en overige troep op te halen en dan eindelijk naar de camping af te zakken en onze zaakjes daar op orde te brengen. Helder, tot zover? Ja?

Zo had het gegaan in een ideale wereld, maar helaas...

Want tijdens het overladen van onze spullen van de saxo naar de berlingo, raakte ik de autosleutel van de saxo kwijt. Gewoon kwijt, onvindbaar.
En ik heb heus waar beide auto's omgekeerd, leeggehaald nog eens vol geladen. Maar dat sleuteltje was en bleef zoek. Verdampt. Ins Blauwe Hinein.
Witheet op mezelf vanwege dat verrekte sleuteltje vertrok ik vervolgens toch maar naar Heusden om de caravan af te zetten, om vervolgens maar weer terug naar Almere te gaan om in elk geval te zorgen dat de auto van Sietse ook voor hem weer bruikbaar was. Inmiddels Ilse op de hoogte gebracht, vloekend en tierend op mezelf. Dus zij ging samen met Jente ook naar Almere, om het reservesleuteltje te brengen. Uiteindelijk troffen we elkaar in Almere, en konden we samen met de auto weer terug naar Rotterdam, om de laatste spullen in de auto te flikkeren en dan eindelijk naar de camping af te reizen. (Goddank had Ilse eraan gedacht om de maxicosi mee te nemen, anders had ik met de auto in mijn eentje naar Rotterdam terug gemoeten, om alle spullen en maxicosi mee te nemen, vervolgens terug naar Almere om Ilse en wurm op te halen om naar de camping in Heusden te gaan. Maar dat hoefde dus niet.

De reserve-familie van Ilse was ondertussen (goddank en dank) aan de slag gegaan met onze caravan. Want die had ik in grote haast op het veld gekwakt, en ben na het roken van een peuk weer vertrokken. Toen we terugkwamen, stond onze brave Wilk met (nieuwe) voortent en al te pronken. Wat is onze voortent nog mooi en nieuw. Ze glimt nog helemaal. (En eerlijkheidshalve: de voortent zal nooit meer zo kaarsrecht in het lood en netjes staan als nu, want wij zijn wat meer van de franse slag met het opzetten, een beetje scheef is niet lelijk. Dat idee).
We stapten uit, en zowel Ilse als Jente werden opgewekt koerend begroet en bevoeld en bekust. Daar ik van dat soort genegenheidsbetuigingen (anders dan een hand en 3 kussen) niet zo ben, begon ik maar vast met het inruimen van alle meegenomen (on)nodigheden.
En jawel.
Onderin een van de boodschappentassen trof ik... jawel... 1x raden..... Dat sakkerse sleuteltje.
Ik werd bijna weer boos, en bijna, bijijijna had ik dat ellendige kreng door het raam naar buiten gekegeld.
Eind goed, al goed. Niet helemaal, want er waren wat dingetjes. Handig als je een caravan expert bij je hebt: de losbreekdraad was verdwenen. Dat kan op zich niet zo veel kwaad, maar als die caravan per ongeluk van de kogel gaat, dan komt die dus niet zelf tot stilstand, en gaat die op de snelweg een heel eigen leven leiden. Spannend, dat wel. Is niet gebeurd, en inmiddels zit er een nieuwe op. Ook sleepte de electrokabel over de grond tijdens het rijden. Toch niet goed opgedraaid. Getaped en wel (gelukkig geen doorgesneden kabeltjes) weer vastgemaakt aan het chassis. 

Ik heb natuurlijk maar zeer ten dele vakantie. Want er moet ook gewoon gewerkt worden. Maar of ik dat nu vanuit hier doe, in het Rotterdamse, of vanuit mijn luie ligstoel op de camping, maakt natuurlijk helemaal geen donder uit.
Jente is by far de jongste aanwezige op de camping, maar voelt zich geenszins bezwaard om haar aanwezigheid tot het belangrijkste van de camping te maken. Vrouwen zijn tot het bot vertederd, en mannen worden toch een beetje weekhartiger als ze haar keeltje smeert, teneinde aan te geven dat er iets niet deugt, of er een tet in moet.
Die zorg gaat dus ook gewoon door. Maar het feit dat we eventjes gewoon weg zijn uit de dagelijkse beslommeringen is voor ons allen prettig. Ik ga zo her en der even terug naar huis om de post te doen, de poezen van aandacht en voedsel te voorzien en in alle eerlijkheid: gewoon even lekker slapen.
Ondertussen doe ik dus was concertjes, wat lesgeven en mijn werk bij de kapel. En Ilse gaat lekker aan de slag met nieuwe gordijnen en nieuwe kussenhoezen voor in de caravan.
Want bezig ermee blijven we.
We hebben laatst al het deurbeslag van de deurtjes getrokken, en er wat moderner knoppen op gezet. Ook de wat sleets geworden deurslotjes hebben we vervangen voor magneetslotjes. Smoelt wat frisser.

Toen mijn Ford dus overleed, was Ilse niet helemaal overtuigd van mijn gelijk. Ik beweer namelijk dat een caravan beter niet door een saxo of een toyota starlet met een 0.9 motortje getrokken moet worden. Okee, zelfs als het autootje het door een godswonder wél nog kan, erg prettig is het niet, als je constant ingehaald wordt door vrachtwagens, wielrenners en hondenkarren. Daarnaast is het rijden van een grote auto voor mij op de kilometers die ik maak, toch wel wat comfortabeler, om nog maar te zwijgen van het feit dat ik niet sta te juichen dat Jente op de achterbank de kreukelzone is, in het geval van maar weer eens een bumperklevende lul in een Audi. Maar ik heb haar om. We gaan toch terug naar 1 auto, want we kunnen makkelijk af met 1 auto. Dan maar een wat grotere, sterkere auto, waar we ook de caravan mee kunnen trekken, en waarin we allemaal veilig zitten.
Want de andere mogelijkheid was om een iets minder grote auto te kopen, en dan de caravan maar weg te doen. Bespaart wel veel geld, maar kost ons dan ook een hoop lol die we er wel van hebben. En dat zou echt zonde zijn.

Een bevriende collega zei ooit:"als je eenmaal de zorg hebt voor een kleine, dan zijn dit soort wereldse problemen, alleen nog maar speldenprikjes. Als je dan even later weer naar je kleine kijkt, vergeet je dat allemaal weer".

En dat klopt. Als ik in de weer ben met Jente, en ze tovert weer een van haar lachjes tevoorschijn, dan vergeet ik dat ik een miskoop deed, dan vergeet ik dat ik sleutels kwijtraakte, en dan vergeet ik gewoon even alles. Even mijn dochter laten lachen en kirren, dat is toch wel goud.







dinsdag 5 mei 2015

Muziekjes en Jente...

Vandaag had ik mijn laatste concertje gerelateerd aan 4 en 5 mei. In alle onmogelijke vroegte stapte ik in de auto naar het noord-limburgse Venray, alwaar een heel batterij aan ambtenaren zenuwachtig was vanwege de komst van allemaal hotemetoten (hun woorden). Vriendelijk werden we opgewacht, en werd het ons zoveel mogelijk naar de zin gemaakt. Zeer lieve mensen daar.
De opening van de festiviteiten in het gemeentehuis zouden door ons verzorgd worden door een kort concertje van 12 minuten, bij de ingang van het gemeentehuis.
We hebben daar buiten (in het zonnetje) zitten spelen. En er kwamen maar liefst 5 mensen langs terwijl we aan het spelen waren. Meer niet. De commissaris van de koning (in het Limburgs: gouverneur), en een of andere hoge Duitser.
Allemaal prima. Waar uiteindelijk al die mensen vandaan kwamen die luisterden naar het binnenprogramma is me wel een raadsel...
Toen mochten we weer rusten, want die 12 minuten waren bijzonder uitputtend. Vooral omdat we meer bezig waren met voorkomen dat de bladzijden om- en/of wegwaaiden, dan met spelen. Wat een wind. Zozeer dat ik zelfs de bladzijde van mijn collega hoorniste moest vastgrijpen....

In de catacomben van het gemeentehuis was voor ons tussen de archiefkasten van het CDA en de VVD een kleedruimte cq rustruimte voor ons ingericht. Met heerlijke lunchpakketten van een bepaalde bakker die men bij de voornaam noemt, en koffie die we ook kennen van diverse kazernes was het net alsof we thuis waren.
Door die ruimten kwamen een paar meiden zetten die na ons een kort optreden verzorgden. Een Andrews Sister act. Zij kwamen het podium af, banjerden door onze kamer, zeiden boe noch bah tegen ons, maar onderling kwetterden ze er lustig op los. "Dat was echt graf" vingen wij op. Op zich met veel gevoel voor actualiteit, gezien de enorme hoeveelheid verdronken bootvluchtelingen en ook wel gezien het feit dat we herdenken en vieren, deze dagen. Maar daar ging het niet om. Want blijkbaar was er tijdens hun optreden iets misgegaan, en met het zinnetje "Dat was echt graf" gaven zij uiting aan hun verbolgenheid.
Ik kan me nog wel herinneren dat er bepaalde mode-stop-woordjes ontstonden. "Onwijs" was er een. "Kei..." gevolgd door leuk, of gaaf. Maar "graf", om aan te geven dat iets miserabel verliep, is nieuw voor me. En het leidde tussen de kluizen van de CDA en VVD tot ingehouden gegrinnik.
Wat ook tot onbedoelde hilariteit leidde: de gemeentebodes hadden ook tot taak om onze lessenaars klaar te zetten. Alleen zagen zij over het hoofd dat die dingen ook op een bepaalde plaats moesten staan. De hoorn op de plek van de hoorn etc. Dat leidde bij ons laatste optredentje tot een hoop gemarchandeer om uiteindelijk aan de juiste map te komen. Maar we hebben ons beste beentje weer voor gezet, en lekker gespeeld. Daar gaat het ten slotte om.

Op de terugweg kreeg ik ook een behoorlijke tik van de storm mee. Het regende op een gegeven moment zo hard, dat het me niet had verbaasd als ik ter hoogte van mijn linker zijraam een school vissen had kunnen zien zwemmen.

Morgen zijn er twee dingen zover:
1) Ilse is jarig. Dat is ze elk jaar, dus dat is op zich niet zo bijzonder.
2) Jente krijgt wat prikken. En dat is op zich ook niet zo bijzonder, want een mens wordt nogal eens wat geprikt in zijn of haar leven, maaaaaaar.....
Papa kan niet zo goed met naalden overweg. Nee, ik ga haar uiteraard niet zelf die spuiten geven, maar een zekere vorm van naalden angst heb ik wel een beetje, en al helemaal als het gaat om mijn eigen kind. Ik zie mezelf al helemaal wit en groen wegtrekken als die naald in mijn huilende en krijsende dochter zie verdwijnen...
Let wel: ik denk dat ik vaccinaties wel zie zitten. Al die horrorverhalen erover, zijn aan mij niet zo besteed, omdat ik simpelweg te nuchter ben voor complottheorieen. Maar die spuiten, die dan mijn kleine hummeltje pijn doen... Kan ik ondertussen mooi boodschappen doen voor moeders verjaardag.

Over Jente gesproken: ik kreeg een foto toegestuurd waarop Jente met een vrolijke, grote en gulle lach stond.
Dat was nog in Venray. Toen ik thuis kwam, en tot rust gekomen was, heb ik haar even verschoond, en werd in real life getrakteerd op een paar lachebekjes. Dat is toch wel bijzonder hoor, je eigen dochter voor het eerst echt groots zien lachen.
Ik probeer standvastig vol te houden dat ze me niet zomaar om haar vinger kan winden. Ten slotte moet er ook opgevoed worden. Maar ik kan me de moeite besparen. Ik smelt voor haar. Ze geeft me kopstoten, ze heeft me (godenzijdank mis, maar desalniettemin behoorlijk onverwacht, dus best hard) bijna in mijn mannelijkheid getrapt, ze heeft me bepoept, beplast, bekotst en behuild, en toch is ze het mooiste dat ik ooit heb gemaakt.




zaterdag 2 mei 2015

Een muzikaal reisje...

Onze baas is zo gek nog niet. Soms mogen we naar het buitenland om te spelen. Of ik even vijf mensen wilde optrommelen om een concertje in Wenen te doen.
De ambassadeur aldaar wilde graag een live ensemble om hun koningsdag-receptie op te luisteren.
Dat is niet tegen dovemans oren, dat willen wij wel.
Eenmaal in Wenen bleek dus dat ik mijn feiten een beetje had verwisseld in de aanloop naar het tripje toe. Ik was er namelijk heilig van overtuigd dat we zouden spelen in kasteel Schönbrunn. Dat was helaas niet zo. We speelden in de tuin van de ambassade, die vlakbij (dat is een rekbaar begrip) dat kasteeltje ligt.  Ook wel leuk. De ambassadeur is een vriendelijke kerel, die ons een rondleiding door zijn huis gaf. Was dat huis dan zo bijzonder? Ja, want het is het huis van Richard Strauss  geweest. En voor koperblazers betekent het spelen van Strauss's muziek meestal plezier, vaak afzien, doorbijten, en onlogische lastige loopjes spelen.
[Voor trompet hoorde ik de volgende anekdote van mijn voormalige hoofdvakdocent:
Toen Strauss een nieuwe compositie aan het orkest uitdeelde, zagen de trompettisten allemaal bizar hoge noten staan, in lange loopjes en enorme frases. Ze gingen op hun achterste benen. Dat was veel te hoog! Dat kon niet! Moest anders, want was veel te zwaar! Strauss hoorde hun gekrakeel glimlachend aan, en zei vervolgens subtiel lachend:"Beste heren trompettisten, ik zat een paar dagen terug naast jullie kleedkamer, en hoorde jullie allemaal hele hoge noten spelen. Jullie kunnen dit dus best. Succes!".] Dus onze generatie zucht bij audities nog steeds onder het haantjes gedrag van de vorige generaties. Hetgeen overigens niet echt veranderd is.
Terug naar ons concertje in het hedendaagse Wenen. We speelden een concert tijdens de receptie, dus het was voornamelijk muzak dat we moesten maken. Een enkeling bleek oprecht interesse te hebben, maakte foto's en video's. Kwamen voor een praatje, en wilde zelfs met ons op de foto.

Na het concertje gingen we (we waren er toch) naar de geboorteplaats van een van 's werelds bekendste bands: Mnozil Brass. Mnozil was namelijk de stamkroeg waaraan de band zijn naam ontleent.
Op zich moet ik bekennen: het was er goed koffie drinken, maar het voldeed toch niet helemaal aan mijn verwachtingen van een woest ogende bierstube waar allemaal clochard-achtige koperblazers zich zouden ophouden.
De terugreis naar Nederland verliep zo mogelijk nog rustiger dan de heenreis. En ergens diep in het zuiden van Duitsland verlieten wij de snelweg om even copieus te gaan lunchen. Liever in een pittoresk dorpje, dan een snelle, vette hap gebakken lucht in een snelweg-vreetschuur. Waar mijn beide reisgenoten kozen voor de relatieve veiligheid van een schnitzel, koos ik voor wat meer avontuur: ik wilde worsten. Mijn hele idee was om toch een keer lekkere Zuid-Duitse bratwurst gegeten te hebben, als je er toch bent. De beschrijving, daar kwam ik niet zo goed wijs uit, maar goed, een worst is een worst. Dacht ik.
Mijn worsten kreeg ik, maar er was weinig "brat" aan te bekennen. Het schattige serveerstertje bracht twee borden met schnitzels, zo groot als schoenzool maatje 47, en een enorme soepkom. Die was voor mij. Gevuld met een hoeveelheid zachtgekookte uien, waar je een weeshuis mee zou kunnen voeden, en een stuk of 8 bleke witgroene worstjes. Mijn eerste reactie was:"Dat is soep". Gevolgd door een rimpelende neus van verbijstering en een tikkeltje walging. De geur was namelijk dezelfde als wanneer je een pot zure haring opent. En worsten met de geur van zure haring is toch even wennen. Ik vind zure haring heerlijk, maar als er worst uit komt, dan heb ik daar gevoelsmatig toch wat moeite mee. Oja, en in de beschrijving stond is als 'Bauernbrot'. Dat kon ik zelf nog wel correct vertalen als boerenbrood.
De combinatie van dat alles was, nadat de eerste totale verbijstering door mijzelf en mijn reisgenoten was weggelachen, bijzonder lekker. Ik heb ontzettend zitten smullen. Goed, in een pot zuur zitten vissen naar worst in plaats van haring, is wat raar, en ik heb de hele verdere terugreis aan een stuk door winden zitten laten vanwege de werkelijk bezopen grote hoeveelheid uien, maar het was heerlijk. Het is bijna letterlijk een gevalletje van door de zure appel heen bijten. En dat boerenbrood was van een kwaliteit waar de appie nog diverse punten aan kan zuigen.

Inmiddels lang en breed weer in Nederland, want er staan nog wat dingen op het programma. Een bevrijdingsconcert in Vlissingen, een herdenking in Den Haag en in Rotterdam en een bevrijdingsconcert in Venray.

Alsof ik nog niet moe genoeg was.
Want moe ben ik. Eigenlijk heel de dag door. Zozeer zelfs dat ik maar eens naar de huisarts ging, om eens te babbelen over mijn snurken, mijn slaap en mijn wakker worden.
Mijn ritueel in de ochtend is dat ik altijd wel even een half uurtje voor mezelf wilde. Even geen gedoe, geklets of wat dan ook aan mijn kop. Maar gewoon met een bakkie pleur, een peuk even landen op aarde.
Dat wil zeggen: een jaar of 10 geleden was dat een half uur. Een jaar of 5 geleden werd dat een uur, en 3 jaar geleden had ik ruim anderhalf uur nodig om wakker te worden en mens te worden.
Nu heb ik vaak twee uur nodig, en vrij frequent ben ik de rest van de dag nog te brak om ook maar iets in me op te nemen, of  om mezelf zelfs maar mens te noemen.
Dus ik kreeg een pracht van een doorverwijzing, ik moest maar eens met de kno arts gaan babbelen, want het zou zomaar eens kunnen zijn dat ik slaap-apneu heb. En dan zou het zomaar eens kunnen zijn dat ik voortaan met een maskertje op moet slapen.

Kan me voorstellen dat als mijn dochter me dan ziet, ze de rest van haar leven bang is, dat papa haar kamer op marcheert, terwijl hij eruit ziet als een trooper uit starwars...
Toen ik in Wenen was, moet ik bekennen dat ik mijn dochter (en vrouw!!!) wel miste. Hoewel de nachtrust aardig was, miste ik dat bolle snoetje van Jente, en haar bijzonder grote mooie ogen. Gewoon het knuffelen met haar en al die shit meer.

Dit uit het leven van een muzikant.




Auto en flora.

Let op: verkapte reclame!!! Zoals iedereen weet: een auto rijden kost geld. Vorig jaar, vlak na ons huwelijksreisje kocht ik van vriendje Ke...