donderdag 29 september 2022

Bijna zeeuws.

Ik heb een zooitje leuke mensen als collega, daar op die gekke werkplek van mij. Collega's met wie het behoorlijk erudiet converseren is, collega's met wie het fijn kletsen is, en collega's met wie het goed lachen is. En vaak een combinatie van die drie.
Een daarvan is er één waar je op kan bouwen. Iemand die als de koffiemachine het weer eens opgeeft (onbegrijpelijk dat een groot bedrijf accepteert dat een geleverde koffiemachine wekelijks meerdere keren kapot is, en een exemplaar al wekenlang wacht op een onderdeel) gewoon ergens een thermosfles ritselt, met koffie erin, om in elk geval de eerste uren door te komen. Deze collega heeft het tot haar persoonlijke missie gemaakt om minstens één keer per dag op de klep van mijn pet te rossen. Zelf vindt ze dat ze dat heel subtiel doet, het feit dat mijn bril bij dat soort acties meerdere malen onder mijn kin zakt, is bewijs van het tegendeel. En meestal op die momenten dat ik er niet meer op bedacht ben.
Maar ik heb haar zwakke plek gevonden: ze is nogal schrikkerig. Zo kon het gebeuren dat we samen een vlucht op afstand gingen afhandelen, op een van de buffers, en ik haar al zag staan, in haar autootje. Verscholen tussen een trap en andere machines.
Ik reed erheen, en stelde mijn bus op buiten haar zichtsveld. Stapte uit en maakte een omtrekkende beweging. En toen, met een enorme brul (ook weer zo een waar ze in de verkeerstoren nog niet van bekomen zijn en op zijn zachtst gezegd mild hoofdschuddend naar hebben gekeken) dook ik met een wilde sprong bij haar voorruit op.
Van schrik gooide ze haar telefoon bijna door de zijruit heen. Heel schattig hoe van schrik haar armen de lucht in zwiepten, bijna door het dak heen.
En zo houden we elkaar een beetje fit.

Van de week hadden we een gesprekje met een dokter in het kinderziekenhuis. De uitslag is even verrassend als de inhoud van een boek over het kweken van hortensia's: ze heeft adhd. Net als haar vader en moeder. Nu, voor ons maakt het veel duidelijk. Voor ons betekent het ook dat als het nodig is, er wat mogelijkheden zijn die we aan kunnen wenden om haar te ondersteunen.
Moeten we er wat mee? Nee. Maar het is fijn.
Voor Jente was dat nieuws wat dramatischer. Ze snapt nog niet zo goed wat de magnitude of juist het ontbreken daarvan voor haar betekent. En dat leverde in eerste instantie een bange, verdrietige dochter op. En ergens snap ik dat wel. Ze wil gewoon "zoals de rest zijn".
En dat snap ik wel. Dat is heel menselijk. Maar ik kon het niet helpen: haar verdriet en angst waren echt. En dan voel ik toch een prikje achter mijn ogen. Het komt allemaal wel goed, ben ik van overtuigd.

We hebben van de week 1100, 550, 500 euro bespaard.
Dat zit zo:
Na een paar decaden aan trouwe dienst, meerdere malen verbouwd te zijn door diverse eigenaren, vinden we het tijd worden voor een andere eettafel. Die gezamenlijke wens kwam redelijk spontaan bij ons op, ik weet niet exact meer wat daarvan de aanleiding was, maar ineens vonden we onszelf driftig swipend langs allerhande soorten eettafels. Rond, recht, langwerpig, vierkant, ovaal.
Hippe "industriele" poten, lompe staanders, en meer van zulks.
MDF dat lijkt op hout, hout dat lijkt op MDF, spaanplaat, massief hout en nog meer mogelijkheden.
De ene "outlet" kwaakte nog harder over kortingen dan de ander. En daar waar de ene strooit met "faillissementskortingen", blèrt de ander dat de collectie eruit gaat.
Goed, ook in Almere is er zo'n meubelstunter, die mooie spullen in de verkoop heeft, dus we togen erheen, om inderdaad: heel erg mooie tafels te zien.
De affiches kwaakten ons toe, dat de tafels met 50% korting weg moesten, en we zouden zelfs nog 20% extra korting krijgen. Alleen vandaag, uiteraard.
De verkoper was niks te beroerd voor een praatje, en om ons allerhande tafels die wij wel zouden lusten, van een aangename prijs te voorzien.
Wij hadden ons oog laten vallen op 2 bijzonder mooie, mango-houten tafels.
Een rechthoekige en een ovalen tafel.
550 euro en 375 euro. Veel geld, maar mooi. Mooier dan de standaard spaanplaat/MDF tafels die je bij de Ikea koopt, ook mooier dan de standaard "massief houten" tafels die je bij de Leen Bakker koopt.
En toch begon er iets bij mij te kriebelen.
Hoezeer we die tafels ook mooi vinden, we wilden eerst even naar huis om ruwweg op te meten hoe groot we zo'n tafel hebben wilden.
En op de terugreis vroeg ik Ilse om eens te kijken wat een massief mango-houten tafel in de door ons ingeschatte maten zou moeten kosten.
Blijkt dus dat zo'n "faillissementsverkoop" toch iets anders werkt. Want op andere plekken, online en offline, kost zo'n tafel nagenoeg hetzelfde, of zelfs minder dan wanneer je hem uit een zogenaamd faillissement koopt. Nagenoeg overal smijten ze je de korting voor de voeten, wat me doet geloven dat ze op die manier hun eigen faillissementen op poten zetten. Of die dingen zijn sowieso niet zo duur als ze de argeloze consument willen doen geloven, en ze maken er een soort van doorlopende "black-friday"voor mango-houten tafels van.
Toch maar even geen nieuwe tafel, en ons eens wat verder verdiepen.
Een Ikea tafel valt af. Ik heb het niet zo op spaanplaat en mdf als materiaal voor een intensief gebruikt meubelstuk als een eettafel, en het massieve hout van de ikea is bleek en broos als iemand die over 2 dagen de crematie-oven ingaat: levenloos en niet meer helemaal iets waar je op lange termijn blij van wordt.
Dus waren we eigenlijk heel erg blij met en trots op onszelf dat we een bak geld bespaard hebben. Ik heb dan weliswaar een kloeke zomerbonus van Schiphol binnen, maar dat betekent nog niet dat ik dat aan een mango-houten tafel uit wil geven, in een vlaag van verstandsverbijstering.
En wellicht, dat Ilse en ik besluiten om de huidige tafel nog éénmaal een update te geven. Misschien toch andere poten erover, een schuurmachine erlangs en ze kan nog wel weer een ronde mee.

En als ik het nu toch over besparen heb: ik heb van de week ook besloten dat ik 3 mensen in ons huishouden intens blij ga maken: ik ga geen nieuwe telefoon kopen. Normaal mag ik van mijn provider elke 2 jaar een nieuwe telefoon uitzoeken. Daar betaal je dik voor, en ik vind ook dat dat elke 2 jaar nodig is, omdat ik elke 2 jaar ertegen aan loop dat die batterij van zo'n bezopen duur apparaat, het geen 2 jaar volhoudt bij intensief gebruik. (En ja, een apparaat dat zo belachelijk duur is, dient mijns inziens minimaal 2 jaar fantastisch te werken, en dat doen ze nooit).
Dat betekent ook dat ik elke 2 jaar juich van blijdschap als mijn nieuwe telefoon geleverd wordt.
Ilse en Jente maken zich dan op voor een dag van onbehouwen lompe agressie en frustratie, want zo'n telefoon moet wel ingesteld worden. En dat lukt dus niet in 1 keer. En dus verlies ik mijn toch al niet in ruime hoeveelheid aanwezige geduld. Ilse zucht en steunt, Jente trekt zich bleekjes terug onder de bank en de katten blazen naar me. En ik vloek en tier me een weg door de ondoordringbare mogelijkheden en onmogelijkheden van het nieuwe toestel.
Dit jaar dus niet. Deze telefoon heeft ook een batterij die om van te janken is, maar dit jaar kocht ik voor een paar tientjes een goede powerbank, die past bij de Samsung waar ik een haat-liefde verhouding mee heb. En die powerbank is goed, weet ik nu uit ervaring.
En dus zijn niet alleen mijn huisgenoten blij, ook mijn bankrekening is blij dat er komend jaar geen 50 euro wordt afgeschreven elke maand, maar nog maar 25. Ik ga voor unlimited data, want dan kan ik ook Netflixen als ik op de bus zit. (Niet tijdens het rijden, of het moet Speed zijn, gewoon ter inspiratie).

Hoe dan ook: ik heb komend weekend weekend, en van een andere lieve collega krijg ik wat hout, zodat ik in de kalme tijden die komen gaan (ik hoop u hier te laten grinniken, omdat we allemaal weten dat dat met een fulltime baan, en een Jente absoluut een absurde gedachte is) eindelijk aan de slag kan met een nieuwe vitrinekast. Nee, niet voor mezelf, dat vindt Ilse vooralsnog niet goed, maar voor Jente die een hele keur aan prulletjes heeft, waar ze wel een vitrinekast voor zou willen.
Ik wens eenieder een goed weekend toe.


vrijdag 23 september 2022

Oók weer zo'n week

Soms heb je zo'n dag.
Ik was gewoon bezig met mijn normale werkzaamheden. Ik heb wel eens vermeld dat ik mij enorm kan verbazen over de effecten van een luchthaven/vliegreis op een mens.
Zo lijken mensen er heilig van overtuigd dat uitsluitend het halletje naast de deur van de bus ook daadwerkelijk naar het vliegtuig gaat, en de rest van de bus niet. Ik moet regelmatig mensen vertellen dat ook de rest van de bus naar het vliegtuig gaat, en als ze iets opschuiven, er voor henzelf en andere mensen meer ruimte is. Of ik verklap ze het grootste geheim van de luchthaven: de stoelen van de bus zijn gratis te gebruiken. En iets dat gratis is op een luchthaven, is absoluut uniek te noemen.
Daar lijken mensen tegenwoordig een nieuwigheidje aan toe te voegen: het straal negeren van uw nederige stukjesschrijver.
Zo was daar een stel van in de 50. Die hadden hun hondje mee in een reistas, en bij aankomst bij de terminal, stonden ze wat te dralen. Omdat er twee bussen hun passagiersladingen uitbraakten, had ik niet meteen in de gaten wat ze aan het dralen waren, maar toen het overgrote deel van de mensen de terminal binnen waren, draalden ze er nog, en hadden ze hun hondje uit het tasje gehaald.
Nu was het druk. En willen we dat mensen zo rap mogelijk naar binnen gaan. En al helemaal niet zomaar ergens heen waar ze totaal niks te zoeken hebben. Wij hebben (heel gek, en misschien wat onverwacht) ook wel wat meer te doen. Andere vluchten afhandelen, bijvoorbeeld.
Dus ik sprak de mensen aan, dat ze nu toch echt naar binnen moesten.
Ik werd straal genegeerd. Men keek me aan, zei niks, en de dame in kwestie begon gewoon, zonder een woord te zeggen, van me weg te lopen, met fikkie.
Ik kijk die kerel nog eens aan, wijs naar de deur... Geen sjoege. Het licht was aan, maar (althans voor mij) was er niemand thuis. Ik draai me naar de vrouw, die nog binnen spreek-afstand was, en nu met mijn strenge stem maande ik haar naar binnen.
Geen sjoege.
Oke. Ik ben niet snel uit het veld te slaan, maar dit vond ik wel erg onbeschoft. Zelfs als je geen Engels spreekt, zie, hoor en merk je heus wel dat er tegen je gesproken wordt, en een reactie geven, aan iemand in een zeer duidelijk identificeerbaar pak, die je vraagt (en wijst) naar binnen te gaan, moet je niet zomaar negeren. Je bent dan wellicht te gast, ook als gast dien je je te gedragen naar de regels van de gastheer (of de daartoe aangestelde mensen). 
Ik pakte mijn laatste redmiddel: een fluitje. Een heel naar, erg fel en erg ver dragend fluitje. Ik blies er zo hard op, dat de man uit zijn lafhartige negeermodus schrok, en mij vertelde dat ik rustig moest doen.
Oh, hij sprak wél Engels. En ineens kon hij wél communiceren. Dat hun hondje toch echt even naar de wc moet.
Tja, ik heb normaal gesproken best begrip voor mensen en hun besognes, maar dan moet je niet eerst doen alsof ik totaal niet besta. En met alle respect voor de noden van fikkie, een luchthaven is nu eenmaal geen hondenuitlaatveldje.
Nu, ten langen leste toch wat knorrig geworden, maande ik deze mensen naar binnen. Per slot van rekening is het hun fikkie, hun verantwoordelijkheid. Fikkie kon nog net zijn poot ergens optillen in de goot, maar dat was het ook.
En dit gebeurt wel vaker, merk ik. Ook met rokers. Dat mag niet. Dus ik wijs iemand erop. En dan kijken ze dwars door je heen. Heel bizar. Ergens te gast zijn, is bij mijn weten, nog geen vrijbrief om degenen die er gastheer is, volstrekt te negeren. Zullen met dat soort lieden dan prachtige feestjes zijn.

Toen ik, lang geleden, nog als uitzendkracht wat kilometers reed voor een niet nader te noemen uitzendbureau, bij een niet nader te noemen OV-bedrijf, kreeg ik een prachtig kostuum. Overhemd, pantalon, stropdas, de hele santekraam.
En een riem. Een dikke, zwarte, sterke, lederen riem.
Omdat ik daar zelden werd opgeroepen, en als ik werd opgeroepen, het alleen maar voor korte dienstjes op lijntjes was die ik na mijn initiele opleiding nooit weer gezien had, en dus erg weinig goesting had om mezelf op de meest debiele plaatsen in de polder klem te rijden of in een groen gat te verdwijnen, liep dat uiteindelijk behoorlijk dood, en moest ik mijn spullen in komen leveren.
Kwam mij op zich niet slecht uit. Er moesten namelijk nog best wel wat dingen in mijn leven toen veranderen, en onnozele zweterij in een bus, omdat de opdrachtgever geen 24 uur per week werk had, terwijl het uitzendbureau mij dat wél voorschotelde, had bij mij geen hoge prioriteit. Ergo: ik trok vlak voor kerst de bedrijfskleding uit mijn kast, kleedde me aan, en ging die zooi inleveren.
Ik liep er binnen, en gaf de zooi aan de manager en kreeg tot mijn milde blijdschap een pracht van een kerstpakket mee.
Eenmaal thuis was het al snel bedtijd, en ik kleedde me uit, en terwijl ik mijn broeksriem losmaakte, viel het mij in: ik hád namelijk nog nooit in mijn leven een riem gekocht. En u raadt het al: ik ben met riem en al bij het OV-bedrijf binnengewandeld, heb mijn spullen ingeleverd, incasseerde een pracht van een kerstpakket, en verliet mét riem dus ook weer het pand. (Achteraf gezien: als ik me op dat moment gerealiseerd had dat ik dus ook een riem in te leveren had, had dat daar ter plekke tot zeer ongemakkelijke momenten geleid).
Ik voelde me maar een heel klein beetje schuldig. Een heel klein beetje, want álles werd driedubbel gecontroleerd, en ik was dus duidelijk niet de enige die die riem over het hoofd zag.
Goed, een dikke 10 jaar en vele extra erin geslagen gaten (ik ben in die tijd dus best wel wat afgevallen) verder, ontdekte ik dat die riem echt aan het overlijden was. meer scheur dan riem. Het zou een kwestie van (heel erg korte) tijd zijn voor die riem zou knappen en met broek en al naar beneden zou lazeren.
Kudo's voor de kwaliteit ervan dus.
Mijn aangeboren neiging tot repareren van dat wat nog niet helemaal kapot is, en wellicht met wat lapwerk nog wel weer een jaartje mee kan, speelde even op, maar Ilse vond dat ik niet té moeilijk moest doen en gewoon een nieuwe riem kopen.
Die zoektocht duurde 3 dagen. Wat zou ik willen? Welke kwaliteit hoort er bij welke prijs? En al rap verdwaalde ik in "het bos der wilde riemen". Leer, gesp, kleur, prijs.
Het duizelde me. Simpel even een riem kopen, is er gewoon niet bij.
Ik koos voor een riem met een "automatische gesp". Dus ik ging er vanuit dat ik dan via wifi mijn broek kon laten zakken, maar dat was iets té ambitieus, er zit een haakje onder de gesp, en als je die verdraait, rikketikt je riem los en zakt je broek naar je enkels. Maar dan moet je dus wel dat haakje goed weten te verdraaien, anders rikketikt er niks, en moet je hopen dat de blaas- of darminhoud niet dusdanig veel haast heeft dat je in genante situaties komt.
Dit gaat overigens geheid nog eens tot debacles leiden, aangezien ik 10 jaar lang gebruik heb gemaakt van een ouderwetse gesp, en de ochtendstond (hoewel goud in de mond) nu eenmaal niet mijn sterkste moment van de dag is. Hoewel dat misschien voor de lezer van toekomstige blogs dan wel weer een gouden randje zou kunnen zijn.
En gesproken over bijzondere aankopen: een paar jaar geleden kocht Ilse op een veiling-site een prullenbak met een sensor. Als je daar met je troep naar zwaaide, klapte de klep open en kon je je troep erin flikkeren. Maar wel een beetje vaart maken, want die klep had ongeveer even veel geduld als ik, dus klapte vrij rap weer dicht. En daarbij totaal niet gevoelig voor eventuele lichaamsdelen die zich nog in de gevaarlijke zone van het apparaat bevonden.
Maar goed, alles went, en gedurende een aantal jaar, hadden we vrij veel gemak van onze ali-express-BVA-auctions vuilbak.
Ja, tot we ontdekten dat die deksel een heel eigen leven leidde, dat niet meer te beteugelen was met een setje nieuwe batterijen (van die enorme dikke jetsers, die niet bepaald tot de goedkoopsten horen).
Dus toch maar weer terug naar de goeie ouwe, witte bak van de ikea. 3 maal raden wie er vaak vruchteloos voor die vuilbak aan het zwaaien is, met allemaal zooi die weg kan... Juistem, ik zei de gek.
Want nu ben ik dus gewend aan het gemak, en moet ik weer leren om zelf die klep te openen.

Onze koning, die brave Willem. Wat heeft de man het moeilijk. Wat vindt hij het vervelend dat mensen in Nederland zorgen hebben om hun inkomsten. Wat vindt hij het naar dat mensen de energierekening simpelweg niet kunnen betalen.
Ja, lijkt mij ook echt superjammer om toe te moeten kijken hoe je "onderdanen" worstelen voor de winsten van Essent. En dat terwijl je zelf, koning zijnde, geen seconde hoeft wakker te liggen van de energierekening. Want ook dat betalen die onderdanen wel voor je. Sterker nog: die onderdanen betalen komend jaar nog een beetje extra ook.
Zó cynisch maakte hij ze tot afgelopen prinsjesdag niet, hoor. Wetende dat je inkomsten met een paar ton per jaar stijgen, opgebracht door mensen die daarnaast ook nog eens hun energierekening met een paar 100 % zien stijgen, gaan lopen bazelen dat je dat zo vervelend vindt, maar dat "we" als Nederlanders daar op een Nederlandse manier wel weer bovenop komen. Jaja. Hoe mooi zou het zijn als ze in die koninklijke poppenkast eens een nuttig en sociaal gebaar zouden maken... Hey, een beetje naïef dromen moet kunnen, toch?
Ik ben overigens per definitie niet tegen ons koninklijk huis. Integendeel zelfs, een "democratisch gekozen" president lijkt me niet goedkoper, en zeker niet beter. Je zal maar eindigen met een Trump, Poetin, Wilders of Baudet. Dan glij je als land helemaal af naar Noord Koreaanse ellende.
Ik vind wel dat degene die de troonrede schreef, toch eens aardig op zijn vingers getikt moet worden. Drinken tijdens het schrijven van dat ellenlange stuk proza is dan misschien wel een vorm van coping-mechanism, maar niet de meest verstandige.
En gesproken over de miljoenennota en opvolgende debatten, gebeurde er iets hilarisch: mevrouw Kaag die wegliep bij een tirade van meneer Baudet.
We weten allemaal waar en hoe meneer Baudet zijn hersenscheten vandaan haalt, en we weten ook allemaal wat die waard zijn: op zijn hoogst een grijns.
Maar voor mevrouw Kaag was er een maatje vol. Ze liep weg.
Ze wilde het niet horen. Op zich snap ik dat. Op een gegeven moment ben je dat gewauwel ook wel eens zat. En ik heb het makkelijk, ik zap door als ik meneer Baudet verbale ruftjes hoor laten.
Voor mevrouw Kaag ligt dat wat moeilijker.
Echter: ik vind het wel typerend voor de bewindslieden van de laatste, pak hem beet, 20 jaar.
Ze luisteren niet naar wat de tweede kamer (het volk) wil. Ze staan totaal los van wat er buiten hun Haagse werkplekje gebeurt. Hebben er geen interesse in. Geen feeling mee. Luisteren doen ze niet. Negeren doen ze perfect. Of weglopen. Niks nieuws. Het legt wel pijnlijk de werkwijze van deze politici bloot. Als ze het niet aanstaat, lopen ze weg.

En dat regeert ons. Tja.

Hoe dan ook: dit geschreven hebbende, heb ik wederom eens geen weekend, maar ga ik toch maar weer wat plezier maken op het platform.
Ik wens u allen een goede toe.



donderdag 15 september 2022

Comfortzones en andere gekkigheid

 Ik heb een paar weken geleden gedeeld dat ik was begonnen met crossfit. Dat is op kelderniveau sporten. En mijn niveau is (nog steeds) niet om over naar huis te schrijven, integendeel.
Maar zo trouw als we kunnen, gaan we.
Ik heb geen echte sportkleren. Ik heb shirts. Ik heb korte trainingsbroeken, en mijn nikejes doen het prima.
Ik blijf moeite hebben met het hele crossfit gebeuren. Zoals Ilse mij toefluisterde: "voel jij je ook zo buiten je comfortzone?" Nou, ik kan je melden, er is daar op geen enkel moment ook maar enig comfort bij betrokken.
Het elkaar aanmoedigen en complimenteren, is iets waar ik oprecht aan moet wennen. Meestal ben ik na een les zó compleet naar de tering, dat ik eigenlijk maar één ding wil: een peuk en iedereen die me lastig valt met compliment (of kritiek) een klap voor zijn kanis geven. Maar ja, als nieuwkomer staat het wat raar om iemand die je welgemeend een compliment wil maken een klap voor zijn kanis te geven. En ik moet ook nog wennen aan het idee dat je ook een compliment zou verdienen als je de doelstelling niet haalt, of maar deels haalt.
Die shirts, van mij, daar is wat mee.
Ik ga namelijk sporten in reclameshirts van (ik verzin dit echt niet) de MacDonalds. Die heb ik eens van mijn lieftallige nichtje gekregen, en ik vond het wel geinige shirts. Gewoon voor casual. Knalgeel. Met een knalroze tekst erop: "GOOD TIMES".
Nou, stel je dus een corpulente veertiger voor, overmatig zwetend van het harde sporten, een vreselijk angstaanjagend chagerijnige bek vanwege de martelende mishandeling die men sporten noemt. En dat gekleed in een vrolijk, fel geel shirt, met felroze opdruk "GOOD TIMES". Daar zit een ironie in, die dan wel perfect past bij mijn karakter.
Wat betreft die comfortzone: ik betwijfel ten zeerste of ik daar, op die plek, ooit iets van comfort ga voelen. En dat heeft echt niet alleen met mijn sociale awkwardness te maken.
En niet alleen omdat een sportschool nu eenmaal geen comfortabele plek is, maar eigenlijk vooral omdat ik gewoon Marnix ben. En als die instructeur de oefeningen voordoet, ziet het er bijna ballet-achtig soepel uit. De namen die al die oefeningen hebben, kan ik al niet onthouden. En dat is geen onwil. Maar de bewegingen lukken mij gewoon niet in één keer. En ik moet toegeven: het zal iedereen worst wezen of je het in één keer goed doet, en zelfs als ik het 10 keer net niet helemaal goed doe, vindt men het alsnog manmoedig van me, dat ik het 10 weet te verklooien. Is ook een talent.
Griezeliger wordt het als we met allemaal attributen moeten gaan werken. We beginnen dan meestal met een pvc stang, om de oefening erin te krijgen. En dan met een ijzeren, om er gewichten aan te hangen. De afgelopen keer mepte ik met die pvc stang al bijna een meisje voor haar kop, wachten is op het moment dat ik zó sterk ben dat ik echt iemand met een halter met gewichten voor zijn of haar lijf ros. Ik vraag ook regelmatig of ze wel goed verzekerd zijn, want ik ken mijn ongecoördineerde bewegingen, en mijn gebrek aan souplesse. En dat maakt het dan misschien wel tot een gezond uurtje. Maar om nu te zeggen dat ik me er als een vis in het water voel... Ik hoor die instructeurs elke keer zeggen dat het goed komt, het is alleen zo jammer dat ik zo weinig geduld heb. Aan de andere kant: we kregen van de week post op de mat. Een ansichtkaart. Van de sportschool. Handgeschreven, hand geadresseerd. Met een persoonlijke tekst erop. En dat vind ik dan toch leuk. Maakt mijn extreem frisse tegenzin niet minder. Maar zeker ook niet meer.

Om te grijnzen:
Meneer Baudet heeft een school opgericht. Jawel, een heuse school. En met zijn boreale brein heeft hij dat de renaissance-school genoemd. Een knipoog naar de renaissance, waarin de mensheid de barbaarse middeleeuwen ontsteeg. Ik geloof oprecht niet dat de mensheid ook maar iets gaat ontstijgen als we massaal onze kinderen door een politieke partij gaan laten scholen.
Nu moet ik zeggen dat ik het behoorlijk wansmakelijk vind als een politieke partij een school start. Want een school die geënt is op de richtlijnen en ideologieën van een politieke partij, riekt mij te veel naar hersenspoelen. En we weten allemaal dat de waarheid van meneer Baudet niet bepaald gestoeld is op feiten en wetenschappelijk onderzoek, maar meer op populisme, complottheorieën en andersoortige griezelige zaken, die hij als feit bestempelt. En ik vraag me oprecht af of je kinderen zo jong al daarin moet hersenspoelen, en daaraan moet blootstellen. Geef ze in vredesnaam meer kans dan dat. En het doet mij nogal "hitlerjugend" aan, zo'n "school" van een politieke partij.
Ik vind het, kortom, een griezelige ontwikkeling. Aan de andere kant: in Almere zijn er slechts 8 mensen die zo'n hersenspoel-instituut een goed idee vinden, want Almere heeft zo'n Baudet schooltje. Met maar liefst 4 hele kinderen. Dus de impact lijkt nog wel mee te vallen. Ik vraag me af hoeveel docenten (die dus allemaal hoger opgeleid zijn, maar dat geheel ter verbijsterende zijde) er nodig zijn om het gedachtengoed van meneer Baudet over te brengen.
Ik hoop niet meer dan 1.
Nu wil het feit dat de scoutingvereniging waar mijn dochter zit, zijn huisvesting verhuurd heeft aan het schooltje van Baudet. Want 4 leerlingen is niet echt voldoende om een heus schoolgebouw erop na te kunnen houden.
En omdat de scouting qua normen en waarden ongeveer compleet het tegenovergestelde is van wat meneer Baudet predikt in het leven, leidde dat misschien wel terecht tot nogal wat ongenoegen en vragen bij de ouders van de kinderen.
Ik moest er wel om grijnzen. Ergens achteraf, in de woeste natuur van Almere, tussen de brandnetels, de woeste eikenbomen, gelegen aan een zandpad waar de PC.Hooft-trekkers van die mensen nog in vastlopen, zit het "renaissance-schooltje" van Baudet.
En omdat ook een scoutingvereniging niet kan leven van het scouting zijn alleen, is het vrij normaal dat ze kijken naar bronnen van extra inkomsten.
En ergens vind ik dat de scouting hier ook wel een goeie daad verricht. Want elke cent die meneer Baudet niet kan besteden aan bespottelijke bijeenkomsten en griezelige propaganda, is mooi meegenomen. Dus ja, puur ideologisch is het absoluut abject, zo'n politiek getint schooltje, maar laat ze er dan maar goed voor bloeden. Wellicht dat het dan doodbloedt, met dank aan de brave borsten van de scouting.

Over domme dingen doen gesproken:
Ik doe best vaak dingen net niet helemaal goed. Vaak is dat gelukkig niet ten koste van mijzelf, maar ten koste van anderen. Dat geeft toch een wat ander gevoel, namelijk. Sorry zeggen tegen iemand anders, heeft gevoelsmatig namelijk toch wat meer impact, dan wat loos sorry tegen jezelf zeggen.
Hoe dan ook.
Ik moest een binnenkomende kist leegrijden en was wat laat omdat we nu eenmaal niet altijd genoeg chauffeurs hebben.
Dus haastig kwam ik aanrijden, en gaf de wachtende stewardess een duimpje, nog voor ik stil stond. Ik kwam tot stilstand, roste op de knoppen om de deuren te openen (want de mensen kwamen al naar beneden) en stormde naar buiten om de passagiers te tellen.
Dat naar buiten stormen kwam tot een abrupt einde toen ik hard tegen de deur aan denderde. Bleek dat ik het knopje van de voordeur net niet goed genoeg geraakt had, om hem ook daadwerkelijk open te doen gaan.
Laat ik het erop houden, dat mijn pet door de klap achter mij bijna op mijn stoel landde, en ik heel even wat verdwaasd om me heen keek, in de hoop dat niemand deze potsierlijke vertoning had gezien.
Gelukkig niks aan overgehouden, anders dan een wat gebutst ego.
Of ik volgende keer iets minder haastig op de knoppen ros? Ik gok zomaar dat dat een goed geleerde les is, want om nu nog eens als een soort van slapstick te fungeren, vind ik overdreven.

Dit alles geschreven hebbende, wens ik allen een fijn weekend. Mijn weekend is louter een vrijdag, zoals dat wel vaker is, bij een bescheiden en genuanceerde buschauffeur.





zaterdag 10 september 2022

We communiceren onszelf helemaal gaar.

 Communiceren, kun je leren. Zo gaat een gezegde. Hoewel ik bij de diverse onderdelen van mijn leven het sterke vermoeden heb dat dat op zijn zachtst gezegd iets té optimistisch is. 
En wat je kan leren, is nog geen garantie op succes.
Want als ik naar mezelf kijk (en dat doe ik, ten slotte is dit een blog over mij en mijn soms wat buitenissige leven en beleven) merk ik dat er op diverse vlakken van mijn leven, er communicatief gezien, nog best wel een en ander te verbeteren valt.
Denk aan de communicatie tussen mij en mijn dochter. Of vrouw. Ik kom er niet mee weg te zeggen dat mannen en vrouwen op heel ander level communiceren. Daarvoor ga ik (zelfkennis) echt te vaak de bocht uit.
Beroepsmatig gaat het ook nog wel eens niet al te handig.
Zo stapte er een passagier de terminal uit, en stapte niet meteen de bus in. Dat kan. Vaak is dat om stiekem of niet stiekem te roken.
Soms verzuchten ze dat ze eindelijk even frisse lucht kunnen ademen. (Ik lach ze dan vriendelijk uit, wijs even naar een vliegtuig motor en meld dat ze een behoorlijk verwrongen beeld van frisse lucht op een luchthaven hebben).
Soms zijn ze gewoon te zenuwachtig en zelfs bang. Kan. Vliegangst is een heel werkelijk iets voor mensen die vliegangst hebben.
Zo ook deze passagier. Stapte buiten, en begon meteen tegen me te ratelen. Eerst over het weer, zonder pauze door naar de neef van de broer van de zus van de oma van de buurman van de achterneef van de directeur van de school van de overbuurjongen die ook wel eens een bus had gereden. Of zo.
Om vervolgens te verzuchten dat er normaal nooit zoveel geratel uitkwam, maar dat het vliegen toch wel eng was.
In de adempauze die de passagier nam, zei ik het volgende: (en dat was mogelijk niet heel slim van me, ondanks dat het wel een kern van waarheid bevat) U hoeft zich geen zorgen te maken, de rit in mijn bus is statistisch gezien onveiliger en gevaarlijker dan heel die vlucht. De adempauze was nu wat langer en ik hoorde de passagier slikken.
En ik bedoelde het echt goed.
Voordat de passagier terug de terminal in kon vluchten, kwam de grond-stewardess melden dat ik kon gaan, dus ik bonjourde de passagier de bus in, en vertrok, voor ik iemand achter moest laten, deels door mijn eigen stomme, doch goed en ter geruststelling bedoelde opmerking.
Of je maakt mensen blij met een nogal dooie mus.
Zo kon het gebeuren dat ik mijn laatste dienst van de week afsloot met een sluit. Dan rij je tot er geen passagiersvliegtuigen meer binnenkomen. Je stekkert eventueel nog wat bussen, en je vertrekt.
Een half uur voor dat vertrek, vertrekt de laatste pendeldienst, die alle schoonmakers nog een lift naar de poort geeft.
Die pendeldienst mag dus een half uur eerder naar huis, en omdat ik nog bezig was met wat rangeerwerk, riep ik goedbedoeld die betreffende collega op, en wenste haar wel thuis en een prettig weekend.
Mezelf niet realiserend (en me dit wél had moeten realiseren) dat de regie ongeveer woorden van dezelfde strekking gebruikt, als we bedankt worden.
Dus de collega helemaal verrukt dat ze naar haar idee zomaar 10 minuten eerder naar huis mocht, bedankte de regie uitvoerig. Ja, en toen moest ik haar dus teleurstellen dat ik het was, die haar uit pure vriendelijke collegialiteit alvast een fijn weekend wenste.
Ik hou ook voortaan gewoon mijn bek maar. Kansloos. Ze nam het gelukkig niet al te zwaar op.

Communiceren doet men ook in het verkeer. Vrijwel altijd non-verbaal. Hoewel mijn pogingen tot verbale communicatie met mensen die het onthutsend bont maken, niet meer op de vingers van heel Nederland te tellen zijn.
Zoals bijvoorbeeld zo'n meneer in een Audi of BMW die bloedirritant dicht achter je gaat zitten, terwijl je zelf al de maximale snelheid ver aan het overschrijden bent, om iemand in te halen.
Ja, of die meneer kan gewoon geen diepte zien en afstand inschatten, en zou derhalve zijn rijbewijs in moeten leveren. Maar meestal is dat gewoon een bewuste keuze. En dus communiceren ze. Bloedasociaal.
En communiceren doet men ook met bijvoorbeeld dat stengeltje links aan het stuur. Waarmee men aangeeft een andere richting op te willen gaan.
Het is geen kwestie van verkeerde bezuiniging bij het automerk dat die meneer in die Audi of BMW dat niet gebruikt. Het zit er heus wel op. Maar dat soort mensen zijn gewoonweg niet in staat om helder te communiceren.
Ja, of ze worden nog asocialer, en menen met hun grote licht te moeten gaan seinen, als je (terwijl je dus al sneller rijdt dan toe is gestaan) niet snel genoeg aan de kant gaat.
Levert bij mij op dat ik van pure schrik en diep onder de indruk van zoveel stoere agressie, per ongeluk mijn rempedaal iets te fors in trap, ik wil ten slotte best plaats maken, maar dat doe ik dan uit veiligheidsoverwegingen achter het voertuig dat ik aan het inhalen was. 
Gelukkig moet ik bekennen: dat gaat steeds beter.
En ook hier ben ik niet altijd de meest heilige man ter aarde, in tegendeel.
Ik reed in het diepe donker naar huis, en het regende. Het regende pijpenstelen.
Geen probleem, licht aan, ruitenwisser aan en gaan.
Ik moet op een gegeven moment een tunnel in. En omdat ik pertinent de pleuris heb aan ruitenwissers die wissen zonder dat er wat te wissen is, schakelde ik mijn ruitenwissers uit. In een tunnel regent het nauwelijks.
En hier, beste dames en heren, kreeg ik een stukje beroepsdeformatie in mijn smoel geslagen waar je U tegen zegt.
Het ding is namelijk dat een bus en een auto, qua dasboard-lay-out nogal verschillen.
Een bus heeft meestal maar 1 hendel, links naast het stuur. En daaraan zit de claxon, de ruitenwisser en de richtingaanwijzer.
Bij mijn auto zit links alle verlichting en rechts de ruitenwisser.
Na een dienst van 9 uur [u voelt hem vast al aankomen] was ik niet meer zo scherp.
Ik knal die tunnel in, en zette mijn ruitenwisser uit. Om er tot mijn grote irritatie achter te komen, dat die ruitenwisser vrolijk door zwiepte, zonder enige nut of noodzaak.
Kak, die auto leidt al zijn eigen leven, moet dit er niet nog eens bijkomen.
Nog maar eens proberen. EIGENWIJZE KUTRUITENWISSER!!!! GA GVD UIT!!!!!!
Inmiddels zag ik in mijn spiegel wél iemand naar mij seinen. Geen idee waarom, want we lagen serieus ver uit elkaar.
Nog maar eens, straks hoeft het niet meer.
Tot ik mij ineens realiseerde dat zo'n Xsara Picasso dan wel de uitstraling van een minibus wil hebben, maar toch echt een heel andere (franse) auto is dan de (chinese) bus waar ik die dag mijn rondjes op had gereden.
Bleek dus dat ik geheel ongewenste communicatie had verricht naar het achterliggende verkeer, omdat ik continu met mijn verlichting aan het hannesen was.
En de achterligger die heel terecht zich afvroeg waar in in godesnaam op dat onzalige tijdstip mee bezig was.
Sorry....

Gelukkig ben ik pas 41 jaar oud, en heb ik nog mijn hele leven voor me om de scherpe randjes van mijn communicatie wat bij te slijpen. Indien ik dit noodzakelijk vind. Want soms is het ook wel lekker om me als een soort van Audi rijder door het leven te begeven.
Hiermee begint dan ook mijn weekend en wens ik eenieder een goede toe.





vrijdag 2 september 2022

Uw wekelijkse portie kletspraatjes

 Ik heb een duister randje aan mijn karakter. Ik denk dat iedereen dat wel heeft. Zo'n randje waarin je heel even merkt dat je net niet helemaal tot de inclusie-maatschappij hoort. Zo'n rauw randje dat maakt dat je vallende mensen een feestje voor de ziel vindt, en ze dan uiteindelijk toch maar op gaat takelen, gewoon uit fatsoen of misschien zelfs wel uit een heel klein beetje medeleven.
Bij mij valt dat rauwe randje het meest op in mijn omgang met de katten.
En nee, voordat u mij allen ont-vriend omdat ik mijn katten zou mishandelen: rustaaaaaghhh!1!! Niks aan de hand. Ik voer ze, ik drenk ze, ik knuffel met ze (hoewel dat in het geval van Colette mij veel te klef en opdringerig is, en in het geval van Claus extreem zeldzaam, want hij is er niet zo van, het chagerijn) ze krijgen speciale brokjes en medicatie een plek om te slapen en algehele vriendelijkheid en liefde, want ik ben wel aan ze verknocht. Ondanks dat het knuffelen dat Colette wil, grenst aan verkrachting en haar kopjes geven grenzen aan fysiek geweld omdat ze ze niet kan doseren. Alsof ze met een moker tegen je aankomt.
Dus: hier zorgen we voor ons kleine veestapeltje met alle plezier dat daarbij komt kijken, tot ze "op" zijn.
Dat neemt niet weg dat met name Colette het bijzondere talent heeft om precies daar te gaan liggen, of staan of zitten, waar ik wezen moet. En dan met name deuren zijn haar favoriet.
Ik wil er in de vroege ochtend nogal eens uit om mijn eerste ochtend peukje te doen, en dan moet ik dus de deur openen.
Dat betekent dat ik eerst langs een gordijn moet, de deur ontsluiten, openen en naar buiten stappen.
99% van de keren gaat dat goed, die ene %... Laat ik het erop houden, dat ik niet gewend ben om tijdens al deze handelingen, strak naar beneden te kijken. Ik ben namelijk zelf al niet gek subtiel in mijn handelen, als ik al die handelingen ook nog eens strak naar beneden kijkend uitvoer, loop ik hele andere risico's.
Dus gebeurt het nog al eens dat ik plompverloren met mijn maatje 43 bovenop een poes ga staan, die daar heel terecht, niet van gediend is, en dus gaat brommen. Van de pijn. En dat geluid klinkt in mijn oren zó grappig dat ik dus in de lach schiet.
Niet dat ik het bewust opzoek, dat soort momenten, maar als het gebeurt, moet ik lachen. Ik vind het heel zielig, maar vind tegelijkertijd dat een poes zich nu eenmaal niet in de buurt van mijn voeten op dient te houden, als ik overduidelijk in beweging ben.
Het staat me niet netjes dat ik daarom moet lachen. Ik weet het. Maar aangezien ik ook goed voor haar zorg, en haar ondanks zichzelf, heel lief vind, vind ik dat ik ermee wegkom. Met dat duistere randje.

Ik klaag wel eens. Wat dat betreft mag ik mezelf verheugen in goed gezelschap: heel Nederland klaagt wel eens. "Wel eens"... Oke, Nederland lijkt steeds meer te klagen, en in heel veel van dat geklaag, kan ik mijn mede-Nederlanders niet eens echt ongelijk geven.
Afgelopen maandag moest ik mijn bloed laten prikken. En zulks moet op nuchtere maag, en wel om 09:15 uur.
Omdat ik in de vroege diensten zit, deze week, betekent dat dat ik al minimaal 3 uur op nuchtere maag, hongerig naar Jente en Ilse zit te staren. Ik heb namelijk normaliter al gezorgd voor een ontbijtje, omdat ik zonder ontbijt verander in een soort van klagende Nederlander+
Trillerig, hongerig, kankerend en klagend over misselijkheid, werd ik door mijn betere helft naar de prikpost gebracht.
Daar volgde eerst een check van mijn rechter arm. Geen ader te vinden. Toen mijn linker arm. Daar was wel iets te vinden, en vol goede moed werd de naald erin gerost. Mispoes. De ader rolde opgewekt weg en het prikmeisje had het nakijken. Ik ook. K A K!
Verder zoeken.
Geen ader te vinden. Allemaal te vaag. Te diep. Niet prikbaar. Te dun. Toen maar besloten om die naald in mijn hand te prikken. Als uiterste oplossing. En jawel: raak. Raak, in de ader, maar die ader weigerde ook maar 1 druppel bloed los te laten. De klootzak.
Toen werd ik narrig, en zei tegen dat (verder heel erg kundige meisje) dat ze maar mijn pols moest aanprikken, dan zou ze gegarandeerd genoeg bloed hebben om wel 10 van die buisjes te vullen, goed voor een jaar of 5.
Maar nee, dat zou niet veilig zijn, want ik zou blijven bloeden.
Mijn suggestie dat ik het dan op eigen verantwoording zou dicht branden met een aansteker, werd met een mengeling van ongeloof en vermaaktheid ontvangen. Maar ja, je bent roker of niet: denken in oplossingen is een tweede natuur.
Uiteindelijk, omdat ze maar 3x mocht prikken, toch maar een poging in mijn rechterarm wagen. En wederom raak. En wederom wilde die ader niet genoeg bloed produceren. Het slangetje liep vol, en daarna dacht die ader:"Stik er maar in, doe het zelf maar, ik pas".
Woest was ik. Inwendig. Op pure withete wilskracht heb ik die ader blijkbaar gedwongen om te gaan stromen, want ik had geen zin om nog eens een afspraak te moeten maken. Nog eens op nuchtere maag mijn dochter dusdanig hongerig aan te kijken dat ze bang zou worden dat ik haar zou opvreten.
Bloeden, kreng. En verdomd. Zeer tegen de wil van Adermans, wist ik zo hard te persen, dat er een "bruikbare hoeveelheid" bloed in dat buisje kwam.
Victorie!!!!
Is wel de eerste keer dat ze zoveel moeite had met het prikken. Normaal gaat het in 1x, maar blijkbaar was mijn lijf vandaag van mening dat het een uitstekend moment was om eens lekker te gaan lopen muiten.
De klootzak.
Over het meisje dat prikte: wat een professional. Ik ben nooit echt op mijn best bij dat soort dingen. Maar dat ze zo kalm bleef en het uiteindelijk voor elkaar kreeg: topper. Ik moet zeggen: Almere en zorg vind ik de minste combinatie, van alle plekken waar ik gewoond heb, maar de meiden van de bloedprik dienst zijn toppers.
Overigens: al dat geprik (en ook zelf met insuline) maakte afgelopen jaar wel dat mijn bloedwaarden nog nooit zo mooi zijn geweest. Als nieuw, zeg maar.

We zijn dus met Jente, na wat wachttijd, in een onderzoekstraject gestapt om te kijken of de gezamenlijke verdenking van school en ons wat betreft adhd ook daadwerkelijk waar is.
En als het waar is, is het een labeltje waar we in principe niets mee hoeven of moeten, maar het zou veel dingen verklaren en veel dingen makkelijker maken omdat we dan gerichter kunnen handelen als ze dat nodig heeft.
Vanwege deze onderzoeken moest ik van de vroege diensten op mijn werk naar de late diensten. Zodat ik bij sommige onderzoeken ook daadwerkelijk aanwezig zou kunnen zijn op de door het onderzoeksteam gewenste tijden.
Normaliter kies ik de overgang van vroeg naar laat altijd na een of meer vrije dagen.
Nu was het even niet anders.
Dus woensdag moest ik nog vroeg mijn nest uit, donderdag ook, maar iets minder mensonterend.
Zo stapte ik donderdag dus minder mensonterend vroeg mijn bed uit, strompelde naar beneden om mijn ochtendrituelen aan te vangen.
Koffiemachine aan, peuk roken, koffie tappen, slurpen, peuk roken, en een bakje cornflakes met suiker en volle melk maken.
Die cornflakes moeten rap op, want als die te lang in de melk staan te weken, krijg je een portie zacht geworden hard, die letterlijk niet meer door te slikken is, van ranzigheid.
Nu wil het geval dat wij de suiker in zo'n mooie, lange glazen pot met rood deksel bewaren.
Nu wil het geval dat wij de bloem in zo'n mooie, lange glazen pot met rood deksel bewaren.
Nu wil het geval dat zowel suiker, als bloem, wit zijn.
Nu wil het geval dat beide mooie, lange glazen potten met rood deksel en witte inhoud om de een of andere niet herleidbare reden naast elkaar op het aanrecht stonden.
Doen ze normaal nooit.
Kwistig als altijd strooide ik dus geen suiker, maar bloem over mijn cornflakes. Ik wist er nog iets van te redden, maar lang niet alles, en het resultaat was verbluffend. Niet alleen dat ik door mijn traagheid toch wat happen "zacht geworden hard" moest zien weg te werken, maar ook een paar klodders "hard geworden zacht" vanwege de restanten bloem die zich enthousiast met de melk hadden vereeuwigd.
De combinatie van "zacht geworden hard" en "hard geworden zacht" is zoiets als brinta met te weinig melk, te lang in de magnetron zetten. Je zou er een spuitende, lekkende kraan voor eeuwig mee af kunnen dichten, en de smaak is zo klef als een banaan die naar papier smaakt.
Doen we hopelijk niet nog eens.

Dit alles maar weer geschreven te hebben, wens ik u allen een heel prettig weekend. Ook ik mag gaan genieten van een drietal vrije dagen.




Een weekje niet zo vrij.

 Oeps. Excuses. Een weekje overgeslagen. Maar goed, als je niks te zeggen hebt, is het misschien ook wel goed om niks te zeggen. Ik had zelf...